Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2012.]
Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2011 en zichtdatum 10-11-2024.
Geldend van 01-01-2010 t/m 20-09-2011

Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Deze beleidsregels verstaan onder:

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2011, 16657, datum inwerkingtreding 21-09-2011, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Deze beleidsregels verstaan onder:

  • a. college: het College voor zorgverzekeringen;

  • b. risicoklasse naar leeftijd en geslacht: een één- of meerjarige leeftijdsklasse, verdeeld naar geslacht, overeenkomstig tabel B4.1 van Bijlage 4, tabel B5.2 van Bijlage 5, tabel B6A.1 van Bijlage 6A en tabel B7.1 van Bijlage 7 van de Regeling zorgverzekering;

  • c. risicoklasse naar farmacie kostengroep (FKG): een klasse gebaseerd op geneesmiddelengebruik gekoppeld aan aandoeningen overeenkomstig tabel B4.2 van Bijlage 4 en tabel B6A.2 van Bijlage 6A van de Regeling zorgverzekering;

  • d. risicoklasse naar farmacie kostengroep voor geneeskundige geestelijke gezondheidszorg (FKG -GGZ): een klasse gebaseerd geneesmiddelengebruik gekoppeld aan aandoeningen overeenkomstig tabel B5.4 van Bijlage 5 van de Regeling zorgverzekering;

  • e. risicoklasse naar diagnose kostengroep (DKG): een klasse gebaseerd op kostenhomogene aandoeningengroepen, overeenkomstig tabel B4.3 van bijlage 4 en tabel B6A.3 van Bijlage 6A van de Regeling zorgverzekering;

  • f. aard van het inkomenklasse: een klasse gebaseerd op de aard van het inkomen en de leeftijd van een verzekerde, overeenkomstig tabel B4.4 van Bijlage 4, tabel B5.5 van Bijlage 5, tabel B6A.4 van Bijlage 6A en tabel B7.2 van Bijlage 7 van de Regeling zorgverzekering;

  • g. regioklasse: een klasse gebaseerd op de postcode van het adres waar een verzekerde woonachtig is overeenkomstig tabel B4.5 van Bijlage 4, tabel B6A.5 van Bijlage 6A en tabel B7.3 van Bijlage 7 van de Regeling zorgverzekering;

  • h. GGZ-regioklasse: een klasse gebaseerd op de postcode van het adres waar een verzekerde woonachtig is overeenkomstig tabel B5.2 van Bijlage 5 van de Regeling zorgverzekering;

  • i. morbiditeitsrisico-klasse: een vijftienjaarsklasse per geslacht, gebaseerd op morbiditeitsrisico, te rekenen vanaf nul tot en met vierenzeventig jaar en vijfenzeventig jaar en ouder;

  • j. sociaal economische statusklasse: een klasse gebaseerd op het inkomen per adres, waarbij verzekerden worden ingedeeld in klassen op basis van het aantal personen op een adres, hun leeftijd en het inkomen per adres overeenkomstig tabel B4.6 van Bijlage 4, tabel B5.6 van Bijlage 5 en B6A.6 van Bijlage 6A van de Regeling zorgverzekering;

  • k. éénpersoonsadres-klasse: een klasse gebaseerd op het onderscheid naar ‘woont op een adres waar één persoon is ingeschreven’ of ‘woont niet op een adres waar één persoon is ingeschreven’ overeenkomstig tabel B5.7 van Bijlage 5 van de Regeling zorgverzekering;

  • l. GGZ-kosten lage drempelklasse: een klasse gebaseerd op een drempel van EUR 550 voor de geneeskundige GGZ-kosten in het jaar t-1 op peildatum 30 juni van verzekerden van 18 jaar en ouder overeenkomstig tabel B5.8 van bijlage 5 van de Regeling zorgverzekering;

  • m. GGZ-kosten hoge drempelklasse: een klasse gebaseerd op een drempel van EUR 2750 voor de geneeskundige GGZ-kosten in het jaar t-1 op peildatum 30 juni van verzekerden van 18 jaar en ouder overeenkomstig tabel B5.9 van bijlage 5 van de Regeling zorgverzekering;

  • n. jonger dan 18 jaarklasse: een klasse gebaseerd op de leeftijd van een verzekerde overeenkomstig tabel B5.1 van bijlage 5 van de Regeling zorgverzekering;

  • o. zwaarte: het deel waarvoor de verzekerde meetelt in een betreffende klasse;

  • p. macro verzekerden-raming: een raming van het aantal verzekerden op macroniveau op basis van de opgave van de zorgverzekeraars en trends van het CBS naar aantal inwoners in Nederland;

  • q. persoons-kenmerkenbestand: een bestand dat bestaat uit de opgave van de zorgverzekeraar per peildatum met per gepseudonimiseerd burgerservicenummer de persoonskenmerken geslacht, geboortemaand en geboortejaar, viercijferige postcode en gepseudonimiseerd adres;

  • r. uitstroombestand: een bestand waarin de zorgverzekeraar per gepseudonimiseerd burgerservicenummer de persoonskenmerken, bedoeld onder q, opgeeft van verzekerden die in enig jaar zijn uitgestroomd;

  • s. Referentiebestand Verzekerden Zorgverzekeringswet (RBVZ): een bestand over enig jaar waarin per gepseudonimiseerd burgerservicenummer de in- en uitschrijfdatum en het UZOVI nummer van de verzekeraar van de verzekerde zijn vastgelegd;

  • t. verzekerde die in het buitenland woont: een verzekerde die in Nederland werkt en in de Europese Unie, de Europees Economische Ruimte, Zwitserland of een verdragsland woont en zich met een formulier E-106 heeft ingeschreven bij het plaatselijke verzekeringsorgaan;

  • v. compensatie-bijdrage: de bijdrage bedoeld in artikel 3.24 van het Besluit zorgverzekering, voor het onder de dekking van de zorgverzekering houden van verzekerden ten aanzien van wie niet aan de premieplicht bedoeld in artikel 16 van de Zorgverzekeringswet is voldaan;

  • v. datum gereed: de eerste dag van de maand na de maand waarin het college op grond van artikel 23, tweede lid Regeling zorgverzekering en artikel 3, eerste lid van de Beleidsregels aanmelding stuwmeer wanbetalers van de nominale premie Zorgverzekeringswet 2009/2010 heeft vastgesteld dat de zorgverzekeraar gereed is om de melding bedoeld in artikel II, eerste lid van de regeling van 19 juli 2009 tot wijziging van de Regeling zorgverzekering te doen;

  • w. datum aanlevering: de eerste dag van de maand waarop de zorgverzekeraar de meldingen bedoeld in artikel II, eerste lid, van de regeling van 19 juli 2009 tot wijziging van de Regeling zorgverzekering heeft gedaan;

  • x. VPPKB: Verzekerde Periode en Persoonskenmerken Bestand; een bestand dat bestaat uit de opgave van de zorgverzekeraar van verzekerden mét een geverifieerd gepseudonimiseerd burgerservicenummer dat per geverifieerd gepseudonimiseerd burgerservicenummer de verzekerde periode, de persoonskenmerken geslacht, geboortemaand en geboortejaar, viercijferige postcode en gepseudonimiseerd adres bevat en de opgave van de zorgverzekeraar van verzekerden zonder een geverifieerd burgerservicenummer en verzekerden zonder burgerservicenummer dat per verzekerde de verzekerde periode, de persoonskenmerken geslacht, geboortemaand en geboortejaar en viercijferige postcode bevat.

Artikel 2. Algemene bepaling

Het college past de bepalingen uit het Besluit zorgverzekering en de Regeling zorgverzekering met betrekking tot de toekenning en vaststelling van de bijdrage aan de zorgverzekeraars toe met inachtneming van het bepaalde in deze beleidsregels.

Artikel 3. Zorgverzekeraars

Het college gaat bij de verdeling van de macro-deelbedragen 2010 en de berekening van de normatieve bedragen en de bijdragen ervan uit dat alle zorgverzekeraars die gedurende 2009 actief zijn geweest ook in 2010 als zorgverzekeraar actief zullen zijn, tenzij zij voor 1 augustus 2009 aan het college hebben aangegeven dat zulks niet het geval zal zijn.

Artikel 4. Samenloop van criteria aard van het inkomen

Voor de indeling in de aard van het inkomenklasse deelt het college een verzekerde, die onder meerdere criteria valt in te delen, in op basis van de hierna genoemde volgorde:

  • 1. 0 tot en met 17 jaar of 65 jaar en ouder;

  • 2. arbeidsongeschikten;

  • 3. bijstandsgerechtigden;

  • 4. zelfstandigen, voor zover zij niet ook inkomsten uit arbeid in loondienst hebben ontvangen;

  • 5. referentiegroep aard van het inkomen, alle verzekerden omvattend die niet zijn ingedeeld onder 1 tot en met 4.

Artikel 5. Indeling in FKG’s 2010 en DKG’s 2010

  • 1 Het college baseert de indeling in FKG’s 2010 op bijlage 8a en 8b bij de brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 september 2009 (kenmerk Z/F-2958947).

  • 2 Wanneer sprake is van samenloop voor FKG’s wijst het college alle toepasselijke FKG’s toe met in achtneming van het volgende:

    • a. In geval van samenloop bij FKG’s diabetes I, diabetes IIa en diabetes IIb stelt het college aan de hand van de tabel in bijlage 2 vast welke FKG het college aan een verzekerde toewijst.

    • b. Indien een verzekerde is ingedeeld bij de FKG diabetes I, de FKG diabetes IIa of de FKG diabetes IIb, deelt het college deze verzekerde niet in bij de FKG Hoog cholesterol.

    • c. Indien een verzekerde is ingedeeld bij de FKG hartaandoeningen, deelt het college deze verzekerde niet in bij de FKG hoog cholesterol.

    • d. Indien een verzekerde is ingedeeld bij de FKG antipsychotica, Alzheimer en verslaving deelt het college deze verzekerde niet in bij de FKG antidepressiva.

    • e. Indien een verzekerde is ingedeeld bij de FKG COPD/zware astma deelt het college deze verzekerde niet in bij de FKG astma.

    • f. Indien een verzekerde is ingedeeld bij de FKG reuma: TNF-a-blokkers, deelt het college deze verzekerde niet in bij de FKG overige reuma middelen.

  • 3 Bij de bepaling van de DKG’s baseert het college de indeling in DKG’s 2010 op bijlage 9, bij de brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 september 2009 (kenmerk Z/F-2958947).

Artikel 6. Indeling in regioklasse 2010 en sociaal economische statusklasse 2010

Wanneer van een verzekerde geen Nederlandse postcode bekend is – ondanks inspanningen van de zorgverzekeraar deze te administreren – zal het college als gewicht van de regioklasse, de GGZ-regioklasse en de sociaal economische statusklasse de waarde nul hanteren.

Hoofdstuk II. Toekenning van de bijdrage 2010 aan de zorgverzekeraar

Artikel 7. Raming van de verzekerdenaantallen 2010

  • 1 Uitgangspunt voor de raming is het persoonskenmerkenbestand 2009 dat de zorgverzekeraars op 1 juli 2009 bij het college hebben aangeleverd. De peildatum van deze opgaven is de datum van nominale premieprolongatie voor de maand juni 2009.

  • 2 Het college baseert zich bij de raming van de verzekerdenaantallen naar risicoklasse leeftijd en geslacht 2010, naar regioklasse 2010, naar GGZ-regioklasse 2010, naar éénpersoonsadresklasse 2010, naar jonger dan 18 jaarklasse 2010 en naar de verzekerdenaantallen van 18 jaar en ouder 2010, op het in het eerste lid genoemde persoonskenmerkenbestand 2009.

  • 3 Voor de vaststelling van de aard van het inkomenklasse baseert het college zich op de gepseudonimiseerde opgave van het UWV en de Belastingdienst naar inkomensbron op peildatum 30 juni 2008.

  • 4 Voor de vaststelling van de sociaal economische status klasse baseert het college zich op de gepseudonimiseerde opgave van de Belastingdienst over het jaar 2007. Wanneer voor 2007 geen gegevens beschikbaar zijn baseert het college zich op gegevens over het jaar 2006.

  • 5 Voor de vaststelling van de GGZ kosten lage drempelklasse en de GGZ kosten hoge drempelklasse, baseert het college zich op het bestand dat door onderzoeksbureau APE voor de raming 2010 is gebruikt en dat op 24 juli 2009 bij het college is aangeleverd.

  • 6 Het college bepaalt per zorgverzekeraar het geraamde aantal verzekerden voor het macro-deelbedrag kosten van B-dbc’s, voor het macro-deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp en voor het macro-deelbedrag kosten van overige prestaties als volgt:

    • a. De verzekerden uit het persoonskenmerkenbestand 2009 worden geclassificeerd naar risicoklasse naar leeftijd en geslacht, naar aard van het inkomenklasse, naar regioklasse, naar FKG klasse, naar DKG klasse en naar sociaal economische statusklasse.

    • b. Het college stelt voor de toepasselijke klasse waarin de verzekerde valt de zwaarte op 1.

  • 7 Het college bepaalt per zorgverzekeraar het geraamde aantal verzekerden voor het macro-deelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg als volgt:

    • a. Voor het macro-deelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg worden de verzekerden van 18 jaar en ouder geclassificeerd naar risicoklasse naar leeftijd en geslacht, naar aard van het inkomenklasse, naar GGZ-regioklasse, naar FKG GGZ klasse, naar sociaal economische statusklasse, naar éénpersoonsadresklasse, naar GGZ kosten lage drempelklasse en naar GGZ kosten hoge drempel klasse.

    • b. Voor het macrodeelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg worden de verzekerden jonger dan 18 jaar geclassificeerd naar de jonger dan 18 jaarklasse.

    • c. Het college stelt voor de toepasselijke klasse waarin de verzekerde valt de zwaarte op 1.

  • 8 Het college bepaalt per verzekerde de zwaarte per FKG 2010 verder als volgt:

    • a. Uitgangspunt is de opgave per 1 juli 2009 van alle declaraties farmaceutische hulp 2008 van de zorgverzekeraars aan het college.

    • b. Bij de bepaling van de FKG’s zijn de volgende farmaceutische middelen uitgesloten:

      • i. middelen die in de G-standaard van Z-Index zijn aangemerkt als niet voor vergoeding in aanmerking komend op grond van artikel 2.8 Besluit zorgverzekering;

      • ii. middelen die in de G-standaard van Z-Index zijn aangemerkt als kliniekverpakkingen;

      • iii. middelen die in de G-standaard van Z-Index zijn aangemerkt als grond- en hulpstoffen.

    • c. Het college hanteert een drempel van meer dan 180 standaarddagdoseringen. Beneden deze drempel kent het college geen FKG aan een verzekerde toe.

    • d. Het college koppelt de opgave onder a met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het persoonskenmerkenbestand 2009 en bepaalt op basis hiervan en met behulp van de drempel onder c per verzekerde in welke FKG klasse en FKG GGZ klasse de verzekerde valt. De verzekerde krijgt een zwaarte van 1 voor de betreffende klasse, met inachtneming van het bepaalde met betrekking tot de samenloop van FKG’s, bedoeld in artikel 5, tweede lid. Het college zet verzekerden die in het persoonskenmerkenbestand 2009 voor het eerst voorkomen per FKG op de gemiddelde prevalentie van de overige verzekerden in het persoonskenmerkenbestand naar risicoklasse naar leeftijd en geslacht.

    • e. Vervolgens past het college per verzekerde per FKG 2010 en per FKG GGZ 2010 een ophoogfactor toe voor de geraamde prevalentieontwikkeling, zoals weergegeven in bijlage 1 van deze beleidsregels. Het college vermenigvuldigt de zwaarte, bepaald onder d, met de prevalentieontwikkeling en berekent uiteindelijke zwaarte voor de verzekerde voor de betreffende klasse.

    • f. Als een verzekerde niet in een FKG 1 t/m 23 2010 valt, deelt het college deze verzekerde per zorgverzekeraar in bij FKG 0 geen FKG. Als een verzekerde niet in de FKG GGZ 1 valt, deelt het college deze verzekerde per zorgverzekeraar in bij FKG GGZ 0 geen FKG GGZ.

  • 9 Het college bepaalt per verzekerde de zwaarte per DKG 2010 verder als volgt:

    • a. Uitgangspunt is de opgave van de zorgverzekeraar aan het college per 1 juni 2009 van de declaraties van alle DBC’s die in 2007 geopend zijn.

    • b. Het college bepaalt door een koppeling op basis van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer tussen de opgave onder a en het persoonskenmerkenbestand 2008 per verzekerde in welke DKG 1 tot en met 13 2010 de verzekerde valt. De verzekerden die in het persoonskenmerkenbestand 2008 voor het eerst voorkomen worden per DKG op de gemiddelde prevalentie gezet van de overige verzekerden in het persoonskenmerkenbestand 2008 naar risicoklasse naar leeftijd en geslacht. Vervolgens koppelt het college de verzekerden aan het persoonskenmerkenbestand 2009, waarbij de verzekerden een gewicht krijgen dusdanig dat de prevalentie per DKG per risicoklasse naar leeftijd en geslacht constant blijft. De verzekerde krijgt een gewicht afhankelijk van leeftijd en geslacht voor de betreffende klasse.

    • c. Als een verzekerde niet in een DKG 1 tot en met 13 2010 valt, deelt het college deze verzekerde per zorgverzekeraar in bij DKG 0.

  • 10 Vervolgens past het college per risicoklasse naar leeftijd en geslacht, aard van het inkomenklasse, regioklasse, GGZ-regioklasse, éénpersoonsadresklasse, sociaal economische status klasse, GGZ kosten lage drempelklasse, GGZ kosten hoge drempelklasse en jonger dan 18 jaarklasse een ophoogfactor toe, zodanig dat opschaling plaatsvindt naar de macro verzekerdenraming voor 2010. Voor de risicoklassen FKG, FKG GGZ en DKG geldt dat het verschil per risicoklasse naar leeftijd en geslacht tussen het persoonskenmerkenbestand 2009 en de macro verzekerdenraming 2010 terechtkomt bij FKG 0 geen FKG, bij FKG GGZ 0 geen FKG GGZ en DKG 0.

  • 11 Tenslotte bepaalt het college per zorgverzekeraar het geraamde aantal verzekerden 2010 per zorgverzekeraar door per risicoklasse naar leeftijd en geslacht, FKG klasse, DKG klasse, aard van het inkomenklasse, regioklasse, GGZ regioklasse, éénpersoonsadresklasse, sociaal economische status klasse, GGZ kosten lage drempelklasse, GGZ kosten hoge drempelklasse en jonger dan 18 jaarklasse de zwaarten zoals bepaald in het tiende lid per risicoklasse bij elkaar op te tellen.

  • 12 Het aantal verzekerden 2010 per zorgverzekeraar voor het deelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg met een FKG GGZ 0 geen FKG GGZ bepaalt het college door het geraamde aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 per zorgverzekeraar te verminderen met het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 met een FKG GGZ 1.

  • 13 Het college bepaalt per zorgverzekeraar het geraamde aantal verzekerden voor de normatieve eigen risico opbrengst als volgt:

    • a. Het college bepaalt per zorgverzekeraar op basis van het persoonskenmerkenbestand 2009, het elfde lid en artikel 5, het geraamde aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 met een FKG 1 tot en met 23 2010.

    • b. Het college bepaalt het aantal verzekerden per zorgverzekeraar van 18 jaar en ouder zonder een FKG 1 tot en met 23 2010. Per verzekerde bepaalt het college op basis van het achtste en het elfde lid welke zwaarte deze verzekerde heeft voor de risicoklasse naar leeftijd en geslacht, aard van het inkomenklasse en regioklasse.

    • c. Vervolgens bepaalt het college per zorgverzekeraar het totaal aantal geraamde verzekerden 2010 per risicoklasse naar leeftijd en geslacht, aard van het inkomenklasse en regioklasse door de zwaarten per risicoklasse naar leeftijd en geslacht, aard van het inkomenklasse en regioklasse bij elkaar op te tellen.

Artikel 8. De verdeling van het macro-deelbedrag kosten van B-dbc’s

  • 1 Voor de verdeling van het macro-deelbedrag kosten van B-dbc’s hanteert het college de volgende gewichten als uitgangspunten:

    • a. de gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per risicoklasse 2010 naar leeftijd en geslacht, genoemd in bijlage 3 van deze beleidsregels;

    • b. de gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per FKG 0 tot en met 23 2010, genoemd in bijlage 4 van deze beleidsregels;

    • c. de gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per DKG 0 tot en met 13 2010, genoemd in bijlage 5 van deze beleidsregels;

    • d. de gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2010, genoemd in bijlage 6 van deze beleidsregels;

    • e. de gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per regioklasse 2010, genoemd in bijlage 7 van deze beleidsregels;

    • f. de gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per sociaal economische statusklasse 2010, genoemd in bijlage 8 van deze beleidsregels.

  • 2 Het college vermenigvuldigt de gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per risicoklasse naar leeftijd en geslacht 2010 per overeenkomstige risicoklasse met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per risicoklasse naar leeftijd en geslacht 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd.

  • 3 Het college vermenigvuldigt de gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per FKG 2010 per overeenkomstige FKG met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden FKG 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het tweede lid.

  • 4 Het college vermenigvuldigt de gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per DKG 2010 per overeenkomstige DKG met het geraamde aantal verzekerden per DKG 2010.

    De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het derde lid.

  • 5 Het college vermenigvuldigt de gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2010 per overeenkomstige aard van het inkomenklasse met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per aard van het inkomenklasse 2010. Het college sommeert de uitkomsten per zorgverzekeraar en voegt deze toe aan het resultaat van het vierde lid.

  • 6 Het college vermenigvuldigt de gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per regioklasse 2010 per overeenkomstige regioklasse met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per regioklasse 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het vijfde lid.

  • 7 Het college vermenigvuldigt de gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per sociaal economische statusklasse 2010 per overeenkomstige sociaal economische statusklasse met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per sociaal economische statusklasse 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het zesde lid.

  • 8 Het resultaat van het zevende lid wordt aangeduid als het deelbedrag kosten van B-dbc’s 2010.

Artikel 9. De verdeling van het macro-deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp en de berekening van de normatieve bedragen variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp

  • 1 Voor de verdeling van het macro-deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp hanteert het college de volgende gewichten als uitgangspunten:

    • a. de gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per risicoklasse 2010 naar leeftijd en geslacht, genoemd in bijlage 9 van deze beleidsregels;

    • b. de gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per FKG 0 tot en met 23 2010, genoemd in bijlage 10 van deze beleidsregels;

    • c. de gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per DKG 0 tot en met 13 2010, genoemd in bijlage 11 van deze beleidsregels;

    • d. de gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2010, genoemd in bijlage 12 van deze beleidsregels;

    • e. de gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per regioklasse 2010, genoemd in bijlage 13 van deze beleidsregels;

    • f. de gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per sociaal economische statusklasse 2010, genoemd in bijlage 14 van deze beleidsregels.

  • 2 Het college vermenigvuldigt de gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per risicoklasse naar leeftijd en geslacht 2010 per overeenkomstige risicoklasse met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per risicoklasse naar leeftijd en geslacht 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd.

  • 3 Het college vermenigvuldigt de gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per FKG 2010 per overeenkomstige FKG met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per FKG 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het tweede lid.

  • 4 Het college vermenigvuldigt de gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per DKG 2010 per overeenkomstige DKG met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per DKG 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het derde lid.

  • 5 Het college vermenigvuldigt de gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2010 per overeenkomstige aard van het inkomenklasse met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per aard van het inkomenklasse 2010. Het college sommeert de uitkomsten per zorgverzekeraar en voegt deze toe aan het resultaat van het vierde lid.

  • 6 Het college vermenigvuldigt de gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per regioklasse 2010 per overeenkomstige regioklasse met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per regioklasse 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het vijfde lid.

  • 7 Het college vermenigvuldigt de gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per sociaal economische statusklasse 2010 per overeenkomstige sociaal economische statusklasse met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per sociaal economische statusklasse 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het zesde lid.

  • 8 Het resultaat van het zevende lid wordt aangeduid als het deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010.

Artikel 10. De verdeling van het macro-deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging en de berekening van de normatieve bedragen vaste kosten van ziekenhuisverpleging

  • 1 Het college bepaalt het deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2010 als volgt:

    • a. Het college berekent de gemiddelde vaste kosten van ziekenhuisverpleging per verzekerde per zorgverzekeraar in 2008 op basis van gegevens uit de jaarstaat 2008 van de zorgverzekeraar.

    • b. Per zorgverzekeraar vermenigvuldigt het college de geraamde aantallen verzekerden 2010 met het berekende bedrag in onderdeel a.

    • c. Vervolgens berekent het college de landelijke vaste kostenfactor 2010 door het macro-deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2010 te delen door de som over alle zorgverzekeraars van het resultaat onder b. Het macro-deelbedrag vaste kosten ziekenhuisverpleging bedraagt EUR 3.130,2 mln overeenkomstig artikel 3.2 uit de Regeling zorgverzekering.

    • d. Het college vermenigvuldigt het in onderdeel a berekende bedrag per zorgverzekeraar met de in onderdeel c berekende landelijke vaste kostenfactor 2010. Dit resultaat wordt aangeduid als het zorgverzekeraarspecifieke bedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2010.

  • 2 Indien het gemiddelde aantal verzekerden van een zorgverzekeraar in 2008 minder dan 10.000 bedraagt, wordt voor deze zorgverzekeraar bij de berekening bedoeld in het eerste lid uitgegaan van de gemiddelde kosten van ziekenhuisverpleging 2008 van alle zorgverzekeraars. Deze werkwijze wordt ook gevolgd wanneer de zorgverzekeraar geen juiste of geen volledige opgave over 2008 aan het college heeft gedaan of wanneer een opgave niet mogelijk is.

  • 3 Het college berekent per zorgverzekeraar het deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2010 door het zorgverzekeraarspecifieke bedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging per geraamde verzekerde 2010 te vermenigvuldigen met het totaal aantal geraamde verzekerden 2010.

  • 4 Het resultaat van het derde lid wordt aangeduid als het deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2010.

Artikel 11. De verdeling van het macro-deelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg en de berekening van de normatieve bedragen van de kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg

  • 1 Voor de verdeling van het macro-deelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg hanteert het college als uitgangspunten:

    • a. De gewichten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per risicoklasse 2010 naar leeftijd en geslacht, genoemd in bijlage 15 van deze beleidsregels;

    • b. De gewichten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde naar FKG GGZ 2010, genoemd in bijlage 16 van deze beleidsregels;

    • c. De gewichten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2010, genoemd in bijlage 17 van deze beleidsregels;

    • d. De gewichten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per GGZ-regioklasse 2010, genoemd in bijlage 18 van deze beleidsregels;

    • e. De gewichten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per sociaal economische statusklasse 2010, genoemd in bijlage 19 van deze beleidsregels;

    • f. De gewichten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per eenpersoonsadres 2010, genoemd in bijlage 20 van deze beleidsregels;

    • g. De gewichten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per geneeskundige GGZ kosten lage drempelklasse, genoemd in bijlage 21 van deze beleidsregels;

    • h. De gewichten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per geneeskundige GGZ kosten hogedrempelklasse, genoemd in bijlage 22 van deze beleidsregels;

    • i. De gewichten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per jonger dan 18 jaarklasse, genoemd in bijlage 23 van deze beleidsregels.

  • 2 De gewichten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per risicoklasse 2010 naar leeftijd en geslacht worden per overeenkomstige risicoklasse vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per risicoklasse naar leeftijd en geslacht 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd.

  • 3 De gewichten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per FKG GGZ 2010 worden per overeenkomstige klasse vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per klasse 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan de som van uitkomsten per zorgverzekeraar bedoeld in het tweede lid.

  • 4 De gewichten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2010 worden per overeenkomstige aard van het inkomenklasse vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per aard van het inkomenklasse 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het derde lid.

  • 5 De gewichten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per GGZ-regioklasse 2010 worden per overeenkomstige GGZ-regioklasse vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per GGZ-regioklasse 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het vierde lid.

  • 6 De gewichten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per sociaal economische statusklasse 2010 worden per overeenkomstige sociaal economische statusklasse vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per sociaal economische statusklasse 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het vijfde lid.

  • 7 De gewichten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per éénpersoonsadresklasse 2010 worden per overeenkomstige éénpersoonsadresklasse vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per éénpersoonsadres klasse 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het zesde lid.

  • 8 De gewichten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per geneeskundige GGZ kosten lage drempelklasse 2010 worden per overeenkomstige GGZ kosten lage drempelklasse 2010 vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per GGZ kosten lage drempelklasse 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het zevende lid.

  • 9 De gewichten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per geneeskundige GGZ kosten hoge drempelklasse 2010 worden per overeenkomstige GGZ kosten hoge drempelklasse 2010 vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per GGZ kosten hoge drempelklasse 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het achtste lid.

  • 10 De gewichten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per jonger dan 18 jaarklasse 2010 worden per overeenkomstige jonger dan 18 jaarklasse 2010 vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per jonger dan 18 jaarklasse 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd.

  • 11 De som van het resultaat van het negende en tiende lid wordt aangeduid als het deelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010.

Artikel 12. De verdeling van het macro-deelbedrag kosten van overige prestaties en de berekening van de normatieve bedragen kosten van overige prestaties

  • 1 Voor de verdeling van het macro-deelbedrag kosten van overige prestaties hanteert het college als uitgangspunten:

    • a. De gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per risicoklasse 2010 naar leeftijd en geslacht, genoemd in bijlage 24 van deze beleidsregels;

    • b. De gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per FKG 2010, genoemd in bijlage 25 van deze beleidsregels;

    • c. De gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per DKG 2010, genoemd in bijlage 26 van deze beleidsregels;

    • d. De gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2010, genoemd in bijlage 27 van deze beleidsregels;

    • e. De gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per regioklasse 2010, genoemd in bijlage 28 van deze beleidsregels;

    • f. De gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per sociaal economische statusklasse 2010, genoemd in bijlage 29 van deze beleidsregels.

  • 2 De gewichten kosten van de totale overige prestaties per verzekerde per risicoklasse naar leeftijd en geslacht 2010 worden per overeenkomstige risicoklasse vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per risicoklasse naar leeftijd en geslacht 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd.

  • 3 De gewichten kosten van de totale overige prestaties per verzekerde per FKG 2010 worden per overeenkomstige FKG vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per FKG 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het tweede lid.

  • 4 De gewichten kosten van de totale overige prestaties per verzekerde per DKG 2010 worden per overeenkomstige DKG vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per DKG 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het derde lid.

  • 5 De gewichten kosten van de totale overige prestaties per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2010 worden per overeenkomstige aard van het inkomenklasse vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per aard van het inkomenklasse 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het vierde lid.

  • 6 De gewichten kosten van de totale overige prestaties per verzekerde per regioklasse 2010 worden per overeenkomstige regioklasse vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per regioklasse 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het vijfde lid.

  • 7 De gewichten kosten van de totale overige prestaties per verzekerde per sociaal economische statusklasse 2010 worden per overeenkomstige sociaal economische statusklasse vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden per sociaal economische statusklasse 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het zesde lid.

  • 8 Het resultaat van het zevende lid wordt aangeduid als deelbedrag kosten van overige prestaties 2010.

  • 9 Het college kan ter voorlichting aan de zorgverzekeraars ook deelbedragen per afzonderlijke overige prestaties berekenen overeenkomstig de leden 2 tot en met 8.

Artikel 13. De raming van de normatieve eigen risico opbrengst

  • 1 Voor de raming van de normatieve eigen risico opbrengst voor verzekerden zonder een FKG 1 tot en met 23 2010 hanteert het college als uitgangspunten:

    • a. de gewichten eigen risico opbrengst per verzekerde per risicoklasse naar leeftijd en geslacht 2010, genoemd in bijlage 30 van deze beleidsregels;

    • b. de gewichten eigen risico opbrengst per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2010, genoemd in bijlage 31 van deze beleidsregels;

    • c. de gewichten eigen risico opbrengst per verzekerde per regioklasse 2010, genoemd in bijlage 32 van deze beleidsregels.

  • 2 De gewichten eigen risico opbrengst per verzekerde per risicoklasse 2010 naar leeftijd en geslacht worden per overeenkomstige risicoklasse vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden van 18 jaar en ouder zonder een FKG 1 tot en met 23, zoals bepaald in artikel 7, elfde lid. De uitkomsten worden per risicoklasse 2010 per zorgverzekeraar gesommeerd.

  • 3 De gewichten eigen risico opbrengst per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2010 worden per overeenkomstige aard van het inkomenklasse vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per aard van het inkomenklasse 2010, zoals bepaald in artikel 7, dertiende lid, onder b. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het tweede lid.

  • 4 De gewichten eigen risico opbrengst per verzekerde per regioklasse 2010 worden per overeenkomstige regioklasse vermenigvuldigd met het per zorgverzekeraar geraamde aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per regioklasse 2010, zoals bepaald in artikel 7, dertiende lid, onder b. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het derde lid. Het college vermindert de uitkomst met 0,10766 procent van de uitkomst vanwege de geraamde gederfde inkomsten voor verzekerden van 18 jaar en ouder, voor wie als gevolg van de toepasselijkheid van artikel 24 Zorgverzekeringswet geen nominale premies worden ontvangen.

  • 5 Het college berekent de geraamde normatieve eigen risico opbrengst 2009 voor verzekerden met een FKG 1 tot en met 23 2010 per zorgverzekeraar door het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder met een FKG 1 tot en met 23 2010, bepaald in artikel 7, dertiende lid, onder a, te vermenigvuldigen met een bedrag van EUR 165 per verzekerde. Het college vermindert de uitkomst met 0,17895 procent van de uitkomst vanwege de geraamde gederfde inkomsten voor verzekerden van 18 jaar en ouder, voor wie als gevolg van de toepasselijkheid van artikel 24 Zorgverzekeringswet geen nominale premies worden ontvangen.

  • 6 De totale raming van de normatieve eigen risico opbrengst per zorgverzekeraar is de som van het resultaat van het vierde en het vijfde lid.

Artikel 14. De berekening van het normatieve bedrag en de berekening en toekenning van de bijdrage

  • 1 Het college berekent het normatieve bedrag 2010 van een zorgverzekeraar als de som van het volgens dit hoofdstuk berekende deelbedrag kosten B-dbc’s 2010, het deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010, het deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2010, het deelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 en het deelbedrag kosten van overige prestaties 2010.

  • 2 Het college raamt de opbrengst 2010 van de nominale rekenpremie per zorgverzekeraar door de geraamde aantallen verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 per zorgverzekeraar te vermenigvuldigen met de nominale rekenpremie 2010. De nominale rekenpremie 2010 bedraagt EUR 983 overeenkomstig artikel 3.7 van de Regeling zorgverzekering.

  • 3 Het college vermindert het resultaat van het tweede lid met 0,10766 procent van het resultaat van het tweede lid vanwege de geraamde gederfde inkomsten voor verzekerden van 18 jaar en ouder waarvoor als gevolg van de toepasselijkheid van artikel 24 Zorgverzekeringswet geen nominale premies worden ontvangen.

  • 4 Het college berekent de bijdrage 2010 aan een zorgverzekeraar door op het normatieve bedrag 2010 de geraamde normatieve eigen risico opbrengst 2010 en de volgens het tweede lid en derde lid geraamde opbrengst van de nominale rekenpremie 2010 in mindering te brengen.

  • 5 Het college berekent per zorgverzekeraar de uitkering in verband met uitvoeringskosten van verzekerden jonger dan 18 jaar 2010. Deze uitkering bedraagt het aantal geraamde verzekerden jonger dan 18 jaar, vermenigvuldigd met EUR 50.

  • 6 Het college kent de bijdrage 2010 ter hoogte van de bijdrage berekend in het vierde lid, aangevuld met het bedrag berekend in het vijfde lid, aan de zorgverzekeraar toe.

Artikel 15. Herberekeningen als gevolg van splitsingen

Indien een zorgverzekeraar na de toekenning van de bijdrage 2010 besluit zich te splitsen, dient de zorgverzekeraar aan het college mee te delen hoe naar zijn verwachting de geraamde verzekerdenaantallen 2010 verdeeld zullen worden, over nieuwe dan wel bestaande zorgverzekeraars. Het college kan de toegekende bijdrage herzien en de bijdragen aan nieuwe dan wel bestaande zorgverzekeraars toekennen, rekening houdend met de meegedeelde geraamde verzekerdenaantallen en het tijdstip waarop de splitsing wordt gerealiseerd.

Artikel 16. De herberekening en herziening van de toegekende bijdrage 2010

  • 1 Het college herberekent de toekenning van de bijdrage op basis van de werkelijke verzekerdenaantallen 2010 volgens de opgaven van de zorgverzekeraars aan het college op 5 maart 2010.

  • 2 Het college bepaalt de herberekening van de toegekende bijdrage 2010 als volgt:

    Het college deelt het totaal aantal verzekerden uit de opgaven in het eerste lid door het totaal aantal verzekerden, zoals bepaald op grond van artikel 7, elfde lid en vermenigvuldigt het verkregen aantal met de bijdrage 2010 zoals toegekend op grond van artikel 14, zesde lid.

  • 3 Het college herziet de op grond van artikel 14, zesde lid, toegekende bijdrage 2010 overeenkomstig de herberekening uit het tweede lid.

Hoofdstuk III. De eerste voorlopige vaststelling van de bijdrage aan een zorgverzekeraar

Artikel 17. Bepaling van de verzekerdenaantallen 2010

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De zorgverzekeraars leveren het persoonskenmerkenbestand 2010 op 1 juli 2010 bij het CVZ aan. De peildatum van de opgave is de datum van nominale premieprolongatie voor de maand juni 2010.

    De zorgverzekeraars leveren het uitstroombestand 2010 en de opgave van in 2010 ingeschreven verzekerden die vanwege bijzondere omstandigheden niet over een burgerservicenummer beschikken op 1 juli 2011 bij het CVZ aan.

  • 2 Voor de vaststelling van het aantal verzekerden 2010 en de verzekeringsduur per verzekerde per zorgverzekeraar baseert het college zich op het RBVZ en de opgave van verzekerden die vanwege bijzondere omstandigheden niet over een burgerservicenummer beschikken. Wanneer een verzekerde gedurende een bepaalde periode in 2010 bij meerdere zorgverzekeraars tegelijkertijd is ingeschreven, wordt die periode voor het vaststellen van de verzekeringsduur verdeeld naar rato van het aantal zorgverzekeraars waar de verzekerde gedurende die periode ingeschreven is geweest.

  • 3, Voor de vaststelling van de vereveningskenmerken per verzekerde naar risicoklasse leeftijd en geslacht 2010, naar regioklasse 2010, naar GGZ-regioklasse 2010, naar éénpersoonsadresklasse, naar jonger dan 18 jaarklasse en naar de verzekerdenaantallen van 18 jaar en ouder 2010, baseert het college zich op het persoonskenmerkenbestand 2010, het uitstroombestand 2010 en de opgave van verzekerden die vanwege bijzondere omstandigheden niet over een burgerservicenummer beschikken. In het geval een verzekerde niet is opgenomen in het persoonskenmerkenbestand 2010 maakt het college indien mogelijk gebruik van de gegevens uit het persoonskenmerkenbestand 2011. In het geval een verzekerde ook niet is opgenomen in het persoonskenmerkenbestand 2011, maakt het college indien mogelijk gebruik van de gegevens uit het persoonskenmerkenbestand 2009.

  • 4 Voor de vaststelling van de aard van het inkomenklasse en de sociaal economische statusklasse baseert het college zich op de gepseudonimiseerde opgave van het UWV en voor de zelfstandigen op de gepseudonimiseerde opgave van de Belastingdienst. Voor de opgave van het UWV of de Belastingdienst naar inkomensbron in het jaar 2010, bedoeld in de vorige volzin, hanteert het CVZ de peildatum 30 juni 2010.

  • 5 Voor de vaststelling van de GGZ-kosten lage drempelklasse en de GGZ-kosten hoge drempelklasse, baseert het CVZ zich op de opgave door zorgverzekeraars per 1 juni 2011 van declaraties van dbc’s geneeskundige GGZ die in 2009 geopend zijn en van overige declaraties geneeskundige GGZ over 2009.

  • 6 Het college bepaalt per zorgverzekeraar het aantal verzekerden voor het deelbedrag kosten van B-dbc’s, voor het deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp en voor het deelbedrag kosten van overige prestaties als volgt. Voor elke verzekerde uit het persoonskenmerkenbestand 2010 bepaalt het college in welke klasse een verzekerde valt. Het college classificeert de verzekerden naar risicoklasse naar leeftijd en geslacht, naar aard van het inkomenklasse, naar regioklasse, naar FKG klasse, naar DKG klasse en naar sociaal economische statusklasse. Het college bepaalt de leeftijd op basis van de geboortemaand en het geboortejaar. Het college hanteert daarbij als peildatum 30 juni 2010.

  • 7 Het college bepaalt per zorgverzekeraar het aantal verzekerden voor het deelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg als volgt:

    • a. Voor het deelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg classificeert het college de verzekerden van 18 jaar en ouder naar risicoklasse naar leeftijd en geslacht, naar aard van het inkomenklasse, naar GGZ-regioklasse, naar FKG GGZ klasse, naar sociaal economische statusklasse, naar éénpersoonsadresklasse, naar GGZ kosten lage drempelklasse en naar GGZ-kosten hoge drempelklasse.

    • b. Voor het deelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg classificeert het college de verzekerden jonger dan 18 jaar naar jonger dan 18 jaarklasse.

    • c. Het college bepaalt voor de vereveningskenmerken risicoklasse naar leeftijd en geslacht, naar aard van het inkomenklasse, naar GGZ-regioklasse, naar sociaal economische statusklasse, éénpersoonsadresklasse en naar jonger dan 18 jaarklasse de leeftijd op basis van de geboortemaand en het geboortejaar. Het college hanteert daarbij als peildatum 30 juni 2010.

  • 8 Vervolgens bepaalt het college per zorgverzekeraar het aantal verzekerden naar leeftijd en geslacht 2010. Hierbij telt de verzekerde mee voor de verzekeringsduur zoals vastgesteld in het tweede lid.

  • 9 Voor de voorlopige vaststelling van de bijdrage aan een zorgverzekeraar bepaalt het college het aantal verzekerden per FKG 2010 per zorgverzekeraar als volgt:

    • a. Uitgangspunt is de opgave van 1 juni 2010 van de declaraties farmaceutische hulp 2009 van de zorgverzekeraar aan het college.

    • b. Bij de bepaling van de FKG’s zijn de volgende farmaceutische middelen uitgesloten:

      • i. middelen die in de G-standaard van Z-Index zijn aangemerkt als niet voor vergoeding in aanmerking komend op grond van artikel 2.8 Besluit zorgverzekering;

      • ii. middelen die in de G-standaard van Z-Index zijn aangemerkt als kliniekverpakkingen;

      • iii. middelen die in de G-standaard van Z-Index zijn aangemerkt als grond- en hulpstoffen.

    • c. Het college hanteert een drempel van meer dan 180 standaarddagdoseringen. Beneden deze drempel kent het college geen FKG aan een verzekerde toe.

    • d. Het college koppelt de opgave onder a met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het persoonskenmerkenbestand 2010 en het uitstroombestand 2010 en bepaalt op basis hiervan en met behulp van de drempel onder c per verzekerde in welke FKG klasse en FKG GGZ klasse de verzekerde valt.

    • e. Op basis van het onder d bepaalde stelt het college het aantal verzekerden 2009 per FKG 2010 met inachtneming van het bepaalde met betrekking tot de samenloop van FKG’s, bedoeld in artikel 5, tweede lid vast. Het college wijst verzekerden 2009 in 2010 per FKG 2010, zoals bepaald onder d, toe aan een zorgverzekeraar met behulp van een koppeling op basis van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer, het persoonskenmerkenbestand 2010 en het uitstroombestand 2010.

    • f. Het college bepaalt voor verzekerden die in het buitenland wonen zonder FKG 2010 1 tot en met 23 het gewicht op EUR 0,00.

    • g. Het college bepaalt voor verzekerden die in het buitenland wonen zonder FKG GGZ 2010 1 het gewicht op EUR 0,00.

    • h. Tot slot worden de verzekerdenaantallen 2010 per FKG 2010 en per FKG GGZ 2010 gesommeerd. Hierbij telt de verzekerde mee voor de verzekeringsduur zoals vastgesteld in het tweede lid.

  • 10 Voor de voorlopige vaststelling van de bijdrage aan een zorgverzekeraar bepaalt het college het aantal verzekerden per DKG 2010 per zorgverzekeraar als volgt:

    • a. Uitgangspunt is de opgave van de zorgverzekeraar per 1 juni 2011 van de declaraties van alle DBC’s die in 2009 geopend zijn. Op basis daarvan bepaalt het college het aantal verzekerden per DKG 2010 volgens de indeling in artikel 5, derde lid.

    • b. Het college wijst verzekerden 2009 in 2010 per DKG 2010, zoals bepaald onder a, toe aan een zorgverzekeraar met behulp van een koppeling op basis van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer, het persoonskenmerkenbestand 2010 en het uitstroombestand 2010.

    • c. Het college bepaalt voor verzekerden die in het buitenland wonen zonder DKG 2010 1 tot en met 10 het gewicht op EUR 0,00.

    • d. Tot slot worden per zorgverzekeraar de verzekerdenaantallen 2010 per DKG 2010 opgeteld. Hierbij telt de verzekerde mee voor de verzekeringsduur, vastgesteld overeenkomstig het tweede lid.

  • 11 Het college bepaalt met behulp van opgaven van de Belastingdienst en het UWV, het RBVZ over 2010, het persoonskenmerkenbestand 2010 en het uitstroombestand 2010 de aantallen verzekerden per aard van het inkomenklasse 2010 en sociaal economische statusklasse 2010. Hierbij telt de verzekerde mee voor de verzekeringsduur,vastgesteld overeenkomstig het tweede lid.

  • 12 Het college bepaalt met behulp van het RBVZ over 2010, de opgave van de Belastingdienst en de opgave van de zorgverzekeraars naar viercijferige postcode van het adres waar de verzekerde woonachtig is, de aantallen verzekerden naar regioklasse 2010 en de aantallen verzekerden van 18 jaar en ouder naar GGZ regioklasse. Hierbij telt de verzekerde mee voor de verzekeringsduur, vastgesteld overeenkomstig het tweede lid.

  • 13 Het college bepaalt met behulp van het RBVZ over 2010, de opgave van de Belastingdienst en de opgave van de zorgverzekeraars van het adres waar de verzekerde woonachtig is, de aantallen verzekerden naar éénpersoonsadresklasse. Hierbij telt de verzekerde mee voor de verzekeringsduur, vastgesteld overeenkomstig het tweede lid.

  • 14 Het college bepaalt met behulp van de opgave door zorgverzekeraars per 1 juni 2011 van declaraties van dbc’s geneeskundige GGZ die in 2009 geopend zijn en van overige declaraties geneeskundige GGZ over 2009 de aantallen verzekerden naar de GGZ-kosten lage drempelklasse en de GGZ-kosten hoge drempelklasse.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2011, 16657, datum inwerkingtreding 21-09-2011, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

1 De zorgverzekeraars leveren het persoonskenmerkenbestand 2010 op 1 juli 2010 bij het CVZ aan.

De zorgverzekeraars leveren het uitstroombestand 2010 en de opgave van in 2010 ingeschreven verzekerden die vanwege bijzondere omstandigheden niet over een burgerservicenummer beschikken op 1 juli 2011 bij het CVZ aan.

2 Voor de vaststelling van het aantal verzekerden 2010 en de verzekeringsduur per verzekerde per zorgverzekeraar baseert het college zich op het VPPKB 2010, zoals zorgverzekeraars dat hebben aangeleverd op 1 juli 2011. Wanneer een verzekerde gedurende een bepaalde periode in 2010 bij meerdere zorgverzekeraars tegelijkertijd is ingeschreven, wordt die periode voor het vaststellen van de verzekeringsduur verdeeld naar rato van het aantal zorgverzekeraars waar de verzekerde gedurende die periode ingeschreven is geweest.

3 Voor de vaststelling van de vereveningskenmerken per verzekerde naar risicoklasse leeftijd en geslacht 2010, naar regioklasse 2010, naar GGZ-regioklasse 2010, naar éénpersoonsadresklasse, naar jonger dan 18 jaarklasse en naar de verzekerdenaantallen van 18 jaar en ouder 2010, baseert het college zich op het persoonskenmerkenbestand 2010 en op het VPPKB 2010. In het geval een verzekerde niet is opgenomen in het persoonskenmerkenbestand 2010 maakt het college gebruik van de gegevens uit het VPPKB 2010.

4 Voor de vaststelling van de aard van het inkomenklasse baseert het college zich voor de zelfstandigen op de gepseudonimiseerde opgave van de Belastingdienst en voor de overige inkomstenbronnen op de gepseudonimiseerde opgave van het UWV. Voor de opgave van het UWV of de Belastingdienst naar inkomensbron in het jaar 2010, bedoeld in de vorige volzin, hanteert het college de peildatum 30 juni 2010. Indien de opgave van het UWV betreffende een gemeente onvoldoende gegevens bevat, maakt het college voor verzekerden uit die gemeente indien mogelijk gebruik van de gegevens zoals bekend uit 2009, met als peildatum 30 juni 2009. Het college hanteert per verzekerde voor de gepseudonimiseerde opgave van de Belastingdienst dezelfde peildatum als gebruikt voor de opgave van het UWV.

Voor de vaststelling van de sociaal economische statusklasse baseert het college zich voor het inkomen op de gepseudonimiseerde opgave van de Belastingdienst over 2009. In het geval een verzekerde niet is opgenomen in de opgave over 2009, maakt het college gebruik van de opgave over 2008. In het geval een verzekerde niet is opgenomen in de opgave over 2008, maakt het college gebruik van de opgave over 2007.

6 Het college bepaalt per zorgverzekeraar het aantal verzekerden voor het deelbedrag kosten van B-dbc’s, voor het deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp en voor het deelbedrag kosten van overige prestaties als volgt. Voor elke verzekerde uit het VPPKB 2010 bepaalt het college in welke klasse een verzekerde valt. Het college classificeert de verzekerden naar risicoklasse naar leeftijd en geslacht, naar aard van het inkomenklasse, naar regioklasse, naar FKG klasse, naar DKG klasse en naar sociaal economische statusklasse. Het college bepaalt de leeftijd op basis van de geboortemaand en het geboortejaar. Het college hanteert daarbij als peildatum 30 juni 2010.

9 Voor de voorlopige vaststelling van de bijdrage aan een zorgverzekeraar bepaalt het college het aantal verzekerden per FKG 2010 per zorgverzekeraar als volgt:

  • a. Uitgangspunt is de opgave van 1 juni 2010 van de declaraties farmaceutische hulp 2009 van de zorgverzekeraar aan het college.

  • b. Bij de bepaling van de FKG’s zijn de volgende farmaceutische middelen uitgesloten:

    • i. middelen die in de G-standaard van Z-Index zijn aangemerkt als niet voor vergoeding in aanmerking komend op grond van artikel 2.8 Besluit zorgverzekering;

    • ii. middelen die in de G-standaard van Z-Index zijn aangemerkt als kliniekverpakkingen;

    • iii. middelen die in de G-standaard van Z-Index zijn aangemerkt als grond- en hulpstoffen.

  • c. Het college hanteert een drempel van meer dan 180 standaarddagdoseringen. Beneden deze drempel kent het college geen FKG aan een verzekerde toe.

  • d. Het college koppelt de opgave onder a met behulp van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer aan het VPPKB 2010 en bepaalt op basis hiervan en met behulp van de drempel onder c per verzekerde in welke FKG klasse en FKG GGZ klasse de verzekerde valt.

  • e. Op basis van het onder d bepaalde stelt het college het aantal verzekerden 2009 per FKG 2010 met inachtneming van het bepaalde met betrekking tot de samenloop van FKG’s, bedoeld in artikel 5, tweede lid vast. Het college wijst verzekerden 2009 in 2010 per FKG 2010, zoals bepaald onder d, toe aan een zorgverzekeraar met behulp van een koppeling op basis van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer.

  • f. Het college bepaalt voor verzekerden die in het buitenland wonen het gewicht op EUR 0,00.

  • g. Tot slot worden de verzekerdenaantallen 2010 per FKG 2010 en per FKG GGZ 2010 gesommeerd. Hierbij telt de verzekerde mee voor de verzekeringsduur zoals vastgesteld in het tweede lid.

10 Voor de voorlopige vaststelling van de bijdrage aan een zorgverzekeraar bepaalt het college het aantal verzekerden per DKG 2010 per zorgverzekeraar als volgt:

  • a. Uitgangspunt is de opgave van de zorgverzekeraar per 1 juni 2011 van de declaraties van alle DBC’s die in 2009 geopend zijn. Op basis daarvan bepaalt het college het aantal verzekerden per DKG 2010 volgens de indeling in artikel 5, derde lid.

  • b. Het college wijst verzekerden 2009 in 2010 per DKG 2010, zoals bepaald onder a, toe aan een zorgverzekeraar met behulp van een koppeling op basis van het gepseudonimiseerde burgerservicenummer met het VPPKB 2010.

  • c. Het college bepaalt voor verzekerden die in het buitenland wonen het gewicht op EUR 0,00.

  • d. Tot slot worden per zorgverzekeraar de verzekerdenaantallen 2010 per DKG 2010 opgeteld. Hierbij telt de verzekerde mee voor de verzekeringsduur, vastgesteld overeenkomstig het tweede lid.

11 Het college bepaalt met behulp van opgaven van de Belastingdienst en het UWV, het VPPKB 2010 en het persoonskenmerkenbestand 2010 de aantallen verzekerden per aard van het inkomenklasse 2010 en sociaal economische statusklasse 2010. Hierbij telt de verzekerde mee voor de verzekeringsduur, vastgesteld overeenkomstig het tweede lid.

12 Het college bepaalt met behulp van het VPPKB over 2010, de opgave van de Belastingdienst en de opgave van de zorgverzekeraars naar viercijferige postcode van het adres waar de verzekerde woonachtig is, de aantallen verzekerden naar regioklasse 2010 en de aantallen verzekerden van 18 jaar en ouder naar GGZ regioklasse. Hierbij telt de verzekerde mee voor de verzekeringsduur, vastgesteld overeenkomstig het tweede lid.

13 Het college bepaalt met behulp van het VPPKB over 2010, de opgave van de Belastingdienst en de opgave van de zorgverzekeraars van het adres waar de verzekerde woonachtig is, de aantallen verzekerden naar éénpersoonsadresklasse. Hierbij telt de verzekerde mee voor de verzekeringsduur, vastgesteld overeenkomstig het tweede lid.

16 het college deelt verzekerden zonder burgerservicenummer uitsluitend in bij de vereveningskenmerken leeftijd en geslacht en regio.

Artikel 18. De voorlopige herberekening van het deelbedrag kosten van B-dbc’s 2010

  • 1 Het college bepaalt op basis van de jaarstaat 2010 per zorgverzekeraar en voor het totaal van de zorgverzekeraars de kosten van B-dbc’s 2010, met inachtneming van de artikelen 3.12 en 3.13 van de Regeling zorgverzekering.

    Het college herberekent op basis van de uitkomsten verkregen na toepassing van artikel 17 het normatieve bedrag kosten van B-dbc’s 2010 voor het totaal van alle verzekerden 2010 van alle zorgverzekeraars op de wijze zoals beschreven in artikel 8.

  • 2 Het college berekent de schalingsfactor kosten van B-dbc’s 2010 door de kosten van B-dbc’s 2010, bepaald in het eerste lid, te sommeren over alle verzekeraars en deze te delen door het in het tweede lid herberekende normatieve bedrag kosten van B-dbc’s voor het totaal van alle verzekerden 2010 van alle zorgverzekeraars.

  • 3 Het college herberekent alle gewichten uit artikel 8, eerste lid door deze te vermenigvuldigen met de schalingsfactor kosten van B-dbc’s 2010 en deze vervolgens af te ronden op twee decimalen.

  • 4 Het college vermenigvuldigt de in het vierde lid herberekende gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per risicoklasse naar leeftijd en geslacht 2010 met de aantallen verzekerden per overeenkomstige risicoklasse 2010 per zorgverzekeraar. Het college sommeert de uitkomsten per zorgverzekeraar.

  • 5 De in het vierde lid herberekende gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per FKG 2010 worden per overeenkomstige FKG vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2010 zoals berekend in artikel 17, negende lid, per FKG 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het vijfde lid.

  • 6 De in het vierde lid herberekende gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per DKG 2010 worden per overeenkomstige DKG vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2010 zoals berekend in artikel 17, tiende lid, per DKG 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het zesde lid.

  • 7 De in het vierde lid herberekende gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2010 worden per overeenkomstige aard van het inkomenklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2010 per aard van het inkomenklasse 2010 per zorgverzekeraar, zoals berekend in artikel 17, elfde lid. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het zevende lid.

  • 8 De in het vierde lid herberekende gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per regioklasse 2010 worden per overeenkomstige regioklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden per regioklasse 2010 per zorgverzekeraar, zoals berekend in artikel 17, twaalfde lid. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het achtste lid.

  • 9 De in het vierde lid herberekende gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde bij sociaal economische statusklasse 2010 worden per overeenkomstige sociaal economische statusklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden per sociaal economische statusklasse 2010 per zorgverzekeraar, zoals berekend in artikel 17, elfde lid. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het negende lid.

  • 10 Het resultaat van het tiende lid wordt aangeduid als het voorlopige herberekende deelbedrag kosten van B-dbc’s 2010.

  • 11 Voor de toepassing van artikel 3.21 van de Regeling zorgverzekering vermindert het college het voorlopige herberekende deelbedrag kosten van B-dbc’s 2010 met de kosten van B-dbc’s 2010, zoals bepaald in het eerste lid.

Artikel 19. De voorlopige herberekening van het deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010

  • 1 Het college bepaalt op basis van de jaarstaat 2010 per zorgverzekeraar en voor het totaal van de zorgverzekeraars de variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010 met inachtneming van de artikelen 3.12, 3.13 en 3.16 van de Regeling zorgverzekering.

  • 2 Het college herberekent op basis van de uitkomsten verkregen na toepassing van artikel 17 het normatieve bedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010 voor het totaal van alle verzekerden 2010 van alle zorgverzekeraars op de wijze zoals beschreven in artikel 9.

  • 3 Het college berekent de schalingsfactor variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010 door de variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010, bepaald in het eerste lid, te sommeren over alle verzekeraars en deze te delen door het in het tweede lid herberekende normatieve bedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp voor het totaal van alle verzekerden 2010 van alle zorgverzekeraars.

  • 4 Het college herberekent alle gewichten uit artikel 9, eerste lid, door deze te vermenigvuldigen met de schalingsfactor variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010, en deze vervolgens af te ronden op twee decimalen.

  • 5 Het college vermenigvuldigt de in het vierde lid herberekende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per risicoklasse naar leeftijd en geslacht 2010 met de aantallen verzekerden per overeenkomstige risicoklasse 2010 per zorgverzekeraar. Het college sommeert de uitkomsten per zorgverzekeraar.

  • 6 De in het vierde lid herberekende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per FKG 2010 worden per overeenkomstige FKG vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2010 zoals berekend in artikel 17, negende lid, per FKG 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het vijfde lid.

  • 7 De in het vierde lid herberekende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per DKG 2010 worden per overeenkomstige DKG vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2010 zoals berekend in artikel 17, tiende lid, per DKG 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het zesde lid.

  • 8 De in het vierde lid herberekende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2010 worden per overeenkomstige aard van het inkomenklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2010 per aard van het inkomenklasse 2010 per zorgverzekeraar, zoals berekend in artikel 17, elfde lid. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het zevende lid.

  • 9 De in het vierde lid herberekende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per regioklasse 2010 worden per overeenkomstige regioklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden per regioklasse 2010 per zorgverzekeraar, zoals berekend in artikel 17, twaalfde lid. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het achtste lid.

  • 10 De in het vierde lid herberekende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde bij sociaal economische statusklasse 2010 worden per overeenkomstige sociaal economische statusklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden per sociaal economische statusklasse 2010 per zorgverzekeraar, zoals berekend in artikel 17, elfde lid. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het negende lid.

  • 11 Het college calculeert per zorgverzekeraar 30 procent na op het verschil tussen de variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp, verkregen in het eerste lid en het resultaat van het tiende lid.

  • 12 Het resultaat van het elfde lid wordt aangeduid als het voorlopige herberekende deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010.

  • 13 Voor de toepassing van artikel 3.21 van de Regeling zorgverzekering trekt het college van het voorlopige herberekende deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010 af de kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010, zoals bepaald in het eerste lid.

Artikel 20. De voorlopige herberekening van het deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2010

  • 2 Het college herberekent het voorlopig deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2010 per zorgverzekeraar als volgt:

    • a. De vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2009 worden per zorgverzekeraar gedeeld door het aantal verzekerden 2010, vastgesteld met toepassing van artikel 17, eerste en derde lid. Dit vormt het herberekende zorgverzekeraarspecifieke bedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging per verzekerde 2010.

    • b. Het in onderdeel a opnieuw berekende zorgverzekeraarspecifieke bedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging per verzekerde 2010 wordt vermenigvuldigd met het totaal aantal verzekerden 2010 per zorgverzekeraar.

  • 3 Het college calculeert per zorgverzekeraar 100 procent na op het verschil tussen de kosten vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2010, verkregen in het eerste lid, en het deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging, verkregen in het tweede lid.

  • 4 Het resultaat van het derde lid wordt aangeduid als het voorlopige herberekende deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2010.

Artikel 21. De voorlopige herberekening van het deelbedrag kosten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het college bepaalt op basis van de opgave door zorgverzekeraars per 1 juni 2011 van declaraties van dbc’s geneeskundige GGZ die in 2009 geopend zijn en van overige declaraties geneeskundige GGZ over 2009 per zorgverzekeraar en voor het totaal van de zorgverzekeraars de kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 voor verzekerden van 18 jaar en ouder, met inachtneming van de artikelen 3.12, 3.13 en 3.18 van de Regeling zorgverzekering.

  • 2 Het college bepaalt op basis van de opgave door zorgverzekeraars per 1 juni 2011 van declaraties van dbc’s geneeskundige GGZ die in 2009 geopend zijn en van overige declaraties geneeskundige GGZ over 2009 per zorgverzekeraar en voor het totaal van de zorgverzekeraars de kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 voor verzekerden jonger dan 18 jaar, met inachtneming van de artikelen 3.12, 3.13 en 3.18 van de Regeling zorgverzekering.

  • 3 Het college herberekent op basis van de uitkomsten verkregen na toepassing van artikel 17 het normatieve bedrag kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 voor de verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 van alle zorgverzekeraars op de wijze zoals beschreven in artikel 11, eerste tot en met negende lid.

  • 4 Het college berekent het gewicht kosten van overige prestaties per verzekerde voor de risicoklasse GGZ kosten lage drempelklasse 2010 0 door het totaal aantal verzekerden per GGZ kosten lage drempelklasse 1 te vermenigvuldigen met het overeenkomstige gewicht en het resultaat vervolgens te delen door het geraamde totaal aantal verzekerden GGZ kosten lage drempelklasse 2010 0, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.

  • 5 Het college berekent het gewicht kosten van overige prestaties per verzekerde voor de risicoklasse GGZ kosten hoge drempelklasse 2010 0 door het totaal aantal verzekerden per GGZ kosten hoge drempelklasse 1 te vermenigvuldigen met het overeenkomstige gewicht en het resultaat vervolgens te delen door het geraamde totaal aantal verzekerden GGZ kosten hoge drempelklasse 2010 0, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.

  • 6 Het college berekent de schalingsfactor kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 door de kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010, bepaald in het eerste lid, te sommeren over alle verzekeraars en deze te delen door het in het derde lid herberekende normatieve bedrag kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 voor het totaal van alle verzekerden 2010 van alle zorgverzekeraars.

  • 7 Het college herberekent alle gewichten uit artikel 11 door deze te vermenigvuldigen met de schalingsfactor kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010, en deze vervolgens af te ronden op twee decimalen.

  • 8 Het college vermenigvuldigt de in het zevende lid herberekende gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 per verzekerde per risicoklasse naar leeftijd en geslacht 2010 met de aantallen verzekerden van 18 jaar en ouder per overeenkomstige risicoklasse 2010 zoals berekend in artikel 17, achtste lid, per risicoklasse naar leeftijd en geslacht per zorgverzekeraar. Het college sommeert de uitkomsten per zorgverzekeraar.

  • 9 De in het zevende lid herberekende gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 per verzekerde per FKG GGZ 2010 worden per overeenkomstige FKG vermenigvuldigd met het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 zoals berekend in artikel 17, negende lid, per FKG GGZ 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het achtste lid.

  • 10 De in het zevende lid herberekende gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2010 worden per overeenkomstige aard van het inkomenklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 per aard van het inkomenklasse 2010 per zorgverzekeraar, zoals berekend in artikel 17, elfde lid. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het negende lid.

  • 11 De in het zevende lid herberekende gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 per verzekerde per GGZ regioklasse 2010 worden per overeenkomstige GGZ regioklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per GGZ regioklasse 2010 per zorgverzekeraar, zoals berekend in artikel 17, twaalfde lid. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het tiende lid.

  • 12 De in het zevende lid herberekende gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 per verzekerde bij sociaal economische statusklasse 2010 worden per overeenkomstige sociaal economische statusklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per sociaal economische statusklasse 2010 per zorgverzekeraar, zoals berekend in artikel 17, elfde lid. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het elfde lid.

  • 13 De in het zevende lid herberekende gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 per verzekerde per éénpersoonsadresklasse 2010 worden per overeenkomstige éénpersoonsadresklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per éénpersoonsadresklasse 2010 per zorgverzekeraar, zoals berekend in artikel 17, twaalfde lid. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het twaalfde lid.

  • 14 De in het zevende lid herberekende gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 per verzekerde per risicoklasse GGZ-kosten lage drempelklasse worden per overeenkomstige risicoklasse GGZ-kosten lage drempelklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per risicoklasse GGZ-kosten lage drempelklasse2010 per zorgverzekeraar, zoals berekend in artikel 17, dertiende lid. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het dertiende lid.

  • 15 De in het zevende lid herberekende gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 per verzekerde per risicoklasse GGZ-kosten hoge drempelklasse 2010 worden per overeenkomstige risicoklasse GGZ-kosten hoge drempelklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per risicoklasse GGZ-kosten hoge drempelklasse 2010 per zorgverzekeraar, zoals berekend in artikel 17, dertiende lid. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het veertiende lid.

  • 16 Het college herberekent op basis van de uitkomsten verkregen na toepassing van artikel 17 het normatieve bedrag kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 voor de verzekerden jonger dan 18 jaar 2010 van alle zorgverzekeraars op de wijze zoals beschreven in artikel 11, tiende lid.

  • 17 Het college berekent de schalingsfactor kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 door de kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010, bepaald in het tweede lid, te sommeren over alle zorgverzekeraars en deze te delen door het in het zestiende lid herberekende normatieve bedrag kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 voor de verzekerden jonger dan 18 jaar 2010 van alle zorgverzekeraars.

  • 18 Het college herberekent het normbedrag voor de normatieve GGZ kosten voor verzekerden jonger dan 18 jaar door deze te vermenigvuldigen met de herberekende schalingsfactor kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg voor verzekerden jonger dan 18 jaar 2010, en deze vervolgens af te ronden op twee decimalen.

  • 19 Het herberekende normbedrag voor de normatieve GGZ kosten voor verzekerden jonger dan 18 jaar per verzekerde 2010 wordt vermenigvuldigd met het aantal verzekerden jonger dan 18 jaar 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd.

  • 20 Het college calculeert per zorgverzekeraar 100 procent na over het verschil tussen de kosten van de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg verkregen in tweede lid en het resultaat verkregen in het negentiende lid.

  • 21 De som van het resultaat van het vijftiende en het twintigste lid wordt aangeduid als het voorlopige herberekende deelbedrag kosten van de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2011, 16657, datum inwerkingtreding 21-09-2011, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

1 Het college bepaalt op basis van de jaarstaat 2010 met inachtneming van de artikelen 3.12, 3.13 en 3.18 van de Regeling zorgverzekering de kosten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 voor verzekerden van 18 jaar en ouder.

2 Het college bepaalt op basis van de jaarstaat 2010 met inachtneming van de artikelen 3.12, 3.13 en 3.18 van de Regeling zorgverzekering de kosten geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 voor verzekerden jonger dan 18 jaar.

Artikel 22. De voorlopige herberekening van het deelbedrag kosten van overige prestaties 2010

  • 3 Het college herberekent op basis van de uitkomsten verkregen na toepassing van artikel 17 de schalingsfactor kosten van overige prestaties 2010 door de som van de in het eerste lid bepaalde kosten van overige prestaties 2010 van alle zorgverzekeraars te delen door het in het tweede lid herberekende normatieve bedrag kosten van overige prestaties voor alle verzekerden 2010 van alle zorgverzekeraars.

  • 4 Het college herberekent alle gewichten uit artikel 12 door deze te vermenigvuldigen met de schalingsfactor kosten van overige prestaties 2010, en deze vervolgens af te ronden op twee decimalen.

  • 5 De in het vierde lid herberekende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde 2009 naar leeftijd en geslacht worden per overeenkomstige risicoklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2010 per risicoklasse per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd.

  • 6 De in het vierde lid herberekende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per FKG 2010 worden per overeenkomstige FKG vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2010 zoals berekend in artikel 17, zevende lid, per FKG 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het vijfde lid.

  • 7 De in het vierde lid herberekende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per DKG 2010 worden per overeenkomstige DKG vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2010 zoals berekend in artikel 17, achtste lid, per DKG 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het zesde lid.

  • 8 De in het vierde lid herberekende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2010, worden per overeenkomstige aard van het inkomenklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2010 per aard van het inkomenklasse 2010 per zorgverzekeraar, zoals berekend in artikel 17, negende lid.

  • 9 De in het vierde lid herberekende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per regioklasse 2010 worden per overeenkomstige regioklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2010 per regioklasse 2010 per zorgverzekeraar, zoals berekend in artikel 17, tiende lid. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het achtste lid.

  • 10 De in het vierde lid herberekende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde bij sociaal economische statusklasse 2010 worden per overeenkomstige sociaal economische statusklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden per sociaal economische statusklasse 2010 per zorgverzekeraar, zoals berekend in artikel 17, negende lid. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het negende lid. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het zevende lid.

  • 11 Het resultaat van het tiende lid wordt aangeduid als het voorlopige herberekende deelbedrag kosten van overige prestaties 2010.

Artikel 23. De voorlopige herberekening van de opbrengst van het normatieve eigen risico 2010

  • 1 Uitgangspunt voor de herberekening van de opbrengst van het normatieve eigen risico zijn de opgaven, bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de verzekerdenaantallen van de zorgverzekeraar.

  • 2 Het college herberekent op de wijze zoals beschreven in artikel 13 de normatieve eigen risico opbrengst 2010 op basis van de werkelijke verzekerden aantallen 2010 van 18 jaar en ouder zoals berekend in artikel 17.

Artikel 24. De voorlopige herberekening van het normatieve bedrag 2010 en de voorlopige herberekening en voorlopige vaststelling van de bijdrage 2010

  • 1 Het college herberekent het normatieve bedrag 2010 voorlopig als de som van het voorlopige herberekende deelbedrag B-dbc’s 2010, het voorlopig herberekende deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010, het voorlopige herberekende deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2010, het voorlopig herberekende deelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 en het voorlopig herberekende deelbedrag kosten van overige prestaties 2010.

  • 2 Voor de toepassing van artikel 3.21 van de Regeling zorgverzekering berekent het college:

    • a. de som van het bedrag bepaald in artikel 18, twaalfde lid en het bedrag bepaald in artikel 19, dertiende lid;

    • b. indien het in onderdeel a bepaalde bedrag groter is dan het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 maal EUR 22,50, dan trekt het college 90 procent van het meerdere af van het normatieve bedrag 2010 uit het eerste lid;

    • c. indien het in onderdeel a bepaalde bedrag kleiner is dan het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 maal EUR -22,50, dan voegt het college 90 procent van het verschil toe aan het normatieve bedrag 2010 uit het eerste lid.

  • 3 Voor de toepassing van artikel 3.21 van de Regeling zorgverzekering gebruikt het college:

    • a. het bedrag bepaald in artikel 21, tweeëntwintigste lid;

    • b. indien het in onderdeel a bepaalde bedrag groter is dan het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 maal EUR 7,50, dan trekt het college 100 procent van het meerdere af van het normatieve bedrag 2010 uit het eerste lid;

    • c. indien het in onderdeel a bepaalde bedrag kleiner is dan het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 maal EUR – 7,50, dan voegt het college 100 procent van het verschil toe aan het normatieve bedrag 2010 uit het eerste lid.

  • 4 Het college bepaalt de opbrengst van de nominale rekenpremie per zorgverzekeraar door de verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 per zorgverzekeraar te vermenigvuldigen met de nominale rekenpremie 2010.

  • 5 Het college vermindert het resultaat van het vierde lid met het bedrag dat de zorgverzekeraar verantwoordt in de jaarstaat 2010 als gederfde inkomsten voor verzekerden van 18 jaar en ouder waarvoor als gevolg van de toepasselijkheid van artikel 24 Zorgverzekeringswet geen nominale premies worden ontvangen.

  • 6 Het college herberekent voorlopig de aanvulling op de bijdrage voor de uitkering in verband met uitvoeringskosten van verzekerden jonger dan 18 jaar door het aantal verzekerden jonger dan 18 jaar in 2010 te vermenigvuldigen met EUR 50.

  • 7 Het college herberekent de bijdrage 2010 voorlopig door de som van het herberekende normatieve bedrag 2010 bedoeld in het eerste lid, met toepassing van het tweede lid en de aanvulling voor uitvoeringskosten van verzekerden jonger dan 18 jaar bedoeld in het vijfde lid te verminderen met de voorlopig herberekende normatieve eigen risico opbrengst bedoeld in artikel 23 en de opbrengst van de nominale rekenpremie, bedoeld in het vierde lid.

  • 8 Het college stelt de bijdrage 2010 in september 2011 voorlopig vast ter hoogte van de in het vorige lid berekende bijdrage. De bepaling van de verzekerdenaantallen is definitief, behoudens de corrrecties van de Nederlandse Zorgautoriteit en de aanpassingen op basis van het uitstroombestand 2011.

Hoofdstuk IV. De tweede voorlopige vaststelling van de bijdrage 2010 aan een zorgverzekeraar

Artikel 25. Algemene bepaling

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het college betrekt de correcties die de Nederlandse Zorgautoriteit heeft toegepast en het uitstroombestand 2011 bij de verzekerdenaantallen.

  • 2 Het college herberekent het normatieve bedrag voor de tweede keer voorlopig met inachtneming van de opgave hoge kosten compensatie 2010, de jaarstaat 2012, het opbrengstresultaat 2010 en de correcties die de Nederlandse Zorgautoriteit heeft toegepast.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2011, 16657, datum inwerkingtreding 21-09-2011, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

1 Het college betrekt de correcties die de Nederlandse Zorgautoriteit heeft toegepast bij de verzekerdenaantallen.

Artikel 26. De tweede voorlopige herberekening van het deelbedrag kosten van B-dbc’s 2010.

  • 1 Het college hanteert bij de tweede voorlopige herberekening van het deelbedrag kosten van B-dbc’s 2010 als uitgangspunten:

    • a. de gewichten kosten van B-dbc’s 2010 naar leeftijd en geslacht, zoals vermeld in bijlage 33 van deze beleidsregels;

    • b. de gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per FKG 0 tot en met 23 2010, zoals vermeld in bijlage 34 van deze beleidsregels;

    • c. de gewichten variabele kosten van B-dbc’s per verzekerde per DKG 0 t/m 13 2010, zoals vermeld in bijlage 35 van deze beleidsregels;

    • d. de gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2010, zoals vermeld in bijlage 36 van deze beleidsregels;

    • e. de gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per regioklasse 2010, zoals vermeld in bijlage 37 van deze beleidsregels;

    • f. de gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per sociaal economische statusklasse 2010, genoemd in bijlage 38 van deze beleidsregels.

  • 3 Het college herberekent het deelbedrag kosten van B-dbc’s 2010 voor het totaal van alle verzekerden van alle zorgverzekeraars 2010 op de wijze zoals beschreven in artikel 8, gebruik makend van de gewichten uit het eerste lid.

  • 4 Het college herberekent de schalingsfactor kosten van B-dbc’s 2010 door de som van de totale kosten van B-dbc’s 2010 van alle zorgverzekeraars, zoals bepaald in het tweede lid, te delen door het herberekende normatieve deelbedrag kosten van B-dbc’s voor het totaal van alle verzekerden 2010 van alle verzekeraars, zoals berekend in het derde lid.

  • 5 Het college herberekent alle gewichten uit het eerste lid door deze te vermenigvuldigen met de herberekende schalingsfactor kosten van B-dbc’s 2010 en rondt deze af op twee decimalen.

  • 6 Het college vermenigvuldigt de in het vijfde lid herberekende gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per risicoklasse naar leeftijd en geslacht 2010 met de aantallen verzekerden per overeenkomstige risicoklasse per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd.

  • 7 De in het vijfde lid herberekende gewichten kosten van B-dbc’s 2010 per verzekerde worden per overeenkomstige FKG vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2010 per FKG 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het zesde lid.

  • 8 De in het vijfde lid herberekende gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde worden per overeenkomstige DKG vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2010 per DKG 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het zevende lid.

  • 9 De in het vijfde lid herberekende gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2010 worden per zorgverzekeraar per overeenkomstige aard van het inkomenklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2010 per aard van het inkomenklasse 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het achtste lid.

  • 10 De in het vijfde lid herberekende gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per regioklasse 2010 worden per overeenkomstige regioklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden per regioklasse 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het negende lid.

  • 11 De in het vijfde lid herberekende gewichten kosten van B-dbc’s per verzekerde per sociaal economische statusklasse 2010 worden per overeenkomstige sociaal economische statusklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden per sociaal economische statusklasse 2009 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het tiende lid.

  • 13 Het resultaat van het twaalfde lid wordt aangeduid als het tweede voorlopige herberekende deelbedrag kosten van B-dbc’s 2010.

  • 14 Voor de toepassing van artikel 3.21 van de Regeling zorgverzekering trekt het college van het voorlopige herberekende deelbedrag kosten van B-dbc’s 2010 af de kosten van B-dbc’s 2010, zoals bepaald in het tweede lid.

Artikel 27. De tweede voorlopige herberekening van het deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010.

  • 1 Het college hanteert bij de tweede voorlopige herberekening van het deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010 als uitgangspunten:

    • a. de gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per risicoklasse 2010 naar leeftijd en geslacht, zoals vermeld in bijlage 39 van deze beleidsregels;

    • b. de gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per FKG 0 tot en met 23 2010, zoals vermeld in bijlage 40 van deze beleidsregels;

    • c. de gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per DKG 0 t/m 13 2010, zoals vermeld in bijlage 41 van deze beleidsregels;

    • d. de gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2010, zoals vermeld in bijlage 42 van deze beleidsregels;

    • e. de gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per regioklasse 2010, zoals vermeld in bijlage 43 van deze beleidsregels;

    • f. de gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per sociaal economische statusklasse 2010, genoemd in bijlage 44 van deze beleidsregels.

  • 3 Het college herberekent het deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010 voor het totaal van alle verzekerden van alle zorgverzekeraars 2010 op de wijze zoals beschreven in artikel 9, gebruik makend van de gewichten uit het eerste lid.

  • 4 Het college herberekent de schalingsfactor variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010 door de som van de totale variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010 van alle zorgverzekeraars, zoals bepaald in het tweede lid, te delen door het herberekende normatieve deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp voor het totaal van alle verzekerden 2010 van alle verzekeraars, zoals berekend in het derde lid.

  • 5 Het college herberekent alle gewichten uit het eerste lid door deze te vermenigvuldigen met de herberekende schalingsfactor variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010 en rond deze af op twee decimalen.

  • 6 Het college vermenigvuldigt de in het vijfde lid herberekende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per risicoklasse 2010 naar leeftijd en geslacht met de aantallen verzekerden per overeenkomstige risicoklasse per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd.

  • 7 De in het vijfde lid herberekende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde 2010 worden per overeenkomstige FKG vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2010 per FKG 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het zesde lid.

  • 8 De in het vijfde lid herberekende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde 2010 worden per zorgverzekeraar per overeenkomstige DKG 2010 vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2010 per DKG 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het zevende lid.

  • 9 De in het vijfde lid herberekende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2010 worden per zorgverzekeraar per overeenkomstige aard van het inkomenklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2010 per aard van het inkomenklasse 2010. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het achtste lid.

  • 10 De in het vijfde lid herberekende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per regioklasse 2010, worden per overeenkomstige regioklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden per regioklasse 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het negende lid.

  • 11 De in het vijfde lid herberekende gewichten variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp per verzekerde per sociaal economische statusklasse 2010, worden per overeenkomstige sociaal economische statusklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden per sociaal economische statusklasse 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het tiende lid.

  • 13 Vervolgens calculeert het college per zorgverzekeraar 30 procent na op het verschil tussen de variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp, verkregen in het tweede lid en het resultaat van het twaalfde lid.

  • 14 Het resultaat van het dertiende lid wordt aangeduid als het tweede voorlopig herberekende deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010.

  • 15 Voor de toepassing van artikel 3.21 van de Regeling zorgverzekering trekt het college van het tweede voorlopig herberekende deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010 af de kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010, zoals bepaald in het tweede lid.

Artikel 28. De tweede voorlopige herberekening van het deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2010

Het college herberekent voor de tweede keer voorlopig het deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2010 overeenkomstig artikel 20, met inachtneming van artikel 25.

Artikel 29. De tweede voorlopige herberekening van het deelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010

  • 1 Voor de tweede voorlopige herberekening van het deelbedrag kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg hanteert het college als uitgangspunten:

    • a. de gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per risicoklasse 2010 naar leeftijd en geslacht, zoals vermeld in bijlage 45 van deze beleidsregels;

    • b. de gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per FKG GGZ 2010, zoals vermeld in bijlage 46 van deze beleidsregels;

    • c. de gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2010, zoals vermeld in bijlage 47 van deze beleidsregels;

    • d. de gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per GGZ regioklasse 2010, zoals vermeld in bijlage 48 van deze beleidsregels;

    • e. de gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per sociaal economische statusklasse 2010, genoemd in bijlage 49 van deze beleidsregels;

    • f. de gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per éénpersoonsadresklasse 2010, genoemd in bijlage 50 van deze beleidsregels;

    • g. de gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per GGZ-kosten lage drempelklasse 2010, genoemd in bijlage 51 van deze beleidsregels;

    • h. de gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per GGZ-kosten hoge drempelklasse 2010, genoemd in bijlage 52 van deze beleidsregels.

  • 4 Het college berekent het gewicht kosten van overige prestaties per verzekerde voor de risicoklasse GGZ kosten lage drempelklasse 2010 0 door het totaal aantal verzekerden per GGZ kosten lage drempelklasse 1 te vermenigvuldigen met het overeenkomstige gewicht en het resultaat vervolgens te delen door het geraamde totaal aantal verzekerden GGZ kosten lage drempelklasse 2010 0, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.

  • 5 Het college berekent het gewicht kosten van overige prestaties per verzekerde voor de risicoklasse GGZ kosten hoge drempelklasse 2010 0 door het totaal aantal verzekerden per GGZ kosten hoge drempelklasse 1 te vermenigvuldigen met het overeenkomstige gewicht en het resultaat vervolgens te delen door het geraamde totaal aantal verzekerden GGZ kosten hoge drempelklasse 2010 0, dat af te ronden op twee decimalen en van een negatief teken te voorzien.

  • 6 Het college herberekent het normatieve bedrag kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 voor de verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 van alle zorgverzekeraars op de wijze zoals beschreven in het tweede tot en met negende lid van artikel 11, gebruik makend van de gewichten uit het eerste lid.

  • 7 Het college herberekent de schalingsfactor kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg voor verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 door de som van de kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 van alle zorgverzekeraars, zoals bepaald in het tweede lid, te delen door het normatieve bedrag kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 voor de verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 van alle zorgverzekeraars, als berekend in het zesde lid.

  • 8 Het college herberekent alle gewichten uit het eerste lid door deze te vermenigvuldigen met de herberekende schalingsfactor geestelijke gezondheidszorg 2010, en deze vervolgens af te ronden op twee decimalen.

  • 9 De herberekende gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde 2010 worden per overeenkomstige risicoklasse naar leeftijd en geslacht vermenigvuldigd met het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 per risicoklasse 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd.

  • 10 De herberekende gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per FKG GGZ 2010 worden per overeenkomstige FKG GGZ vermenigvuldigd met het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 per FKG GGZ 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het negende lid.

  • 11 De herberekende gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2010 worden per overeenkomstige aard van het inkomenklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 per aard van het inkomenklasse 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het tiende lid.

  • 12 De herberekende gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per GGZ regioklasse 2010 worden per overeenkomstige GGZ regioklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 per GGZ regioklasse 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het elfde lid.

  • 13 De herberekende gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per sociaal economische statusklasse 2010 worden per overeenkomstige sociaal economische statusklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 per sociaal economische statusklasse 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het twaalfde lid.

  • 14 De herberekende gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per éénpersoonsadresklasse 2010, worden per overeenkomstige éénpersoonsadresklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per éénpersoonsadresklasse 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het dertiende lid.

  • 15 De herberekende gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per GGZ kosten lage drempelklasse 2010, worden per overeenkomstige GGZ kosten lage drempelklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per GGZ kosten lage drempelklasse 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het veertiende lid.

  • 16 De herberekende gewichten kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg per verzekerde per GGZ kosten hoge drempelklasse 2010, worden per overeenkomstige GGZ kosten hoge drempelklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder per GGZ kosten hoge drempelklasse 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het vijftiende lid.

  • 18 Het college herberekent het normatieve bedrag kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 voor de verzekerden jonger dan 18 jaar 2010 van alle zorgverzekeraars op de wijze zoals beschreven in artikel 11, tiende lid.

  • 19 Het college herberekent de schalingsfactor kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg voor verzekerden jonger dan 18 jaar 2010 door de som van de kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 van alle zorgverzekeraars, zoals bepaald in het derde lid, te delen door het normatieve bedrag kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 voor de verzekerden jonger dan 18 jaarvan alle zorgverzekeraars, als berekend in het achttiende lid.

  • 20 Het college herberekent de gewichten voor de geneeskundige GGZ kosten voor verzekerden jonger dan 18 jaar per verzekerde per jonger dan 18 jaarklasse door deze te vermenigvuldigen met de herberekende schalingsfactor kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg voor verzekerden jonger dan 18 jaar 2010, en deze vervolgens af te ronden op twee decimalen.

  • 21 De herberekende gewichten voor geneeskundige GGZ kosten voor verzekerden jonger dan 18 jaar per verzekerde 2010 wordt vermenigvuldigd met het aantal verzekerden jonger dan 18 jaar 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd.

  • 22 Het college calculeert per zorgverzekeraar 100 procent na op het verschil tussen de kosten van de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg, verkregen in het derde lid en het resultaat van het eenentwintigste lid.

  • 23 De som van het resultaat van het zeventiende lid en het tweeëntwintigste lid wordt aangeduid als het tweede voorlopig herberekende deelbedrag kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010.

Artikel 30. De tweede voorlopige herberekening van het deelbedrag kosten van overige prestaties 2010

  • 1 Voor de tweede voorlopige herberekening van het deelbedrag kosten van overige prestaties hanteert het college als uitgangspunten:

    • a. de gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per risicoklasse 2010 naar leeftijd en geslacht, zoals vermeld in bijlage 53 van deze beleidsregels;

    • b. de gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per FKG 2010, zoals vermeld in bijlage 54 van deze beleidsregels;

    • c. de gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per DKG 2010, zoals vermeld in bijlage 55 van deze beleidsregels;

    • d. de gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2010, zoals vermeld in bijlage 56 van deze beleidsregels;

    • e. de gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per regioklasse 2010, zoals vermeld in bijlage 57 van deze beleidsregels;

    • f. de gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per sociaal economische statusklasse 2010, genoemd in bijlage 58 van deze beleidsregels.

  • 3 Het college herberekent het normatieve bedrag kosten van overige prestaties 2010 voor het totaal van alle verzekerden 2010 van alle zorgverzekeraars op de wijze zoals beschreven in artikel 12, gebruik makend van de gewichten uit het eerste lid.

  • 4 Het college herberekent de schalingsfactor kosten van overige prestaties 2010 door de som van de kosten van overige prestaties 2010 van alle zorgverzekeraars, zoals bepaald in het tweede lid, te delen door het normatieve bedrag kosten van overige prestaties 2010 voor het totaal van alle verzekerden 2010 van alle zorgverzekeraars, als berekend in het derde lid.

  • 5 Het college herberekent alle gewichten uit het eerste lid door deze te vermenigvuldigen met de herberekende schalingsfactor overige prestaties 2010, en deze vervolgens af te ronden op twee decimalen.

  • 6 De herberekende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde 2010 worden per overeenkomstige risicoklasse naar leeftijd en geslacht vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2010 per risicoklasse 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd.

  • 7 De herberekende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per FKG 2010 worden per overeenkomstige FKG vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2010 per FKG 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het zesde lid.

  • 8 De herberekende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per DKG 2010 worden per overeenkomstige DKG vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2010 per DKG 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het zevende lid.

  • 9 De herberekende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per aard van het inkomenklasse 2010 worden per overeenkomstige aard van het inkomenklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2010 per aard van het inkomenklasse 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het achtste lid.

  • 10 De herberekende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per regioklasse 2010 worden per overeenkomstige regioklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden 2010 per regioklasse 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het negende lid.

  • 11 De herberekende gewichten kosten van overige prestaties per verzekerde per sociaal economische statusklasse 2010, worden per overeenkomstige sociaal economische statusklasse vermenigvuldigd met het aantal verzekerden per sociaal economische statusklasse 2010 per zorgverzekeraar. De uitkomsten worden per zorgverzekeraar gesommeerd en toegevoegd aan het resultaat van het tiende lid.

  • 13 Het resultaat van het twaalfde lid wordt aangeduid als het tweede voorlopig herberekende deelbedrag kosten van overige prestaties 2010.

Artikel 31. De tweede voorlopige herberekening van de normatieve eigen risico opbrengst 2010

Het college herberekent voor de tweede keer voorlopig de normatieve eigen risico opbrengst 2010 overeenkomstig artikel 13 en artikel 23, met inachtneming van artikel 25.

Artikel 32. De tweede voorlopige herberekening van het normatieve bedrag 2010 en de tweede voorlopige herberekening en de vaststelling van de bijdrage 2010

  • 1 Het college herberekent het normatieve bedrag 2010 voor de tweede keer voorlopig als de som van het tweede voorlopige deelbedrag B-dbc’s 2010, het tweede voorlopige deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010, het tweede voorlopige deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2010, het tweede voorlopige deelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 en het tweede voorlopige deelbedrag kosten van overige prestaties 2010.

  • 2 Voor de toepassing van artikel 3.21 van de Regeling zorgverzekering berekent het college:

    • a. de som van het bedrag bepaald in artikel 26, veertiende lid en het bedrag bepaald in artikel 27, vijftiende lid;

    • b. indien het in onderdeel a bepaalde bedrag groter is dan het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 maal EUR 22,50, dan trekt het college 90 procent van het meerdere af van het normatieve bedrag 2010 uit het eerste lid;

    • c. indien het in onderdeel a bepaalde bedrag kleiner is dan het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 maal EUR -22,50, dan voegt het college 90 procent van het verschil toe aan het normatieve bedrag 2010 uit het eerste lid.

  • 3 Voor de toepassing van artikel 3.21 van de Regeling zorgverzekering gebruikt het college:

    • a. de uitkomst van artikel 29, vierentwintigste lid;

    • b. indien het in onderdeel a bepaalde bedrag groter is dan het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 maal EUR 7,50, dan trekt het college 100 procent van het meerdere af van het normatieve bedrag 2010 uit het eerste lid;

    • c. indien het in onderdeel a bepaalde bedrag kleiner is dan het aantal verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 maal EUR -7,50, dan voegt het college 100 procent van het verschil toe aan het normatieve bedrag 2010 uit het eerste lid.

  • 4 Het college bepaalt de tweede voorlopige opbrengst van de nominale rekenpremie per zorgverzekeraar door de verzekerden van 18 jaar en ouder 2010 per zorgverzekeraar te vermenigvuldigen met de nominale rekenpremie 2010.

  • 5 Het college vermindert het resultaat van het vierde lid met het bedrag dat de zorgverzekeraar verantwoordt in zijn jaarverslag als gederfde inkomsten voor verzekerden van 18 jaar en ouder waarvoor als gevolg van de toepasselijkheid van artikel 24 Zorgverzekeringswet geen nominale premies worden ontvangen.

  • 6 Het college berekent de tweede voorlopige aanvulling op de bijdrage voor de uitkering in verband met uitvoeringskosten van verzekerden jonger dan 18 jaar door het aantal verzekerden jonger dan 18 jaar 2010 te vermenigvuldigen met EUR 50.

  • 7 Het college berekent de bijdrage 2010 voor de tweede keer voorlopig door de som van het tweede voorlopige normatieve bedrag 2010 bedoeld in het eerste lid, met toepassing van het tweede lid en de aanvulling voor uitvoeringskosten van verzekerden jonger dan 18 jaar bedoeld in het vijfde lid, te verminderen met de tweede voorlopige normatieve eigen risico opbrengst bedoeld in artikel 31, en de opbrengst van de nominale rekenpremie, bedoeld in het vierde lid.

  • 8 Het college stelt de voorlopige bijdrage 2010 voor de tweede keer voorlopig vast in september 2013 ter hoogte van de in het vorige lid berekende bijdrage. De bepaling van de verzekerdenaantallen is definitief.

Hoofdstuk V. De vaststelling van de bijdrage 2010 aan een zorgverzekeraar

Artikel 33. Algemene bepaling

Het college herberekent de vereveningsbijdrage definitief met inachtneming van de correcties die voortkomen uit de reviewrapportage die de Nederlandse zorgautoriteit uitbrengt over de jaarstaat 2012.

Artikel 34. De definitieve herberekening van het deelbedrag kosten van B-dbc’s 2010

Het college herberekent definitief het deelbedrag kosten van B-dbc’s 2010 overeenkomstig artikel 26, met inachtneming van artikel 33.

Artikel 35. De definitieve herberekening van het deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010

Het college herberekent definitief het deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp 2010 overeenkomstig artikel 27, met inachtneming van artikel 33.

Artikel 36. De definitieve herberekening van het deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2010

Het college herberekent definitief het deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2010 overeenkomstig artikel 28, met inachtneming van artikel 33.

Artikel 37. De definitieve herberekening van het deelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010

Het college herberekent definitief het deelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 overeenkomstig artikel 29, met inachtneming van artikel 33.

Artikel 38. De definitieve herberekening van het deelbedrag kosten van overige prestaties 2010

Het college herberekent definitief het deelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010 overeenkomstig artikel 30, met inachtneming van artikel 33.

Artikel 39. De definitieve herberekening van de normatieve eigen risico opbrengst 2010

Het college herberekent definitief het deelbedrag de normatieve eigen risico opbrengst overeenkomstig artikel 31, met inachtneming van artikel 33.

Artikel 40. De definitieve herberekening van het normatieve bedrag 2010 en de definitieve herberekening en de vaststelling van de bijdrage 2010

  • 1 Het college herberekent definitief het normatieve bedrag 2010 overeenkomstig artikel 32, met inachtneming van artikel 33.

  • 2 Het college stelt de bijdrage 2010 vast in april 2014 ter hoogte van de in het vorige lid definitief berekende bijdrage.

Hoofdstuk VI. De uitkering voor de kosten van prestaties die door het college naar het werkelijk bedrag worden vergoed

Artikel 41

  • 1 Bij gelegenheid van de vaststelling van de bijdrage 2010 als bedoeld in artikel 40 stelt het college per zorgverzekeraar ook de uitkering 2010 vast voor de kosten die op grond van de Zorgverzekeringswet naar het werkelijke bedrag door het college worden vergoed.

  • 2 In afwachting van de vaststelling van de uitkering 2010 voor de kosten die op grond van de Zorgverzekeringswet naar het werkelijke bedrag door het college worden vergoed, stelt het college bij de voorlopige vaststelling van de bijdrage 2010 bedoeld in artikel 24 ook de voorlopige uitkering 2010 voor de kosten die op grond van de Zorgverzekeringswet naar het werkelijke bedrag door het college worden vergoed, vast.

  • 3 In afwachting van de vaststelling van de uitkering 2010 voor de kosten die op grond van de Zorgverzekeringswet naar het werkelijke bedrag door het college worden vergoed, stelt het college bij de tweede voorlopige vaststelling van de bijdrage 2010 bedoeld in artikel 32 ook de tweede voorlopige uitkering 2010 voor de kosten die op grond van de Zorgverzekeringswet naar het werkelijke bedrag door het college worden vergoed, vast.

Hoofdstuk VII. De betalingen aan de zorgverzekeraars

Artikel 42

  • 1 Het college betaalt de zorgverzekeraars de bijdrage, bedoeld in artikel 14, vierde lid, uit. Het college maakt bij de betaling onderscheid naar de volgende bestanddelen:

    • a. het deel van het normatieve bedrag 2010 dat betrekking heeft op het deelbedrag kosten van B-dbc’s, het deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp en het deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2010;

    • b. het deelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010;

    • c. het deelbedrag overige prestaties 2010;

    • d. een aftrekpost voor de geraamde normatieve eigen risico opbrengst;

    • e. een aftrekpost voor de geraamde opbrengst van de nominale rekenpremie.

  • 2 Het college betaalt de zorgverzekeraars de uitkering in verband met uitvoeringskosten van verzekerden jonger dan 18 jaar, bedoeld in artikel 14, vijfde lid gelijktijdig met de betaling genoemd in het eerste lid uit.

  • 3 Voor de betaling van de kosten, die op grond van de Zorgverzekeringswet naar werkelijke kosten worden vergoed, kan het college ambtshalve een bedrag vaststellen, waarmee de betaling aan de zorgverzekeraars wordt verhoogd.

  • 4 Indien toepassing van onderscheidenlijk het eerste en het tweede lid resulteert in een negatief saldo voor de zorgverzekeraar, schort het college de betalingen aan de zorgverzekeraar op, tot het negatieve saldo is verrekend.

Artikel 43

  • 1 Bij gelegenheid van de voorlopige vaststelling van de bijdrage, bedoeld in artikel 24, achtste lid, stelt het college ook het volgende vast:

    • a. De hoogte van het bedrag van de door de zorgverzekeraar ingevorderde boetes op grond van artikel 96 Zorgverzekeringswet;

    • b. Het vergoedingsbedrag waar de zorgverzekeraar voor de door hem zelf ingevorderde boetes op grond van artikel 96, zesde lid, Zorgverzekeringswet recht op heeft;

    • c. Het deel van het bedrag bedoeld onder a dat de zorgverzekeraar aan het Zorgverzekeringsfonds moet afdragen;

    • d. Het deel van het bedrag van de door het college zelf op grond van artikel 96 Zorgverzekeringswet ingevorderde boetes waar de zorgverzekeraar als vergoeding recht op heeft.

  • 2 Het college verrekent de som van de onderdelen c en d uit het eerste lid zo mogelijk met de op grond van artikel 24, achtste lid, voorlopig vastgestelde bijdrage.

  • 3 Indien verrekening, als bedoeld in het tweede lid, niet mogelijk blijkt, vordert het college het door de zorgverzekeraar af te dragen bedrag bij de zorgverzekeraar in, dan wel betaalt het college het door de zorgverzekeraar te ontvangen bedrag, aan de zorgverzekeraar na.

Artikel 44. compensatiebijdrage voor wanbetaling

  • 1 Het college stelt voor zorgverzekeraars met een datum aanlevering na 1 januari 2010 een compensatiebijdrage voor wanbetaling vast.

  • 4 Het college baseert zich voor de vaststelling van de compensatiebijdrage op de opgave van de zorgverzekeraar op 1 juni 2011 over het totale aantal wanbetalers en het totale aantal premieachterstandsdagen. In die opgave zet de zorgverzekeraar het bedrag aan premieachterstand om in een periode van premieachterstand. Hierbij wordt verondersteld dat alle premieinkomsten en door de verzekerde betaalde verplichtingen op grond van het verplicht eigen risico met de oudste openstaande premieschuld zijn verrekend.

  • 5 Het college voert ten behoeve van de berekening van de compensatiebijdrage bedoeld in het tweede lid de volgende berekeningsstappen uit:

    • a. Het college bepaalt de uiterste compensatiedatum op de datum aanlevering. Wanneer de verzekering beëindigd is, dan wel een betalingsregeling of schuldsanering is overeengekomen vòòr de uiterste compensatiedatum, wordt de uiterste compensatiedatum de datum waarop de verzekering is beëindigd respectievelijk de betalingsregeling of schuldsanering is overeengekomen.

    • b. Het college bepaalt het aantal compensatiedagen door het aantal dagen premie-achterstandsdagen te verminderen met de helft van het aantal dagen in het oudste relevante kalenderjaar. De compensatieperiode bestaat uit het aantal compensatiedagen dat vooraf gaat aan de uiterste compensatiedatum.

    • c. Het college berekent de compensatiebijdrage als volgt:

  • 6 Het college stelt op basis van de opgave van de zorgverzekeraar de hoogte van de compensatiebijdrage 2010 vast op het totaal van de compensatiebijdrage berekend in het vijfde lid, onderdeel c, onder aftrek van de bedragen die aan de zorgverzekeraar zijn uitgekeerd in het kader van de compensatieregeling voor wanbetalers in de jaren 2006 tot en met 2009. Daaraan worden toegevoegd de compensatiebedragen voor de wanbetalers waarvan de zorgverzekering is beëindigd vóór 1 januari 2010 of waarmee voor 1 januari 2010 een schuldsanering of betalingsregeling is overeengekomen.

  • 7 Het college keert het resultaat van het zesde lid uiterlijk op 1 oktober 2011 uit.

  • 8 De zorgverzekeraar bedoeld in het eerste lid doet een geactualiseerde opgave uiterlijk op 1 juni 2012 die zonodig de opgave van 1 juni 2011 bedoeld in het vierde lid corrigeert.

  • 9 Het college herziet de vaststelling van de compensatiebijdrage bedoeld in zesde lid, op basis van de opgave bedoeld in het achtste lid. Indien de herziene vaststelling hoger uitkomt dan de eerder met toepassing van het zesde lid vastgestelde compensatiebijdrage verrekent of betaalt het college het verschil uit. Indien de herziene vasttelling lager uitkomt dan de eerder met toepassing van het zesde lid vastgestelde bijdrage verrekent het college het verschil dan wel vordert dit verschil bij de zorgverzekeraar in.

Artikel 45. Betaling

  • 4 De resultaten van het derde lid worden genoemd als volgt:

    • a. het netto te betalen bedrag dat betrekking heeft op het deelbedrag kosten van B-dbc’s, het deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp en het deelbedrag vaste kosten van ziekenhuisverpleging 2010;

    • b. het netto te betalen bedrag dat betrekking heeft op het deelbedrag geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2010;

    • c. het netto te betalen bedrag dat betrekking heeft op het deelbedrag overige prestaties 2010;

    • d. het netto te betalen bedrag dat betrekking heeft op de uitkering in verband met de uitvoeringskosten van verzekerden jonger dan 18 jaar.

  • 5 Het college betaalt de netto te betalen bedragen berekend in het vierde lid in termijnen op de eerste werkdag van de maand, overeenkomstig onderstaand betalingsschema:

    Betalingsschema
     

    Bestanddelen betalingen

    Betaalmoment

    artikel 45 vierde lid, onder a

    artikel 45 vierde lid, onder b

    artikel 45 vierde lid, onder c

    artikel 45 vierde lid, onder d

    januari 2010

     

    0,5200%

       

    februari 2010

    0,9195%

    2,0800%

     

    8,3333%

    maart 2010

    2,6437%

    4,1700%

    8,3333%

    8,3333%

    april 2010

    4,3678%

    6,2500%

    8,3334%

    8,3334%

    mei 2010

    6,0920%

    7,8100%

    8,3333%

    8,3333%

    juni 2010

    7,6435%

    8,3400%

    8,3333%

    8,3333%

    juli 2010

    8,3333%

    8,3300%

    8,3334%

    8,3334%

    augustus 2010

    8,3333%

    8,3300%

    8,3333%

    8,3333%

    september 2010

    8,3333%

    8,3400%

    8,3333%

    8,3333%

    oktober 2010

    8,3333%

    8,3300%

    8,3334%

    8,3334%

    november 2010

    8,3333%

    8,3300%

    8,3333%

    8,3333%

    december 2010

    8,3333%

    8,3400%

    8,3333%

    8,3333%

    januari 2011

    8,3333%

    7,8100%

    8,3334%

    8,3334%

    februari 2011

    7,4139%

    6,2500%

    8,3333%

     

    maart 2011

    5,6897%

    4,1700%

       

    april 2011

    3,9656%

    2,0800%

       

    mei 2011

    2,2414%

    0,5200%

       

    juni 2011

    0,6898%

         
  • 6 Voor een zorgverzekeraar, die zich op grond van artikel 25 Zorgverzekeringswet aanmeldt bij de Nederlandse Zorgautoriteit nadat het college de bijdragen voor de zorgverzekeraars heeft toegekend, kan het college voor die zorgverzekeraar afwijken van de vorige leden.

  • 7 Het college kan, indien naar zijn oordeel uit nieuwe informatie blijkt dat de verwachting is dat bij de eerstvolgende herberekening of herziening van de bijdrage, de bijdrage meer dan 5 procent hoger zal zijn dan bij de laatst toegekende of voorlopig vastgestelde bijdrage, afwijken van de vorige leden en de betalingen aan een zorgverzekeraar aanpassen.

Artikel 46

  • 1 Bij de herberekening en herziening van de toegekende bijdrage 2010 op grond van artikel 16 herziet het college de te betalen termijnen overeenkomstig artikel 45 voor de eerste keer. Het college verrekent het verschil tussen de reeds betaalde termijnen en de voor de eerste keer herziene termijnen.

  • 2 Bij gelegenheid van de voorlopige vaststelling van de bijdrage, op grond van hoofdstuk III, herziet het college voor de tweede keer de te betalen termijnen overeenkomstig artikel 45. Het college verrekent het verschil tussen de reeds betaalde termijnen en de voor de tweede keer herziene termijnen.

  • 3 Bij gelegenheid van de tweede voorlopige vaststelling van de bijdrage, op grond van hoofdstuk IV, herziet het college de te betalen termijnen voor de derde keer overeenkomstig artikel 45. Het college verrekent het verschil tussen de reeds betaalde termijnen en de voor de derde maal herziene termijnen.

  • 4 Bij gelegenheid van de definitieve vaststelling van de bijdrage, op grond van hoofdstuk V, stelt het college de te betalen termijnen definitief vast overeenkomstig artikel 45.

    Het college verrekent het verschil tussen de reeds betaalde termijnen en de definitief te betalen termijnen.

  • 5 Indien toepassing van onderscheidenlijk het eerste, tweede, derde en vierde lid, resulteert in een positief saldo voor de zorgverzekeraar, betaalt het college dat saldo ineens aan de zorgverzekeraar, behoudens een eventuele verrekening met een vordering op de zorgverzekeraar uit hoofde van de Zorgverzekeringswet dan wel de AWBZ.

  • 6 Indien toepassing van onderscheidenlijk het eerste, tweede, derde en vierde lid, resulteert in een negatief saldo voor de zorgverzekeraar, wordt dat saldo ineens door de desbetreffende zorgverzekeraar aan het college terugbetaald, behoudens voor zover het college het bedrag heeft verrekend met enige vordering op de zorgverzekeraar op grond van de Zorgverzekeringswet dan wel de AWBZ.

Artikel 47

  • 1 De zorgverzekeraar en het college zijn over en weer rente verschuldigd en hebben over en weer aanspraak op rente over de verschillen, bedoeld in artikel 46.

  • 2 De rente, bedoeld in het eerste lid, wordt bij de voorlopige, tweede voorlopige en de definitieve vaststelling van de uitkering door het college verwerkt en zo mogelijk verrekend met andere betalingen die uit deze vaststellingen voortvloeien.

Artikel 48

  • 1 Bij de verrekening van verschillen, bedoeld in artikel 46, tweede, derde en vierde lid, berekent het college rente over het verschil vanaf de datum waarop het verschil is ontstaan tot de datum waarop de verschillen worden verrekend.

  • 5 Voor een zorgverzekeraar waarvoor krachtens artikel 46, vierde en vijfde lid, afwijkende betalingen hebben plaatsgevonden, kan het college bij de renteberekening afwijken van de vorige leden.

  • 6 Voor het rentepercentage gaat het college uit van het gemiddelde van de maandrentes van het Euro Interbank Offered Rate (Euribortarief) voor driemaands termijngelden zonder onderpand over de periodes, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid. Voor de laatste kalendermaand vóór de betaling wordt uitgegaan van de rente over de voorafgaande kalendermaand.

  • 7 De rente betreft een samengestelde rente en wordt op maandbasis berekend.

    Bij de berekening wordt een maand op 30 en een jaar op 360 dagen gesteld.

  • 8 Indien de situatie zich voordoet dat het in deze paragraaf bedoelde Euro Interbank Offered Rate (Euribortarief) niet meer kan worden toegepast, zal een zoveel als mogelijk overeenkomstig tarief worden gehanteerd.

Deze beleidsregels worden in de Staatscourant geplaatst.

Voorzitter Raad van Bestuur

,

P.C. Hermans

Bijlage 1. Prevalentie-ontwikkeling 2009-2010 per morbiditeitsrisicoklasse per FKG 2010

Mannen

0

1

2

3

4

5

Leeftijd

 

Glaucoom

Schildklieraandoeningen

Psychische aandoeningen

Hoog cholesterol

Diabetes type IIb

0 t/m 14

0,994946

0,916784

1,081253

1,286823

1,440820

1,481987

15 t/m 29

0,996299

1,001718

1,088967

1,145811

1,025248

0,951463

30 t/m 44

0,995933

1,068038

1,056187

1,065671

1,038572

0,990170

45 t/m 59

0,992487

1,023692

1,074088

1,068441

1,022935

0,954643

60 t/m 74

0,988923

1,026117

1,046486

1,073786

1,040144

0,918346

75 e.o.

0,962688

1,029510

1,039217

1,082241

1,110389

0,910208

Vrouwen

0

1

2

3

4

5

Leeftijd

 

Glaucoom

Schildklieraandoeningen

Psychische aandoeningen

Hoog cholesterol

Diabetes type IIb

0 t/m 14

0,997987

1,063088

1,112774

1,377972

1,190803

0,635031

15 t/m 29

0,996708

0,950667

1,059823

1,089308

1,006351

0,979854

30 t/m 44

0,994375

1,015629

1,077908

1,047767

1,042204

0,978064

45 t/m 59

0,989004

1,012947

1,068078

1,068705

1,033687

0,952167

60 t/m 74

0,989557

1,012661

1,053349

1,059108

1,028295

0,892637

75 e.o.

0,973606

1,021154

1,053403

1,061091

1,118750

0,901833

Mannen

6

7

8

9

10

11

Leeftijd

CARA

Diabetes type Iia

Epilepsie

Ziekte van Crohn

Hartaandoeningen

Reuma

0 t/m 14

1,145880

1

1,115185

1,077808

0,947937

1,418403

15 t/m 29

1,108495

1,184836

1,056689

0,993942

0,988437

1,233385

30 t/m 44

1,058978

1,158834

1,034606

1,033999

0,985205

1,209513

45 t/m 59

1,059070

1,100202

1,046805

1,058727

0,976311

1,132727

60 t/m 74

1,000170

1,094992

1,038351

1,033713

0,955256

1,110552

75 e.o.

1,011361

1,167331

1,014542

1,027845

0,988860

1,115630

Vrouwen

6

7

8

9

10

11

Leeftijd

CARA

Diabetes type IIa

Epilepsie

Ziekte van Crohn

Hartaandoeningen

Reuma

0 t/m 14

1,145275

1

1,080919

1,029861

0,876521

1,095075

15 t/m 29

1,077401

0,775718

1,060375

1,008862

0,933821

1,215249

30 t/m 44

1,056185

1,130546

1,030013

1,037554

0,977942

1,129678

45 t/m 59

1,066423

1,110307

1,060057

1,058702

0,984690

1,117888

60 t/m 74

1,032003

1,080043

1,056652

1,050752

0,958079

1,100247

75 e.o.

1,043446

1,155489

1,035452

1,037281

0,989070

1,117779

Mannen

12

13

14

15

16

17

Leeftijd

Parkinson

Diabetes type I

Transplantaties

Cystic fibrosis/pancreas

Aand. van hersenen/ruggenmerg

Kanker

0 t/m 14

1

1,032338

1,126172

0,992057

0,946825

1,086790

15 t/m 29

0,978778

1,010443

1,103120

1,174533

1,107215

1,144417

30 t/m 44

1,049508

1,020521

1,083708

1,114934

1,116699

1,229883

45 t/m 59

1,060161

1,012432

1,076591

1,091516

1,059237

1,194961

60 t/m 74

1,004997

1,012943

1,071559

1,033283

1,043744

1,199274

75 e.o.

1,050063

1,047508

1,115779

1,055674

0,993653

1,175019

Vrouwen

12

13

14

15

16

17

Leeftijd

Parkinson

Diabetes type I

Transplantaties

Cystic fibrosis

Aand. Van hersenen/ruggenmerg

Kanker

0 t/m 14

1

1,031347

0,978045

0,992139

1,661343

0,808221

15 t/m 29

1,017541

1,017244

1,084785

1,165100

1,123248

1,428954

30 t/m 44

1,133328

1,015105

1,114800

1,090451

1,106496

1,218395

45 t/m 59

1,056718

1,017134

1,126130

1,069036

1,043771

1,232790

60 t/m 74

1,001499

0,988262

1,101337

0,983375

1,148425

1,188966

75 e.o.

1,006954

1,022195

1,053012

0,920271

1,074857

1,093067

Mannen

18

19

20

Leeftijd

HIV/AIDS

Nieraandoeningen

Groeihormonen

0 t/m 14

0,851192

0,905658

1,171803

15 t/m 29

1,084592

1,013986

1,015524

30 t/m 44

1,038648

1,088803

1,333074

45 t/m 59

1,133936

1,059603

1,148218

60 t/m 74

1,162167

1,036055

1,243956

75 e.o.

1,248860

1,136838

1,050512

Vrouwen

18

19

20

Leeftijd

HIV/AIDS

Nieraandoeningen

Groeihormonen

0 t/m 14

0,915984

1,111304

1,098256

15 t/m 29

1,088225

1,038646

1,100658

30 t/m 44

1,053991

0,938257

1,179764

45 t/m 59

1,174400

0,983161

1,198459

60 t/m 74

1,180416

1,011153

1,191486

75 e.o.

1,616879

1,202640

0,970127

Bron: College voor zorgverzekeringen

Bijlage 2. Toewijzing FKG’s 2010 in het geval van samenloop van FKG’s diabetes (diabetes I, diabetes IIa of diabetes IIb)

Diabetes I

Diabetes II

Hypertensie

Toewijzing FKG

>180

>180

>180

DIA I

>180

>180

<180

DIA I

>180

<180

>180

DIA I

>180

<180

<180

DIA I

<180

>180

>180

DIA IIa

<180

>180

<180

DIA IIb

<180

<180

>180

Geen

<180

<180

<180

Geen

Bron: College voor zorgverzekeringen

Toelichting

Groter of kleiner dan 180 verwijst naar de dagdosering voor de betreffende FKG. De tabel beschrijft de verschillende situaties die mogelijk zijn bij een samenloop van farmaciegebruik voor diabetes en hypertensie. In de laatste kolom staat aangegeven welke FKG’s toegewezen worden in de betreffende situatie.

Bijlage 3. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het criterium leeftijd en geslacht (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag kosten van B-dbc’s

Risicoklasse

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

 

Mannen

Vrouwen

0- jarigen

139,01

101,22

1 t/m 4 jaar

196,16

155,42

5 t/m 9 jaar

139,94

131,66

10 t/m 14 jaar

94,30

97,79

15 t/m 17 jaar

109,66

133,32

18 t/m 24 jaar

114,27

247,13

25 t/m 29 jaar

134,62

549,31

30 t/m 34 jaar

153,21

612,21

35 t/m 39 jaar

171,05

406,78

40 t/m 44 jaar

194,09

269,27

45 t/m 49 jaar

230,27

290,87

50 t/m 54 jaar

286,62

351,50

55 t/m 59 jaar

374,64

413,05

60 t/m 64 jaar

446,06

474,50

65 t/m 69 jaar

579,74

598,47

70 t/m 74 jaar

742,69

743,69

75 t/m 79 jaar

897,27

866,32

80 t/m 84 jaar

903,83

827,28

85 t/m 89 jaar

878,57

676,47

90 jaar en ouder

700,69

449,51

Bron: Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 4. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het criterium FKG’s (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag kosten van B-dbc’s
 

FKG 2010

Gewicht in euro's

0

Geen FKG

–48,34

1

Glaucoom

170,99

2

Schildklieraandoeningen

58,24

3

Antipsychotica, Alzheimer en verslaving

–173,27

4

Antidepressiva

22,11

5

Hoog cholesterol

115,17

6

Diabetes type IIb

135,14

7

COPD/Zware astma

67,60

8

Astma

46,17

9

Diabetes type IIa

284,86

10

Epilepsie

–41,21

11

Ziekte van Crohn/Colitis Ulcerosa

737,28

12

Hartaandoeningen

540,18

13

Reuma: TNF-a-blokkers

932,08

14

Overige reuma middelen

748,98

15

Parkinson

–16,44

16

Diabetes type I

852,06

17

Transplantaties

440,35

18

Cystic fibrosis/pancreas

–28,06

19

Aand. Van hersenen/ruggenmerg

–181,13

20

Kanker

15,75

21

HIV/AIDS

–96,12

22

Nieraandoeningen

370,04

23

Groeihormonen

–97,75

Bron: Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 5. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het criterium DKG’s (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag kosten van B-dbc’s

DKG 2010

Gewicht in euro's

0

–21,76

1

951,37

2

796,52

3

612,01

4

572,41

5

1.395,39

6

1.521,35

7

870,03

8

448,93

9

951,98

10

96,81

11

1.991,01

12

689,54

13

674,49

Bron: Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 6. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het criterium aard van het inkomen (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag kosten van B-dbc’s

Aard van het inkomen klasse

Gewichten in euro’s

1. 0 t/m 17 jaar of 65 jaar en ouder

0,00

2. Arbeidsongeschikten

18–34 jaar

13,90

 

35–44 jaar

85,86

 

45–54 jaar

148,41

 

55–64 jaar

149,21

3. Bijstand

18–34 jaar

44,75

 

35–44 jaar

9,39

 

45–54 jaar

8,67

 

55–64 jaar

–9,41

4. Zelfstandigen

18–34 jaar

–33,98

 

35–44 jaar

–35,11

 

45–54 jaar

–54,14

 

55–64 jaar

–65,63

5. Referentiegroep

18–34 jaar

0,08

 

35–44 jaar

–1,35

 

45–54 jaar

–9,68

 

55–64 jaar

–25,45

Bron: Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 7. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het regiocriterium (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag kosten van B-dbc’s

Regioklasse 2010

Gewicht in euro’s

Klasse 1

16,04

Klasse 2

9,32

Klasse 3

9,73

Klasse 4

7,42

Klasse 5

–0,38

Klasse 6

–0,51

Klasse 7

–5,09

Klasse 8

–9,54

Klasse 9

–8,91

Klasse 10

–18,59

Bron: Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 8. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het criterium sociaal economische status (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag kosten van B-dbc’s

SES klasse

Gewichten in euro’s

> 15 bewoners

0–17 jaar

1,88

 

18–64 jaar

–75,41

 

65+

–255,64

SES 1 (1e t/m 3e deciel)

0–17 jaar

1,88

 

18–64 jaar

30,06

 

65+

89,78

SES 2 (4e t/m 7e deciel)

0–17 jaar

–0,02

 

18–64 jaar

15,43

 

65+

–5,56

SES 3 (8e t/m 10e deciel)

0–17 jaar

–7,23

 

18–64 jaar

–36,10

 

65+

–33,67

Bron: Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 9. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het criterium leeftijd en geslacht (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag variabele kosten ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp

Risicoklasse

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

 

Mannen

Vrouwen

0- jarigen

1.994,91

1.698,92

1 t/m 4 jaar

413,62

349,54

5 t/m 9 jaar

340,17

293,91

10 t/m 14 jaar

329,77

306,60

15 t/m 17 jaar

356,53

367,72

18 t/m 24 jaar

348,75

387,51

25 t/m 29 jaar

341,20

431,73

30 t/m 34 jaar

348,68

462,09

35 t/m 39 jaar

364,42

460,38

40 t/m 44 jaar

401,53

457,04

45 t/m 49 jaar

458,37

500,42

50 t/m 54 jaar

542,45

544,53

55 t/m 59 jaar

668,93

590,20

60 t/m 64 jaar

755,69

627,78

65 t/m 69 jaar

964,66

704,46

70 t/m 74 jaar

1.161,54

780,59

75 t/m 79 jaar

1.290,33

839,79

80 t/m 84 jaar

1.170,93

820,44

85 t/m 89 jaar

1.080,65

816,66

90 jaar en ouder

1.069,94

750,36

Bron: Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 10. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het criterium FKG’s (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag variabele kosten ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp
 

FKG 2010

Gewicht in euro's

0

Geen FKG

–75,79

1

Glaucoom

–26,65

2

Schildklieraandoeningen

137,08

3

Antipsychotica, Alzheimer en verslaving

–37,89

4

Antidepressiva

91,94

5

Hoog cholesterol

99,74

6

Diabetes type IIb

98,95

7

COPD/Zware astma

918,92

8

Astma

236,69

9

Diabetes type IIa

149,77

10

Epilepsie

570,13

11

Ziekte van Crohn/Colitis Ulcerosa

126,13

12

Hartaandoeningen

875,98

13

Reuma: TNF-a-blokkers

704,23

14

Overige reuma middelen

344,23

15

Parkinson

549,20

16

Diabetes type I

387,30

17

Transplantaties

606,55

18

Cystic fibrosis/pancreas

1.953,44

19

Aand. Van hersenen/ruggenmerg

1.091,18

20

Kanker

2.382,07

21

HIV/AIDS

1.743,24

22

Nieraandoeningen

6.503,94

23

Groeihormonen

1.090,38

Bron: Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 11. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het criterium DKG’s (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag variabele kosten ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp

DKG 2010

Gewicht in euro's

0

–77,44

1

406,25

2

1.004,14

3

1.449,79

4

2.084,21

5

2.150,82

6

2.397,11

7

3.779,86

8

3.941,72

9

3.565,55

10

6.531,84

11

5.217,91

12

8.145,15

13

53.143,19

Bron: Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 12. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het criterium aard van het inkomen (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag variabele kosten ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp

Aard van het inkomen klasse

Gewichten in euro’s

1. 0 t/m 17 jaar of 65 jaar en ouder

0,00

2. Arbeidsongeschikten

18–34 jaar

410,27

 

35–44 jaar

398,49

 

45–54 jaar

369,19

 

55–64 jaar

262,74

3. Bijstand

18–34 jaar

122,68

 

35–44 jaar

118,42

 

45–54 jaar

138,65

 

55–64 jaar

139,42

4. Zelfstandigen

18–34 jaar

–33,39

 

35–44 jaar

–59,54

 

45–54 jaar

–81,11

 

55–64 jaar

–123,29

5. Referentiegroep

18–34 jaar

–14,90

 

35–44 jaar

–20,58

 

45–54 jaar

–34,64

 

55–64 jaar

–51,07

Bron: Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 13. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het regiocriterium (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag variabele kosten ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp

Regioklasse 2010

Gewicht in euro’s

Klasse 1

40,49

Klasse 2

18,21

Klasse 3

17,68

Klasse 4

11,89

Klasse 5

5,57

Klasse 6

–7,25

Klasse 7

–4,61

Klasse 8

–17,31

Klasse 9

–27,43

Klasse 10

–38,69

Bron: Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 14. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het criterium sociaal economische status (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag variabele kosten ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp

SES klasse

Gewichten in euro’s

> 15 bewoners

0–17 jaar

11,50

 

18–64 jaar

82,68

 

65+

49,62

SES 1 (1e t/m 3e deciel)

0–17 jaar

11,50

 

18–64 jaar

20,32

 

65+

181,16

SES 2 (4e t/m 7e deciel)

0–17 jaar

–9,98

 

18–64 jaar

1,31

 

65+

–47,89

SES 3 (8e t/m 10e deciel)

0–17 jaar

–13,65

 

18–64 jaar

–17,11

 

65+

–71,28

Bron: Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 15. van de Regeling beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het criterium leeftijd en geslacht (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag geneeskundige GGZ

Risicoklasse

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

 

Mannen

Vrouwen

18 t/m 24 jaar

265,77

278,26

25 t/m 29 jaar

290,60

251,92

30 t/m 34 jaar

281,83

251,92

35 t/m 39 jaar

286,13

245,81

40 t/m 44 jaar

263,57

245,81

45 t/m 49 jaar

261,56

237,10

50 t/m 54 jaar

237,10

237,10

55 t/m 59 jaar

215,93

215,93

60 t/m 64 jaar

215,93

215,93

65 t/m 69 jaar

198,40

209,39

70 t/m 74 jaar

195,25

197,09

75 t/m 79 jaar

208,93

185,76

80 t/m 84 jaar

193,28

185,76

85 t/m 89 jaar

185,76

185,76

90 jaar en ouder

185,76

185,76

Bron: Bijlage 5 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 16. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het criterium FKG psychische aandoeningen (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag geneeskundige GGZ

FKG GGZ 2010

Gewicht in euro's

Geen FKG

–34,35

FKG Psychische aandoeningen

747,92

Bron: Bijlage 5 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 17. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het criterium aard van het inkomen (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag geneeskundige GGZ

Aard van het inkomen klasse

Gewichten in euro’s

1. 0 t/m 17 jaar of 65 jaar en ouder

0,00

2. Arbeidsongeschikten

18–34 jaar

1.204,62

 

35–44 jaar

565,53

 

45–54 jaar

269,57

 

55–64 jaar

53,71

3. Bijstand

18–34 jaar

512,98

 

35–44 jaar

406,87

 

45–54 jaar

250,07

 

55–64 jaar

56,79

4. Zelfstandigen

18–34 jaar

–48,92

 

35–44 jaar

–42,81

 

45–54 jaar

–34,10

 

55–64 jaar

–12,93

5. Referentiegroep

18–34 jaar

–48,92

 

35–44 jaar

–42,81

 

45–54 jaar

–34,10

 

55–64 jaar

–12,93

Bron: Bijlage 5 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 18. van de Regeling beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het criterium GGZ-regio (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag geneeskundige GGZ

GGZ Regioklasse 2010

Gewicht in euro’s

Klasse 1

56,23

Klasse 2

11,83

Klasse 3

10,62

Klasse 4

–7,26

Klasse 5

–11,52

Klasse 6

–11,52

Klasse 7

–11,52

Klasse 8

–11,52

Klasse 9

–11,52

Klasse 10

–11,52

Bron: Bijlage 5 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 19. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het criterium sociaal economische status (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag geneeskundige GGZ

SES klasse

Gewichten in euro’s

> 15 bewoners

0–17 jaar

0,00

 

18–64 jaar

2.507,50

 

65+

375,85

SES 1 (1e t/m 3e deciel)

0–17 jaar

0,00

 

18–64 jaar

–9,33

 

65+

0,67

SES 2 (4e t/m 7e deciel)

0–17 jaar

0,00

 

18–64 jaar

–3,65

 

65+

–16,37

SES 3 (8e t/m 10e deciel)

0–17 jaar

0,00

 

18–64 jaar

–33,61

 

65+

–16,37

Bron: Bijlage 5 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 20. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het criterium woonachtig in Nederland op een eenpersoonsadres (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag geneeskundige GGZ

Eenpersoonsadres

Gewicht in euro’s

Niet

–19,67

Wel

86,86

Bron: Bijlage 5 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 21. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het criterium GGZ-kosten lage drempelklasse voor het deelbedrag geneeskundige GGZ
 

GGZ-kosten > lage drempel

Gewicht in euro’s

0

Niet

–44,20

1

Wel

853,99

Bron: Bijlage 5 van de Regeling zorgverzekering en eigen berekening CVZ

Bijlage 22. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het criterium GGZ-kosten hoge drempelklasse voor het deelbedrag geneeskundige GGZ
 

GGZ-kosten > hoge drempel

Gewicht in euro’s

0

Niet

–59,65

1

Wel

4.069,83

Bron: Bijlage 5 van de Regeling zorgverzekering en eigen berekening CVZ

Bijlage 23. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het criterium jonger dan 18 jaar voor het deelbedrag geneeskundige GGZ

Leeftijd onder de 18 jaar

Gewicht in euro’s

Wel

153,47

Niet

Nihil

Bron: Bijlage 5 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 24. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het criterium leeftijd en geslacht (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag overige prestaties (totale overige prestaties en van de afzonderlijke overige prestaties)

Risicoklasse

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht In euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Mannen

Huisartsenhulp

Tandheelkundige hulp

Verloskundige hulp

Paramedische hulp

Ziekenvervoer

0- jarigen

184,00

3,06

0,00

68,90

48,96

1 t/m 4 jaar

149,33

24,97

0,00

63,04

24,78

5 t/m 9 jaar

116,75

98,47

0,00

105,86

20,12

10 t/m 14 jaar

109,96

108,37

0,00

44,78

22,78

15 t/m 17 jaar

111,99

117,91

0,00

38,99

29,14

18 t/m 24 jaar

107,00

68,76

0,00

16,46

25,76

25 t/m 29 jaar

107,98

3,94

0,00

16,07

24,27

30 t/m 34 jaar

111,30

5,08

0,00

16,00

23,01

35 t/m 39 jaar

114,82

5,45

0,00

17,19

23,64

40 t/m 44 jaar

117,30

8,29

0,00

18,10

25,72

45 t/m 49 jaar

121,35

14,74

0,00

20,19

30,03

50 t/m 54 jaar

126,43

24,37

0,00

21,57

33,26

55 t/m 59 jaar

133,55

37,40

0,00

26,26

39,87

60 t/m 64 jaar

137,41

46,54

0,00

24,06

43,63

65 t/m 69 jaar

159,01

58,86

0,00

33,08

60,79

70 t/m 74 jaar

172,82

61,95

0,00

35,05

77,92

75 t/m 79 jaar

195,56

53,22

0,00

38,77

106,54

80 t/m 84 jaar

228,56

41,75

0,00

41,76

132,01

85 t/m 89 jaar

275,16

35,71

0,00

44,42

168,61

90 jaar en ouder

343,60

26,22

0,00

46,39

210,00

Risicoklasse

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Mannen

Kraamzorg

Farmaceutische hulp

Hulpmiddelen

Totale overige prestaties

0- jarigen

0,00

316,39

74,77

696,08

1 t/m 4 jaar

0,00

232,46

66,73

561,31

5 t/m 9 jaar

0,00

224,25

67,00

632,45

10 t/m 14 jaar

0,00

239,93

64,76

590,58

15 t/m 17 jaar

0,00

237,89

57,25

593,17

18 t/m 24 jaar

0,00

226,66

47,72

492,36

25 t/m 29 jaar

0,00

239,22

47,63

439,11

30 t/m 34 jaar

0,00

249,76

48,87

454,02

35 t/m 39 jaar

0,00

270,90

52,35

484,35

40 t/m 44 jaar

0,00

287,29

54,08

510,78

45 t/m 49 jaar

0,00

317,85

60,17

564,33

50 t/m 54 jaar

0,00

341,62

64,59

611,84

55 t/m 59 jaar

0,00

391,27

78,11

706,46

60 t/m 64 jaar

0,00

416,08

80,27

747,99

65 t/m 69 jaar

0,00

481,10

121,93

914,77

70 t/m 74 jaar

0,00

529,41

147,55

1.024,70

75 t/m 79 jaar

0,00

559,93

188,41

1.142,43

80 t/m 84 jaar

0,00

592,75

256,49

1.293,32

85 t/m 89 jaar

0,00

600,80

354,16

1.478,86

90 jaar en ouder

0,00

582,65

527,29

1.736,15

Risicoklasse

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Vrouwen

Huisartsenhulp

Tandheelkundige hulp

Verloskundige hulp

Paramedische hulp

Ziekenvervoer

0- jarigen

169,56

2,89

0,00

51,00

40,25

1 t/m 4 jaar

141,39

23,96

0,00

41,19

22,08

5 t/m 9 jaar

115,62

97,53

0,00

62,08

17,54

10 t/m 14 jaar

112,84

109,31

0,00

46,00

21,26

15 t/m 17 jaar

132,44

119,25

0,00

55,80

28,30

18 t/m 24 jaar

136,03

69,21

30,94

19,20

24,66

25 t/m 29 jaar

140,50

3,48

108,90

18,66

27,38

30 t/m 34 jaar

140,51

3,48

111,13

19,17

26,61

35 t/m 39 jaar

137,41

4,35

43,55

21,20

22,93

40 t/m 44 jaar

137,29

7,95

5,66

24,18

23,34

45 t/m 49 jaar

142,96

17,43

0,00

30,49

27,63

50 t/m 54 jaar

147,87

31,58

0,00

36,57

30,55

55 t/m 59 jaar

151,27

44,54

0,00

44,23

33,11

60 t/m 64 jaar

155,01

55,99

0,00

45,90

35,76

65 t/m 69 jaar

176,94

62,96

0,00

54,44

47,28

70 t/m 74 jaar

193,00

62,59

0,00

61,13

58,38

75 t/m 79 jaar

216,95

51,90

0,00

74,04

80,73

80 t/m 84 jaar

245,83

37,66

0,00

83,41

106,61

85 t/m 89 jaar

280,80

28,12

0,00

92,55

136,98

90 jaar en ouder

336,23

20,90

0,00

95,79

164,16

Risicoklasse

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Vrouwen

Kraamzorg

Farmaceutische hulp

Hulpmiddelen

Totale overige prestaties

0- jarigen

0,00

289,61

66,35

619,66

1 t/m 4 jaar

0,00

223,69

61,64

513,95

5 t/m 9 jaar

0,00

218,33

63,10

574,20

10 t/m 14 jaar

0,00

239,59

63,24

592,24

15 t/m 17 jaar

0,00

266,01

57,60

659,40

18 t/m 24 jaar

44,58

281,20

48,07

653,89

25 t/m 29 jaar

199,33

293,88

51,94

844,07

30 t/m 34 jaar

222,13

305,34

52,39

880,76

35 t/m 39 jaar

92,01

322,29

54,50

698,24

40 t/m 44 jaar

12,29

328,55

56,22

595,48

45 t/m 49 jaar

0,00

370,12

65,05

653,68

50 t/m 54 jaar

0,00

388,48

73,76

708,81

55 t/m 59 jaar

0,00

422,24

92,59

787,98

60 t/m 64 jaar

0,00

452,26

100,31

845,23

65 t/m 69 jaar

0,00

491,86

132,47

965,95

70 t/m 74 jaar

0,00

535,03

163,06

1.073,19

75 t/m 79 jaar

0,00

554,35

230,33

1.208,30

80 t/m 84 jaar

0,00

559,16

325,55

1.358,22

85 t/m 89 jaar

0,00

561,62

441,13

1.541,20

90 jaar en ouder

0,00

550,63

611,03

1.778,74

Bron: Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 25. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het criterium FKG’s (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag overige prestaties (totale overige prestaties en van de afzonderlijke overige prestaties)
 

FKG 2010

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

   

Huisartsenhulp

Tandheelkundige hulp

Verloskundige hulp

0

Geen FKG

–12,03

–1,57

0,29

1

Glaucoom

8,03

–3,55

0,53

2

Schildklieraandoeningen

19,82

3,68

–2,00

3

Antipsychotica, Alzheimer en verslaving

53,16

16,11

–2,78

4

Antidepressiva

51,38

13,07

–4,97

5

Hoog cholesterol

25,58

8,17

0,63

6

Diabetes type IIb

91,52

4,08

–0,57

7

COPD/Zware astma

92,69

15,12

–0,01

8

Astma

55,93

7,01

–1,75

9

Diabetes type IIa

95,53

–0,73

0,23

10

Epilepsie

39,68

6,33

–3,87

11

Ziekte van Crohn/Colitis Ulcerosa

21,19

0,55

–3,62

12

Hartaandoeningen

70,29

1,25

0,77

13

Reuma: TNF–a–blokkers

41,86

3,30

–4,67

14

Overige reuma middelen

22,95

6,12

–2,05

15

Parkinson

67,33

15,47

0,89

16

Diabetes type I

70,52

5,29

–2,10

17

Transplantaties

8,52

–1,39

–5,81

18

Cystic fibrosis/pancreas

33,92

17,83

–1,06

19

Aand. van hersenen/ruggenmerg

80,43

0,23

–7,02

20

Kanker

220,24

–13,61

0,21

21

HIV/AIDS

–9,17

15,65

–3,89

22

Nieraandoeningen

96,00

–10,23

0,12

23

Groeihormonen

8,81

9,90

–2,97

 

FKG 2010

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

   

Paramedische hulp

Ziekenvervoer

Kraamzorg

0

Geen FKG

–6,89

–6,78

0,42

1

Glaucoom

1,75

0,41

0,99

2

Schildklieraandoeningen

5,52

1,90

0,28

3

Antipsychotica, Alzheimer en verslaving

–20,25

46,10

–5,78

4

Antidepressiva

13,95

21,95

–10,00

5

Hoog cholesterol

5,55

0,28

1,13

6

Diabetes type IIb

13,69

5,50

–0,66

7

COPD/Zware astma

88,74

82,97

0,04

8

Astma

18,21

11,16

–2,40

9

Diabetes type IIa

11,22

9,23

0,54

10

Epilepsie

77,77

78,58

–5,08

11

Ziekte van Crohn/Colitis Ulcerosa

0,11

–6,73

–0,78

12

Hartaandoeningen

40,60

89,46

1,03

13

Reuma: TNF–a–blokkers

261,29

22,08

–9,31

14

Overige reuma middelen

166,09

11,40

–3,03

15

Parkinson

686,44

75,58

1,68

16

Diabetes type I

22,89

55,67

–2,15

17

Transplantaties

27,62

12,64

–6,50

18

Cystic fibrosis/pancreas

109,87

45,11

–1,95

19

Aand. van hersenen/ruggenmerg

810,26

174,74

–12,80

20

Kanker

–27,14

133,74

–0,37

21

HIV/AIDS

–16,39

2,49

–3,85

22

Nieraandoeningen

18,40

371,35

–0,70

23

Groeihormonen

80,10

90,56

–6,51

 

FKG 2010

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

   

Farmaceutische hulp

Hulpmiddelen

Totale overige prestaties

0

Geen FKG

–169,47

–29,26

–225,29

1

Glaucoom

218,47

10,38

237,01

2

Schildklieraandoeningen

88,64

25,25

143,09

3

Antipsychotica, Alzheimer en verslaving

1.322,04

–12,55

1.396,05

4

Antidepressiva

296,02

29,57

410,97

5

Hoog cholesterol

320,98

–21,10

341,22

6

Diabetes type IIb

263,62

102,41

479,59

7

COPD/Zware astma

1.091,01

147,66

1.518,22

8

Astma

520,80

24,87

633,83

9

Diabetes type IIa

593,63

93,21

802,86

10

Epilepsie

559,91

196,26

949,58

11

Ziekte van Crohn/Colitis Ulcerosa

532,80

69,11

612,63

12

Hartaandoeningen

560,62

131,53

895,55

13

Reuma: TNF–a–blokkers

14.186,77

153,19

14.654,51

14

Overige reuma middelen

1.020,18

105,40

1.327,06

15

Parkinson

1.970,75

477,08

3.295,22

16

Diabetes type I

1.155,79

1.100,97

2.406,88

17

Transplantaties

2.438,43

136,30

2.609,81

18

Cystic fibrosis/pancreas

5.794,86

452,96

6.451,54

19

Aand. Van hersenen/ruggenmerg

6.577,78

1.683,62

9.307,24

20

Kanker

6.412,57

728,13

7.453,77

21

HIV/AIDS

11.278,80

–25,88

11.237,76

22

Nieraandoeningen

3.886,34

151,11

4.512,39

23

Groeihormonen

18.404,99

769,69

19.354,57

Bron: Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 26. van de Regeling beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het criterium DKG’s (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag overige prestaties (totale overige prestaties en van de afzonderlijke overige prestaties)

DKG 2010

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht

in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

 

Huisartsenhulp

Tandheelkundige hulp

Verloskundige hulp

Paramedische hulp

Ziekenvervoer

Kraamzorg

Farmaceutische hulp

Hulpmiddelen

Totale overige prestaties

0

–2,08

–0,06

0,02

–2,43

–6,50

0,03

–14,35

–6,78

–32,15

1

31,59

3,64

–0,46

236,60

30,00

–0,33

155,15

81,52

537,71

2

49,86

1,85

–0,33

15,42

126,61

–0,33

365,80

40,99

599,87

3

54,54

2,42

–1,32

94,16

138,40

–2,34

323,53

194,28

803,67

4

111,70

5,76

–1,30

57,49

222,88

–1,34

755,37

274,55

1.425,11

5

109,75

–3,58

–1,63

137,29

274,58

–3,42

363,30

296,20

1.172,49

6

86,49

0,24

–0,63

53,96

195,84

–0,97

343,27

564,33

1.242,53

7

113,71

16,40

–3,44

108,75

256,87

–6,07

1.037,28

233,41

1.756,91

8

155,97

–4,44

0,12

151,18

436,41

–0,12

929,13

687,41

2.355,66

9

153,33

40,70

–2,02

224,14

415,90

–3,67

1.542,35

1.042,67

3.413,40

10

376,26

11,99

–0,36

29,09

482,46

–0,93

1.323,64

406,29

2.628,44

11

466,39

–4,10

–1,25

179,03

812,85

–2,12

2.326,98

745,24

4.523,02

12

213,31

0,20

–0,90

108,80

555,47

–1,86

4.300,78

526,30

5.702,10

13

–1,24

–2,19

–1,21

26,98

3.148,14

–0,53

2.100,57

309,54

5.580,06

Bron: Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 27. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het criterium Aard van het inkomen (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag overige prestaties (totale overige prestaties en van de afzonderlijke overige prestaties)

Aard van het inkomen klasse

Gewichten in euro’s

Huisartsenzorg

 

1. 0 t/m 17 jaar of 65 jaar en ouder

0,00

2. Arbeidsongeschikten

18–34 jaar

27,38

 

35–44 jaar

30,45

 

45–54 jaar

28,23

 

55–64 jaar

18,01

3. Bijstand

18–34 jaar

26,23

 

35–44 jaar

28,56

 

45–54 jaar

27,85

 

55–64 jaar

17,45

4. Zelfstandigen

18–34 jaar

–3,73

 

35–44 jaar

–8,58

 

45–54 jaar

–12,50

 

55–64 jaar

–14,89

5. Referentiegroep

18–34 jaar

–1,29

 

35–44 jaar

–1,86

 

45–54 jaar

–2,68

 

55–64 jaar

–3,22

Aard van het inkomen klasse

Gewichten in euro’s

Tandheelkundige hulp

 

1. 0 t/m 17 jaar of 65 jaar en ouder

0,00

2. Arbeidsongeschikten

18–34 jaar

11,64

 

35–44 jaar

12,50

 

45–54 jaar

15,14

 

55–64 jaar

16,15

3. Bijstand

18–34 jaar

–4,41

 

35–44 jaar

11,55

 

45–54 jaar

13,28

 

55–64 jaar

6,99

4. Zelfstandigen

18–34 jaar

–6,58

 

35–44 jaar

–2,30

 

45–54 jaar

–3,48

 

55–64 jaar

–7,21

5. Referentiegroep

18–34 jaar

–0,02

 

35–44 jaar

–0,89

 

45–54 jaar

–1,72

 

55–64 jaar

–3,11

Aard van het inkomen klasse

Gewichten in euro’s

Verloskundige hulp

 

1. 0 t/m 17 jaar of 65 jaar en ouder

0,00

2. Arbeidsongeschikten

18–34 jaar

–21,39

 

35–44 jaar

–5,94

 

45–54 jaar

0,00

 

55–64 jaar

0,00

3. Bijstand

18–34 jaar

–6,21

 

35–44 jaar

–6,19

 

45–54 jaar

0,00

 

55–64 jaar

0,00

4. Zelfstandigen

18–34 jaar

–1,85

 

35–44 jaar

–1,08

 

45–54 jaar

0,00

 

55–64 jaar

0,00

5. Referentiegroep

18–34 jaar

0,93

 

35–44 jaar

0,69

 

45–54 jaar

0,00

 

55–64 jaar

0,00

Aard van het inkomen klasse

Gewichten in euro’s

Paramedische hulp

 

1. 0 t/m 17 jaar of 65 jaar en ouder

0,00

2. Arbeidsongeschikten

18–34 jaar

51,41

 

35–44 jaar

51,26

 

45–54 jaar

52,24

 

55–64 jaar

42,88

3. Bijstand

18–34 jaar

–1,30

 

35–44 jaar

–0,91

 

45–54 jaar

–1,02

 

55–64 jaar

–1,92

4. Zelfstandigen

18–34 jaar

–3,14

 

35–44 jaar

–4,26

 

45–54 jaar

–6,98

 

55–64 jaar

–11,64

5. Referentiegroep

18–34 jaar

–1,58

 

35–44 jaar

–2,42

 

45–54 jaar

–4,54

 

55–64 jaar

–8,07

Aard van het inkomen klasse

Gewichten in euro’s

Ziekenvervoer

 

1. 0 t/m 17 jaar of 65 jaar en ouder

0,00

2. Arbeidsongeschikten

18–34 jaar

41,47

 

35–44 jaar

34,15

 

45–54 jaar

33,00

 

55–64 jaar

22,95

3. Bijstand

18–34 jaar

16,47

 

35–44 jaar

15,99

 

45–54 jaar

15,40

 

55–64 jaar

17,61

4. Zelfstandigen

18–34 jaar

–3,81

 

35–44 jaar

–4,89

 

45–54 jaar

–8,62

 

55–64 jaar

–12,25

5. Referentiegroep

18–34 jaar

–1,57

 

35–44 jaar

–2,01

 

45–54 jaar

–3,07

 

55–64 jaar

–4,56

Aard van het inkomen klasse

Gewichten in euro’s

Kraamzorg

 

1. 0 t/m 17 jaar of 65 jaar en ouder

0,00

2. Arbeidsongeschikten

18–34 jaar

–36,92

 

35–44 jaar

–10,58

 

45–54 jaar

0,00

 

55–64 jaar

0,00

3. Bijstand

18–34 jaar

–41,99

 

35–44 jaar

–20,02

 

45–54 jaar

0,00

 

55–64 jaar

0,00

4. Zelfstandigen

18–34 jaar

–4,12

 

35–44 jaar

–2,59

 

45–54 jaar

0,00

 

55–64 jaar

0,00

5. Referentiegroep

18–34 jaar

2,27

 

35–44 jaar

1,64

 

45–54 jaar

0,00

 

55–64 jaar

0,00

Aard van het inkomen klasse

Gewichten in euro’s

Farmaceutische hulp

 

1. 0 t/m 17 jaar of 65 jaar en ouder

0,00

2. Arbeidsongeschikten

18–34 jaar

235,10

 

35–44 jaar

307,82

 

45–54 jaar

277,83

 

55–64 jaar

183,68

3. Bijstand

18–34 jaar

47,70

 

35–44 jaar

95,18

 

45–54 jaar

117,56

 

55–64 jaar

79,83

4. Zelfstandigen

18–34 jaar

–18,25

 

35–44 jaar

–34,16

 

45–54 jaar

–50,05

 

55–64 jaar

–59,80

5. Referentiegroep

18–34 jaar

–8,12

 

35–44 jaar

–17,35

 

45–54 jaar

–27,79

 

55–64 jaar

–37,53

Aard van het inkomen klasse

Gewichten in euro’s

Hulpmiddelen

 

1. 0 t/m 17 jaar of 65 jaar en ouder

0,00

2. Arbeidsongeschikten

18–34 jaar

165,90

 

35–44 jaar

132,89

 

45–54 jaar

120,23

 

55–64 jaar

91,70

3. Bijstand

18–34 jaar

–0,49

 

35–44 jaar

4,14

 

45–54 jaar

8,60

 

55–64 jaar

11,18

4. Zelfstandigen

18–34 jaar

–8,60

 

35–44 jaar

–10,22

 

45–54 jaar

–16,22

 

55–64 jaar

–28,23

5. Referentiegroep

18–34 jaar

–5,22

 

35–44 jaar

–6,61

 

45–54 jaar

–10,88

 

55–64 jaar

–17,61

Aard van het inkomen klasse

Totaal overige prestaties

Gewichten in euro’s

   

1. 0 t/m 17 jaar of 65 jaar en ouder

0,00

2. Arbeidsongeschikten

18–34 jaar

474,59

 

35–44 jaar

552,55

 

45–54 jaar

526,67

 

55–64 jaar

375,37

3. Bijstand

18–34 jaar

36,00

 

35–44 jaar

128,30

 

45–54 jaar

181,67

 

55–64 jaar

131,14

4. Zelfstandigen

18–34 jaar

–50,08

 

35–44 jaar

–68,08

 

45–54 jaar

–97,85

 

55–64 jaar

–134,02

5. Referentiegroep

18–34 jaar

–14,60

 

35–44 jaar

–28,81

 

45–54 jaar

–50,68

 

55–64 jaar

–74,10

Bron: Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 28. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor het regiocriterium (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag overige prestaties (totale overige prestaties en van de afzonderlijke overige prestaties)

Regioklasse 2010

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

 

Huisartsenhulp

Tandheelkundige hulp

Verloskundige hulp

Paramedische hulp

Ziekenvervoer

Kraamzorg

Farmaceutische hulp

Hulpmiddelen

Totale overige prestaties

1

0,55

4,86

0,40

–4,88

–1,19

–3,57

14,79

–0,77

10,19

2

0,85

1,14

0,10

–0,38

–1,27

–0,90

8,13

–0,18

7,49

3

0,54

–0,67

0,19

–0,22

–1,14

–0,39

7,07

0,24

5,62

4

–0,30

–0,20

0,18

1,46

–2,41

0,24

5,85

0,29

5,11

5

0,01

0,36

0,23

2,08

–1,70

0,59

4,19

1,16

6,92

6

–0,22

–0,70

0,36

1,67

–0,53

1,24

–2,23

0,39

–0,02

7

0,30

–0,35

0,18

1,03

–0,21

1,20

–0,12

–0,26

1,77

8

–0,25

–1,16

–0,15

1,03

2,60

0,68

–8,46

0,84

–4,87

9

–0,87

–0,91

–0,39

–0,25

1,75

0,77

–10,00

–0,28

–10,18

10

–0,64

–2,49

–1,14

–1,59

4,25

0,15

–19,95

–1,48

–22,89

Bron: Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 29. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor de sociaal economische status klasse (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag overige prestaties (totale overige prestaties en van de afzonderlijke overige prestaties)

SES klasse

Gewichten in euro’s

Huisartsenhulp

 

> 15 bewoners

0–17 jaar

2,39

 

18–64 jaar

–38,58

 

65+

30,74

SES 1 (1e t/m 3e deciel)

0–17 jaar

2,39

 

18–64 jaar

6,51

 

65+

24,14

SES 2 (4e t/m 7e deciel)

0–17 jaar

–0,80

 

18–64 jaar

2,34

 

65+

–4,05

SES 3 (8e t/m 10e deciel)

0–17 jaar

–6,77

 

18–64 jaar

–6,37

 

65+

–16,28

SES klasse

Gewichten in euro’s

Tandheelkundige hulp

 

> 15 bewoners

0–17 jaar

5,81

 

18–64 jaar

9,16

 

65+

–14,04

SES 1 (1e t/m 3e deciel)

0–17 jaar

5,81

 

18–64 jaar

2,98

 

65+

7,01

SES 2 (4e t/m 7e deciel)

0–17 jaar

–3,14

 

18–64 jaar

2,23

 

65+

3,43

SES 3 (8e t/m 10e deciel)

0–17 jaar

–12,77

 

18–64 jaar

–4,61

 

65+

–9,89

SES klasse

Gewichten in euro’s

Verloskundige hulp

 

> 15 bewoners

0–17 jaar

0,00

 

18–64 jaar

–4,30

 

65+

0,00

SES 1 (1e t/m 3e deciel)

0–17 jaar

0,00

 

18–64 jaar

4,50

 

65+

0,00

SES 2 (4e t/m 7e deciel)

0–17 jaar

0,00

 

18–64 jaar

2,37

 

65+

0,00

SES 3 (8e t/m 10e deciel)

0–17 jaar

0,00

 

18–64 jaar

–5,59

 

65+

0,00

SES klasse

Gewichten in euro’s

Paramedische hulp

 

> 15 bewoners

0–17 jaar

3,36

 

18–64 jaar

–12,77

 

65+

69,61

SES 1 (1e t/m 3e deciel)

0–17 jaar

3,36

 

18–64 jaar

–0,06

 

65+

7,41

SES 2 (4e t/m 7e deciel)

0–17 jaar

–2,25

 

18–64 jaar

0,51

 

65+

–5,57

SES 3 (8e t/m 10e deciel)

0–17 jaar

–6,03

 

18–64 jaar

–0,28

 

65+

–4,63

SES klasse

Gewichten in euro’s

Ziekenvervoer

 

> 15 bewoners

0–17 jaar

1,48

 

18–64 jaar

47,83

 

65+

86,04

SES 1 (1e t/m 3e deciel)

0–17 jaar

1,48

 

18–64 jaar

3,60

 

65+

32,17

SES 2 (4e t/m 7e deciel)

0–17 jaar

–1,03

 

18–64 jaar

1,28

 

65+

–7,96

SES 3 (8e t/m 10e deciel)

0–17 jaar

–2,54

 

18–64 jaar

–4,72

 

65+

–22,55

SES klasse

Gewichten in euro’s

Kraamzorg

 

> 15 bewoners

0–17 jaar

0,00

 

18–64 jaar

–9,16

 

65+

0,00

SES 1 (1e t/m 3e deciel)

0–17 jaar

0,00

 

18–64 jaar

8,89

 

65+

0,00

SES 2 (4e t/m 7e deciel)

0–17 jaar

0,00

 

18–64 jaar

6,33

 

65+

0,00

SES 3 (8e t/m 10e deciel)

0–17 jaar

0,00

 

18–64 jaar

–12,77

 

65+

0,00

SES klasse

Gewichten in euro’s

Farmaceutische hulp

 

> 15 bewoners

0–17 jaar

1,52

 

18–64 jaar

–103,41

 

65+

121,46

SES 1 (1e t/m 3e deciel)

0–17 jaar

1,52

 

18–64 jaar

3,07

 

65+

36,80

SES 2 (4e t/m 7e deciel)

0–17 jaar

–1,23

 

18–64 jaar

2,79

 

65+

–12,68

SES 3 (8e t/m 10e deciel)

0–17 jaar

–2,08

 

18–64 jaar

–3,29

 

65+

–22,40

SES klasse

Gewichten in euro’s

Hulpmiddelen

 

> 15 bewoners

0–17 jaar

–0,07

 

18–64 jaar

6,19

 

65+

265,97

SES 1 (1e t/m 3e deciel)

0–17 jaar

–0,07

 

18–64 jaar

1,94

 

65+

47,50

SES 2 (4e t/m 7e deciel)

0–17 jaar

–0,31

 

18–64 jaar

1,63

 

65+

–16,14

SES 3 (8e t/m 10e deciel)

0–17 jaar

1,21

 

18–64 jaar

–3,20

 

65+

–41,99

SES klasse

Gewichten in euro’s

Totaal overige prestaties

 

> 15 bewoners

0–17 jaar

14,49

 

18–64 jaar

–105,04

 

65+

559,78

SES 1 (1e t/m 3e deciel)

0–17 jaar

14,49

 

18–64 jaar

31,43

 

65+

155,03

SES 2 (4e t/m 7e deciel)

0–17 jaar

–8,76

 

18–64 jaar

19,48

 

65+

–42,97

SES 3 (8e t/m 10e deciel)

0–17 jaar

–28,98

 

18–64 jaar

–40,83

 

65+

–117,74

Bron: Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 30. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor de eigen risico opbrengst per verzekerde per risicoklasse naar leeftijd en geslacht (in euro’s per verzekerde)

Risicoklasse

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

 

Mannen

Vrouwen

18 t/m 24 jaar

73,18

117,30

25 t/m 29 jaar

70,95

122,83

30 t/m 34 jaar

73,87

121,45

35 t/m 39 jaar

79,53

116,39

40 t/m 44 jaar

84,17

111,37

45 t/m 49 jaar

89,91

115,66

50 t/m 54 jaar

97,72

118,16

55 t/m 59 jaar

107,34

123,11

60 t/m 64 jaar

115,27

127,81

65 t/m 69 jaar

127,82

136,70

70 t/m 74 jaar

139,03

144,88

75 t/m 79 jaar

147,51

150,11

80 t/m 84 jaar

151,59

151,80

85 t/m 89 jaar

152,33

149,17

90 jaar en ouder

149,53

141,16

Bron: Bijlage 7 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 31. van de Regeling beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor de eigen risico opbrengst per verzekerde per risicoklasse naar Aard van het inkomen (in euro’s per verzekerde)

Aard van het inkomen klasse

Gewichten in euro’s

1. 0 t/m 17 jaar of 65 jaar en ouder

0,00

2. Arbeidsongeschikten

18–34 jaar

31,57

 

35–44 jaar

33,83

 

45–54 jaar

29,09

 

55–64 jaar

19,08

3. Bijstand

18–34 jaar

23,73

 

35–44 jaar

26,28

 

45–54 jaar

22,05

 

55–64 jaar

7,34

4. Zelfstandigen

18–34 jaar

–2,14

 

35–44 jaar

–5,48

 

45–54 jaar

–7,64

 

55–64 jaar

–7,39

5. Referentiegroep

18–34 jaar

–1,19

 

35–44 jaar

–1,57

 

45–54 jaar

–1,89

 

55–64 jaar

–2,44

Bron: Bijlage 7 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 32. van de Regeling beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

Gewichten voor de eigen risico opbrengst per verzekerde per risicoklasse naar regio (in euro’s per verzekerde)

Regioklasse 2010

Gewicht in euro’s

Klasse 1

4,02

Klasse 2

2,46

Klasse 3

1,35

Klasse 4

0,75

Klasse 5

–0,07

Klasse 6

–1,54

Klasse 7

–1,17

Klasse 8

–2,29

Klasse 9

–1,72

Klasse 10

–1,55

Bron: Bijlage 7 van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 33. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het criterium leeftijd en geslacht (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag kosten van B–dbc’s

Risicoklasse

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

 

Mannen

Vrouwen

0– jarigen

134,42

96,31

1 t/m 4 jaar

196,40

153,95

5 t/m 9 jaar

137,92

129,30

10 t/m 14 jaar

90,35

93,90

15 t/m 17 jaar

106,45

130,91

18 t/m 24 jaar

111,62

250,15

25 t/m 29 jaar

132,71

565,04

30 t/m 34 jaar

152,38

629,38

35 t/m 39 jaar

170,38

414,30

40 t/m 44 jaar

194,07

268,16

45 t/m 49 jaar

229,99

287,57

50 t/m 54 jaar

285,95

348,80

55 t/m 59 jaar

374,05

411,21

60 t/m 64 jaar

442,45

474,23

65 t/m 69 jaar

570,08

598,60

70 t/m 74 jaar

725,67

748,86

75 t/m 79 jaar

877,44

874,62

80 t/m 84 jaar

900,29

837,49

85 t/m 89 jaar

887,49

698,39

90 jaar en ouder

721,84

472,58

Bron: Bijlage 6A van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 34. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het criterium FKG’s (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag kosten van B–dbc’s
 

FKG 2010

Gewicht in euro's

0

Geen FKG

–45,96

1

Glaucoom

184,00

2

Schildklieraandoeningen

59,38

3

Antipsychotica, Alzheimer en verslaving

–169,95

4

Antidepressiva

22,40

5

Hoog cholesterol

117,70

6

Diabetes type IIb

135,67

7

COPD/Zware astma

57,84

8

Astma

47,22

9

Diabetes type IIa

273,02

10

Epilepsie

–37,41

11

Ziekte van Crohn/Colitis Ulcerosa

750,62

12

Hartaandoeningen

491,18

13

Reuma: TNF–a–blokkers

740,55

14

Overige reuma middelen

738,74

15

Parkinson

–26,58

16

Diabetes type I

814,40

17

Transplantaties

426,97

18

Cystic fibrosis/pancreas

–51,78

19

Aand. Van hersenen/ruggenmerg

–214,52

20

Kanker

–64,65

21

HIV/AIDS

–121,77

22

Nieraandoeningen

120,88

23

Groeihormonen

–109,19

Bron: Bijlage 6A van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 35. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het criterium DKG’s (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag kosten van B–dbc’s

DKG 2010

Gewicht in euro's

0

–18,82

1

935,82

2

764,44

3

575,97

4

507,61

5

1.196,03

6

1.260,33

7

739,60

8

307,20

9

749,97

10

73,96

11

1.568,68

12

515,33

13

–149,26

Bron: Bijlage 6A van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 36. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het criterium aard van het inkomen (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag kosten van B–dbc’s

Aard van het inkomen klasse

Gewichten in euro’s

1. 0 t/m 17 jaar of 65 jaar en ouder

0,00

2. Arbeidsongeschikten

18–34 jaar

13,34

 

35–44 jaar

85,18

 

45–54 jaar

140,59

 

55–64 jaar

140,50

3. Bijstand

18–34 jaar

47,17

 

35–44 jaar

8,63

 

45–54 jaar

8,11

 

55–64 jaar

–13,50

4. Zelfstandigen

18–34 jaar

–34,79

 

35–44 jaar

–35,78

 

45–54 jaar

–55,44

 

55–64 jaar

–66,26

5. Referentiegroep

18–34 jaar

0,08

 

35–44 jaar

–1,21

 

45–54 jaar

–8,72

 

55–64 jaar

–23,31

Bron: Bijlage 6A van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 37. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het regiocriterium (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag kosten van B–dbc’s

Regioklasse 2010

Gewicht in euro’s

Klasse 1

16,41

Klasse 2

9,78

Klasse 3

9,41

Klasse 4

7,85

Klasse 5

–0,31

Klasse 6

–0,93

Klasse 7

–5,06

Klasse 8

–9,78

Klasse 9

–9,63

Klasse 10

–18,27

Bron: Bijlage 6A van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 38. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het criterium sociaal economische status (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag kosten van B–dbc’s

SES klasse

Gewichten in euro’s

> 15 bewoners

0–17 jaar

2,00

 

18–64 jaar

–79,66

 

65+

–268,66

SES 1 (1e t/m 3e deciel)

0–17 jaar

2,00

 

18–64 jaar

30,56

 

65+

83,47

SES 2 (4e t/m 7e deciel)

0–17 jaar

–0,04

 

18–64 jaar

15,90

 

65+

–4,10

SES 3 (8e t/m 10e deciel)

0–17 jaar

–7,60

 

18–64 jaar

–36,87

 

65+

–29,54

Bron: Bijlage 6A van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 39. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het criterium leeftijd en geslacht (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp

Risicoklasse

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

 

Mannen

Vrouwen

0– jarigen

1.912,52

1.633,12

1 t/m 4 jaar

400,65

336,72

5 t/m 9 jaar

322,03

282,74

10 t/m 14 jaar

312,79

294,67

15 t/m 17 jaar

336,54

357,60

18 t/m 24 jaar

326,59

385,85

25 t/m 29 jaar

323,15

437,54

30 t/m 34 jaar

327,87

471,07

35 t/m 39 jaar

350,69

468,85

40 t/m 44 jaar

381,80

461,35

45 t/m 49 jaar

439,75

504,47

50 t/m 54 jaar

517,12

548,18

55 t/m 59 jaar

642,13

590,04

60 t/m 64 jaar

736,49

632,27

65 t/m 69 jaar

954,93

723,70

70 t/m 74 jaar

1.163,21

822,00

75 t/m 79 jaar

1.319,02

909,68

80 t/m 84 jaar

1.302,03

952,10

85 t/m 89 jaar

1.311,76

992,78

90 jaar en ouder

1.295,65

928,39

Bron: Bijlage 6A van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 40. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het criterium FKG’s (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp
 

FKG 2010

Gewicht in euro's

0

Geen FKG

–73,22

1

Glaucoom

–6,95

2

Schildklieraandoeningen

160,24

3

Antipsychotica, Alzheimer en verslaving

–6,71

4

Antidepressiva

112,30

5

Hoog cholesterol

116,48

6

Diabetes type IIb

114,23

7

COPD/Zware astma

967,46

8

Astma

269,09

9

Diabetes type IIa

187,99

10

Epilepsie

557,69

11

Ziekte van Crohn/Colitis Ulcerosa

64,50

12

Hartaandoeningen

751,50

13

Reuma: TNF–a–blokkers

656,18

14

Overige reuma middelen

386,05

15

Parkinson

640,85

16

Diabetes type I

333,01

17

Transplantaties

941,15

18

Cystic fibrosis/pancreas

1.434,16

19

Aand. Van hersenen/ruggenmerg

995,26

20

Kanker

2.384,43

21

HIV/AIDS

1.411,53

22

Nieraandoeningen

2.932,01

23

Groeihormonen

834,31

Bron: Bijlage 6A van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 41. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het criterium DKG’s (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp

DKG 2010

Gewicht in euro's

0

–53,79

1

449,41

2

1.032,23

3

1.389,25

4

2.039,23

5

2.331,82

6

2.146,89

7

3.527,38

8

3.511,11

9

3.191,75

10

5.636,39

11

5.212,65

12

5.647,02

13

19.333,55

Bron: Bijlage 6A van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 42. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het criterium aard van het inkomen (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp

Aard van het inkomen klasse

Gewichten in euro’s

1. 0 t/m 17 jaar of 65 jaar en ouder

0,00

2. Arbeidsongeschikten

18–34 jaar

339,77

 

35–44 jaar

345,49

 

45–54 jaar

326,50

 

55–64 jaar

242,61

3. Bijstand

18–34 jaar

123,83

 

35–44 jaar

128,90

 

45–54 jaar

149,08

 

55–64 jaar

114,21

4. Zelfstandigen

18–34 jaar

–28,29

 

35–44 jaar

–53,17

 

45–54 jaar

–79,55

 

55–64 jaar

–109,68

5. Referentiegroep

18–34 jaar

–12,76

 

35–44 jaar

–18,65

 

45–54 jaar

–30,88

 

55–64 jaar

–46,92

Bron: Bijlage 6A van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 43. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het regiocriterium (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp

Regioklasse 2010

Gewicht in euro’s

Klasse 1

43,87

Klasse 2

21,67

Klasse 3

18,78

Klasse 4

12,62

Klasse 5

5,33

Klasse 6

–5,59

Klasse 7

–6,79

Klasse 8

–19,24

Klasse 9

–30,07

Klasse 10

–42,13

Bron: Bijlage 6A van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 44. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het criterium sociaal economische status (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag variabele kosten van ziekenhuisverpleging en kosten van specialistische hulp

SES klasse

Gewichten in euro’s

> 15 bewoners

0–17 jaar

9,53

 

18–64 jaar

92,42

 

65+

67,91

SES 1 (1e t/m 3e deciel)

0–17 jaar

9,53

 

18–64 jaar

17,87

 

65+

179,00

SES 2 (4e t/m 7e deciel)

0–17 jaar

–8,30

 

18–64 jaar

1,87

 

65+

–46,19

SES 3 (8e t/m 10e deciel)

0–17 jaar

–11,21

 

18–64 jaar

–16,15

 

65+

–74,55

Bron: Bijlage 6A van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 45. van de Regeling beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het criterium leeftijd en geslacht (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag geneeskundige GGZ

Risicoklasse

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

 

Mannen

Vrouwen

18 t/m 24 jaar

252,22

287,15

25 t/m 29 jaar

268,42

275,77

30 t/m 34 jaar

270,40

263,34

35 t/m 39 jaar

289,07

276,34

40 t/m 44 jaar

276,45

270,06

45 t/m 49 jaar

270,92

262,74

50 t/m 54 jaar

236,05

236,05

55 t/m 59 jaar

206,50

206,50

60 t/m 64 jaar

206,50

206,50

65 t/m 69 jaar

178,23

178,23

70 t/m 74 jaar

178,23

178,23

75 t/m 79 jaar

189,07

178,23

80 t/m 84 jaar

196,47

178,23

85 t/m 89 jaar

178,47

178,23

90 jaar en ouder

178,23

178,23

Bron: Bijlage 6B van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 46. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het criterium FKG psychische aandoeningen (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag geneeskundige GGZ

FKG 2010

Gewicht in euro's

Geen FKG

–34,40

FKG Psychische aandoeningen

749,13

Bron: Bijlage 6B van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 47. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het criterium aard van het inkomen (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag geneeskundige GGZ

Aard van het inkomen klasse

Gewichten in euro’s

1. 65 jaar en ouder

0,00

2. Arbeidsongeschikten

18–34 jaar

839,82

 

35–44 jaar

569,02

 

45–54 jaar

293,19

 

55–64 jaar

35,69

3. Bijstand

18–34 jaar

523,42

 

35–44 jaar

483,58

 

45–54 jaar

325,45

 

55–64 jaar

60,41

4. Zelfstandigen

18–34 jaar

–55,23

 

35–44 jaar

–73,08

 

45–54 jaar

–39,07

 

55–64 jaar

–9,52

5. Referentiegroep

18–34 jaar

–36,55

 

35–44 jaar

–42,52

 

45–54 jaar

–39,07

 

55–64 jaar

–9,52

Bron: Bijlage 6B van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 48. van de Regeling beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het criterium GGZ–regio (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag geneeskundige GGZ

GGZ Regioklasse 2010

Gewicht in euro’s

Klasse 1

50,01

Klasse 2

28,14

Klasse 3

28,81

Klasse 4

3,80

Klasse 5

–9,34

Klasse 6

–19,71

Klasse 7

–19,71

Klasse 8

–19,71

Klasse 9

–19,71

Klasse 10

–19,71

Bron: Bijlage 6B van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 49. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het criterium sociaal economische status (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag geneeskundige GGZ

SES klasse

Gewichten in euro’s

> 15 bewoners

0–17 jaar

0,00

 

18–64 jaar

739,04

 

65+

168,34

SES 1 (1e t/m 3e deciel)

0–17 jaar

0,00

 

18–64 jaar

5,89

 

65+

8,08

SES 2 (4e t/m 7e deciel)

0–17 jaar

0,00

 

18–64 jaar

10,70

 

65+

–9,67

SES 3 (8e t/m 10e deciel)

0–17 jaar

0,00

 

18–64 jaar

–28,42

 

65+

–9,67

Bron: Bijlage 6B van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 50. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het criterium woonachtig in Nederland op een eenpersoonsadres (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag geneeskundige GGZ

Eenpersoonsadres

Gewicht in euro’s

Niet

–18,53

Wel

81,82

Bijlage 51. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het criterium GGZ–kosten lage drempelklasse voor het deelbedrag geneeskundige GGZ
 

> lage drempel

Gewicht in euro’s

0

Niet

–55,04

1

Wel

1.063,50

Bron: Bijlage 6B van de Regeling zorgverzekering en eigen berekening CVZ

Bijlage 52. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het criterium GGZ–kosten lage drempelklasse voor het deelbedrag geneeskundige GGZ
 

> hoge drempel

Gewicht in euro’s

0

Niet

–40,87

1

Wel

2.788,04

Bron: Bijlage 6B van de Regeling zorgverzekering en eigen berekening CVZ

Bijlage 53. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het criterium leeftijd en geslacht (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag overige prestaties

Risicoklasse

Gewicht in euro’s

Gewicht in euro’s

 

Mannen

Vrouwen

0– jarigen

677,40

603,09

1 t/m 4 jaar

553,23

507,29

5 t/m 9 jaar

631,84

571,97

10 t/m 14 jaar

585,96

582,65

15 t/m 17 jaar

586,23

656,92

18 t/m 24 jaar

481,42

651,06

25 t/m 29 jaar

433,11

847,90

30 t/m 34 jaar

451,38

883,38

35 t/m 39 jaar

477,29

695,36

40 t/m 44 jaar

502,04

588,93

45 t/m 49 jaar

555,78

647,50

50 t/m 54 jaar

609,88

709,97

55 t/m 59 jaar

705,76

791,34

60 t/m 64 jaar

749,05

849,26

65 t/m 69 jaar

914,95

971,27

70 t/m 74 jaar

1.028,53

1.086,35

75 t/m 79 jaar

1.157,72

1.233,12

80 t/m 84 jaar

1.332,69

1.402,18

85 t/m 89 jaar

1.537,34

1.602,30

90 jaar en ouder

1.808,24

1.850,75

Bron: Bijlage 6A van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 54. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het criterium FKG’s (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag overige prestaties
 

FKG 2010

Gewicht in euro’s

   

Overige prestaties

0

Geen FKG

–221,50

1

Glaucoom

248,89

2

Schildklieraandoeningen

140,56

3

Antipsychotica, Alzheimer en verslaving

1.439,22

4

Antidepressiva

424,02

5

Hoog cholesterol

359,49

6

Diabetes type IIb

497,32

7

COPD/Zware astma

1.506,51

8

Astma

644,30

9

Diabetes type IIa

829,71

10

Epilepsie

953,39

11

Ziekte van Crohn/Colitis Ulcerosa

655,04

12

Hartaandoeningen

852,40

13

Reuma: TNF–a–blokkers

14.130,12

14

Overige reuma middelen

1.327,07

15

Parkinson

3.140,94

16

Diabetes type I

2.410,32

17

Transplantaties

2.543,24

18

Cystic fibrosis/pancreas

4.863,70

19

Aand. Van hersenen/ruggenmerg

9.108,90

20

Kanker

5.322,35

21

HIV/AIDS

11.177,44

22

Nieraandoeningen

3.283,24

23

Groeihormonen

15.848,77

Bron: Bijlage 6A van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 55. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het criterium DKG’s (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag overige prestaties

DKG 2010

Gewicht in euro’s

 

Overige prestaties

0

–27,03

1

543,58

2

583,92

3

771,45

4

1.340,66

5

1.347,72

6

1.111,25

7

1.613,11

8

2.096,51

9

2.700,47

10

2.426,89

11

4.172,68

12

3.885,46

13

1.156,06

Bron: Bijlage 6A van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 56. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het criterium Aard van het inkomen (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag overige prestaties

Aard van het inkomen klasse

Gewichten in euro’s

1. 0 t/m 17 jaar of 65 jaar en ouder

0,00

2. Arbeidsongeschikten

18–34 jaar

421,61

 

35–44 jaar

517,97

 

45–54 jaar

500,99

 

55–64 jaar

355,66

3. Bijstand

18–34 jaar

36,93

 

35–44 jaar

129,39

 

45–54 jaar

172,32

 

55–64 jaar

115,29

4. Zelfstandigen

18–34 jaar

–49,77

 

35–44 jaar

–68,15

 

45–54 jaar

–102,23

 

55–64 jaar

–134,09

5. Referentiegroep

18–34 jaar

–12,86

 

35–44 jaar

–26,85

 

45–54 jaar

–47,20

 

55–64 jaar

–69,08

Bron: Bijlage 6A van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 57. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor het regiocriterium (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag overige prestaties

Regioklasse 2010

Gewicht in euro’s

Klasse 1

9,73

Klasse 2

8,76

Klasse 3

5,63

Klasse 4

5,41

Klasse 5

6,79

Klasse 6

0,83

Klasse 7

0,72

Klasse 8

–5,17

Klasse 9

–10,28

Klasse 10

–23,27

Bron: Bijlage 6A van de Regeling zorgverzekering

Bijlage 58. van de Beleidsregels vereveningsbijdrage zorgverzekering 2010

De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de ex post berekening van het normatieve bedrag van een zorgverzekeraar en bevatten een correctie voor HKC.

Gewichten voor de sociaal economische statusklasse (in euro’s per verzekerde) voor het deelbedrag overige prestaties

SES klasse

Gewichten in euro’s

Overige prestaties

 

> 15 bewoners

0–17 jaar

14,47

 

18–64 jaar

–95,56

 

65+

571,34

SES 1 (1e t/m 3e deciel)

0–17 jaar

14,47

 

18–64 jaar

33,82

 

65+

154,69

SES 2 (4e t/m 7e deciel)

0–17 jaar

–8,12

 

18–64 jaar

20,06

 

65+

–40,94

SES 3 (8e t/m 10e deciel)

0–17 jaar

–30,90

 

18–64 jaar

–43,28

 

65+

–122,26

Bron: Bijlage 6A van de Regeling zorgverzekering