U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 12-05-2016.]Geraadpleegd op 20-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2015. Geldend van 01-02-2009 t/m 11-05-2016
Beleidsregels wegingsfactoren kosten bestuurlijke voorprocedure
De Raden voor Rechtsbijstand te Amsterdam, Arnhem, Den Haag, ’s Hertogenbosch en Leeuwarden,
overwegende, dat het naar aanleiding van de aanpassing van de Wet op de rechtsbijstand door de VIValt wetgeving noodzakelijk is om nieuwe beleidsregels vast te stellen ten aanzien van de wegingsfactoren als bedoeld in de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht, onderdeel CI;
stellen de volgende regeling vast:
[Regeling vervallen per 12-05-2016]
Het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) regelt de vergoeding van kosten als bedoeld in artikel 7:15 lid 4 Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het Bpb bevat regels inzake de vergoeding van de kosten van het bezwaarschrift. In de bijlage bij het Bpb, onderdeel CI, is bepaald dat het gewicht van de zaak tot uiting kan worden gebracht in wegingsfactoren.
Het bestuursorgaan heeft de bevoegdheid om in beleidsregels vast te leggen op welke wijze de wegingsfactoren worden gehanteerd. Deze regeling bepaalt dan ook welke categorieën zaken als gemiddeld, licht en zeer licht worden gekwalificeerd en derhalve op grond van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht, onderdeel CI, met een wegingsfactor van respectievelijk 1, resp 0,5, resp. 0,25 punt worden gewaardeerd.
1 Een bezwaar in een zaak die niet tot een van de categorieën van artikel 3 of artikel 4 behoort, zal in beginsel als gemiddeld met een wegingsfactor van 1 gekwalificeerd worden.
2 Onverminderd het bepaalde in het eerste lid heeft de raad de bevoegdheid om op grond van het Bpb, een lagere of hogere wegingsfactor toe te kennen naarmate de betreffende zaak lichter of zwaarder is dan een gemiddelde zaak.
a. zaken waarin bezwaar wordt gemaakt tegen de afwijzing van een aanvraag om peiljaarverlegging met de motivering van de raad dat geen sprake is van een inkomensdaling van tenminste 15%.
b. zaken waarin bezwaar wordt gemaakt tegen de afwijzing van een aanvraag om peiljaarverlegging met de motivering van de raad dat de inkomens- en/of vermogensgrens nog steeds wordt overschreden.
c. zaken waarin de rechtzoekende een zelfstandig beroep of bedrijf uitoefent en in bezwaar wordt gesteld dat de voortzetting van het beroep of bedrijf afhankelijk is van het resultaat van de rechtsbijstand (artikel 12 lid sub e ten eerste Wrb).
a. zaken waarin bezwaar is gemaakt tegen de hoogte van de vastgestelde eigen bijdrage (artikel 35 lid 3 en lid 4 Wrb en artikel 11 Bdr);
b. zaken waarin bezwaar wordt gemaakt tegen een besluit waarin een toevoegingsaanvraag is afgewezen wegens overschrijding van de inkomensgrenzen en vermogensgrenzen (artikel 34 Wrb);
c. zaken waarin bezwaar is gemaakt met betrekking tot het al dan niet toepassen van de anticumulatiebepaling (artikel 10 Bdr);
d. zaken waarin bezwaar is gemaakt tegen het buiten behandeling laten van de toevoegingsaanvraag (artikel 4:5 Awb);
e. zaken waarin bezwaar is gemaakt tegen de afwijzing van een aanvraag om peiljaarverlegging omdat de termijn van zes weken is overschreden (artikel 34c Wrb);
f. zaken waarin bezwaar is gemaakt tegen een ambtshalve besluit dat in de plaats komt van een eerder besluit genoemd in artikel 34c Wrb (artikel 34d Wrb)
g. indien bezwaar is gemaakt tegen het niet tijdig beslissen op een aanvraag.
h. zaken waarin de rechtzoekende voorheen een zelfstandig beroep of bedrijf uitoefende en in bezwaar wordt gesteld dat wordt voldaan aan de alsdan hiervoor geldende criteria (artikel 12 lid sub e ten tweede Wrb).
Indien de raad van oordeel is dat toepassing van de in bovenstaande artikelen genoemde wegingsfactor niet in overeenstemming is met de bewerkelijkheid en de gecompliceerdheid van de zaak en de daarmee verband houdende werkbelasting van de rechtsbijstandverlener dient dit in de beslissing op bezwaar uitdrukkelijk gemotiveerd te worden.
Deze regeling treedt in werking op 1 februari 2009 en vervangt de beleidsregels die de Raden voor Rechtsbijstand in het verleden hebben vastgesteld.
Deze regeling kan worden aangehaald als Beleidsregels wegingsfactoren kosten bestuurlijke voorprocedure.
Utrecht, 13 januari 2009
Raden voor Rechtsbijstand te Amsterdam, Arnhem, Den Haag, ’s Hertogenbosch en Leeuwarden
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Beleidsregels wegingsfactoren kosten bestuurlijke voorprocedure", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.