U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2008 en zichtdatum 11-11-2024. Geldend van 01-07-2007 t/m heden
Regeling teboekgestelde schepen 1994
Het bestuur van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers,
Gelet op de artikelen 8, tweede lid, tweede zin, en derde lid, 12, derde lid, 14, vierde lid, 15, derde en vierde lid, 16, 17, 44, tweede lid, 85, vijfde lid, 87, vijfde lid, juncto artikel 72, 91, derde lid. 99, tweede lid, 106, tweede lid, eerste zin, juncto artikel 102, tweede lid, 106, tweede lid, tweede zin, en derde lid, juncto artikel 101, tweede en derde lid, 115 en 116 van de Kadasterwet, alsmede op de artikelen 25, 28, 29, eerste lid, en 38 van het Kadasterbesluit en de artikelen 34, tweede lid, en 36 van de Maatregel teboekgestelde schepen 1992:
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. de wet: de Kadasterwet;
b. de Dienst: de Dienst voor het kadaster en de openbare registers, bedoeld in artikel 2 van de Organisatiewet Kadaster;
c. het kantoor: het kantoor van de Dienst als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onder a, van de wet;
d. het hoofdkantoor: het ingevolge artikel 4, eerste lid, tweede zin, van de wet door het bestuur van de Dienst als hoofdkantoor van de openbare registers en registratie voor schepen aangewezen kantoor van de Dienst;
e. de openbare registers: de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;
f. een verdragsregister: een verdragsregister als bedoeld in artikel 781, onder d, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek;
g. het brandmerk: het brandmerk, bedoeld in artikel 21, eerste lid, onder c, van de wet, dat overeenkomstig artikel 22 is aangebracht op een schip;
h. branden: duurzaam aanbrengen van een brandmerk;
i. verplaatsing van een binnenschip: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 785, tweede lid, onder a, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek;
j. het stukidentificatienummer: het stukidentificatienummer, bedoeld in artikel 11c, eerste lid, van de wet.
Hoofdstuk 2 van de Kadasterregeling 1994 is van overeenkomstige toepassing op de openbare registers voor schepen, met dien verstande dat:
a. op het afschrift van een stuk dat in papieren vorm wordt aangeboden, de tekst ‘Hypotheken 3’ of ‘Hypotheken 4’ voorafgegaan wordt door de afkorting ‘SC’, en
b. de opbergeenheid waarin afschriften worden opgeborgen van de stukken die in papieren vorm zijn aangeboden, wordt aangeduid met de letters ‘SC’.
[Vervallen per 24-11-2006]
1 Indien een stuk ter inschrijving wordt aangeboden en niet vereist is dat tevens een afschrift van dit stuk wordt aangeboden, maakt de Dienst een afschrift van dit stuk, dat voldoet aan de artikelen 11c van de Kadasterregeling 1994 en 2, onder a.
2 De bewaarder verklaart de inhoud van het formulier overeenkomstig het origineel, welke verklaring door hem wordt ondertekend.
1 De registratie voor schepen wordt, onverminderd het tweede tot en met vijfde lid, gehouden in de vorm van geautomatiseerde bestanden, overeenkomstig de desbetreffende technische handleidingen.
2 Gegevens die betrekking hebben op de toestand van vóór de omzetting naar de geautomatiseerde registratie voor schepen, zijn opgenomen in de desbetreffende oorspronkelijke registers en kaartsystemen, welke registers en kaartsystemen deel uitmaken van de registratie voor schepen.
3 De geautomatiseerde registratie voor schepen is behalve door het brandmerk ook toegankelijk door middel van de naam van de rechthebbende en de naam van het schip.
4 De in artikel 85, tweede lid, onder a en b, van de wet genoemde gegevens, die ten gevolge van bijwerking niet meer actueel zijn, blijven, ook voor schepen waarvan de teboekstelling is doorgehaald, raadpleegbaar.
5 Ten aanzien van het gebruik van hoofd- en kleine letters en diacritische tekens, en van het al dan niet aan elkaar schrijven van letters behoeft geen overeenstemming te bestaan tussen de bij de Dienst bekend gestelde schrijfwijze der in de registratie voor schepen te vermelden gegevens en de wijze van vermelding van die gegevens daarin. In geval van diacritische tekens wordt in de registratie voor schepen een indicatie opgenomen waaruit van het bestaan van deze tekens blijkt.
1 Omtrent de wijze van bijhouding van de registratie voor schepen zijn de artikelen 37, 38, eerste lid, 39, 41, 46 tot en met 49 en 51, eerste lid, en 84 van de Kadasterregeling 1994 voor zover mogelijk van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van hetgeen in het tweede tot en met vierde lid is bepaald.
2 Artikel 39, tweede lid, van de Kadasterregeling 1994 is van overeenkomstige toepassing op wijzigingen of aanvullingen van de gegevens inzake een schip.
3 Indien de inschrijving in de openbare registers een hypotheek of beslag betreft, worden bovendien vermeld de naam, voornamen en gekozen woonplaats van de schuldeiser dan wel beslaglegger en het desbetreffende bedrag. Ingeval de inschrijving een hypotheek betreft worden tevens vermeld de aard van de hypotheek en, in geval van medeëigendom of een rederij, het desbetreffende aandeel van de rechthebbende waarop de hypotheek betrekking heeft.
4 Indien een ingeschreven stuk een wijziging of aanvulling van de in het derde lid bedoelde gegevens betreft, worden de in de registratie voor schepen vermelde gegevens met het ingeschreven stuk in overeenstemming gebracht.
5 De in het eerste lid, juncto de artikelen 39, zevende lid, en 41 van de Kadasterregeling 1994 bedoelde aanduidingen van de aard van de ingeschreven stukken luiden bovendien als volgt:
Aard ingeschreven stuk
Aanduiding
a. Afwijkend beding als bedoeld in artikel 1, vijfde lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek
Afwijkend beding, onder vermelding van het scheepstoebehoren ten aanzien waarvan dat beding is gemaakt
Scheepshuurkoopovereenkomst waarop artikel 800, tweede lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing is
Scheepshuurkoop
6 In geval van een boeking in het register Hypotheken 4D wordt onder verwijzing van het stukidentificatienummer van het stuk waarop de boeking betrekking heeft achter ‘mede-eigenaar’ opgevoerd ‘boeking in register voorlopige aantekening’.
Terstond na de inschrijving van een verzoek tot teboekstelling worden in de geautomatiseerde registratie voor schepen zoveel mogelijk de in artikel 85, tweede lid, van de Kadasterwet bedoelde gegevens opgenomen.
De in de artikelen 18 en 21 van de Wet aansprakelijkheid olietankschepen bedoelde stukken worden voorzien van de datum van ontvangst en het brandmerk.
Omtrent de bijhouding van de registratie voor schepen met betrekking tot voorlopige aantekeningen en de doorhaling daarvan, is artikel 93 van de Kadasterregeling 1994 van overeenkomstige toepassing.
1 In geval van teboekstelling van een schip dat reeds in een register heeft te boek gestaan, wordt in de registratie voor schepen vermeld:
‘heeft te boek gestaan in het register te ...
met teboekstellingskenmerk ...’, onder invulling van de desbetreffende gegevens.
2 In geval van teboekstelling van een schip dat reeds in een buitenlands register te boek staat, wordt in de registratie voor schepen aangetekend:
‘staat te boek in het register te ... met teboekstellingskenmerk ...
De Nederlandse teboekstelling heeft eerst gevolg nadat de teboekstelling in het buitenlandse register is doorgehaald’, onder invulling van de desbetreffende gegevens.
3 In geval van inschrijving van het in de artikelen 18, derde lid, en 19, derde lid, van de M.t.s. genoemde bewijs wordt de in het tweede lid bedoelde vermelding doorgehaald onder aantekening van het tijdstip en het stukidentificatienummer van het bewijs. Het eerste lid is van toepassing.
4 In geval van weigering van doorhaling in het buitenlands register als bedoeld in de artikelen 18, vierde lid, en 19, vierde lid, van de M.t.s., wordt in de registratie voor schepen toegevoegd de aantekening:
‘bewaarder buitenlands register weigert doorhaling teboekstelling’, onder aantekening van het tijdstip en het stukidentificatienummer van het bewijsstuk van de weigering.
1 Wanneer een schip in een andere rubriek wordt te boek gesteld, wordt in de registratie voor schepen bij de doorhaling der teboekstelling aangetekend:
‘later te boek gesteld B, V of Z nr. ...’, onder invulling van de desbetreffende gegevens, en bij de nieuwe teboekstelling bij het brandmerk: ‘vroeger geboekt B, V of Z nr. ...’, onderinvulling van de desbetreffende gegevens. In geval van een nieuwe teboekstelling van een schip dat reeds eerder te boek stond, wordt op gelijke wijze onderling verwezen.
2 In de in het eerste lid genoemde gevallen wordt het schip opnieuw gebrand met wijziging van het vroegere brandmerk.
3 Staan nog boekingen betreffende rechthebbenden, hypotheken, beslagen of voorrechten open, dan worden deze overgenomen bij de nieuwe teboekstelling.
1 In geval van doorhaling van de teboekstelling wordt de datum van doorhaling en het nummer van de verklaring waaruit de doorhaling blijkt in de registratie voor schepen opgenomen.
2 Indien de teboekstelling van een zeeschip wordt doorgehaald geeft de bewaarder daarvan kennis aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, divisie Scheepvaart, zonder opgaaf van de reden van doorhaling.
3 De in artikel 30, vierde lid, van de M.t.s. bedoelde vermelding wordt geplaatst in de registratie voor schepen bij de desbetreffende teboekstelling.
1 De in artikel 31, eerste en vierde lid, van de M.t.s. bedoelde mededeling wordt in de registratie voor schepen bij de desbetreffende teboekstelling vermeld.
2 Indien de bewaarder blijkt dat een binnenschip in meer dan één verdragsregister te boek staat en artikel 31 van de M.t.s. niet van toepassing is, overlegt de bewaarder met de houder van het desbetreffende verdragsregister welke teboekstelling gehandhaafd blijft.
3 Indien besloten wordt om de Nederlandse teboekstelling niet te handhaven, is artikel 32 van de M.t.s. van toepassing.
1 Van de in artikel 6, eerste lid, van de M.t.s. bedoelde opgaaf wordt melding gemaakt in de registratie voor schepen.
2 In de registratie voor schepen worden bij de gehandhaafde teboekstelling alle gegevens vermeld die bij de vervallen teboekstelling zijn vermeld.
3 De vervallen teboekstellingen worden doorgehaald onder verwijzing naar de in artikel 6, tweede lid, van de M.t.s. bedoelde beslissing.
1 Indien de bewaarder bemerkt dat een wijziging waarvan aangifte is voorgeschreven, heeft plaatsgehad zonder dat daarvan aangifte is gedaan, houdt hij hiervan aantekening en stelt de voor de aangifte aansprakelijke personen van hun verzuim in kennis. Hij verzoekt hun onder verwijzing naar artikel 447a van het Wetboek van Strafrecht alsnog binnen een termijn van ten hoogste één maand aan de desbetreffende voorschriften te voldoen. Indien niet of niet behoorlijk aan dit verzoek wordt voldaan, handelt de bewaarder overeenkomstig het tweede lid.
2 De bewaarder die in de uitoefening van zijn ambt ontdekt of vermoedt dat een misdrijf is gepleegd of een overtreding is begaan, genoemd in artikel 389ter onderscheidenlijk artikel 447a van het Wetboek van Strafrecht, doet hiervan onder mededeling van alle hem bekende ter zake dienende feiten, aangifte bij het Openbaar Ministerie.
De registratie voor schepen wordt bijgewerkt met gegevens inzake het brandmerk:
a. ingeval blijkens bericht van de Scheepsmetingsdienst een brandmerk is verwijderd dan wel voorlopig of definitief aangebracht, alsmede
b. ingeval blijkens bericht van de eigenaar een brandmerk is verwijderd.
1 Het branden geschiedt in een vast deel van het schip dat weinig aan beschadiging of slijtage onderhevig is.
2 De aan te brengen letters en cijfers moeten ongeveer 4 centimeter hoog zijn. Indien het brandmerk in een houten constructiedeel wordt aangebracht moeten de letters en cijfers 6 centimeter hoog en 1 centimeter diep zijn. Betreft het een binnenschip met minder dan 10 kubieke meters verplaatsing, dan moeten de aan te brengen tekens tenminste 1 centimeter en ten hoogste 4 centimeter hoog zijn.
3 Op de meetbrief wordt melding gemaakt van het aangebrachte brandmerk.
4 Van de branding wordt een schriftelijk relaas opgemaakt en ondertekend door degene die met het aanbrengen van het brandmerk op het schip is belast. Dit relaas maakt deel uit van de registratie voor schepen en bevat tenminste de volgende gegevens:
a. brandmerk, naam, soort en type van het schip;
b. datum, tijdstip en plaats van branding;
c. meetbriefgegevens en HIN-nummer;
d. eventueel aangetroffen oude brandmerken en hoe daarmee is gehandeld;
e. plaats op het schip waar het brandmerk is aangebracht.
a. ingeval een brandmerk is verwijderd dan wel voorlopig of definitief is aangebracht,
alsmede
1 Uit de registratie voor schepen worden de volgende uittreksels verstrekt:
a. het uittreksel van de registratie voor schepen, met uitzondering van gegevens inzake hypotheken en beslagen;
b. het uittreksel van de registratie voor schepen, inzake hypotheken en beslagen.
2 De uittreksels bevatten een weergave van de in de registratie voor schepen opgenomen actuele gegevens.
3 Een uittreksel inzake een niet-actuele toestand wordt zoveel mogelijk verstrekt in de vorm van een mechanische reproductie van het desbetreffende stuk.
4 Een bewijs van doorhaling van de teboekstelling van een schip heeft de vorm van het model dat als bijlage 32 bij deze regeling is gevoegd.
5 De in artikel 101, eerste lid, van de Kadasterwet bedoelde verklaring heeft de vorm van het model dat als bijlage 4 bij deze regeling is gevoegd.
6 De in artikel 101, eerste lid, van de Kadasterwet bedoelde afschriften worden verstrekt in de vorm van mechanische reproducties van die bescheiden.
7 Ten behoeve van de teboekstelling in een buitenlands register kunnen vorm en tekst van de in het vierde en vijfde lid genoemde documenten worden afgestemd op de in dat land gestelde eisen.
8 Een verklaring van niet voltooiing van de bouw van een schip bevat de omschrijving en het brandmerk van het schip in aanbouw, alsmede de verklaring dat de bouw ervan nog niet is voltooid.
1 De Dienst verstrekt op verzoek afschriften of uittreksels betreffende de in de registratie voor schepen te boek gestelde stukken, dan wel getuigschriften omtrent het al dan niet bestaan van inschrijvingen betreffende schepen, als bedoeld in artikel 99 van de wet. De artikelen 119 en 126 van de Kadasterregeling 1994 zijn van overeenkomstige toepassing.
2 De bewaarder waarmerkt afschriften en uittreksels in papieren vorm door in het afschrift of het uittreksel de volgende door hem te ondertekenen verklaring op te nemen: ‘Voor eensluidend afschrift (onderscheidenlijk uittreksel)’, gevolgd door zijn naam, voorletters en functie.
3 De bewaarder waarmerkt getuigschriften in papieren vorm door hierop zijn naam, voorletters en functie te vermelden en het getuigschrift te ondertekenen.
4 De bewaarder waarmerkt afschriften, uittreksels en getuigschriften in elektronische vorm door hieraan een afzonderlijk bestand toe te voegen, waarin zijn opgenomen zijn naam, de naam van het kantoor van de Dienst, de datum van afgifte en de verklaring dat de gegevens overeenstemmen met de bij de Dienst berustende gegevens.
De raadpleging van de kadastrale registratie voor schepen geschiedt door het verlenen van inzage aan de kantoren van de Dienst die voor het publiek zijn opengesteld, via het in paragraaf 3.6 van de technische handleiding genoemde internetadres of door middel van een permanente aansluiting op de geautomatiseerde kadastrale registratie en door het verstrekken van inlichtingen, door middel van de telefoon of telefax.
1 Omtrent de kennisgeving, bedoeld in artikel 89, derde lid, juncto artikel 59, derde lid, van de wet, is artikel 109, vierde lid, van de Kadasterregeling 1994 van overeenkomstige toepassing.
2 Omtrent de mededeling, bedoeld in artikel 91, eerste lid, juncto artikel 64, tweede lid, van de wet, is artikel 109, vijfde lid, van de Kadasterregeling 1994 van overeenkomstige toepassing.
3 Omtrent de mededeling, bedoeld in artikel 91, tweede lid, juncto artikel 65, tweede lid, van de wet, is artikel 109, zesde lid, van de Kadasterregeling 1994 van overeenkomstige toepassing.
4 Artikel 111 van de Kadasterregeling 1994 van overeenkomstige toepassing op de beslissing van de ambtenaar op het bezwaarschrift waarbij bezwaar is gemaakt tegen de beslissing, bedoeld in de artikelen 89, derde lid, juncto artikel 59, derde lid, van de wet en op diens beslissing op bezwaarschriften als bedoeld in artikel 87b juncto artikel 56c, eerste lid, van de wet tegen beschikkingen inzake de bijhouding, alsmede op de brief waarbij die beslissingen van de ambtenaar aan belanghebbenden wordt toegezonden.
De in artikel 36 juncto artikel 35, eerste lid, van de M.t.s. bedoelde aangifte heeft de vorm van het model dat als bijlage 9 bij deze regeling is gevoegd.
1 Omtrent de kennisgeving van het herstel van een kennelijke misslag begaan bij de bijwerking van de registratie voor schepen, bedoeld in artikel 113, eerste lid, van de wet, is artikel 146, eerste lid, van de Kadasterregeling 1994 van overeenkomstige toepassing.
2 Artikel 112, eerste lid, van de Kadasterregeling 1994 is van overeenkomstige toepassing op de vorm van de in artikel 113, eerste lid, juncto artikel 112, eerste lid, van de wet bedoelde afwijzende beslissing op verzoeken tot herstel. Het in artikel 146, derde lid, van de Kadasterregeling 1994 bedoelde model voor de brief waarbij de beslissing wordt bekend gemaakt, wordt aangepast aan de omstandigheden.
3 Artikel 111 van de Kadasterregeling 1994 is van overeenkomstige toepassing op de vorm van de beslissing van de ambtenaar op bezwaarschriften, waarbij bezwaar is gemaakt tegen de beslissing op een zodanig verzoek dan wel tegen de beslissing tot een ambtshalve herstel van een kennelijke misslag, alsmede op de brief waarbij de desbetrefffende beslissing aan de belanghebbende wordt bekendgemaakt. Het in artikel 111, tweede lid, van de Kadasterregeling 1994 bedoelde model voor de in de vorige zin bedoelde brief wordt aangepast naar de omstandigheden.
Omtrent de wijze waarop de in artikel 116 van de wet bedoelde vergissingen, verzuimen, kennelijk misslagen en andere onregelmatigheden omtrent de openbare registers voor schepen en de registratie voor schepen worden hersteld, zijn de artikelen 147 en 148 van de Kadasterregeling 1994 van overeenkomstige toepassing.
1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag waarop de Organisatiewet Kadaster in werking treedt.
2 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling teboekgestelde schepen 1994, dan wel als: R.t.s. 1994.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen.
Apeldoorn, 14 april 1994.
J.W.J. Besemer.
[Red: Niet opgenomen.]
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling teboekgestelde schepen 1994", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.