Besluit van 14 juni 2010, houdende aanpassing van enige algemene maatregelen van bestuur
aan de Wet van 17 december 2009 tot aanpassing van de Wet op de rechtsbijstand in
verband met de bestuurlijke centralisatie van de raden voor rechtsbijstand (Stb. 2010,
2) alsmede vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van die wet (Besluit
bestuurlijke centralisatie raden voor rechtsbijstand)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 26 april 2010, nr. 5650968/10/6;
Gelet op de artikelen 12, derde lid, 25, zesde lid, 34, vierde lid, 34a, vierde lid, 34d, derde lid, 35, 37, tweede en vijfde lid, en 42a, eerste lid, van de Wet op de rechtsbijstand, artikel 294, vierde lid, van de Faillissementswet, artikel 4 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, artikel 24, tweede lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens, artikel 48 c en d van de Wet Justitie-subsidies, artikel 47, vijfde lid, Beginselenwet justitiële inrichtingen, artikel 45 van de Comptabiliteitswet 2001, artikel 1, tweede lid, van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar
bestuur;
De Raad van State gehoord (advies van 12 mei 2010, nr. W03.10.0165/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 07 juni 2010, nr. 5656150/10/6;
Hebben goedgevonden en verstaan: