Vleeskuikenbesluit 2010

[Regeling vervallen per 01-07-2014.]
Geraadpleegd op 14-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2012 en zichtdatum 13-12-2024.
Geldend van 01-02-2011 t/m 30-06-2014

Besluit van 1 juni 2010, houdende regels voor de huisvesting en verzorging van vleeskuikens (Vleeskuikenbesluit 2010)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 19 maart 2010, nr. 121480, Directie Juridische Zaken;

Gelet op richtlijn nr. 2007/43/EG van de Raad van de Europese Unie van 28 juni 2007 tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens (PbEU L 182) en de artikelen 3, 35, 38, 40, tweede lid, onderdeel c, 45 en 111 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

De Raad van State gehoord (advies van 29 april 2010, no. W11.10.0094/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 27 mei 2010, nr. 130824, Directie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a. bezettingsdichtheid: totale levende gewicht van vleeskuikens die tegelijkertijd in de stal per vierkante meter bruikbare oppervlakte aanwezig zijn;

    • b. bruikbare oppervlakte: van strooisel voorziene oppervlakte die te allen tijde voor vleeskuikens toegankelijk is;

    • c. dagelijkse mortaliteit: aantal vleeskuikens dat op dezelfde dag in een stal gestorven is, met inbegrip van de vleeskuikens die zijn gedood, gedeeld door het aantal vleeskuikens dat op die dag in de stal aanwezig was, vermenigvuldigd met 100;

    • d. eigenaar: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die het pluimveebedrijf waar de vleeskuikens worden gehouden, in eigendom heeft;

    • e. gecumuleerde dagelijkse mortaliteit: som van de dagelijkse mortaliteitscijfers;

    • f. houder: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die permanent of tijdelijk verantwoordelijk is voor of belast is met de zorg voor vleeskuikens;

    • g. koppel: groep vleeskuikens die in een stal zijn ondergebracht en gelijktijdig in die stal aanwezig zijn;

    • h. officiële dierenarts: dierenarts die is verbonden aan de Voedsel en Waren Autoriteit;

    • i. pluimveebedrijf: productieplaats waar vleeskuikens worden gehouden;

    • j. richtlijn nr. 2007/43/EG: richtlijn nr. 2007/43//EG van de Raad van de Europese Unie van 28 juni 2007 tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens (PbEU L 182);

    • k. stal: gebouw op een pluimveebedrijf waar een koppel vleeskuikens wordt gehouden;

    • l. vleeskuiken: dier van de soort Gallus gallus dat gehouden wordt voor de productie van vlees;

    • m. wet: Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.

  • 2 [Red: Dit lid is nog niet in werking getreden.]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Dit besluit is niet van toepassing op:

  • a. pluimveebedrijven met minder dan 500 vleeskuikens;

  • b. pluimveebedrijven met alleen vermeerderingsdieren;

  • c. broederijen;

  • d. vleeskuikens in extensieve scharrel- en vrije-uitloophouderijen als bedoeld in bijlage V onder b, c, d en e, bij verordening (EG) nr. 543/2008 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 16 juni 2008 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van de Europese Unie wat betreft de handelsnormen voor vlees van pluimvee (PbEU L 157);

  • e. vleeskuikens gehouden overeenkomstig regels vastgesteld op grond van artikel 11, derde lid, van de verordening, genoemd in onderdeel d, en

  • f. vleeskuikens gehouden overeenkomstig verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van de Europese Unie van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91 (PbEU L 198).

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Het is verboden vleeskuikens te houden.

  • 2 Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien:

    • a. de bezettingsdichtheid niet hoger is dan 33 kg/m2, en

    • b. er wordt voldaan aan de artikelen 4, 5, 6 en 8.

  • 3 In afwijking van het eerste lid en het tweede lid, onderdeel a, is het toegestaan vleeskuikens te houden met een hogere bezettingsdichtheid dan 33 kg/m2, indien:

    • a. de bezettingsdichtheid niet hoger is dan 39 kg/m2, en

    • b. er wordt voldaan aan paragraaf 2.

  • 4 In afwijking van het eerste lid, het tweede lid, onderdeel a en het derde lid, aanhef en onderdeel a, is het toegestaan vleeskuikens te houden met een hogere bezettingsdichtheid dan 39 kg/m2, indien:

    • a. de bezettingsdichtheid niet hoger is dan 42 kg/m2, en

    • b. er wordt voldaan aan de paragrafen 2 en 3.

  • 5 Het vierde lid, onderdeel a, is van toepassing met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Vleeskuikens worden gehouden, gehuisvest en verzorgd overeenkomstig de punten 1 tot en met 10 van bijlage I van richtlijn nr. 2007/43/EG.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 De eigenaar of houder registreert voor elke stal de volgende gegevens:

    • a. het aantal binnengebrachte vleeskuikens;

    • b. de bruikbare oppervlakte;

    • c. de kruising of het ras van de vleeskuikens, indien bekend;

    • d. voor iedere controle, het aantal dood aangetroffen vleeskuikens met een indicatie van de oorzaken, indien bekend, alsmede het aantal gedode vleeskuikens, met de reden, en

    • e. het resterende aantal vleeskuikens in het koppel nadat er vleeskuikens uit zijn verwijderd voor verkoop of slacht.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden drie jaren bewaard en worden bij een inspectie of op verzoek aan Onze Minister ter beschikking gesteld.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Wanneer een officiële dierenarts aan de houder en een ambtenaar als bedoeld in artikel 114, eerste lid, van de wet, gegevens heeft verstrekt met betrekking tot de dagelijkse mortaliteit, de gecumuleerde dagelijkse mortaliteit of de resultaten van de post mortem keuring die wijzen op slechte dierenwelzijnsomstandigheden, nemen de eigenaar of houder van de desbetreffende dieren passende maatregelen ter verbetering van het dierenwelzijn.

  • 2 Onze Minister treft, ingeval een officiële dierenarts informatie verstrekt als bedoeld in het eerste lid, maatregelen ter verbetering van het dierenwelzijn. Deze maatregelen kunnen inhouden:

    • a. een verplichting voor de eigenaar of houder tot het opstellen van een plan van aanpak;

    • b. een verbod voor de eigenaar of houder op het houden van vleeskuikens, tenzij de bezettingsdichtheid niet hoger is dan een bij die maatregel vast te stellen gewicht per vierkante meter, gedurende een bij die maatregel bepaalde periode.

  • 3 Het plan van aanpak, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, wordt ter goedkeuring aan Onze Minister voorgelegd.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het verzamelen en verstrekken van gegevens die noodzakelijk zijn voor het bepalen van de bezettingsdichtheid.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 De houder van vleeskuikens, voor zover deze een natuurlijke persoon is, is in het bezit van een door Onze Minister erkend certificaat waaruit blijkt dat hij passende cursussen heeft voltooid of gelijkwaardige ervaring heeft opgedaan.

  • 2 Van gelijkwaardige ervaring als bedoeld in het eerste lid is in elk geval sprake wanneer de ervaring is opgedaan voor de inwerkingtreding van dit besluit.

  • 3 De cursussen, bedoeld in het eerste lid, zijn toegespitst op welzijnsaspecten en hebben in ieder geval betrekking op:

    • a. de voorschriften van bijlage I van richtlijn nr. 2007/43/EG en de artikelen 10 en 11 van dit besluit;

    • b. de fysiologie, met name de drink- en voederbehoeften, het diergedrag en het begrip stress;

    • c. de praktische aspecten van de zorgzame omgang met vleeskuikens en van het vangen, laden en transporteren van vleeskuikens;

    • d. eerste hulp voor vleeskuikens, het noodslachten en het doden van vleeskuikens, en

    • e. preventieve maatregelen op het gebied van bioveiligheid.

  • 4 De eigenaar of houder verstrekt instructies en advies over de relevante voorschriften inzake dierenwelzijn, inclusief die met betrekking tot de dodingsmethoden die op de pluimveebedrijven worden toegepast, aan de personen die hij in dienst heeft of die voor hem diensten verrichten en die voor vleeskuikens zorgen of vleeskuikens vangen en laden.

  • 5 Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld ter uitvoering van het eerste en derde lid.

§ 2. Voorwaarden voor het houden van vleeskuikens met een bezettingsdichtheid hoger dan 33 kg/m2

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 De eigenaar of houder die voornemens is een zodanig aantal vleeskuikens te gaan houden dat de bezettingsdichtheid hoger zal worden dan 33 kg/m2, stelt Onze Minister ten minste 15 dagen voordat het desbetreffende koppel in de stal wordt geplaatst, in kennis van zijn voornemen en geeft daarbij aan hoe hoog de bezettingsdichtheid zal zijn.

  • 2 Indien Onze Minister daarom verzoekt, stuurt de eigenaar of houder een samenvatting van de informatie, bedoeld in artikel 10, tweede lid, toe.

  • 3 Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de wijze waarop de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, plaatsvindt.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 De eigenaar of houder legt per stal een verzameling van documenten aan waarin de productiesystemen in detail zijn beschreven.

  • 2 De verzameling documenten, bedoeld in het eerste lid, bevat in ieder geval informatie over technische details van de stal en de uitrusting van de stal, waaronder:

    • a. een plattegrond van de stal met inbegrip van de afmetingen van de door de vleeskuikens ingenomen oppervlakten;

    • b. het ventilatiesysteem en het koel- of verwarmingssysteem en de locatie van deze systemen;

    • c. het ventilatieschema met de beoogde parameters over luchtkwaliteit, zoals luchtstroming, luchtsnelheid en temperatuur;

    • d. de voeder- en watervoorziening en de locatie ervan;

    • e. de alarm- en reservesystemen die in werking treden in geval van een storing van de automatische of mechanische apparatuur die noodzakelijk is voor de gezondheid en het welzijn van de dieren;

    • f. het vloertype, en

    • g. het normaliter gebruikte strooisel.

  • 3 De verzameling documenten, bedoeld in het eerste lid, wordt op verzoek aan Onze Minister ter beschikking gesteld.

  • 4 De eigenaar of houder brengt Onze Minister onverwijld op de hoogte van eventuele wijzigingen in de beschreven stal, uitrusting of procedures die van invloed kunnen zijn op het welzijn van de dieren.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

De eigenaar of houder rust elke stal van zijn pluimveebedrijf uit met een ventilatiesysteem en met koel- of verwarmingssystemen, die zo zijn ontworpen en gebouwd en die zo functioneren dat:

  • a. de concentratie van ammoniak niet hoger is dan 20 ppm en de concentratie van kooldioxide niet hoger is dan 3000 ppm, gemeten ter hoogte van de kop van de vleeskuikens;

  • b. de binnentemperatuur de buitentemperatuur met niet meer dan 3°C overschrijdt wanneer het buiten in de schaduw warmer is dan 30°C, en

  • c. de gemiddelde relatieve vochtigheidsgraad in de stal over een periode van 48 uur niet hoger is dan 70% bij een buitentemperatuur van minder dan 10°C.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 De eigenaar of houder draagt er zorg voor dat de documentatie bij een koppel dat ter slachting wordt aangeboden gegevens bevat over:

    • a. de dagelijkse mortaliteit en de gecumuleerde dagelijkse mortaliteit, door de eigenaar of houder berekend, en

    • b. de kruising of het ras van de vleeskuikens.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, alsmede het aantal vleeskuikens dat dood aankomt, worden onder toezicht van de officiële dierenarts door de exploitant van het slachthuis geregistreerd met vermelding van het pluimveebedrijf en de stal van het pluimveebedrijf. De aannemelijkheid van de gegevens en van de gecumuleerde dagelijkse mortaliteit wordt door de exploitant van het slachthuis geverifieerd, rekening houdend met het aantal geslachte vleeskuikens en met het aantal vleeskuikens dat dood aankomt bij het slachthuis.

§ 3. Aanvullende voorwaarden voor het houden van vleeskuikens met een bezettingsdichtheid hoger dan 39 kg/m2

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 De eigenaar of houder die voornemens is een zodanig aantal vleeskuikens te gaan houden dat de bezettingsdichtheid hoger zal worden dan 39 kg/m2, stelt Onze Minister ten minste 15 dagen voordat het desbetreffende koppel in de stal wordt geplaatst, in kennis van zijn voornemen en geeft daarbij aan hoe hoog de bezettingsdichtheid zal zijn.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 2 Ingeval er op het pluimveebedrijf in de twee jaren, bedoeld in het eerste lid, geen toezicht op de naleving van dit besluit heeft plaatsgevonden, geldt in afwijking van het eerste lid, dat er alsnog toezicht plaatsvindt, en hierbij geen tekortkomingen in de naleving van dit besluit worden waargenomen.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

De eigenaar of houder maakt bij de bedrijfsvoering gebruik van gidsen voor goede praktijken, die aanbevelingen bevatten voor de naleving van dit besluit.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 De gecumuleerde dagelijkse mortaliteit van ten minste zeven opeenvolgende gecontroleerde koppels van een stal bedraagt voorafgaand aan de kennisgeving, bedoeld in artikel 13, eerste lid, minder dan de som van:

    • a. 1% en

    • b. 0,06%, vermenigvuldigd met de slachtleeftijd van de dieren, uitgedrukt in dagen.

  • 2 Ingeval de gecumuleerde dagelijkse mortaliteit meer bedraagt dan de som, bedoeld in het eerste lid, kan Onze Minister besluiten het eerste lid buiten toepassing te laten, indien de eigenaar of houder naar het oordeel van Onze Minister een toereikende verklaring voor de buitengewone aard van de hogere gecumuleerde dagelijkse mortaliteit heeft verstrekt, en heeft aangetoond dat er sprake is van overmacht.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Met ingang van 1 januari 2011 voldoet de eigenaar of houder aan de normen die bij ministeriële regeling worden vastgesteld met betrekking tot het voorkomen van de aandoening hakdermatitis bij vleeskuikens.

  • 2 Met ingang van 1 juli 2012 voldoet de eigenaar of houder aan de normen die bij ministeriële regeling worden vastgesteld met betrekking tot het voorkomen van de aandoening voetzoollaesies bij vleeskuikens.

  • 3 In het geval waarin de houder niet kan voldoen aan de normen in het eerste respectievelijk het tweede lid, kan Onze Minister besluiten het eerste onderscheidenlijk het tweede lid buiten toepassing te laten, indien de eigenaar of houder naar het oordeel van Onze Minister een toereikende verklaring voor de buitengewone aard van de overschrijding van de norm heeft verstrekt, en heeft aangetoond dat er sprake is van overmacht.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder een nieuw pluimveebedrijf: een pluimveebedrijf waar vleeskuikens worden gehouden dat van start gaat na de inwerkingtreding van dit besluit.

  • 2 De artikelen 14, 15 en 16 zijn op een pluimveebedrijf waar voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit vleeskuikens worden gehouden niet van toepassing tot het moment waarop door een ambtenaar als bedoeld in artikel 114, eerste lid, van de wet toezicht is uitgeoefend op de naleving van dit besluit.

  • 3 De eigenaar of houder van een pluimveebedrijf als bedoeld in het tweede lid stelt binnen 15 dagen na inwerkingtreding van dit besluit op een door Onze Minister aangegeven wijze Onze Minister op de hoogte van zijn voornemen om een zodanig aantal vleeskuikens te houden dat de bezettingsdichtheid na de inwerkingtreding van dit besluit hoger zal zijn dan 39 kg/m2.

  • 4 Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op:

    • a. een nieuw pluimveebedrijf;

    • b. een pluimveebedrijf waar voorheen vleeskuikens werden gehouden op een wijze als bedoeld in artikel 2 en dat overstapt op het houden van vleeskuikens op een wijze waarop dit besluit van toepassing is.

§ 4. Overig

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 De eigenaar of houder die voornemens is een zodanig aantal vleeskuikens te gaan houden dat de bezettingsdichtheid niet langer hoger zal zijn dan 33 of 39 kg/m2, stelt Onze Minister ten minste 15 dagen voordat het desbetreffende koppel in de stal wordt geplaatst, in kennis van zijn voornemen.

  • 2 Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de wijze waarop de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, plaatsvindt.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

  • 1 Een wijziging van bijlage I van richtlijn nr. 2007/43/EG gaat voor de toepassing van artikelen 4 en 8, derde lid, onderdeel a, gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

  • 2 Onze Minister doet mededeling in de Staatscourant van een wijziging als bedoeld in het eerste lid.

§ 5. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

Artikel 23

[Regeling vervallen per 01-07-2014]

De artikelen van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Laatstbedoeld besluit wordt niet genomen voordat 30 dagen zijn verstreken nadat het onderhavige besluit is overgelegd aan beide kamers der Staten-Generaal, en evenmin indien binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijke aantal leden van een der kamers te kennen wordt gegeven dat de inwerkingtreding van dit besluit bij wet wordt geregeld.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 1 juni 2010

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Uitgegeven de negenentwintigste juni 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin