Wet van 18 maart 2010 tot wijziging van de Wet luchtvaart en enkele andere wetten,
houdende diverse wijzigingen met betrekking tot de luchtvaart
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet luchtvaart te wijzigen, alsmede enkele andere wetten, houdende diverse wijzigingen met betrekking
tot de luchtvaart, rekening houdende met zowel verordening (EG) nr. 2042/2003 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 november 2003 betreffende
de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen
en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken
organisaties en personen (PbEU L 315), als met de implementatie van richtlijn nr. 2006/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 april 2006 inzake
een communautaire vergunning van luchtverkeersleiders (PbEU L 114);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: