Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
-
a.
school: een openbare of uit een openbare kas bekostigde dagschool voor voortgezet onderwijs
met uitzondering van een school voor praktijkonderwijs ;
-
b.
zeer zwakke school en zwakke school: is een school waar een aangepast toezichtarrangement geldt zoals beschreven in het
Toezichtkader PO/VO 2009 als bedoeld in artikel 13, eerste lid van de Wet op het Onderwijstoezicht;
-
c.
bevoegd gezag: bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van de WVO;
-
d.
minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
-
e.
WVO: de Wet op het voortgezet onderwijs;
-
f.
Eindexamenbesluit: het Eindexamenbesluit v.w.o-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.m.b.o.;
-
g.
Inrichtingsbesluit: het Inrichtingsbesluit WVO.;
-
h.
stichting LOOT: de stichting Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport;
-
i.
Olympisch netwerk: een door NOC*NSF erkend stedelijk of provinciaal samenwerkingsverband van sportorganisaties
dat op basis van een alliantie-overeenkomst met NOC*NSF is gesloten;
-
j.
NOC*NSF: het Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport Federatie;
-
k.
Licentie Topsporttalentschool: een beschikking van de minister aan het bevoegd gezag van een school waarin een aanvraag
als bedoeld in artikel 2 wordt ingewilligd;
-
l.
Loot-leerling: een leerling waarvan is vastgesteld dat deze wordt beschouwd als topsporter op ten
minste toptalentniveau door de NOC*NSF dan wel door het Olympisch Netwerk op basis
van het statushandboek van de NOC*NSF.
Artikel 2. Procedure voor aanvraag van een licentie Topsporttalentschool
-
3 Aanvragen voor een licentie Topsporttalentschool worden op volgorde van binnenkomst
behandeld, met dien verstande, dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling
door de minister is ontvangen, als datum van binnenkomst geldt.
Artikel 3. De aanvraag van een licentie Topsporttalentschool
De aanvraag gaat vergezeld van de volgende documenten:
-
1. Een door het Olympisch Netwerk of het NOC*NSF goedgekeurde lijst met de namen, adressen
en talentniveau van de Loot-leerlingen.
-
2. Een beleidsnotitie waaruit blijkt op welke wijze de school zorg draagt voor flexibiliteit
in de lesprogramma’s en voor flexibiliteit bij het afleggen van toetsen en examens,
rekeninghoudend met de belangen van de betrokken Loot-leerling.
-
3. Het schoolplan.
-
4. Een schriftelijke steunverklaring van de Regionale Topsport Organisaties voor de aanvraag
voor een licentie Topsporttalentschool.
Artikel 4. Voorwaarden voor het verstrekken van een licentie Topsporttalentschool
De school, waarvoor het bevoegd gezag een aanvraag, bedoeld in artikel 3, heeft ingediend dient te voldoen aan de volgende voorwaarden:.
-
a. Op de school dienen tenminste 35 Loot-leerlingen ingeschreven te zijn, waarbij per
sport maximaal 11 leerlingen meetellen. Hiervan kan worden afgeweken indien:
-
– deze voorwaarde tot gevolg heeft dat in een bepaalde provincie geen enkele licentie
Topsporttalentschool kan worden verstrekt. In dat geval kan een licentie Topsporttalentschool
worden verleend aan een school die tenminste over 10 Loot-leerlingen beschikt in die
provincie, waarbij maximaal één derde deel van de Loot-leerlingen beoefenaar is van
dezelfde sport;
-
– dan wel in het geval dat het een school betreft die beschikt over tenminste 20 Loot-leerlingen
die onderwijs volgen in het VMBO, waarbij maximaal één derde van de Loot-leerlingen
beoefenaar is van dezelfde sport;
-
b. Er is een samenwerkingsverband met tenminste 3 sportbonden of verenigingen en die
op het hoogste landelijk niveau actief zijn;
-
c. Op de school met de licentie Topsporttalentschool is personeel aanwezig en aanspreekbaar
op de afstemming van de werkzaamheden die verband houden met de licentie Topsporttalentschool
en dat voorziet in de begeleiding van de Loot-leerlingen waarbij het uitgangspunt
is het onderwijsniveau van deze leerlingen te behouden.
Artikel 5. Periodieke visitatie door stichting LOOT
Artikel 6. Intrekken van de licentie Topsporttalentschool
De minister kan op basis van het advies van stichting LOOT bedoeld in artikel 5 besluiten tot intrekking van de licentie Topsporttalentschool. De minister kan besluiten
om een Topsporttalentschool die niet voldoet eenmalig twee jaar de tijd te geven om
zich te verbeteren.
Artikel 7. Consequentie van de intrekking van de aanwijzing van een Loot-leerling
Indien het Olympisch netwerk of het NOC*NSF oordeelt dat een betrokken leerling niet
langer kan worden beschouwd als een Loot-leerling, dient de desbetreffende leerling
vanaf dat moment aan het reguliere onderwijsprogramma deel te nemen. Een reeds geëffectueerde
ontheffing op grond van artikel 9 tot en met 13 blijft van kracht, evenals een reeds lopende spreiding van het examen op grond van
artikel 14.
Artikel 8. Consequentie voor de Loot-leerlingen bij het intrekken van de licentie
Topsporttalentschool
Indien met toepassing van artikel 6 de licentie Topsporttalentschool wordt ingetrokken, behouden de betrokken leerlingen
de onder de oorspronkelijke licentie Topsporttalentschool verkregen mogelijkheden
aan die oorspronkelijke Topsporttalentschool.
Artikel 9. Afwijkingen van voorschriften met betrekking tot onderwijstijd
-
1 Het bevoegd gezag dat beschikt over een licentie Topsporttalentschool kan voor Loot-leerlingen
afwijken van de normen voor onderwijstijd als gesteld in respectievelijk de artikelen 10, tweede lid, 10b, tweede lid, 10d, tweede lid, 11c, eerste lid, onder b, 11f, onder b. en 12, vijfde lid van de Wet op het voortgezet onderwijs.
Artikel 11. Afwijking van de vakken in de bovenbouw vmbo
Het bevoegd gezag dat beschikt over een licentie Topsporttalentschool kan afwijken
van de bepalingen in de artikelen 10, vijfde en zevende lid, 10b, vijfde en zevende lid, en 10d, vijfde en zevende lid, van de WVO en van de bepalingen in de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, onder a en c, 24, eerste lid, onder a en c en 25, eerste lid, onder a en c van het Eindexamenbesluit door een Loot-leerling in het vmbo ontheffing te verlenen voor:
-
– maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en één van de vakken behorende tot de beeldende
vorming, muziek, dans of drama;
-
– één of meer vakken of programmaonderdelen uit het vrije deel.
Artikel 14. Gespreid examen
In uitzonderlijke gevallen kan het bevoegd gezag, dat beschikt over een Topsporttalentschool,
voor een Loot-leerling beroep doen op artikel 59 van het Eindexamenbesluit.
Artikel 15. Overgangsbepaling
[Vervallen per 23-12-2014]
Artikel 16. Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de
Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
[Vervallen per 23-12-2014]
Artikel 18. Evaluatiemoment
De beleidsregel wordt voor 1 januari 2019 geëvalueerd.
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel verstrekking licentie Topsporttalentschool
VO.
Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en bekend
worden gemaakt op de internetsite (www.cfi.nl) van de Centrale Financiën Instellingen
van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.