2. Waardering van voorraden door detaillisten op het gebied van textiel, kleding,
schoenen, meubelen en stoffering
[Regeling vervallen per 01-03-2011]
De ontwikkelingen in de technieken op het gebied van de bedrijfsvoering hebben ertoe
geleid dat sommige van de hierboven genoemde detaillisten in staat zijn hun in- en
verkopen geheel of nagenoeg geheel vast te leggen op het niveau van artikelen of relatief
kleine artikelgroepen. Dit is dan bepalend voor de vaststelling van de door het desbetreffende
bedrijf te hanteren afwaarderingspercentages per artikel(groep).
In de meeste gevallen kan de detaillist niet op grond van zijn bedrijfsadministratie
vaststellen welke afwaarderingspercentages in zijn onderneming van toepassing zijn.
Dan kan worden teruggevallen op het volgende stelsel met inachtneming van de daarbij
genoemde beperkingen.
Het stelsel houdt in, dat de detaillist de hierna genoemde groepen van handelsgoederen
waardeert op de aanschaffingsprijs, verminderd met bij elke groep vermelde afwaarderingspercentages
wegens veronderstelde geringere verkoopbaarheid in verband met de tijd gedurende welke
de goederen op de balansdatum reeds in voorraad zijn.
Afd
|
Omschrijving
|
Afwaarderingspercentage maximaal
|
|
|
0–3 mnd
|
3–6 mnd
|
6–9 mnd
|
9–12 mnd
|
12–18 mnd
|
18–24 mnd
|
meer dan 2 jr
|
A
|
Kledingstoffen
|
10
|
30
|
50
|
60
|
70
|
80
|
80
|
B
|
Damesmodeartikelen
|
10
|
30
|
50
|
60
|
70
|
80
|
80
|
C
|
Onder- en nachtkleding
|
0
|
15
|
20
|
30
|
40
|
60
|
80
|
D
|
Kousen en sokken
|
0
|
15
|
20
|
30
|
40
|
60
|
80
|
E
|
Corsetterie
|
0
|
15
|
20
|
30
|
40
|
60
|
80
|
F
|
Babyartikelen
|
0
|
15
|
20
|
30
|
40
|
60
|
80
|
G
|
Strand- en badkleding
|
10
|
30
|
50
|
60
|
70
|
80
|
80
|
H
|
Huishoudgoederen
|
0
|
15
|
20
|
25
|
30
|
50
|
70
|
I
|
Damesschoenen
|
10
|
20
|
30
|
40
|
50
|
60
|
80
|
J
|
Bedr.kleding en schorten
|
0
|
15
|
20
|
25
|
30
|
50
|
70
|
K
|
Damesbovenkleding
|
10
|
30
|
50
|
60
|
70
|
80
|
80
|
L
|
Msj.- en kleuterbovenkl.
|
10
|
30
|
50
|
60
|
70
|
80
|
80
|
M
|
Bonneterie
|
10
|
30
|
50
|
60
|
70
|
80
|
80
|
N
|
Hr.- en jgs.- bovenkleding
|
10
|
25
|
35
|
45
|
55
|
65
|
80
|
O
|
Hr.- en jgs.- modeartikelen
|
10
|
25
|
35
|
45
|
55
|
65
|
80
|
P
|
Dekens en matrassen
|
0
|
15
|
20
|
25
|
30
|
50
|
70
|
Q
|
Herenschoenen
|
10
|
20
|
25
|
30
|
40
|
55
|
75
|
R
|
Gordijn- en bekledingsst.
|
0
|
15
|
20
|
25
|
30
|
50
|
70
|
S
|
Tapijten en vloerbedekking
|
0
|
15
|
20
|
25
|
30
|
50
|
70
|
T
|
Meubelen
|
0
|
15
|
20
|
25
|
30
|
50
|
70
|
U
|
Handbreigarens en handw.
|
0
|
15
|
20
|
25
|
30
|
50
|
70
|
W
|
Kleinvakartikelen
|
0
|
15
|
20
|
25
|
30
|
50
|
70
|
Y
|
Niet textiel
|
0
|
25
|
35
|
45
|
55
|
65
|
80
|
Met deze wijze van voorraadwaardering kan voorlopig worden akkoord gegaan, als de
volgende beperkingen worden aangebracht:
-
1. de aftrek van 10% voor goederen die 3 maanden of korter in voorraad zijn en behoren
tot de groepen A, B, G, I, K, L, M, N, O of Q is slechts toegestaan, indien de balansdatum
ligt tussen 30 december en 1 februari of tussen 29 juni en 1 augustus;
-
2. de tijd tussen de bestelling door en de levering aan de detaillist telt niet mee bij
de bepaling van het aantal maanden of jaren dat een goed op de balansdatum reeds in
voorraad is;
-
3. het is niet toegestaan het stelsel toe te passen op een deel van de goederen die tot
één van de vermelde artikelgroepen behoren en voor een ander deel een ander stelsel
toe te passen.
De omschrijving van het stelsel brengt met zich, dat het alleen kan worden toegepast
op goederen waarvan de aanschaffingsprijs en het tijdstip van levering bekend zijn. De aanschaffingsprijs van goederen waarvan de verkoopprijs is bepaald
door de aanschaffingsprijs met een zeker brutowinstpercentage te verhogen kan uiteraard
worden vastgesteld door uit de verkoopprijs met behulp van dit percentage de aanschaffingsprijs
te berekenen. Van goederen waarvan de verkoopprijs op andere wijze is tot stand gekomen,
bijv. oudere goederen, zal de aanschaffingsprijs niet aldus kunnen worden vastgesteld.
Wanneer een detaillist als bedoeld in de tweede alinea van deze paragraaf het tot
dusver door hem toegepaste stelsel van voorraadwaardering vervangt door de hiervoor
omschreven gedragslijn en deze stelselwijziging niet louter op fiscale gronden berust,
kan worden aangenomen dat goed koopmansgebruik haar rechtvaardigt.
De in dit besluit getroffen regeling geldt in beginsel voor onbepaalde tijd. Wanneer
zich feiten of omstandigheden voordoen of hebben voorgedaan welke naar mijn mening
een herziening of beëindiging van de regeling nodig maken, zal dat bij besluit bekend
worden gemaakt.
Voor de voorraad die niet onder de in dit besluit opgenomen regeling is te scharen
gelden de algemene waarderingsregels volgens goed koopmansgebruik. De belastingplichtige
kan de voorraad individueel (af)waarderen als daar aanleiding toe is. De individuele
afwaardering moet wel aannemelijk worden gemaakt.