Regeling steunintensiteit

[Regeling vervallen per 20-08-2014.]
Geraadpleegd op 30-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2011.
Geldend van 01-01-2010 t/m 19-08-2014

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 16 november 2009, nr. WJZ/9159989, tot vaststelling van een regeling krachtens artikel 5 van het Kaderbesluit EZ-subsidies (Regeling steunintensiteit)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 5, eerste lid, 14a en 15 van het Kaderbesluit EZ-subsidies;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 20-08-2014]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • algemene groepsvrijstellingsverordening: verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (‘de algemene groepsvrijstellingsverordening’) (PbEU L 214);

  • algemene opleiding: een algemene opleiding als bedoeld in artikel 38, onderdeel 2, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;

  • besluit: Kaderbesluit EZ-subsidies;

  • communautaire norm: communautaire norm als bedoeld in punt 70.3 van de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming nr. 2008/C 82/01 (PbEU C 82);

  • eco-innovatie: eco-innovatie als bedoeld in punt 70.4 van de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming nr. 2008/C 82/01 (PbEU C 82);

  • experimentele ontwikkeling: experimentele ontwikkeling als bedoeld in paragraaf 2.2, onder g, van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01 (PbEU C 323);

  • fundamenteel onderzoek: fundamenteel onderzoek als bedoeld in paragraaf 2.2, onder e, van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01 (PbEU C 323);

  • hernieuwbare energiebronnen: hernieuwbare energiebronnen als bedoeld in punt 70.5 van de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming nr. 2008/C 82/01 (PbEU C 82);

  • hooggekwalificeerd personeel: hooggekwalificeerd personeel als bedoeld in paragraaf 2.2, onderdeel k, van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01 (PbEU C 323);

  • industrieel onderzoek: industrieel onderzoek als bedoeld in paragraaf 2.2, onderdeel f, van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01 (PbEU C 323);

  • innovatieadviesdienst: een innovatieadviesdienst in de zin van paragraaf 5.6, eerste gedachtestreepje van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01 (PbEU C 323);

  • innovatiecluster: een innovatiecluster als bedoeld in paragraaf 2.2, onderdeel m, van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01 (PbEU C 323);

  • innovatieve starter: een innovatieve starter als bedoeld in paragraaf 5.4 van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01 (PbEU C 323);

  • milieubescherming: milieubescherming als bedoeld in punt 70.1 van de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming nr. 2008/C 82/01 (PbEU C 82);

  • referentiekosten: kosten voor een investering ten behoeve van een in Nederland gangbaar systeem, apparaat of techniek die in technisch opzicht vergelijkbaar is met een in Nederland uit te voeren project maar waarmee niet hetzelfde niveau van milieubescherming kan worden bereikt als met het uit te voeren project, terwijl, in geval van een uit te voeren project voor hernieuwbare energie, de capaciteit voor de opwekking van energie van dat project ten minste overeenkomt met die van de eerstbedoelde investering;

  • specifieke opleiding: een specifieke opleiding als bedoeld in artikel 38, onderdeel 1, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;

  • stadsverwarming: stadsverwarming als bedoeld in punt 70.12 van de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming nr. 2008/C 82/01 (PbEU C 82);

  • technische haalbaarheidsstudie: technische haalbaarheidsstudie in de zin van paragraaf 5.2 van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01 (PbEU C 323);

  • warmtekrachtkoppeling: warmtekrachtkoppeling als bedoeld in punt 70.10 van de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming nr. 2008/C 82/01 (PbEU C 82).

Artikel 2

[Regeling vervallen per 20-08-2014]

Deze regeling is van toepassing op subsidies die worden verstrekt volgens de regels van het Kaderbesluit EZ-subsidies.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 20-08-2014]

De subsidie bedraagt, voor zover activiteiten vallen onder de bijlage bij deze regeling, het percentage van de subsidiabele kosten zoals aangegeven in de bijlage.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 20-08-2014]

  • 1 Onder de kostensoorten, genoemd in artikel 14a, tweede lid, onderdeel a tot en met d, van het besluit wordt verstaan:

    • a. wat betreft bedrijfsterreinen: de koopsom en overdrachtskosten met uitzondering van overdrachtsbelasting of de gekapitaliseerde erfpachtcanon exclusief de kosten van vestiging van de erfpacht, indien de grond van een gemeente of enig ander van overheidswege opgericht lichaam in erfpacht is verkregen;

    • b. wat betreft bedrijfsgebouwen en daartoe te rekenen centrale voorzieningen: de koopsom en de overdrachtskosten of de aan derden verschuldigde bouwkosten met uitzondering van de financieringskosten en de overdrachtsbelasting;

    • c. wat betreft machines en apparatuur voor zover deze na afloop van het project voor dezelfde doeleinden worden ingezet als beoogd met het project en blijven bijdragen aan een duurzame energiehuishouding: kosten voor de aanschaf ervan;

    • d. wat betreft machines en apparatuur voor zover deze na afloop van het project voor andere doeleinden worden ingezet dan beoogd met het project of niet meer bijdragen aan een duurzame energiehuishouding: kosten voor de aanschaf ervan, met dien verstande dat wordt uitgegaan van de aan het project toe te rekenen afschrijvingskosten, berekend op basis van de historische aanschafprijzen en de door de belastingdienst geaccepteerde afschrijvingstermijnen, met uitzondering van mogelijkheden tot vervroegde afschrijving, of lease-termijnen, met uitzondering van financieringskosten, en gebaseerd op de bedrijfseconomische levensduur;

    • e. wat betreft materialen en hulpmiddelen: het verbruik ervan, gebaseerd op historische aanschafprijzen.

  • 2 Onder de kostensoorten, genoemd in artikel 14a, tweede lid, onderdeel e en f, van het besluit, voor zover zij geactiveerd zijn op de fiscale balans, wordt verstaan:

    • a. wat betreft onderhoud en inspectie alsmede beheer en administratie met inbegrip van de rapportages, bedoeld in artikel 39, eerste lid, en het eindverslag, bedoeld in artikel 50, tweede lid, onderdeel a, van het besluit: kosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan het eerste lid, onderdeel a tot en met d;

    • b. wat betreft verzekeringen: kosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan het eerste lid, onderdeel a tot en met d;

    • c. wat betreft onvoorziene reparaties: kosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan het eerste lid, onderdeel b tot en met d;

    • d. wat betreft monitoring: kosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan voortgangscontrole op een project;

    • e. wat betreft ontmanteling: kosten ervan voor zover gehele of gedeeltelijke verwijdering van een project in verband met milieubescherming verplicht is, te berekenen over een periode van ten hoogste 20 jaar;

    • f. wat betreft het geleidelijk opstarten en in gebruik nemen van een project: kosten ervan die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan capaciteitsverlies en gederfde inkomsten.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 20-08-2014]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 20-08-2014]

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling steunintensiteit.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 16 november 2009

De

Minister

van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven

Bijlage

[Regeling vervallen per 20-08-2014]

   

Kleine onderneming

Middelgrote onderneming

Grote onderneming en onderzoeksorganisaties voor zover het betreft economische activiteiten

Onderzoek & Ontwikkeling

Fundamenteel onderzoek

 

75

75

75

Industrieel onderzoek

Basis

70 (80)1

60 (70)

50 (60)

 

– samenwerking tussen ondernemingen voor grote ondernemingen: samenwerking grensoverschrijdend of met ten minste één kleine of middelgrote onderneming

of

– samenwerking van een onderneming met een onderzoeksorganisatie

of

– verspreiding van resultaten

80 (80)

75 (80)

65 (75)

Experimentele ontwikkeling

Basis

45 (60)

35 (50)

25 (40)

 

– samenwerking tussen ondernemingen voor grote ondernemingen: samenwerking grensoverschrijdend of met ten minste één kleine of middelgrote onderneming

of

– samenwerking van een onderneming met een onderzoeksorganisatie

60 (75)

50 (65)

40 (55)

Technische haalbaarheidstudie

voor technische haalbaarheidstudies ter voorbereiding van activiteiten op het gebied van industrieel onderzoek

75

75

65

   

Voor studies ter voorbereiding van activiteiten op het gebied van experimentele ontwikkeling

50

50

Innovatie

Innovatieve starters die minder dan 6 jaar bestaan op tijdstip van subsidieverlening.

NB mag cumuleren

Max. 1 miljoen euro

proces- en organisatie-innovatie op het gebied van diensten

Basis

35

25

   

Bij samenwerking met kleine of middelgrote ondernemingen en een minimum van 30% van de kosten ten laste omen van de kleine of middelgrote ondernemingen

Opzetten, uitbreiden en aansturen van Innovatieclusters t.b.v. de rechtspersoon die het cluster exploiteert

Investeringssteun:

– opleidingsfaciliteiten en onderzoekcentra;

– open access-onderzoeksinfrastructuur: laboratoria, testfaciliteiten;

– breedbandnetwerk-infrastructuur.

35

25

15

 

Exploitatiesteun:

– Aansturen clusters

Over 5 jaar:

– 50; of

– lineair aflopend van 100 naar 0.

MKB

Steun voor investeringen in materiële en immateriële activa.

20

10

Advies- en andere diensten en werkzaamheden:

– diensten van externe adviseurs (niet regulier)

– Deelneming vakbeurzen en tentoonstellingen

50

50

Verkrijging en validering industriële eigendomsrechten

Hetzelfde steunpeil als zou gelden ten aanzien van O&O-steun voor de onderzoeksactiviteiten die in de eerste plaats in de betrokken industriële eigendomsrechten hebben geresulteerd.

innovatieadviesdiensten en voor diensten inzake innovatieondersteuning

Basis

75 met een maximum van 200.000,– per subsidie-ontvanger over een periode van 3 jaar.

Uitlenen hooggekwalificeerd personeel

50

50

Opleiding

Algemene opleiding

70 [80]2

70 [80]

50 [60]

Specifieke opleiding

35 [45]

35 [45]

25 [35]

Scheepsbouwsteun

Steun voor scheepsbouwinnovatie

20

20

20

Investeringssteun als onderdeel van de in aanmerking komende subsidiabele kosten (artikel 14a van het Kaderbesluit EZ-subsidies)

 

Kleine onderneming

Middelgrote onderneming

Grote onderneming

Steun voor ondernemingen die verder gaan dan communautaire normen of die, bij ontstentenis van communautaire normen, de milieubescherming doen toenemen

70%

80% in het geval van eco-innovatie

100% in het geval van een inschrijvingsprocedure

60%

70% in het geval van eco-innovatie

100% in het geval van een inschrijvingsprocedure

50%

60% in het geval van eco-innovatie

100% in het geval van een inschrijvingsprocedure

Steun voor milieustudies

70%

60%

50%

Steun voor vroege aanpassing aan toekomstige communautaire normen

     

– meer dan 3 jaar

25%

20%

15%

– tussen 1 en 3 jaar

20%

15%

10%

voor de inwerkingtreding

     

Steun voor afvalbeheer

70%

60%

50%

Steun voor hernieuwbare energiebronnen

80%

100% in het geval van een inschrijvingsprocedure

70%

100% in het geval van een inschrijvingsprocedure

60%

100% in het geval van een inschrijvingsprocedure

Steun voor energiebesparing

Steun voor warmtekrachtkoppeling-installaties

80%

100% in het geval van een inschrijvingsprocedure

70%

100% in het geval van een inschrijvingsprocedure

60%

100% in het geval van een inschrijvingsprocedure

Steun voor stadsverwarming met conventionele energiebronnen

70%

100% in het geval van een inschrijvingsprocedure

60%

100% in het geval van een inschrijvingsprocedure

50%

100% in het geval van een inschrijvingsprocedure

Steun voor de sanering van verontreinigde locaties

100%

100%

100%

Steun voor verhuizing van ondernemingen

70%

60%

50%

  1. De tussen haken opgenomen getallen zijn van toepassing bij krediet met rente en opslag. ^ [1]
  2. De tussen haken opgenomen getallen zijn van toepassing op een opleiding voor kwetsbare of gehandicapte werknemers als bedoeld in deel 9 van de algemene groepsvrijstellingsverordening. ^ [2]