Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 30 november 2009, nr. DV 2009-700
U;
Gelet op artikelen 2, achtste lid, 2a, eerste, tweede, derde en vijfde lid, 2e, derde en vierde lid, 41, eerste lid, 50b, eerste lid, 50d, tweede lid, 50f, vierde lid, 64, eerste lid, 65, eerste lid, 66, eerste lid, 66a, eerste lid, 66b, eerste lid, 67, eerste lid, 68, eerste lid, 70, eerste lid, 71, eerste lid, 80, eerste lid, 85, eerste lid, van de Wet op de accijns en artikel 70 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;
De Raad van State gehoord (advies van 9 december 2009, no. W06.09.0510/III);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 17 december 2009,
nr. DV 2009/741;
Hebben goedgevonden en verstaan: