Vrijstelling verbod kooldioxide

[Regeling vervallen per 02-04-2010.]
Geraadpleegd op 11-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2010 en zichtdatum 21-09-2024.
Geldend van 03-12-2009 t/m 01-04-2010

Vrijstelling verbod kooldioxide

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

In overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gezien de noodzaak tot vrijstelling van het verbod op het gebruik van het biocide kooldioxide ter bestrijding van de bruine rat op Texel;

Gelet op artikel 65, eerste, derde en vierde lid en artikel 22, vierde lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 02-04-2010]

Vrijstelling wordt verleend van:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 02-04-2010]

De vrijstelling wordt verleend onder de beperkingen en voorschriften genoemd in Bijlage I bij dit besluit.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 02-04-2010]

Dit besluit wordt aangehaald als: Vrijstelling verbod kooldioxide.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 02-04-2010]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 10 november 2009

De

Minister

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer

Bijlage I

[Regeling vervallen per 02-04-2010]

Bijlage bij het besluit Vrijstelling verbod kooldioxide 10 november 2009, houdende vrijstelling als bedoeld in artikel 65, eerste lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden van de verboden van artikel 19 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ten aanzien van het bestrijdingsmiddel kooldioxide ter bestrijding van de bruine rat op Texel.

Wettelijk gebruiksvoorschrift en gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 02-04-2010]

Toegestaan is de bestrijding van bruine ratten met een gasmengsel dat bestaat uit 2/3 deel koolstofdioxide 1/3 deel zuurstof op 3 locaties op Texel. Per locatie mag maximaal 10 kilogram vloeibaar koolstofdioxide gebruikt worden. Elke locatie mag eenmaal behandeld worden.

Op de locaties dient van tevoren het aantal en de omvang van de gangenstelsels vastgesteld te worden. Van een gangenstelsel worden op één na de uitgangen afgedicht. In de overgebleven gang wordt met behulp van een lans van minimaal 1 meter lang het gasmengsel ingebracht (acht liter per meter gang).

Aan de lans dient een stop te zitten om de gang af te dichten. De toepasser dient na toediening van het gasmengsel de gang te dichten en afstand te bewaren. Iedere gang wordt eenmalig behandeld.

Tijdens de behandeling dient een medewerker op enkele meters afstand van de toepasser te staan om de toepasser te hulp te kunnen schieten indien de toepasser onwel wordt. Andere medewerkers dienen ook minimaal enkele meters afstand te bewaren.

Na behandeling dient de koolstofdioxideconcentratie gemeten te worden (met kooldioxide meetsensoren) totdat de concentratie lager dan 5% is. Indien nodig kunnen de gangen doorgeblazen worden met lucht, waarbij afstand bewaard wordt.