U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-01-2018.]Geraadpleegd op 17-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2017 en zichtdatum 29-06-2024. Geldend van 17-11-2010 t/m 31-12-2017
Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 30 januari 2009, nr. WJZ/97230 (8237), tot aanvulling van eigen inkomsten van cultuurinstellingen (Tijdelijke regeling aanvulling eigen inkomsten cultuurinstellingen)
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op de artikelen 5, 32, eerste lid, en 48 van het Bekostigingsbesluit cultuuruitingen;
Besluit:
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
b. Regeling: Regeling op het specifiek cultuurbeleid,
c. handboek: bijlage bij de regeling, te weten het Handboek verantwoording cultuursubsidies instellingen 2009–2012, en
d. instelling: instelling als bedoeld in artikel 4a en 4b van de Wet op het specifiek cultuurbeleid met uitzondering van:
a. instellingen als bedoeld in de artikelen 9k, 9m en 9n van de Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen zoals die luiden op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van het Besluit op het specifiek cultuurbeleid,
b. instellingen die zijn opgenomen in de bijlage bij deze regeling, en
c. instellingen waarvan het beheer door middel van het Mandaatbesluit FCP is overgedragen aan de stichting Fonds voor cultuurparticipatie.
Deze regeling berust op artikel 4 van het Besluit op het specifiek cultuurbeleid.
1 De minister kan aan instellingen waaraan over de jaren 2009, 2010, 2011 en 2012 een vierjaarlijkse subsidie is verleend subsidie verlenen in aansluiting op de eigen inkomsten van die instellingen.
2 De subsidie wordt verleend met het doel om instellingen te stimuleren de omvang van de eigen inkomsten te vergroten.
3 In 2013 komen uitsluitend voor subsidie op grond van deze regeling in aanmerking instellingen waaraan over 2013 door de minister of door een fonds als bedoeld in artikel 4c van de Wet op het specifiek cultuurbeleid, subsidie, anders dan een projectsubsidie, wordt verleend.
[Vervallen per 17-11-2010]
Voor subsidieverlening op grond van deze regeling is voor het jaar 2010 een bedrag van € 10 miljoen beschikbaar en voor de jaren 2011, 2012 en 2013 een bedrag van € 0 beschikbaar.
1 De subsidie per subsidieontvanger is het bedrag dat overeenkomt met de extra eigen inkomsten die de instelling in onderscheidenlijk 2009, 2010, 2011 en 2012 heeft verworven ten opzichte van de gemiddelde eigen inkomsten in de jaren 2005, 2006, 2007 en 2008.
2 Voor de berekening van de gemiddelde eigen inkomsten in de jaren 2005, 2006, 2007 en 2008 wordt het jaar met de hoogste eigen inkomsten en het jaar met de laagste eigen inkomsten buiten beschouwing gelaten, en wordt uitgegaan van het gemiddelde van de overige jaren.
3 De subsidie wordt jaarlijks in 2010, 2011, 2012 en 2013 verstrekt als aanvulling op de vierjaarlijkse subsidie.
1 Eigen inkomsten in de zin van deze regeling zijn de volgende baten:
a. publieksinkomsten,
b. inkomsten uit het VSBfonds,
c. andere eigen inkomsten, niet zijnde publiekinkomsten of inkomsten uit het VSBfonds, te weten:
1. directe opbrengsten te weten sponsorinkomsten en overige inkomsten :
2. indirecte opbrengsten, en
3. overige subsidies/bijdragen voor zover het betreft bijdragen uit private middelen.
2 Onder eigen inkomsten worden in elk geval niet begrepen de volgende baten als bedoeld in het handboek:
a. subsidies die zijn verstrekt vanwege het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, een provincie of een gemeente,
b. overige subsidies/bijdragen voor zover het betreft subsidies uit publieke middelen,
c. rentebaten, en
d. overige baten die geen relatie hebben met cultureel ondernemerschap.
3 Voor de berekening van de extra eigen inkomsten wordt eerst de groei per onderdeel als bedoeld in het eerste lid berekend. Op basis daarvan worden de totale extra eigen inkomsten berekend.
1 De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van de jaarrekening van de instelling.
2 Indien aan een instelling geen vierjaarlijkse subsidie is verstrekt over de jaren 2005, 2006, 2007 en 2008, zendt de instelling de jaarrekeningen over die jaren voor 1 mei 2009 aan de minister. Indien een instelling slechts gedurende een aantal van die jaren bestond, zendt de instelling de jaarrekeningen over de betreffende jaren. Indien een instelling gedurende minder dan drie van die jaren bestond, blijft artikel 4, tweede lid, buiten toepassing.
3 De subsidieontvanger verschaft zo nodig nadere inlichtingen die noodzakelijk zijn voor het berekenen van de gemiddelde eigen inkomsten in de jaren 2005, 2006, 2007 en 2008.
Wanneer het subsidieplafond wordt overschreden wordt aan een instelling niet meer subsidie verstrekt dan € 500.000, met dien verstande dat:
a. indien dit ertoe leidt dat het subsidieplafond niet wordt bereikt, dit maximumbedrag per instelling wordt verhoogd tot een zodanig bedrag dat daardoor het subsidieplafond wordt bereikt, en
b. indien dit ertoe leidt dat het subsidieplafond wordt overschreden, alle te verstrekken subsidiebedragen naar rato worden verlaagd.
In geval van het niet vervullen van de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, worden de met inachtneming van artikel 3 te verstrekken subsidiebedragen verlaagd tot het bedrag van de subsidie dat na de vaststelling of goedkeuring van de begroting ter beschikking staat, een en ander naar rato van het aantal instellingen dat voor subsidie in aanmerking komt en van de hoogte van de subsidiebedragen.
De subsidie wordt onverminderd artikel 2.16 van de Regeling aangewend voor de activiteiten van de instelling waarvoor vierjaarlijkse subsidie is verstrekt.
De verklaring van de accountant van de jaarrekening van de instelling omvat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van de subsidie.
De minister betaalt de subsidie in 2010, 2011, 2012 en 2013 als voorschot.
De subsidie over 2009, 2010 en 2011, die wordt verleend in 2010, 2011 en 2012, wordt vastgesteld bij de vaststelling van de vierjaarlijkse subsidie die is verleend over de periode 2009–2012. De minister kan de subsidie die in 2013 wordt verleend over 2012, in 2014 vaststellen.
Onverminderd artikel 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht kan de subsidie lager worden vastgesteld indien de subsidieontvanger activiteiten heeft verricht die het karakter hebben van oneigenlijk gebruik van deze regeling.
Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling aanvulling eigen inkomsten cultuurinstellingen.
1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2009.
2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2018.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Minister
R.H.A. Plasterk
– Stichting Erfgoed Nederland, te Amsterdam
– Stichting Kunstfactor, te Utrecht
– Stichting Muziek Centrum Nederland, te Amsterdam
– Stichting Nederlands Architectuurinstituut, te Rotterdam
– Stichting Nederlands Muziek Instituut, te Den Haag
– Stichting Premsela, te Amsterdam
– Stichting Theater Instituut Nederland, te Amsterdam
– Stichting tot Exploitatie van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, te Den Haag
– Vereniging van Openbare Bibliotheken in Nederland, te Den Haag
– Vereniging Virtueel Platform, te Amsterdam.
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Tijdelijke regeling aanvulling eigen inkomsten cultuurinstellingen", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.