Bijlage 2
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
-
1. gemeenten of gedeelten daarvan:
alle gemeenten in de provincie Drenthe, Bellingwedde, Groningen voorzover gelegen
ten zuiden van het Eemskanaal, Grootegast, Haren, Hoogezand-Sappemeer, Leek, Marum,
Menterwolde, Pekela, Reiderland voorzover gelegen ten westen van de Ulsderweg en C.G.
Wiegersweg en ten zuiden van de Hoofdweg en Goldhoorn te Finsterwolde, Scheemda voorzover
gelegen ten zuiden van de Goldhoorn te Oostwold en ten westen van de Noorderstraat,
ten noorden van de Polderweg, ten westen van de Langeweg, ten zuiden van Hoofdweg-Oost,
Hoofdstraat en Hoofdweg-west te Nieuwolda, ten zuiden van de Hoofdweg 't Waar, ten
zuiden van de Rechte Walsterweg, Slochteren, Stadskanaal, Veendam, Vlagtwedde, Winschoten,
Oost-Stellingwerf voorzover gelegen ten noorden van de gemeentegrens vanaf het driegemeentepunt
Diever-Weststellingwerf-Ooststellingwerf tot Zuid en de Hoofdweg, ten oosten van de
weg Zuid en Hoofdweg tot Kloosterweg, ten zuiden van de wegen Kloosterweg, Terwisscha,
Westeres en Bruggelaan tot de Compagnonsvaart, ten oosten van de wegen Zuideinde Fochteloo,
Noordeinde, de Knolle tot kruising met de weg Weper, en ten zuiden van de wegen Weper,
Weperpolder tot provinciegrens, Hardenberg, Twenterand, Hellendoorn, Ommen en Steenwijkerland
voorzover gelegen ten zuiden en ten oosten van de kanaalweg en voorzover gelegen ten
noorden en ten oosten van de Punterweg (vanaf Kuinderweg), Hammerdijk, Kerkbuurt,
Blokzijlerdijk en Kuinderdijk.
-
2. het gebied begrensd door de provincie Overijssel ten zuiden van de Overijsselse Vecht
en het Zwarte Water, Gelderland, Utrecht, Noord-Holland ten zuiden van het Noordzee-kanaal
en het IJ, Zuid-Holland, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg.
De teelt van aardappelplanten op een perceel, waarop zich in het voorafgaande kalenderjaar
geen en in het tweede voorafgaande kalenderjaar aardappelplanten bevonden en welk
perceel is gelegen in het in de vorige alinea genoemde gebied is toegestaan, mits
de aardappelplanten worden gerooid vóór 1 juli van het jaar waarin zij zijn geteeld
en de ondernemer tijdig vóór deze datum het voornemen tot rooien schriftelijk kenbaar
gemaakt heeft bij de voorzitter van het Productschap.
-
3. het gebied begrensd door de provincies Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel ten
noorden van de Overijsselse Vecht en het Zwarte Water, Flevoland en Noord-Holland
ten noorden van het Noordzeekanaal en het IJ, uitgezonderd het in sub 1 genoemde gebied.
De teelt van aardappelplanten op een perceel, waarop zich in het voorgaande kalenderjaar
geen en in het tweede voorafgaande kalenderjaar aardappelplanten bevonden en welk
perceel is gelegen in het in de vorige alinea genoemde gebied is toegestaan, mits
de aardappelplanten worden gerooid vóór 10 juli van het jaar waarin zij zijn geteeld
en de ondernemer tijdig vóór deze datum het voornemen tot rooien schriftelijk kenbaar
gemaakt heeft bij de voorzitter van het Productschap.
-
4. In afwijking van het gestelde sub 3 is de teelt van aardappelplanten toegestaan op
een perceel, waarop zich in het voorgaande kalenderjaar aardappelplanten bevonden,
mits:
-
a. het perceel is gelegen in het gebied "Opperdoes", begrensd door Noorderkogger zeedijk
vanaf de Overleker Sluis van Medemblik, Noorderweg, Dorpsweg Twisk, Twiskerdijksloot,
de Braak, de Muiter, Zandwegsloot naar de Overleker Sluis;
-
b. de aardappelplanten zijn gerooid vóór 10 juli van het jaar waarin zij worden geteeld;
-
c. de ondernemer tijdig vóór de onder b bedoelde datum het voornemen tot rooien schriftelijk
kenbaar gemaakt heeft bij de voorzitter van het Productschap.
-
5. In afwijking van het gestelde sub 3 is de teelt van aardappelplanten toegestaan op
een perceel waarop zich in het voorgaande kalenderjaar aardappelplanten bevonden,
mits:
-
a. het perceel is gelegen in het gebied 'Langedijk', begrensd door Koog, Langebalk-weg,
Kanaal Omval-Kolhorn, Uitvalsweg, Dorpsstraat Broek op Langedijk en Zuid-Scharwoude
tot Koog;
-
b. de aardappelplanten zijn gerooid vóór 10 juli van het jaar waarin zij worden geteeld;
-
c. de ondernemer tijdig vóór de onder b bedoelde datum het voornemen tot rooien schriftelijk
kenbaar gemaakt heeft bij de voorzitter van het Productschap.
-
6. In afwijking van het gestelde sub 3 is de teelt van aardappelplanten toegestaan op
een perceel, waarop zich in het voorgaande kalenderjaar géén en in het daaraan voorafgaande
kalenderjaar wel aardappelplanten bevonden, mits:
-
a. het perceel is gelegen in het gebied "Heerhugowaard/Geestmerambacht", begrensd door
Kanaal Omval-Kolhorn, Westerlangereis, Langereis, Veenhuizerkade, Plempdijk, Ringvaart
Heerhugowaard, Hoornse Vaart, Ringsloot polder, De Vronermeer, spoorlijn Alkmaar-Hoorn
tot palen bovenleiding 39/23 en 39/24, Nollenweg, Provinciale weg 53 (Alkmaar-Schagen),
Daalmeerpad, Vronermeerweg, Wijde Vaart (gedeeltelijk gedempt), Spanjaardsdam, Nauertogt,
Westelijke Randweg, Maijersloot, Voorburggracht, Westelijke Randweg naar Broek op
Langedijk, Stationsweg, Dorpsstraat, Uitvalsweg, Kanaal Omval-Kolhorn, Langebalkweg,
Oostelijke randweg Noord-Scharwoude, Waarddijk west, Provinciale weg 54, Kanaal Omval-Kolhoorn;
-
b. de aardappelplanten zijn gerooid vóór 20 juli van het jaar waarin zij worden geteeld
en
-
c. de ondernemer tijdig vóór de onder b bedoelde datum het voornemen tot rooien schriftelijk
kenbaar gemaakt heeft bij de voorzitter van het Productschap.