Regeling lerarenbeurs voor scholing en zij-instroom 2009–2011

[Regeling vervallen per 01-07-2017.]
Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-08-2010 en zichtdatum 20-09-2024.
Geldend van 05-03-2010 t/m 25-11-2010

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 6 mei 2009, nr. DL/B/110284, houdende regels voor het verstrekken van subsidie aan leraren met een onderwijsbevoegdheid om substantiële scholing te bevorderen en het verstrekken van subsidie ten behoeve van zij-instromers in het voortgezet onderwijs, het beroepsonderwijs en de educatie om hun onderwijsbevoegdheid te behalen (Regeling lerarenbeurs voor scholing en zij-instroom 2009–2011)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 2, eerste lid, jo artikel 4, eerste lid, van de Wet overige OCW-subsidies;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

§ 1. Inleidende bepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2. Subsidieaanvraag

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De subsidie, bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3, wordt op aanvraag van de leraar, bedoeld in artikel 4, eerste lid, respectievelijk het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 20, verleend.

Hoofdstuk 2. Lerarenbeurs voor scholing

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

§ 1. Inleidende bepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Artikel 3. Te subsidiëren activiteiten lerarenbeurs

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 De minister kan subsidie verstrekken:

    • a. aan de leraar voor studiekosten; of

    • b. aan het bevoegd gezag voor kosten in verband met het studieverlof van deze leraar.

  • 2 Voor de subsidie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, komen uitsluitend een van de volgende opleidingen in aanmerking:

    • a. bachelor- of masteropleidingen voor leraren in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs, het beroepsonderwijs en de educatie gericht op het voldoen aan andere bekwaamheidseisen dan blijkens het getuigschrift, bedoeld in artikel 7a.3 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek of blijkens een bewijs van bekwaamheid tot het geven van onderwijs als bedoeld in artikel XI, eerste lid, van de Wet op de beroepen in het onderwijs;

    • b. bachelor- of masteropleidingen waarmee een leraar een voor zijn vak relevante graad kan behalen;

    • c. korte opleidingen, niet zijnde een bachelor of masteropleiding, mits deze opleidingen:

      • gericht zijn op het verwerven van extra bekwaamheden voor het beroep van leraar;

      • een minimale studielast kennen van 200 uren, waarvan tenminste 40 contacturen;

      • korter duren dan 1 jaar;

      • worden afgesloten met een bewijs van deelname; en

      • niet zijn te kwalificeren zijn als opleidingen die gericht zijn op het verkrijgen van een bevoegdheid bewegingsonderwijs; of

    • d. opleidingen die gericht zijn op het wegwerken van deficiënties met als doel toelating tot een masteropleiding binnen het wetenschappelijk onderwijs, mits de opleiding:

      • is vormgegeven als bacheloropleiding binnen het wetenschappelijk onderwijs;

      • niet leidt tot de graad Bachelor binnen het wetenschappelijk onderwijs; en

      • minimaal 30 studiepunten omvat.

  • 3 In afwijking van het tweede lid kan de minister subsidie als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, verstrekken voor de combinatie van de opleidingen, bedoeld in het tweede lid, onderdelen a en d of b en d.

  • 4 Voor de subsidie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, komen uitsluitend een van de opleidingen, bedoeld in het tweede lid, onderdelen a, b of d, of een combinatie van de opleidingen als bedoeld in het derde lid in aanmerking.

  • 5 De minister kan voor ten hoogste 3 jaar subsidie, bedoeld in het eerste lid, verlenen voor opleidingen, bedoeld in het tweede lid, onderdelen a, b en d, met dien verstande dat voor:

    • a. 1 tot en met 30 studiepunten een jaar subsidie, bedoeld in het eerste lid, staat;

    • b. 31 tot en met 60 studiepunten twee jaar subsidie, bedoeld in het eerste lid, staat; en

    • c. 61 tot en met 90 studiepunten drie jaar subsidie, bedoeld in het eerste lid, staat.

Artikel 4. Subsidieaanvrager lerarenbeurs

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 2 De leraar die vóór de inwerkingtreding van deze regeling is gestart, kan slechts een aanvraag indienen indien:

Artikel 5. Subsidieplafond lerarenbeurs

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het subsidieplafond voor het jaar 2009 voor de subsidie, bedoeld in artikel 3, is € 23.000.000,–.

  • 2 De minister stelt voor aanvang van de aanvraagtermijnen van 2010 en 2011 de subsidieplafonds voor die jaren vast in de Staatscourant.

  • 3 Het subsidieplafond voor het jaar 2010 voor de subsidie, bedoeld in artikel 3, is € 23.000.000,–.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2011, 111, datum inwerkingtreding 04-01-2011, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 01-01-2010.

3 Het subsidieplafond voor het jaar 2010 voor de subsidie, bedoeld in artikel 3, is € 37.000.000,–.

4 Het subsidieplafond voor het jaar 2011 voor de subsidie bedoeld in artikel 3, is € 34.000.00,–.

Artikel 6. Subsidiebedrag voor studiekosten

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Voor de subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, geldt:

  • a. voor het werkelijke les- en collegegeld een maximum van € 3.500,– per opleiding als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel c, respectievelijk per jaar;

  • b. voor studiemiddelen ten hoogste 10% van het werkelijke les- en collegegeld per jaar; of

  • c. voor reiskosten ten hoogste 10% van het werkelijke les- en collegegeld per jaar.

Artikel 7. Subsidiebedrag voor studieverlof

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 2 Het maximale aantal studieverlofuren die voor subsidiering in aanmerking komen, is 160 uren per jaar voor een voltijdsaanstelling. In geval van een deeltijdbetrekking wordt het aantal studieverlofuren vastgesteld naar evenredigheid van de aanstellingsomvang.

  • 3 De subsidiebedragen voor een studieverlofuur zijn voor:

    • a. het basisonderwijs: € 33,66

    • b. het speciaal (voortgezet) onderwijs: € 35,73

    • c. het voortgezet onderwijs: € 36,36

    • d. het beroepsonderwijs en de educatie: € 38,71

    • e. het hoger beroepsonderwijs: € 43,65

  • 4 De bedragen, bedoeld in het derde lid, worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de kabinetsbijdrage voor het betreffende jaar, onder voorbehoud van goedkeuring van de begroting door de begrotingswetgever. Het besluit hiertoe wordt bekendgemaakt in de Staatscourant.

  • 3 In geval van het niet vervullen van de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, worden de op grond van deze regeling verleende subsidiebedragen verlaagd tot het bedrag van de subsidie dat na de vaststelling of goedkeuring van de Rijksbegroting ter beschikking staat, een en ander naar rato van het aantal subsidieaanvragers aan wie subsidie is verleend en van de hoogte van de verleende subsidiebedragen.

§ 2. Subsidieaanvraag lerarenbeurs

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Artikel 8. Vereisten subsidieaanvraag lerarenbeurs

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 De aanvraag voor de subsidie, bedoeld in artikel 3, geschiedt overeenkomstig het in bijlage 1 gevoegde aanvraagformulier.

  • 2 Indien de leraar geen verklaring van het bevoegd gezag als bedoeld in bijlage 1 overlegt, omvat de aanvraag tevens informatie waaruit blijkt:

    • a. het dienstverband van de leraar en de duur ervan; en

    • b. dat de leraar gedurende de opleiding voor minimaal 20% van zijn aanstellingsomvang is belast met lesgebonden taken en pedagogisch-didactisch verantwoordelijk is voor het onderwijs aan leerlingen.

Artikel 9. Termijn indiening aanvraag

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 De aanvraagtermijn voor de subsidie, bedoeld in artikel 3, is:

    • a. voor 2009 van 11 mei 2009 tot en met 17 juni 2009;

    • b. voor 2010 van 1 april 2010 tot en met 13 mei 2010; en

    • c. voor 2011 van 1 april 2011 tot en met 13 mei 2011.

  • 2 Onverminderd het eerste lid kan de minister een extra aanvraagtermijn openstellen indien het subsidieplafond, bedoeld in artikel 5, in enig jaar niet volledig is uitgeput. Het besluit hiertoe wordt bekendgemaakt in de Staatscourant.

§ 3. Subsidieverlening lerarenbeurs

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Artikel 10. Criteria verdeling lerarenbeurs

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 Onverminderd het tweede lid verdeelt de minister het beschikbare bedrag in volgorde van ontvangst van de aanvragen voor de subsidie, bedoeld in artikel 3, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een week de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld, met betrekking tot de verdeling, als datum van ontvangst geldt.

  • 2 De verdeling van het beschikbare bedrag over de onderwijssectoren geschiedt op basis van het aantal in de onderwijssector werkzame leraren als volgt:

    • a. 50% van het totale aantal toe te kennen aanvragen in alle onderwijssectoren is beschikbaar voor leraren in het primair onderwijs;

    • b. 30% van het totale aantal toe te kennen aanvragen in alle onderwijssectoren is beschikbaar voor leraren in het voortgezet onderwijs;

    • c. 13% van het totale aantal toe te kennen aanvragen in alle onderwijssectoren is beschikbaar voor leraren in het beroepsonderwijs en de educatie; en

    • d. 7% van het totale aantal toe te kennen aanvragen in alle onderwijssectoren is beschikbaar voor leraren in het hoger beroepsonderwijs.

  • 3 Indien het aantal toe te kennen aanvragen voor een of meer van de onderwijssectoren, bedoeld in het tweede lid, achterblijft bij het bijbehorende percentage, bedoeld in het tweede lid, worden de toe te kennen aanvragen in de andere onderwijssectoren naar evenredigheid verdeeld.

Artikel 11. Weigeringsgronden

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuurswet kan de minister subsidieverlening weigeren, indien aan de leraar:

  • a. al eerder subsidie is verstrekt op grond van deze regeling, of

  • b. subsidie is verstrekt op grond van een andere regeling met hetzelfde doel.

Artikel 12. Termijn beslissing

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De minister beslist binnen 8 weken na ontvangt van de aanvraag.

§ 4. Verplichtingen subsidieontvanger lerarenbeurs

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Artikel 13. Subsidieverplichting leraar

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De leraar behaalt het aantal in de beschikking tot verlening van de subsidie voor de opleidingen, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdelen a,b en d, vermelde studiepunten binnen de in artikel 17, eerste lid, bedoelde termijnen.

Artikel 14. Subsidieverplichting bevoegd gezag

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Het bevoegd gezag houdt in haar administratie bij op welke wijze het verlof tot stand komt.

Artikel 15. Informatieplicht

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 De subsidieontvanger werkt mee aan door of namens de minister ingestelde onderzoeken die erop gericht zijn de minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het beleid.

  • 2 De subsidieontvanger doet zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan de minister van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie. Daarbij worden de relevante stukken overlegd.

  • 3 Het bevoegd gezag als ontvanger van de subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, geeft aan door of namens de minister aangewezen ambtenaren op verzoek inzage in de in artikel 17 van de Wet overige OCW-subsidies bedoelde administratie en verstrekt alle inlichtingen die redelijkerwijs noodzakelijk zijn om een juist inzicht te verkrijgen in de besteding van de subsidie.

§ 5. Betaling subsidie lerarenbeurs

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Artikel 16. Betaling van de subsidie lerarenbeurs

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het subsidiebedrag wordt ten hoogste één maand voordat de opleiding aanvangt aan de subsidieontvanger uitbetaald.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2011, 111, datum inwerkingtreding 04-01-2011, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 01-01-2010.

1 Het subsidiebedrag wordt ten hoogste drie maanden voordat de opleiding aanvangt aan de subsidieontvanger uitbetaald.

§ 6. Vaststelling subsidie lerarenbeurs

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Artikel 17. Vaststelling van de subsidie lerarenbeurs

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 De leraar dient een aanvraag voor vaststelling van de subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van opleidingen als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdelen a, b en d, in bij de minister:

    • a. indien de opleiding minstens een jaar duurt, maar geen twee jaar, binnen vier jaar na verlening van de subsidie voor deze opleiding;

    • b. indien de opleiding minstens twee jaar duurt, maar geen drie jaar, binnen vijf jaar na verlening van de subsidie voor deze opleiding; en

    • c. indien de opleiding minstens drie jaar duurt, binnen zes jaar na verlening van de subsidie voor deze opleiding.

  • 2 De leraar dient een aanvraag voor vaststelling van de subsidie van opleidingen als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel c, binnen twee jaar in bij de minister na aanvang van deze opleiding.

  • 3 De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, bevat een bewijs waaruit het aantal behaalde studiepunten blijkt.

  • 4 De aanvraag, bedoeld in het tweede lid, bevat een bewijs waaruit de deelname aan de opleiding blijkt.

Artikel 18. Terugvordering van de subsidie studiekosten

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 De minister kan de subsidie studiekosten terugvorderen indien de leraar binnen een jaar na het afronden van zijn opleiding het onderwijs verlaat om in een andere sector dan de door OCW bekostigde onderwijssector te gaan werken.

  • 2 Terugvordering vindt niet plaats indien de leraar onvrijwillig werkloos wordt voordat de subsidie wordt vastgesteld.

  • 3 De leraar kan een betalingsregeling treffen van minimaal € 100 per maand per automatische incasso.

Artikel 19. Terugvordering van de subsidie studieverlof

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De minister kan de subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, geheel of gedeeltelijk terugvorderen indien het studieverlof van de leraar door het toedoen van het bevoegd gezag waar de leraar in dienst is, niet respectievelijk niet geheel is verleend.

Hoofdstuk 3. Zij-instroom

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

§ 1. Inleidende bepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Artikel 20. Te subsidiëren activiteiten

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De minister kan subsidie verstrekken aan het bevoegd gezag, bedoel in artikel 1, onderdeel c, onder 3° of 4°, voor activiteiten in het kader van het begeleiden van een zij-instromer, waaronder in elk geval:

  • a. het laten uitvoeren van het geschiktheidsonderzoek betreffende een zij-instromer;

  • b. het afgeven van een geschiktheidsverklaring aan een zij-instromer;

  • c. het laten volgen van scholing door een zij-instromer;

  • d. het geven van verlof aan een zij-instromer; of

  • e. het laten uitvoeren van het bekwaamheidsonderzoekbetreffende een zij-instromer.

Artikel 21. Subsidieplafond

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het subsidieplafond voor het jaar 2010 voor de subsidie, bedoeld in artikel 20, is € 12.000.000,–.

  • 2 De minister stelt voor de aanvang van de aanvraagtermijnen 2010 en 2011 de subsidieplafonds vast in de Staatscourant.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2011, 111, datum inwerkingtreding 04-01-2011, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 01-01-2010.

2 Het subsidieplafond voor het jaar 2011 voor de subsidie, bedoeld in artikel 20, is € 4.000.000,–.

3 De minister stelt voor de aanvang van de aanvraagtermijnen 2010 en 2011 de subsidieplafonds vast in de Staatscourant.

Artikel 22. Subsidiebedrag zij-instroom

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De subsidie, bedoeld in artikel 20, bedraagt € 19.000,– per zij-instromer.

§ 2. Subsidieaanvraag zij-instroom

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Artikel 23. Vereisten subsidieaanvraag zij-instroom

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 De aanvraag voor de subsidie, bedoeld in artikel 20, geschiedt overeenkomstig het in bijlage 2 gevoegde aanvraagformulier.

  • 2 Geen aanvraag kan worden gedaan door personen die ingeschreven staan of in de twee jaren voorafgaand aan de subsidieaanvraag ingeschreven hebben gestaan als student aan een lerarenopleiding en collegegeldplichtig zijn of waren op grond van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek.

Artikel 24. Termijn indiening subsidieaanvraag zij-instroom

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De aanvraag voor de subsidie, bedoeld in artikel 20, wordt ingediend voor 31 december van het betreffende jaar.

§ 3. Subsidieverlening zij-instroom

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Artikel 25. Criteria verdeling subsidie zij-instroom

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De minister verdeelt het beschikbare bedrag in de volgorde van ontvangst van de aanvragen voor subsidie, bedoeld in artikel 20, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een week de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld, met betrekking tot de verdeling, als datum van ontvangst geldt.

Artikel 26. Termijn beslissing

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De minister beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

§ 4. Verplichtingen subsidieontvanger zij-instroom

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Artikel 27. Verplichtingen subsidieontvanger zij-instroom

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

  • 1 De subsidieontvanger spant zich in om de zij-instromer in staat te stellen zijn onderwijsbevoegdheid te behalen.

  • 2 De subsidieontvanger werkt mee aan door of namens de minister ingestelde onderzoekingen die erop gericht zijn de minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het beleid.

  • 3 De subsidieontvanger geeft aan door of namens de minister aangewezen ambtenaren op verzoek inzage in de in artikel 17 van de Wet overige OCW-subsidies bedoelde administratie en verstrekt alle inlichtingen die redelijkerwijs noodzakelijk zijn om een juist inzicht te verkrijgen in de besteding van de subsidie. Tot deze administratie behoren in elk geval de volgende bescheiden:

    • a. de geschiktheidsverklaring of het bewijs dat met goed gevolg een bekwaamheidsonderzoek is afgelegd; en

    • b. de scholings- en begeleidingsovereenkomst.

  • 4 De subsidieontvanger doet zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan de minister van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie, bedoeld in artikel 20. Daarbij worden de relevante stukken overlegd.

§ 5. Voorschot subsidie zij-instroom

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Artikel 28. Voorschot van de subsidie zij-instroom

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De minister verleent het subsidiebedrag, bedoeld in artikel 22, als voorschot binnen vier weken nadat de subsidie, bedoeld in artikel 20, is verleend.

§ 6. Vaststelling subsidie zij-instroom

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Artikel 29. Vaststelling van de subsidie zij-instroom

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De subsidieontvanger dient een aanvraag voor vaststelling van subsidie, bedoeld in artikel 20, in bij de minister binnen drie jaar na de verlening van subsidie.

Artikel 30. Besteding subsidie

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De subsidie wordt uitsluitend aangewend voor het doel waarvoor zij is verstrekt. Eventueel niet-bestede middelen kunnen na afloop van de looptijd van de subsidie worden teruggevorderd.

Artikel 31. Verantwoording en controle

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De verantwoording van de subsidie geschiedt in de jaarverslaggeving, bedoeld in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, met model G, behorende bij de richtlijn RJ 660, alinea 212, zoals vastgesteld door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De verwerking van niet-bestede middelen geschiedt in de jaarrekening van het laatste jaar van besteding. De verklaring van de accountant bij de jaarrekening omvat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van de subsidie.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Artikel 33. Hardheidsclausule

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

De minister kan voor bepaalde gevallen de regeling buiten toepassing verklaren of daarvan afwijken voor zover deze toepassing, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zal leiden tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 35. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij is geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2019.

Artikel 36. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-07-2017]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling lerarenbeurs voor scholing en zij-instroom 2009–2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk