Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet

Geraadpleegd op 16-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2015.
Geldend van 19-03-2015 t/m 08-09-2015

Besluit van 13 juli 2010, houdende regels ter uitvoering van de Crisis- en herstelwet, eerste tranche (Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken van 15 juni 2010, nr. 3093158, gedaan mede namens Onze Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Justitie en in overeenstemming met Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 1.2, 2.2, eerste lid, 2.3, zesde lid, 2.4, eerste en derde lid, 2.9, eerste lid, onderdeel b, 2.18 en 5.1, eerste lid, van de Crisis- en herstelwet en de artikelen 105 en 107 van de Wet geluidhinder;

De Raad van State gehoord (advies van 30 juni 2010, no. W01.10.0253/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken van 9 juli 2010, nr. 3093990, uitgebracht mede namens Onze Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Justitie en in overeenstemming met Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • bijlage: bij dit besluit behorende bijlage;

  • eco iglo: gebouw bestaande uit een drijfelement van ten hoogste 400 m2 waarop een staal-glas of koolstof-glas constructie in de vorm van een halve bol is geplaatst, waarbij in de binnen het bouwwerk benodigde energie wordt voorzien door middel van aardwarmte, zonnecellen of miniwindturbines en in het binnen het bouwwerk benodigde water wordt voorzien door middel van een hemelwateropvanginstallatie, gecombineerd met nanofiltratie ten behoeve van de water- of drinkwatervoorziening;

  • mini windturbine: windturbine met een rotordiameter van ten hoogste 5 meter en een rotoroppervlak van ten hoogste 20 m2, met een horizontale of verticale rotoras, ten behoeve van levering van elektriciteit achter de meter of aan een accu ten behoeve van eigen gebruik, welke windturbine gecertificeerd is volgens IEC 61400-12 (2006), dan wel gecertificeerd is volgens de standaarden van de American Wind Energy Association of de British Wind Energy Association of het Kleinwind keur heeft op basis van de Nederlandse beoordelingsrichtlijn Kleine Windturbines, en met een tiphoogte van niet meer dan tien meter, gemeten vanaf de nokhoogte van het gebouw waaraan die miniwindturbine elektriciteit levert;

  • Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu;

  • wet: Crisis- en herstelwet;

  • zuigercompressor-windturbinecombinatie: windturbine met een rotordiameter van ten hoogste vijf meter en een rotoroppervlak van ten hoogste 20 m2, met een horizontale of verticale rotoras met een hoogte van niet meer dan 25 meter, gemeten vanaf de voet van de windturbine tot de tip van de rotor, waarbij het mechanisch vermogen van de rotor direct wordt gebruikt voor de aandrijving van een zuigercompressor of een ozongenerator en die klimaatbeheersing en ammoniakreductie in melkrundveehouderijen als functie heeft, of ten doel heeft water of drinkwater te winnen uit de lucht.

Paragraaf 2. Ontwikkelingsgebieden

Artikel 2

  • 1 Als ontwikkelingsgebied als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, van de wet worden voor de duur van tien jaar aangewezen:

    • a. Stadshavens Rotterdam, omvattende het Waal-Eemhavengebied, de Rijn- en Maashaven, het Merwehaven-Vierhavensgebied en het RDM-terrein (Heijplaat) zoals aangegeven op de kaart in bijlage 1;

    • b. Spoorzone Deventer zoals aangegeven op de kaart in bijlage 2;

    • c. Spoorzone Zwolle zoals aangegeven op de kaart in bijlage 3;

    • d. Zaanstad Midden, omvattende de stadsdelen Wormerveer-Zuid, Oud Zaandijk, Oud Koog, ’t Kalf, Zaandam West, Kogerveld en Rosmolenwijk zoals aangegeven op de kaart in bijlage 4;

    • e. Almere Centrum Weerwater zoals aangegeven op de kaart in bijlage 8;

    • f. Amsterdam Buiksloterham zoals aangegeven op de kaart in bijlage 9;

    • g. Doetinchem Hamburgerbroek zoals aangegeven op de kaart in bijlage 10;

    • h. Maasdonk Nuland-Oost zoals aangegeven op de kaart in bijlage 11;

    • i. Vliegbasis Soest en Zeist en Soesterberg-Noord zoals aangegeven op de kaart in bijlage 12;

    • j. Amersfoort Kop van Isselt zoals aangegeven op de kaart in bijlage 16;

    • k. Apeldoorn Kanaalzone zoals aangegeven op de kaart in bijlage 17;

    • l. Stichtse Vecht Gebiedsontwikkeling Vreeland Oost zoals aangegeven op de kaart in bijlage 18;

    • m. Veghel Gebiedsontwikkeling Heilig Hartplein en Noordkade zoals aangegeven op de kaart in bijlage 19;

    • n. Deelgebied de Eilanden van Waterfront Harderwijk zoals aangegeven op de kaart in bijlage 20;

    • o. Centrumplan Eerbeek Brummen zoals aangegeven op de kaart in bijlage 21;

    • p. Spoorzone Tilburg zoals aangegeven op de kaart in bijlage 13;

    • q. Oostelijk Centrumgebied Arnhem zoals aangegeven op de kaart in bijlage 22;

    • r. Havengebied Rotterdam inclusief de Tweede Maasvlakte zoals aangegeven op de kaart in bijlage 24;

    • s. Dijklaan Bergambacht zoals aangegeven op de kaart in bijlage 25;

    • t. Blokhoeve Nieuwegein zoals aangegeven op de kaart in bijlage 26;

    • u. Haarlemmermeer Masterplan Badhoevedorp-Centrum zoals aangegeven op de kaart in bijlage 27;

    • v. Haven- en industriegebied Oosterhorn Delfzijl en Haven- en industriegebied Eemshaven Eemsmond, zoals aangegeven op de kaarten in bijlage 36A en B;

    • w. Transformatiegebied Noordelijke Stadsentree Meppel, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 49.

  • 2 Als categorieën van gevallen als bedoeld in artikel 2.3, negende lid, van de wet worden aangegeven alle gevallen waarin een ander bestuursorgaan dan burgemeester en wethouders bevoegd zou zijn te beslissen als bedoeld in artikel 2.3, negende lid, van de wet.

  • 3 Een ander bestuursorgaan als bedoeld in het tweede lid kan categorieën van gevallen aangeven waarin een verklaring van geen bedenkingen niet is vereist.

Artikel 2a

De bepalingen, bedoeld in artikel 2.3, zevende lid, van de wet, zijn:

Paragraaf 3. Innovatie

Artikel 3

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Dit artikel is van toepassing op door burgemeester en wethouders aangewezen bedrijventerreinen binnen het grondgebied van de gemeenten:

    • a. Amersfoort;

    • b. Houten;

    • c. Leusden;

    • d. Nieuwegein;

    • e. Nijmegen;

    • f. Utrecht, en

    • g. Woerden.

  • 2 De aanwijzing vindt plaats uiterlijk drie maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit.

  • 5 De geluidbelasting door mini windturbines op de dichtstbijzijnde gevel van een geluidgevoelige bestemming is niet groter dan 47 db Lden, te bepalen overeenkomstig bij ministeriële regeling te stellen regels.

Terugwerkende kracht

Stb. 2016, 252, datum inwerkingtreding 05-07-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 17-07-2010.

1

Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De aanwijzing van de bedrijventerreinen vindt plaats uiterlijk op 25 oktober 2012.

2 In het derde en vierde lid wordt «voor de duur van tien jaar» vervangen door: tot 25 oktober 2022.

Artikel 4a

Artikel 5

  • 1 Dit artikel is van toepassing binnen het grondgebied van de gemeente Leeuwarden.

Artikel 6

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In het plangebied Spoorzone in de gemeente Eindhoven en het project Dijckerwaal in de gemeente Westland is op de aanvraag om een omgevingsvergunning waarbij ten behoeve van het bevorderen van duurzame en innovatieve toepassingen voor een activiteit voor een bepaalde termijn toepassing wordt gegeven aan artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 3.10, eerste lid, onderdeel a, van die wet niet van toepassing.

Terugwerkende kracht

Stb. 2016, 252, datum inwerkingtreding 05-07-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 17-07-2010.

1 Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2 Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Dit artikel is van toepassing op aanvragen die vóór 17 juli 2025 zijn ingediend.

Artikel 6a

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Ten behoeve van:

  • a. Stationsgebied Utrecht zoals aangegeven op de kaart in bijlage 7,

  • b. Gebiedsgericht grondwaterbeheer Tilburg zoals aangegeven op de kaart in bijlage 23,

  • c. het plangebied Spoorzone in de gemeente Eindhoven zoals aangegeven op de kaart in bijlage 14,

  • d. de uitvoering van de «Visie op de ondergrond» van de gemeente Zwolle zoals aangegeven op de kaart in bijlage 15,

kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van gebiedsgericht bodembeheer of grondwaterbeheer voor de duur van ten hoogste vijftien jaar besluiten tot afwijking van de artikelen:

voor zover die afwijking geen gevaar voor de gezondheid van mens of dier oplevert. Artikel 20.3, eerste lid, van de Wet milieubeheer is niet van toepassing op de besluiten met betrekking tot de bodem ten aanzien van deze gebieden.

Terugwerkende kracht

Stb. 2016, 252, datum inwerkingtreding 05-07-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 13-04-2011.

Na «kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van gebiedsgericht bodembeheer of grondwaterbeheer» wordt ingevoegd: vóór 6 maart 2018.

Artikel 6b

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Voor woningen die worden gebouwd in het project De Mars in Zutphen geldt, in afwijking van tabel 5.1 bij artikel 5.2 van het Bouwbesluit 2012, als grenswaarde voor de energieprestatiecoëfficiënt, 75 procent van de op grond van die tabel geldende grenswaarde.

Terugwerkende kracht

Stb. 2016, 252, datum inwerkingtreding 05-07-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 13-04-2011.

Na «Voor woningen die» wordt ingevoegd: vóór 1 januari 2021.

Artikel 6c

  • 1 Dit artikel is voor de duur van ten hoogste vijftien jaar vanaf het tijdstip van zijn inwerkingtreding van toepassing op de bouw van gebouwen in het nieuwbouwproject Nieuwveense landen in de gemeente Meppel.

  • 4 In afwijking van artikel 5.3, vierde lid, van het Bouwbesluit 2012 geldt voor ramen, deuren, kozijnen en daarmee gelijk te stellen constructieonderdelen als bedoeld in dat lid een warmtecoëfficiënt van ten hoogste 2,0 W/m2 • K, voor zover die waarde lager is dan de waarde genoemd in dat lid. Voor vensterglas geldt een U-waarde van ten hoogste 0,9.

Artikel 6d

De artikelen 5.2, 6.10, eerste lid, 6.11 tot en met 6.14 en 6.16 van het Bouwbesluit 2012 gelden:

  • a. tot 25 juli 2017 niet voor de bouw van een drijvende autarkische recreatiebungalow naast de camping «De Kleine Wielen», De Groene Ster 14 te Leeuwarden;

  • b. voor de duur van tien jaar niet voor de bouw van een drijvende autarkische trekkershut of een drijvend autarkisch theehuis op door de raad van de gemeente Zwolle aan te wijzen locaties.

Artikel 6e

In de gemeenten Almere, Castricum en Den Haag zijn tot 25 oktober 2017 voor te bouwen grondgebonden woonfuncties in particulier opdrachtgeverschap als bedoeld in artikel 1.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening de artikelen 2.129, 2.130, 3.20, 3.21, 3.23, 3.28, 3.29, 3.30, 3.31, 3.32, 3.33, 3.34, 3.41, 3.42, 3.43, 3.62, 3.63, 3.68, 3.69, 3.70, 3.74, 3.75, 4.8, 4.9, 4.10, 4.11, 4.17, 4.18, 4.19, 4.21, 4.22, 4.23, 4.24, 4.25, 4.26, 4.27, 4.28, 4.37, 4.38, 4.39, 6.7, 6.8, 6.9, 6.10, 6.11, 6.12, 6.13, 6.14, 6.15, 6.16, 6.17 en 6.18 van het Bouwbesluit 2012 niet van toepassing.

Artikel 6f

  • 1 Dit artikel is voor de duur van tien jaar van toepassing op de op het Bedrijventerrein Newtonpark IV in de gemeente Leeuwarden gelegen experimenteerinrichting, gesitueerd op het perceel met de kavelaanduidingen 11, 12 en 13 binnen de percelen, kadastraal bekend: Leeuwarden HzmE 2008, Leeuwarden HzmE 1714 en Leeuwarden HzmE 1692.

Artikel 6g

  • 1 Dit artikel is tot 6 maart 2018 van toepassing in de gemeenten Almere, Delft, Eindhoven, Haarlem, Haarlemmermeer, Hoogeveen, Schijndel en Zoetermeer.

Artikel 6h

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In afwijking van artikel 3.5, eerste volzin, van de Wet ruimtelijke ordening kunnen binnen de provincie Flevoland bij een bestemmingsplan gebieden worden aangewezen waarbinnen de daar aanwezige windturbines, die economisch of technisch zijn afgeschreven, dienen te worden gemoderniseerd of vervangen door windturbines met meer bouwmassa.

Terugwerkende kracht

Stb. 2016, 252, datum inwerkingtreding 05-07-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 15-05-2014.

Na «kunnen binnen de provincie Flevoland» wordt ingevoegd: vóór 15 mei 2019.

Artikel 6i

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 2 Dit artikel is van toepassing op de gemeenten Delft, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam en Sint Anthonis.

Terugwerkende kracht

Stb. 2016, 252, datum inwerkingtreding 05-07-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 20-09-2014.

2 Dit artikel is tot 20 september 2019 van toepassing op de gemeenten Delft, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam en Sint Anthonis.

Artikel 7

  • 1 In de jaarlijkse voortgangsrapportage over de uitvoering van de wet geeft Onze Minister, indien daartoe aanleiding bestaat, aan in hoeverre afwijkingen bij wege van experiment van het bepaalde bij of krachtens de betrokken in artikel 2.4, eerste lid, van de wet genoemde wetten aan haar doel beantwoorden en of de overeenkomstig artikel 2.4, derde lid, van de wet vastgestelde ten hoogste toegestane tijdsduur van die afwijkingen aanpassing behoeft.

Artikel 7a

  • 2 Voor de in het experiment betrokken bestemmingsplannen geldt dat indien daarin onbenutte bouw- of gebruiksmogelijkheden worden wegbestemd, de planschade in ieder geval als voorzienbaar in de zin van artikel 6.3, aanhef en onder a, wordt aangemerkt, indien:

    • a. deze herziening ten minste drie jaar voor de vaststelling van het bestemmingsplan is aangekondigd;

    • b. van de voorgenomen herziening kennis is gegeven aan de eigenaren in het gebied, en c. gedurende deze termijn de mogelijkheid bestond de bouw- of gebruiksmogelijkheden te realiseren.

  • 5 Dit artikel is van toepassing op de volgende bestemmingsplangebieden, voor zover deze bestemmingsplannen vóór 1 juli 2016 zijn vastgesteld:

    • a. het voormalige bedrijventerrein Cruquiusgebied in de gemeente Amsterdam zoals aangegeven op de kaart in bijlage 28;

    • b. het gebied Laan 1945 in de gemeente Beuningen zoals aangegeven op de kaart in bijlage 29;

    • c. Nieuw Den Helder in de gemeente Den Helder zoals aangegeven op de kaart in bijlage 30;

    • d. het voormalige NAVO-terrein in de gemeente Maastricht zoals aangegeven op de kaart in bijlage 31;

    • e. de kernen Zetten en Hemmen in de gemeente Overbetuwe zoals aangegeven op de kaart in bijlage 32;

    • f. «De Bronnen» in de gemeente Tynaarloo zoals aangegeven op de kaart in bijlage 33.

Artikel 7b

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In afwijking van artikel 3.1, tweede lid, van de Wet ruimtelijke ordening geldt voor de volgende bestemmingsplannen dat de bestemming van gronden, met inbegrip van de met het oog daarop gestelde regels, binnen een periode van twintig jaar opnieuw wordt vastgesteld:

  • a. bestemmingsplan bedrijventerrein Heesch-West, gemeenten Bernheze en ’s-Hertogenbosch, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 46;

  • b. bestemmingsplan Valkenburg, gemeente Katwijk, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 35.

Terugwerkende kracht

Stb. 2016, 252, datum inwerkingtreding 05-07-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 06-07-2013.

Na «geldt voor de volgende bestemmingsplannen» wordt ingevoegd: , voor zover deze worden vastgesteld vóór 20 september 2019,.

Artikel 7c

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 In aanvulling op artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening kunnen in het bestemmingsplan ook regels worden gesteld, die strekken ten behoeve van het:

    • a. bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit, en

    • b. doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke functies.

  • 2 In afwijking van artikel 3.1, tweede lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt de bestemming van gronden, met inbegrip van de met het oog daarop gestelde regels, binnen een periode van twintig jaar opnieuw vastgesteld. Artikel 3.1, derde tot en met vijfde lid, van de Wet ruimtelijke ordening is niet van toepassing.

  • 4 Het bestemmingsplan kan de door het gemeentebestuur gestelde regels als bedoeld in artikel 108 van de Gemeentewet bevatten die geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op de fysieke leefomgeving.

  • 5 De regels in het bestemmingsplan kunnen voorts inhouden een verbod om zonder voorafgaande melding aan burgemeester en wethouders een daarbij aangewezen activiteit te verrichten.

  • 6 In het bestemmingsplan kunnen tevens regels worden gesteld waarvan de uitleg bij de uitoefening van een bij die regels aan te geven bevoegdheid afhankelijk wordt gesteld van beleidsregels. Daarbij kan worden bepaald dat de beleidsregels worden vastgesteld door de raad of door burgemeester en wethouders.

  • 7 Als de regels, bedoeld in het zesde lid, betrekking hebben op het uiterlijk van bouwwerken en bij de toepassing een interpretatie behoeven, stelt de raad de criteria vast die worden toegepast bij de beoordeling van het uiterlijk van een bouwwerk waarop de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit betrekking heeft. Deze criteria zijn zoveel mogelijk toegesneden op de onderscheiden bouwwerken. In afwijking van artikel 12b van de Woningwet wordt het advies van de welstandscommissie dan wel de stadsbouwmeester slechts op die criteria gebaseerd.

  • 8 Voor de in het experiment betrokken bestemmingsplannen geldt dat indien daarin onbenutte bouw- of gebruiksmogelijkheden worden wegbestemd, de planschade in ieder geval als voorzienbaar in de zin van artikel 6.3, aanhef en onder a, van de Wet ruimtelijke ordening wordt aangemerkt, indien:

    • a. deze herziening ten minste drie jaar voor de vaststelling van het bestemmingsplan is aangekondigd;

    • b. van de voorgenomen herziening kennis is gegeven aan de eigenaren in het gebied, en

    • c. gedurende deze termijn de mogelijkheid bestond de bouw- of gebruiksmogelijkheden te realiseren.

  • 12 De raad kan de bevoegdheid tot het wijzigen van onderdelen van het bestemmingsplan delegeren aan burgemeester en wethouders.

  • 13 Dit artikel is van toepassing op de volgende plangebieden:

    • a. Oosterwold in de gemeenten Almere en Zeewolde, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 37;

    • b. Weerwater in de gemeente Almere, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 38;

    • c. Toeristisch, recreatieve zone (inclusief het TT-circuit) in de gemeente Assen, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 39;

    • d. Spoorzone in de gemeente Culemborg, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 40;

    • e. Binckhorst in de gemeente Den Haag, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 41;

    • f. luchthaven Twente in de gemeente Enschede, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 42;

    • g. Bloemendalerpolder in de gemeenten Muiden en Weesp, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 43;

    • h. Hembrugterrein in de gemeente Zaandstad, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 44;

    • i. Havenkwartier, gemeente Assen, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 47;

    • j. Spoorzone, gemeente Delft, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 51.

Terugwerkende kracht

Stb. 2016, 252, datum inwerkingtreding 05-07-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 15-05-2014.

Na het dertiende lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

14 Van de in dit artikel bedoelde bevoegdheid tot het vaststellen van bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte kan gebruik worden gemaakt:

  • a. voor de in de onderdelen a tot en met h van het dertiende lid genoemde plangebieden: tot 15 mei 2019;

  • b. voor het in onderdeel i van het dertiende lid genoemde plangebied: tot 20 september 2019;

  • c. voor het in onderdeel j van het dertiende lid genoemde plangebied: tot 18 maart 2020;

  • d. voor de in de onderdelen k tot en met s van het dertiende lid genoemde plangebieden: tot 9 september 2020.

Artikel 7d

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Bij het vaststellen van de bestemmingsplannen voor Binckhorst respectievelijk voor het Hembrugterrein, genoemd in artikel 7c, twaalfde lid, onderdeel e, respectievelijk onderdeel h, kan de raad van de gemeente Den Haag respectievelijk van de gemeente Zaanstad besluiten tot afwijking gedurende een periode van maximaal tien jaar van:

Terugwerkende kracht

Stb. 2016, 252, datum inwerkingtreding 05-07-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 15-05-2014.

Een lid wordt toegevoegd, luidende:

3 Van de in dit artikel bedoelde afwijkingsbevoegdheid kan gebruik worden gemaakt:

  • a. voor de in het tweede lid, onderdelen a en b, genoemde plangebieden: tot 15 mei 2019;

  • b. voor het in het tweede lid, onderdeel c, genoemde plangebied: tot 9 september 2020.

Artikel 7e

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Indien binnen de op de kaarten in bijlage 45A en B aangegeven gebieden Amstel III en Teleport in de gemeente Amsterdam bij een herziening van een bestemmingsplan onbenutte bouwmogelijkheden worden wegbestemd, wordt de planschade aangemerkt als voorzienbaar in de zin van artikel 6.3, aanhef en onder a, indien:

  • a. deze herziening ten minste drie jaar voor de vaststelling van het bestemmingsplan is aangekondigd;

  • b. van de voorgenomen herziening kennis is gegeven aan de eigenaren in het gebied, en

  • c. gedurende deze termijn de mogelijkheid bestond de bouw- of gebruiksmogelijkheden te realiseren.

Terugwerkende kracht

Stb. 2016, 252, datum inwerkingtreding 05-07-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 15-05-2014.

In de aanhef wordt na «in de zin van artikel 6.3, aanhef en onder a,» ingevoegd: van de Wet ruimtelijke ordening.

In onderdeel a wordt na «voor de vaststelling van het bestemmingsplan» ingevoegd: , doch uiterlijk vóór 15 mei 2019,.

Artikel 7f

Onverminderd artikel 7a geldt voor het bestemmingsplangebied voor het voormalige bedrijventerrein Cruquiusgebied in de gemeente Amsterdam, bedoeld in artikel 7a, vijfde lid, onder a, dat gedurende een periode van maximaal tien jaar:

Artikel 7g

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De voor het grondgebied van een gemeente vastgestelde bestemmingsplannen gelden als één bestemmingsplan voor het gehele grondgebied.

  • 2 Artikel 7c is op het bestemmingsplan voor het gehele grondgebied, bedoeld in het eerste lid, van overeenkomstige toepassing.

  • 3 Een bestemmingsplan voor een gedeelte van het grondgebied van een gemeente dat na het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit onherroepelijk wordt, maakt vanaf het tijdstip waarop dit bestemmingsplan onherroepelijk is geworden deel uit van het bestemmingsplan voor het gehele grondgebied, bedoeld in het eerste lid.

  • 4 Dit artikel is van toepassing op de gemeenten Breda, Bussum, Deventer, Meerssen, Oldenzaal, Soest en Venlo.

Terugwerkende kracht

Stb. 2016, 252, datum inwerkingtreding 05-07-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 20-09-2014.

  • 1. In het tweede lid wordt na «Artikel 7c is op» ingevoegd: een gehele of gedeeltelijke herziening van.

  • 2. Het vierde lid komt te luiden:

    • 4. Dit artikel is van toepassing op de gemeenten:

      • a. Breda;

      • b. Bussum;

      • c. Deventer;

      • d. Oldenzaal;

      • e. Soest;

      • f. Venlo;

      • g. Meerssen.

  • 3. Na het vierde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 5. Van de in dit artikel bedoelde bevoegdheid kan gebruik worden gemaakt:

      • a. voor de in het vierde lid, onderdelen a tot en met f, genoemde gemeenten: tot 20 september 2019;

      • b. voor het in het vierde lid, onderdeel g, genoemde plangebied: tot 18 maart 2020.

Artikel 7h

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 In aanvulling op artikel 2.1 van de Wet ruimtelijke ordening kan de gemeenteraad van de gemeente Meerssen een structuurvisie vaststellen waarin zijn vastgelegd de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren beleid met het oog op:

    • a. het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit, en

    • b. het doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke functies.

Terugwerkende kracht

Stb. 2016, 252, datum inwerkingtreding 05-07-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 20-09-2014.

In het eerste lid wordt na «kan de gemeenteraad van de gemeente Meerssen» ingevoegd: uiterlijk op 20 september 2019.

Artikel 7i

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 3 Dit artikel is van toepassing op het bestemmingsplangebied Galecopperzoom in de gemeente Nieuwegein, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 48.

Terugwerkende kracht

Stb. 2016, 252, datum inwerkingtreding 05-07-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 20-09-2014.

3 Dit artikel is van toepassing op het bestemmingsplangebied Galecopperzoom in de gemeente Nieuwegein, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 48, voor zover het bestemmingsplan voor dit gebied wordt vastgesteld vóór 20 september 2019.

Artikel 7j

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Dit artikel is van toepassing op door de raad aan te wijzen locaties binnen de gemeenten:

    • a. Heerhugowaard,

    • b. Hoorn,

    • c. Koggenland,

    • d. Leeuwarden,

    • e. Ooststellingwerf en

    • f. Weststellingwerf.

  • 2 In aanvulling op Bijlage II, hoofdstuk III, artikel 3, van het Besluit omgevingsrecht is binnen de aangewezen gebieden geen omgevingsvergunning vereist voor een activiteit, die betrekking heeft op een collector voor warmteopwekking of een paneel voor elektriciteitsopwekking op de grond of op een op de grond staand bouwwerk, mits het bouwwerk, waarop de collectoren of panelen worden geplaatst, voldoet aan de volgende eisen:

    • 1°. de bouwhoogte van het bouwwerk niet hoger is dan vijf meter;

    • 2°. het bouwwerk niet voorzien is van een niet op de grond gelegen buitenruimte.

Terugwerkende kracht

Stb. 2016, 252, datum inwerkingtreding 05-07-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 18-03-2015.

1 Dit artikel is van toepassing op door de raad vóór 18 maart 2018 aan te wijzen locaties binnen de gemeenten:

  • a. Heerhugowaard,

  • b. Hoorn,

  • c. Koggenland,

  • d. Leeuwarden,

  • e. Ooststellingwerf en

  • f. Weststellingwerf.

2 In aanvulling op Bijlage II, hoofdstuk III, artikel 3, van het Besluit omgevingsrecht is binnen de aangewezen locaties voor de duur van ten hoogste vijftien jaar na de inwerkingtreding van het voor die locaties vastgestelde bestemmingsplan geen omgevingsvergunning vereist voor een activiteit, die betrekking heeft op een collector voor warmteopwekking of een paneel voor elektriciteitsopwekking op de grond of op een op de grond staand bouwwerk, mits het bouwwerk, waarop de collectoren of panelen worden geplaatst, voldoet aan de volgende eisen:

  • 1°. de bouwhoogte van het bouwwerk niet hoger is dan vijf meter;

  • 2°. het bouwwerk niet voorzien is van een niet op de grond gelegen buitenruimte.

4 In afwijking van artikel 3.1, tweede lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt de bestemming van gronden voor de aan te wijzen locaties, met inbegrip van de met het oog daarop gestelde regels, binnen een periode van vijftien jaar opnieuw vastgesteld.

5 In afwijking van artikel 3.2 van de Wet ruimtelijke ordening geldt een voorlopige bestemming voor de aan te wijzen locaties voor de duur van ten hoogste vijftien jaar.

6 Van de in het derde tot en met vijfde lid bedoelde afwijkingsbevoegdheid kan gebruik worden gemaakt tot 18 maart 2020.

Artikel 7k

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 In aanvulling op artikel 3.26 juncto artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening kunnen provinciale staten van Noord-Brabant in een inpassingsplan voor het plangebied «Logistiek Park Moerdijk» in de gemeente Moerdijk, zoals aangegeven op de kaart in bijlage no. 52, regels stellen die strekken ten behoeve van:

    • a. het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit, en

    • b. het doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke functies.

Terugwerkende kracht

Stb. 2016, 252, datum inwerkingtreding 05-07-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 18-03-2015.

1 In aanvulling op artikel 3.26 juncto artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening kunnen provinciale staten van Noord-Brabant uiterlijk op 18 maart 2020 in een inpassingsplan voor het plangebied «Logistiek Park Moerdijk» in de gemeente Moerdijk, zoals aangegeven op de kaart in bijlage no. 52, regels stellen die strekken ten behoeve van:

Artikel 7l

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 In aanvulling op artikel 4.1 juncto artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening kunnen provinciale staten van Noord-Brabant in de provinciale verordening ruimte regels stellen omtrent de inhoud van bestemmingsplannen, die strekken ten behoeve van het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving, een goede omgevingskwaliteit, mede met inachtneming van het belang om private inspanningen gericht op een duurzame en zorgvuldige veehouderij te bevorderen.

  • 3 Onverminderd het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij en paragraaf 3.5.8 en artikel 6.24s van het Activiteitenbesluit milieubeheer kan het college van burgemeester en wethouders bij een beschikking maatregelen voorschrijven die de emissie van geur of van zwevende deeltjes (PM10) vanuit dierenverblijven, waarin landbouwhuisdieren worden gehouden, verminderen, als blijkt dat de nadelige gevolgen van deze emissie voor het milieu, gezien de ontwikkeling van de technische mogelijkheden tot bescherming van het milieu of gezien de ontwikkeling van de kwaliteit van het milieu, verder kunnen onderscheidenlijk moeten worden beperkt.

  • 4 Het vorige lid is alleen van toepassing op door burgemeester en wethouders aangewezen urgentiegebieden, waarvoor door de raad een verbeterplan is vastgesteld. Een aangewezen urgentiegebied geldt voor een termijn van tien jaar.

Terugwerkende kracht

Stb. 2016, 252, datum inwerkingtreding 05-07-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 18-03-2015.

1 In aanvulling op artikel 4.1 juncto artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening kunnen provinciale staten van Noord-Brabant uiterlijk op 18 maart 2018 in de provinciale verordening ruimte regels stellen omtrent de inhoud van bestemmingsplannen, die strekken ten behoeve van het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving, een goede omgevingskwaliteit, mede met inachtneming van het belang om private inspanningen gericht op een duurzame en zorgvuldige veehouderij te bevorderen.

3 Onverminderd het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij en paragraaf 3.5.8 en artikel 6.24s van het Activiteitenbesluit milieubeheer kunnen burgemeester en wethouders bij een beschikking maatregelen voorschrijven die de emissie van geur of van zwevende deeltjes (PM10) vanuit binnen het aangewezen urgentiegebied gelegen dierenverblijven, waarin landbouwhuisdieren worden gehouden, verminderen, als blijkt dat de nadelige gevolgen van deze emissie voor het milieu, gezien de ontwikkeling van de technische mogelijkheden tot bescherming van het milieu of gezien de ontwikkeling van de kwaliteit van het milieu, verder kunnen onderscheidenlijk moeten worden beperkt.

4 Het vorige lid is alleen van toepassing op door burgemeester en wethouders vóór 18 maart 2020 aangewezen urgentiegebieden, waarvoor door de raad vóór 18 maart 2022 een verbeterplan is vastgesteld. Een aangewezen urgentiegebied geldt voor een termijn van tien jaar.

Paragraaf 4. Versnelde uitvoering van bouwprojecten

Artikel 8

  • 1 Als categorieën andere projecten van maatschappelijke betekenis als bedoeld in artikel 2.9, eerste lid, onderdeel b, van de wet worden aangewezen:

    • a. onderwijsgebouwen;

    • b. ziekenhuizen en verpleeghuizen;

    • c. verzorgingstehuizen;

    • d. psychiatrische inrichtingen;

    • e. medische centra;

    • f. poliklinieken, en

    • g. medische kleuterdagverblijven.

  • 2 Indien een project als bedoeld in het eerste lid tevens voorziet in een beperkte mate van woningbouw, doet dat geen afbreuk aan de kwalificatie van het project als project van maatschappelijke betekenis als bedoeld in dat lid.

Paragraaf 5. Lokale projecten met nationale betekenis

Artikel 9

Als lokaal project met nationale betekenis als bedoeld in artikel 2.18 juncto artikel 2.19 van de wet worden aangewezen:

  • a. FlorijnAs te Assen, omvattende de gebieden Stadsboulevard, het Stadsbedrijvenpark, het Havenkwartier, de Blauwe As 2e fase, het Stationsgebied, Assen-Zuid en het Nationaal landschap Drentsche Aa ten oosten van de stad zoals aangegeven op de kaart in bijlage 5;

  • b. Rotterdam Central District omvattende de projecten Schiekadeblok, Weenapoint, Kruispleingarage, Delftseplein, OV Terminal, Conradstraat, Calypso zoals aangegeven op de kaart in bijlage 6, en

  • c. Stationsgebied Utrecht omvattende gebied 1 (Vredenburg-Catharijnesingel, Smakkelaarsveld/Nieuwe Stationsstraat, OV-terminal, Knoopkazerne, Van Sijpesteijnkwartier, Kop Jaarbeursterrein) en gebied 2 (Jaarbeurskwartier inclusief parkeerterrein en parkeergarage overzijde Merwedekanaal, Lombokplein en Paardenveld) zoals aangegeven op de kaart in bijlage 7.

Paragraaf 6. Overige bepalingen

Artikel 10

Onder besluiten als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, onderdelen a en b, van de wet worden in ieder geval niet verstaan besluiten omtrent planschade en nadeelcompensatie.

Artikel 11

  • 2 Indien tegen het besluit beroep openstaat, wordt bij het besluit en bij de bekendmaking van het besluit voorts vermeld dat:

    • a. de beroepsgronden in het beroepschrift worden opgenomen;

    • b. het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, indien binnen de beroepstermijn geen gronden zijn ingediend, en

    • c. deze na afloop van de beroepstermijn niet meer kunnen worden aangevuld.

Artikel 12

  • 2 De uitspraak vermeldt voorts dat:

    • a. de beroepsgronden in het beroepschrift worden opgenomen;

    • b. het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, indien binnen de beroepstermijn geen gronden zijn ingediend, en

    • c. deze na afloop van de beroepstermijn niet meer kunnen worden aangevuld.

Artikel 15

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 16

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 juli 2010

Beatrix

DeMinister-President, MinistervanAlgemene Zaken,

J. P. Balkenende

De Minister van Verkeer en Waterstaat a.i.,

J. P. Balkenende

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de zestiende juli 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Bijlage 1. bij Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet

kaart Stadshavens Rotterdam

Bijlage 246996.png

Bijlage 6. bij Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet

kaart Rotterdam Central District

Bijlage 247001.png

Bijlage 7. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Kaart Utrecht Stationsgebied

Bijlage 251237.png

Bijlage 9. bij Besluit uitvoering Crisis en Herstelwet

Kaart Amsterdam Buiksloterham

Bijlage 248823.png

Bijlage 10. bij Besluit uitvoering Crisis en Herstelwet

Kaart Doetinchem Hamburgerbroek

Bijlage 248824.png

Bijlage 11. bij Besluit uitvoering Crisis en Herstelwet

Kaart Maasdonk Nuland Oost

Bijlage 248825.png

Bijlage 12. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Kaart Vliegbasis Soesterberg, Vliegbasis Zeist en Soesterberg Noord

Bijlage 251238.png

Bijlage 14. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Kaart Eindhoven - spoorzone

Bijlage 251659.png

Bijlage 16. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet, derde tranche

Bijlage 250673.png
Kaart Amersfoort kop van Isselt

Bijlage 17. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet, derde tranche

Bijlage 250674.png
Kaart Apeldoorn Kanaalzone

Bijlage 18. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet, derde tranche

Bijlage 250675.png
Kaart Stichtse Vecht gebiedsontwikkeling Vreeland Oost

Bijlage 19. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet, derde tranche

Bijlage 250676.png
Kaart Veghel gebiedsontwikkeling Heilig Hartplein en Noordkade

Bijlage 20. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Kaart Harderwijk Waterfront De Eilanden

Bijlage 251239.png

Bijlage 21. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Kaart Brummen – Centrumplan Eerbeek

Bijlage 251240.png

Bijlage 22. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Kaart Arnhem – Oostelijk centrumgebied

Bijlage 251242.png

Bijlage 23. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Kaart Tilburg – Gebiedsgericht grondwaterbeheer

Bijlage 251241.png

Bijlage 24. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Kaart Rotterdam - Haven- en industriecomplex

Bijlage 251661.png

Bijlage 25. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Kaart Bergambacht - Dijklaan 83-87

Bijlage 251662.png

Bijlage 26. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Kaart Nieuwegein - Blokhoeve

Bijlage 251663.png

Bijlage 27. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Kaart Haarlemmermeer - Badhoevedorp

Bijlage 251664.png

Bijlage 28. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Bijlage 254209.png
Kaart Amsterdam, Cruquiusgebied

Bijlage 29. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Bijlage 252156.png
Kaart Beuningen, Gebied Laan 1914

Bijlage 30. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Bijlage 252157.png
Kaart Den Helder, Nieuwe Den Helder

Bijlage 31. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Bijlage 252158.png
Kaart Maastricht, Voormalig NAVO-terrein

Bijlage 34. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Bijlage 252161.png
Kaart Assen, Bestemmingsplan Havenkwartier

Bijlage 35. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Bijlage 252162.png
Kaart Katwijk, Bestemmingsplan Valkenburg

Bijlage 36. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Bijlage 253681.png
A. Kaart Delfzijl, Zeehaven- en industriegebieden Oosterhorn en Eemshaven
Bijlage 253682.png
B. Kaart Delfzijl, Zeehaven- en industriegebieden Oosterhorn en Eemshaven

Bijlage 39. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Bijlage 253685.png
Kaart Assen, Toeristisch-recreatieve zone incl. TT-circuit

Bijlage 40. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Bijlage 253686.png
Kaart Culemborg, Spoorzone

Bijlage 41. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Bijlage 253687.png
Kaart Den Haag, Binckhorst

Bijlage 42. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Bijlage 253688.png
Kaart Enschede, Luchthaven Twente

Bijlage 43. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Bijlage 253689.png
Kaart Weesp, Bloemendalerpolder

Bijlage 44. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Bijlage 253690.png
Kaart Zaanstad, Hembrugterrein

Bijlage 45. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Bijlage 253691.png
A. Kaart Amsterdam, Amstel III en Telepoort
Bijlage 253692.png
B. Kaart Amsterdam, Amstel III en Telepoort

Bijlage 46. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Bijlage 254211.png
Kaart gemeenten Bernheze, ’s-Hertogenbosch, Maasdonk en Oss, Bestemmingsplan bedrijventerrein Heesch-West

Bijlage 47. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Bijlage 254212.png
Kaart Assen, Havenkwartier

Bijlage 48. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Bijlage 254213.png
Kaart Nieuwegein, Galecopperzoom

Bijlage 49. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Kaart Meppel, Transformatiegebied Noordelijke Stadsentree Meppel

Bijlage 255077.png

Bijlage 50. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Kaart Boekel, Ecodorp Boekel

Bijlage 255078.png

Bijlage 52. bij Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet

Kaart Noord-Brabant, Logistiek Park Moerdijk

Bijlage 255080.png