Verordening PT reiniging verpakkingen gewasbeschermingsmiddelen 2009

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 23-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2013.
Geldend van 21-12-2008 t/m 31-12-2014

Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van d.d. 11 november 2008, houdende regels omtrent de reiniging van verpakkingen van gewasbeschermingsmiddelen (Verordening PT reiniging verpakkingen gewasbeschermingsmiddelen 2009)

Het bestuur van het Productschap Tuinbouw,

gelet op de artikelen 93, 95, 104, eerste en derde lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en

gelet op de artikelen 12 en 13 van de Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw 2003;

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen d.d. 30 september 2008;

gehoord de Commissie voor hovenierswerkzaamheden d.d. 2 oktober 2008;

gehoord de Commissie voor boomkwekerijproducten d.d. 9 oktober 2008;

gehoord de Commissie voor bloemkwekerijproducten d.d. 13 oktober 2008;

gehoord de Commissie voor groenten en fruit d.d. 28 oktober 2008.

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 3 In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a. ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld;

    • b. gewasbeschermingsmiddelen: gewasbeschermingsmiddelen als bedoeld in artikel 1 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, op de verpakking waarvan de vermelding voorkomt: "Deze verpakking is bedrijfsafval, mits deze is schoongespoeld zoals wettelijk is voorgeschreven".

§ 2. Verplichtingen en verbodsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De ondernemer, die gewasbeschermingsmiddelen toepast, dient te beschikken over apparatuur, welke voldoet aan de voorschriften opgenomen in de bijlage, dan wel over apparatuur, welke voldoet aan de specificaties, als waaraan een typegoedkeuring is gegeven door de in de voornoemde bijlage genoemde instantie.

  • 2 De ondernemer, die gewasbeschermingsmiddelen toepast, is verplicht de verpakking daarvan, onmiddellijk en aansluitend op de lediging ervan in de spuitapparatuur, te reinigen met de apparatuur, als bedoeld in het eerste lid, en volgens de methode, genoemd in de bijlage.

  • 3 Het is de ondernemer verboden een of meer ledige verpakkingen van gewasbeschermingsmiddelen aanwezig te hebben, welke meer dan 0,01% van het gewicht van het middel, oorspronkelijk aanwezig in de verpakking, bevat.

  • 4 Van de verplichtingen, genoemd in het eerste en tweede lid, kan worden afgeweken ingeval gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast door middel van hand- of rugspuitapparatuur niet een tankinhoud van ten hoogste 21 liter, mits de in de bijlage voorgeschreven reinigingsmethode wordt gevolgd en onverminderd het bepaalde in het derde lid.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Met de in artikel 2 bedoelde apparatuur wordt gelijkgesteld apparatuur die rechtmatig is geproduceerd of in de handel is gebracht in een andere lidstaat van de Europese Unie, dan wel is geproduceerd in een staat die partij is bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte, en die ten minste aan gelijkwaardige eisen voldoet.

  • 2 Met de in artikel 2 bedoelde typegoedkeuring wordt gelijkgesteld een typegoedkeuring afgegeven door een onafhankelijke keuringsinstelling in een andere lidstaat van de Europese Unie, dan wel in een staat die partij is bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte, welke goedkeuring is afgegeven op basis van onderzoekingen die ten minste aan gelijkwaardige eisen voldoen.

§ 3. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Het bestuur kan bij besluit, gehoord de sectorcommissies, vrijstelling verlenen van een of meer bepalingen uit deze verordening en daarbij nadere voorschriften vaststellen.

  • 2 Het bestuur kan bij besluit, gehoord de sectorcommissies, het gestelde in de bijlage wijzigen, totdat bij verordening tot wijziging van de betreffende bijlage daarin is voorzien. Alsdan wordt het betreffende besluit geacht te zijn ingetrokken.

  • 3 Een besluit als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt bekend gemaakt in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van bekendmaking, tenzij het betreffende besluit anders bepaalt.

  • 4 Het bestuur verleent op schriftelijk verzoek van de ondernemer ontheffing van het bepaalde in de artikelen 2 en 3 en kan daarbij nadere voorschriften vaststellen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Het bepaalde bij of krachtens deze verordening, waarbij aan ondernemers verplichtingen worden opgelegd, is mede bindend voor andere natuurlijke en rechtspersonen, voor zover deze handelingen verrichten die bedrijfsmatig in ondernemingen, waarvoor het productschap is ingesteld, plegen te worden verricht.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Op overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening kunnen tuchtrechtelijke maatregelen worden gesteld.

  • 2 Het bevoegde tuchtgerecht is het Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen.

  • 3 De tuchtrechtelijke maatregelen die op overtreding van de verordening kunnen worden gesteld, zijn:

    • a. berisping;

    • b. geldboete van ten hoogste € 4.500,-;

    • c. openbaarmaking van de uitspraak op kosten van de betrokkene;

    • d. het onder verscherpte controle stellen van het bedrijf van de betrokkene op zijn kosten voor ten hoogste twee jaren.

Indien de waarde van de goederen, met betrekking tot welke een overtreding is begaan, of de waarde van het wederrechtelijk genoten voordeel dat geheel of gedeeltelijk door middel van de overtreding is verkregen, hoger is dan € 135,-, kan een geldboete worden opgelegd van ten hoogste € 11.250,-.

§ 4. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT reiniging verpakkingen gewasbeschermingsmiddelen 2009.

Zoetermeer, 11 november 2008

A. Bruggeman

vice-voorzitter

J.M. Gerritsen

secretaris

Bijlage behorende bij de Verordening PT reiniging verpakkingen gewasbeschermingsmiddelen 2009

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

A. Voorschriften terzake van apparatuur en methode als bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid

  • 1. Mobiele apparatuur:

    • a. De spuitapparatuur, waarmede de gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast, dient te zijn voorzien van een spoeltrechter met spoelkop op of nabij de vloeistoftank, alsmede van een (demontabel) spanframe (open houder);

    • b. De spoeltrechter dient een diameter te hebben van tenminste 400 mm, ingeval deze rond van vorm is, c.q. dient zijden te hebben van tenminste 400 mm, ingeval deze rechthoekig van vorm is. De onderuitloop hiervan eindigt in de vloeistoftank of in de aanzuigleiding van de spuitpomp.

      Bij een gecombineerd gebruik van de spoeltrechter als vultrechter moet de doorlaat van de trechteruitloop een opening hebben van tenminste 40 mm, teneinde de afstort van het spuitpoeder probleemloos te kunnen verwerken.

    • c. De spoelkop van de spoelinstallatie dient tenminste 35 boringen te bevatten, zodanig verdeeld over de omtrek van de spoelkop, dat een totale spreidingshoek van 240° of meer wordt bereikt. Bij een waterdruk op de leiding voor de spoelkop van 5 bar. dient ca. 25 liter water per minuut door de boringen gelijkmatig verdeeld over de omtrek van de spoelkop te kunnen worden verspoten.

      De spoelkop is ongeveer centraal geplaatst in de spoeltrechter.

      De diameter van de spoelkop mag niet groter zijn dan 35 mm. De aanvoerleiding naar de spoelkop mag geen grotere buitendiameter hebben dan 16 mm. De aanvoerleiding naar de spoelkop dient te worden voorzien van een hand- of voetbediende afsluiter. De pompdruk ter plaatse van de spoelkop dient minimaal 3 bar. en maximaal 5 bar. te zijn.

  • 2. Centrale vulplaats:

    Ingeval voor het vullen van mobiele spuitapparatuur permanent gebruik gemaakt wordt van een centrale vulplaats, behoeft de mobiele spuitapparatuur niet te voldoen aan de in het eerste lid gestelde eisen, mits de centrale vulapparatuur voldoet aan die eisen en mits de mobiele spuitapparatuur uitsluitend met behulp van deze centrale vulapparatuur wordt gevuld.

  • 3. Typegoedkeuring:

    • a. apparatuur, die afwijkt van de hiervoor in het eerste lid gestelde eisen, dient te voldoen aan de specificaties die tijdens een typegoedkeuring zijn vastgesteld;

    • b. de typegoedkeuring zal uitsluitend worden verleend indien is vastgesteld dat de afwijkende apparatuur tenminste dezelfde goede werking heeft als de apparatuur die voldoet aan de hiervoor in het eerste lid gestelde eisen;

    • c. typegoedkeuring zal uitsluitend kunnen worden verleend door het IMAG te Wageningen.

4.

 

methode:

     
 

a.

verpakkingen, bestaande uit zakken, dienen te worden gespoeld met gebruikmaking van het spanframe dat is geplaatst om de opstekende spoelkop;

 

b.

andere verpakkingen dienen tijdens het spoelen met de opening naar beneden gericht te worden geplaatst over de opstekende spoelkop;

 

c.

er dient te worden gespoeld met schoon water, onvermengd met gewasbeschermingsmiddelen.

Bij een spoeldruk van 3 tot 5 bar. dient tenminste 30 seconden te worden gespoeld.

Het spoelwater mag uitsluitend in de vloeistoftank terechtkomen.

B. Voorschriften terzake van de methode bedoeld in artikel 2, vierde lid

De verpakking dient enkele malen te worden omgespoeld met schoon leidingwater, waarna het spoelwater in de vloeistoftank van de spuitapparatuur dient te worden gedeponeerd.