Regeling aanpassing voor het jaar 2010 van de percentages voor de milieu-investeringsaftrek uit de Wet inkomstenbelasting 2001

[Regeling vervallen per 01-01-2011.]
Geraadpleegd op 24-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-09-2010 en zichtdatum 01-01-2012.
Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2010

Regeling aanpassing voor het jaar 2010 van de percentages voor de milieu-investeringsaftrek uit de Wet inkomstenbelasting 2001

De Staatssecretaris van Financiën,

Handelende na overleg met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Minister van Economische Zaken;

Gelet op artikel 3.52 van de Wet inkomstenbelasting 2001;

Besluit:

Artikel II

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • 1 De wijzigingen ingevolge artikel I van artikel 3.42a van de Wet inkomstenbelasting 2001 zijn:

    • a. slechts van toepassing voor zover de belastingplichtige voldoet aan het op basis van de voorwaarden van de Tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun ter stimulering van de toegang tot financiering in de huidige financiële en economische crisis van 17 december 2008 (PbEU van 22 januari 2009, C 16/1) goedgekeurde Nederlands nationaal kader voor het tijdelijk verlenen van beperkte steunbedragen, bedoeld in de beschikking van de Europese commissie van 1 april 2009, N156/2009 (PbEU van 5 juni 2009, C125/8),

    • b. niet van toepassing op bedrijfsmiddelen die volgens het goedgekeurde Nederlands nationaal kader voor het tijdelijk verlenen van beperkte steunbedragen, bedoeld in de beschikking van de Europese commissie van 1 april 2009, N156/2009 (PbEU van 5 juni 2009, C 125/9), zijn uitgesloten van steun.

  • 2 Bij de toets of met betrekking tot de hoogte van de te ontvangen steun is voldaan aan de in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde voorwaarden, wordt:

Artikel III

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010 en vervalt op 1 januari 2011.

Artikel IV

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanpassing voor het jaar 2010 van de percentages voor de milieu-investeringsaftrek uit de Wet inkomstenbelasting 2001.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Financiën,

J.C. de Jager

Bijlage Nederlands nationaal kader voor het tijdelijk verlenen van beperkte steunbedragen

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Inleiding

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Nederland is van mening dat de financiële crisis haar gehele reële economie negatief beïnvloedt, zowel op nationaal als lokaal niveau. Nederland denkt onder dit kader maatregelen te kunnen treffen die bijdragen aan het herstel van haar reële economie en op deze wijze een bijdrage leveren aan de vermindering van de huidige financiële en economische crisis. Raad en de Europese Commissie hebben besloten crisismaatregelen toe te staan. Op de Algemene Raad van 11 en 12 december 2008 is besloten om maatregelen te treffen die toegang tot financiering in de huidige crisis moeten vereenvoudigen.. Onder verwijzing naar punt 4.2.2 van het ‘de Tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun ter stimulering van de toegang tot financiering in de huidige financiële en economische crisis’ van 17 december 2008 (PbEU van 22 januari 2009, C 16/1) heeft Nederland het volgende nationale kader voor het tijdelijk verlenen van beperkte steunbedragen opgesteld. Bij beschikking van 1 april 2009 met nummer N 156/2009 is dit kader door de Europese Commissie goedgekeurd op basis van artikel 87 3.b. van het EG verdrag.

Paragraaf 1. : Verlening van beperkte steunbedragen

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

1 Op grond van dit kader kunnen Nederlandse overheidsinstellingen beperkte steunbedragen aan kleine, middelgrote of grote ondernemingen in heel Nederland verlenen in de kalenderjaren 2009 en 2010. Goedkeuring door de Europese Commissie van dit kader betekent dat de verlening van deze steun door Nederlandse overheidsinstellingen niet meer behoeft te worden genotificeerd op grond van de staatssteunregels uit het EG-Verdrag. De totale som die aan één onderneming verleend wordt zal een bedrag van € 500.000 niet overschrijden. De toepassingsmodaliteiten uit de volgende paragrafen zullen hierbij gelden.

2 Het vastgestelde maximumbedrag heeft betrekking op een subsidie. Bij de bepaling van de hoogte van de beperkte steun op grond van dit kader gaat het om bruto bedragen voor afdracht van belastingen en andere heffingen. De steun op grond van dit kader kan ook worden verleend in de vorm van leningen, garanties of andere vormen van transparante steun. Indien de steun in een andere vorm dan een subsidie wordt verleend wordt de steun bepaald op basis van het bruto subsidie equivalent.

Paragraaf 2. : Toepassingsbereik

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

2.1. Vorm van de steun

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • 1. De maatregel is van toepassing op beperkte steun in Nederland. De beperkte steun is bestemd voor alle ondernemingen in alle sectoren met inachtneming van de in de volgende punten genoemde voorwaarden.

  • 2. Het gaat uitsluitend om transparante steun in de zin van artikel 2, punt 6 en artikel 5 van de algemene groepsvrijstellingsverordening (PbEU van 9 augustus 2008, L 214/3),

Als transparante vormen van steun zijn in het bijzonder te beschouwen:

  • steun in de vorm van subsidies en rentesubsidies

  • steun in de vorm van leningen waarbij de referentierente op het tijdstip van het verstrekken van de lening geldt voor het berekenen van het subsidiebedrag.

  • garanties waarbij bij berekening van het bruto subsidie equivalent gebruik wordt gemaakt van de ‘safe harbour premium rates’ uit bijlage A van de tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun ter stimulering van de toegang tot financiering in de huidige financiële en economische crisis, zoals aangepast op 25 februari 2009.

2.2 . Begunstigden

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • 1. Dit kader is van toepassing op kleine, middelgrote en grote ondernemingen. Kleine en middelgrote ondernemingen zijn ondernemingen als bedoeld in bijlage 1 van de algemene groepsvrijstellingsverordening (PbEU van 9 augustus 2008, L 214/3).

  • 2. De maatregelen gelden voor alle economische activiteiten met de volgende uitzonderingen:

    • ondernemingen in de visserijsector

    • ondernemingen die landbouwproducten produceren

  • 3. Voor bedrijven die actief zijn op het gebied van verwerking en afzet van landbouwproducten geldt dit kader alleen als:

    • de steun niet is vastgesteld op basis van prijs en hoeveelheid die door de betrokken ondernemer op de markt worden gebracht en

    • de steun niet zodanig uitwerkt dat deze in het geheel of gedeeltelijk aan primaire producenten wordt doorgegeven.

  • 4. De maatregelen gelden alleen voor grote ondernemingen die op 1 juli 2008 niet in moeilijkheden waren in de zin van punt 2.1 van de reddings- en herstructureringsrichtsnoeren van de Commissie van 1 oktober 2004 (PbEU van 1 oktober 2004, C 244/2) en voor kleine en middelgrote ondernemingen die op 1 juli 2008 niet in moeilijkheden waren in de zin van artikel 1, punt 7, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.

  • 5. Ondernemingen die na 1 juli 2008 in moeilijkheden zijn gekomen kunnen wel gebruik maken van dit kader .

6 De maatregel geldt niet voor exportsteun en voor steun die binnenlandse producten een voordeel verschaft ten opzichte van ingevoerde producten.

Paragraaf 3. : Inwerkingtreding en geldigheidsduur

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Dit kader treedt in werking op 1 april 2009 en eindigt op 31 december 2010. Steunverlening is tot op dat tijdstip mogelijk.

Paragraaf 4. : Cumulering

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • 1. Beperkte steun in de zin van dit kader mag niet met de minimissteun (PbEU van 28 december 2006, L 379/)) voor dezelfde subsidiabele kosten worden gecumuleerd.

  • 2. Als een onderneming al de minimissteun ontvangen heeft voor 17 december 2008 mag het totaal bedrag van de beperkte steun op grond van dit kader en de ontvangen de minimissteun niet hoger zijn dan € 500.000 voor de periode tussen 1 januari 2008 en 31 december 2010 .

  • 3. Beperkte steun op grond van dit kader kan gecumuleerd worden met andere verenigbare steun of met andere vormen van gemeenschapsfinanciering mits de in de betreffende richtsnoeren of vrijstellingsverordeningen vastgestelde steunintensiteiten in acht worden genomen.

Paragraaf 5. : Controle

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • 1. De overheidsinstelling die de steun verleent draagt er zorg voor dat de betrokken onderneming een verklaring, in schriftelijke of elektronische vorm, overlegt van alle de minimissteun en beperkte steun op grond van dit kader die de onderneming in het lopende belastingjaar heeft ontvangen. De verklaring moet tevens informatie bevatten waaruit genoegzaam blijkt dat de betrokken onderneming op 1 juli 2008 niet in moeilijkheden verkeerde. De verklaring moet door de overheidsinstelling zijn ontvangen vóór dat zij de steun toekent.

  • 2. De overheidsinstelling zal geen beperkte steun verlenen dan nadat ze zich er van vergewist heeft dat het totale bedrag aan steun (inclusief de de minimissteun) voor de periode 1 januari 2008- 31 december 2010 het maximale bedrag van € 500.000 niet heeft overschreden.

  • 3. De bescheiden die met de steunverlening verband houden moeten gedurende 10 jaar vanaf het moment van het verlenen van de steun bewaard blijven en moeten alle gegevens bevatten die nodig zijn om te kunnen nagaan of aan de vastgestelde voorwaarden als bedoeld in punt 6 van Mededeling van de Commissie 2009/C16/01, PbEU van 22 januari 2009 voldaan is. Deze informatie zal tevens worden gebruikt ten behoeve van de in punt 6 genoemde monitoring en verslaglegging.

Paragraaf 6. : Budget

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Er is geen budget voor dit kader vastgesteld omdat op voorhand niet is aan te geven hoe vaak van dit kader gebruik gemaakt zal worden.