Besluit deskundigheidseisen gastouders kinderopvang

[Regeling vervallen per 06-06-2012.]
Geraadpleegd op 26-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-08-2010 en zichtdatum 22-11-2024.
Geldend van 01-01-2010 t/m 13-08-2011

Besluit van 3 december 2009 houdende deskundigheideisen aan gastouders in de kinderopvang (Besluit deskundigheidseisen gastouders kinderopvang)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 5 oktober 2009, nr. WJZ/130572 (2684), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 56b, tweede lid, onderdeel b, van de Wet kinderopvang;

De Raad van State gehoord (advies van 21 oktober 2009, nr. W05.09.0393/I);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 2 december 2009, nr. WJZ/164509(2684), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 06-06-2012]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • certificaat: het bewijs van het met goed gevolg doorlopen van een certificerings-procedure goed gastouderschap;

  • verworven competenties: door werkervaring of op andere wijze verworven kennis, vaardigheden en competenties;

  • EVC-code: de kwaliteitscode EVC, neergelegd in het Convenant «Een kwaliteitscode voor EVC» van 14 november 2006;

  • certificerings-procedure: geheel van processtappen en gehanteerde instrumenten waarmee de verworven competenties van personen worden beoordeeld ten opzichte van een specifieke landelijke standaard, uitgevoerd conform de EVC-code;

  • erkende EVC-aanbieder: organisatie die volgens de principes en uitgangspunten van de EVC-code EVC-procedures aanbiedt en als zodanig is opgenomen in het register van erkende EVC-aanbieders of in het kalenderjaar 2009 in dit register was opgenomen, bedoeld in de EVC-code.

Artikel 2. Deskundigheidsdomeinen

[Regeling vervallen per 06-06-2012]

De deskundigheid van de houder van een voorziening voor gastouderopvang omvat:

  • a. het kunnen bieden van voldoende zorg aan kinderen die gastouderopvang ontvangen, en

  • b. het waarborgen van een veilige en gezonde omgeving die aansluit op de leefwereld van deze kinderen.

Artikel 3. Deskundigheidseisen voldoende zorg

[Regeling vervallen per 06-06-2012]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 2 Het voldoen aan de in artikel 2, onderdeel a, bedoelde eis blijkt tevens uit het bezit van een certificaat van een door betrokkene doorlopen certificerings-procedure waaruit blijkt dat de houder van een voorziening voor gastouderopvang voldoet aan de competenties behorende bij de in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde opleiding.

  • 3 De certificerings-procedure, bedoeld in het tweede lid houdt onder meer in, een onderzoek naar de verworven competenties van de houder van een voorziening voor gastouderopvang op de locatie waar de opvang daadwerkelijk plaatsvindt.

  • 4 De erkende EVC-aanbieder die de desbetreffende certificerings-procedure verzorgt, overlegt aan de houder van een voorziening voor gastouderopvang een verklaring van het bevoegd gezag van een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b, of artikel 1.4.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, die de op grond van het eerste lid, onderdeel a, aangewezen opleiding verzorgt, in welke verklaring het bevoegd gezag verklaart dat de certificerings-procedure de verworven competenties beoordeelt ten opzichte van de desbetreffende beroepsopleiding.

Terugwerkende kracht

Stb. 2011, 376, datum inwerkingtreding 14-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

1 Het voldoen aan de in artikel 2, onderdeel a, bedoelde eis blijkt uit:

  • a. het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van een bij ministeriële regeling aan te wijzen beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdeel b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, specifiek gericht op gastouderopvang,

  • b. het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van een bij ministeriële regeling aan te wijzen beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen c, d of e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs,

  • c. het bezit van een getuigschrift van met goed gevolg afgelegd afsluitend examen van een bij ministeriële regeling aan te wijzen opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, eerste of tweede lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, of

  • d. het bezit van een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties, verleend ten aanzien van de door hem te verrichten werkzaamheden.

Artikel 4. Deskundigheidseisen veilige en gezonde omgeving

[Regeling vervallen per 06-06-2012]

Het voldoen aan de in artikel 2, onderdeel b, bedoelde eis blijkt uit het bezit van bij ministeriële regeling aan te wijzen bewijsstukken van met goed gevolg afgesloten onderricht dat in elk geval omvat eerste hulp aan kinderen bij ongevallen.

Artikel 5. Citeertitel

[Regeling vervallen per 06-06-2012]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit deskundigheidseisen gastouders kinderopvang.

Artikel 6. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 06-06-2012]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 3 december 2009

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

S. A. M. Dijksma

Uitgegeven de vijftiende december 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin