Regeling aanwijzing ex artikel 7 Wet marktordening gezondheidszorg inzake opschoning in verband met het opleidingsfonds AWBZ en Zvw

Geraadpleegd op 11-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 06-01-2014 en zichtdatum 21-09-2024.
Geldend van 30-07-2009 t/m heden

Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 22 juli 2009, nr. MEVA/NBO-2936858, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake opschoning in verband met het opleidingsfonds AWBZ en Zvw

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na 18 oktober 2007 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II, vergaderjaar 2007/08, 29 282, nr. 45);

Besluit:

Artikel 1

Deze aanwijzing is van toepassing op zorg of dienst:

  • a. als omschreven bij of krachtens de Zvw voor zover die wordt geleverd door instellingen voor medisch specialistische zorg verleend door psychiaters en overige zorgaanbieders die zijn toegelaten voor zorg aan verzekerden met een psychiatrische aandoening of zorgaanbieders van wie de zorg is gericht op verzekerden met een psychiatrische aandoening met uitzondering van eerstelijnspsychologische zorg;

  • b. waarop ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten aanspraak bestaat en voor zover die wordt geleverd door instellingen in de geestelijke gezondheidszorg die zijn toegelaten voor de functie verblijf, in combinatie met de functies persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding of behandeling als omschreven in het Besluit zorgaanspraken AWBZ met uitzondering van regionale instellingen voor beschermd wonen en instellingen die extramurale prestaties leveren waarbij geen behandeling plaatsvindt.

Ter uitvoering van deze aanwijzing stelt de Nederlandse Zorgautoriteit, verder te noemen de zorgautoriteit, beleidsregels vast.

Artikel 2

De zorgautoriteit past met ingang van 1 januari 2010 een aanvullende opschoning toe van de budgetten van de instellingen als bedoeld in artikel 1 voor de opleidingen:

  • a. tot gezondheidszorgpsycholoog en tot psychotherapeut voor zover zij worden gerealiseerd in de geestelijke gezondheidszorg, in aanvulling op de structurele opschoning op grond van mijn aanwijzing van 14 december 2007 (Stcrt. 2007, nr. 248) in verband met de tweede tranche van de gefaseerde invoering van een nieuw bekostigingssysteem voor zorgopleidingen en

  • b. tot klinisch geriater voor zover zij worden gerealiseerd in de geestelijke gezondheidszorg, in aanvulling op de structurele opschoning op grond van mijn desbetreffend verzoek van 13 oktober 2005, kenmerk IBE/BO-2621662, aan een van de voorgangers van de zorgautoriteit, het College tarieven gezondheidszorg, in verband met de eerste tranche van de gefaseerde invoering van een nieuw bekostigingssysteem voor zorgopleidingen.

Artikel 3

  • 1 De zorgautoriteit hanteert onderstaande tabel in het kader van de aanvullende opschoning als bedoeld in artikel 2, met dien verstande dat het aantal te schonen opleidingsplaatsen klinische geriatrie in full time equivalenten en daarmee ook het ‘totaal te schonen bedrag’ voor klinische geriatrie in onderstaande tabel indicatief is en definitief wordt bepaald op basis van het aantal assistenten in opleiding zoals dat op 31 oktober 2009 is geregistreerd bij de Medisch Specialisten Registratie Commissie.

    Opleiding

    Sector

    Aantal opleidingsplaatsen in fulltime equivalenten

    Opschoningsbedrag (afgerond) in euro’s per fulltime opleidingsplaats prijspeil 2008

    Schoningswijze

    Totaal te schonen bedrag

    Gezondheidszorg-psycholoog

    GGZ

    116,9

    25.800

    generiek

    3.016.020

    Psychotherapeut

    GGZ

    16,43

    42.700

    generiek

    701.561

    Klinisch geriater

    GGZ

    12,34

    54.470

    generiek

    672.160

  • 2 Bij de instellingen als bedoeld in artikel 1, onder a, worden de aangegeven bedragen tot een totaal van € 3.500.000,–. opgeschoond uit de resterende middelen voor BBL-opleidingen in de curatieve ggz vallend onder de Zvw die niet zijn opgeschoond voor het stagefonds. Hiertoe worden de Zvw-budgetten geschoond voor de hiervoor in het eerste lid bedoelde bedragen.

  • 3 Bij de instellingen als bedoeld in artikel 1, onder b, wordt een bedrag ter grootte van € 890.000,– opgeschoond uit resterende middelen voor BBL-opleidingen die per 1 januari 2009 niet zijn opgeschoond voor het stagefonds. De opschoning vindt plaats door middel van verlaging van de ZZP-tarieven in de langdurige ggz.

  • 4 Bij de instellingen als bedoeld in artikel 1, onder a, en bij de instellingen als bedoeld in artikel 1, onder b, worden volgens een door de minister bij brief nader aangegeven verdeling bedragen opgeschoond tot een totaal bedrag, dat wordt bepaald door het aantal assistenten in opleiding tot klinisch geriater zoals dat op 31 oktober 2009 is geregistreerd bij de Medisch Specialisten Registratie Commissie te vermenigvuldigen met het opschoningsbedrag per fulltime equivalent vermeld in de tabel in het eerste lid.

Artikel 4

Deze aanwijzing treedt terstond in werking en wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink