Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar van de Dienst Stadstoezicht Rotterdam 2010

[Regeling vervallen per 09-07-2015.]
Geraadpleegd op 23-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 08-02-2012.
Geldend van 16-03-2011 t/m 31-12-2012

Besluit van de Minister van Justitie van 29 juni 2010, nr. 5655037/Justis/10, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Rotterdam

De Minister van Justitie,

Handelend in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken;

Gelezen het verzoek van de Algemeen directeur van de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Rotterdam van 26 mei 2010 en de daaropvolgende adviezen van de hoofdofficier van justitie te Rotterdam en de korpschef van de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond;

Gelet op:

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 09-07-2015]

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de persoon als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 09-07-2015]

De personen, werkzaam in de functie van a) handhaver, b) milieucontroleur en c) milieu-inspecteur in dienst van de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Rotterdam, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 09-07-2015]

  • 3 De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste en tweede lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 4 De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het in het eerste of tweede lid genoemde domein.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 09-07-2015]

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 645 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd, waarvan 600 personen in het domein I Openbare Ruimte en 45 personen in het domein II Milieu, welzijn en infrastructuur.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 09-07-2015]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 09-07-2015]

De buitengewoon opsporingsambtenaar kan de in artikel 8, eerste en derde lid, van de Politiewet 1993 omschreven bevoegdheden uitoefenen en daarbiij gebruikmaken van handboeien.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 09-07-2015]

  • 1 De Algemeen directeur van de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Rotterdam brengt jaarlijks, voor 1 april, verslag uit over:

    • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam in de in artikel 2 genoemde functies;

    • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

    • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Minister van Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

  • 2 Dit verslag wordt toegezonden aan in artikel 5 bedoelde toezichthouder en direct toezichthouder en aan het Ministerie van Justitie, dienst Justis, afdeling BTR, postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 09-07-2015]

De op naam gestelde akten van beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het in artikel 8 genoemde besluit, worden geacht mede te zijn afgegeven op basis van dit besluit.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 09-07-2015]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt vijf jaar na het tijdstip van inwerkingtreding.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 09-07-2015]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar van de Dienst Stadstoezicht Rotterdam 2010.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 29 juni 2010

De

Minister

van Justitie,
namens deze:

P.W.C. Collard,

Teammanager BTR.