Besluit van 24 juli 2010, houdende wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 en
enkele andere besluiten in verband met de versterking van de positie van de referent
in het reguliere vreemdelingenrecht en versnelling van de vreemdelingenrechtelijke
procedure, in verband met de implementatie van Richtlijn 2009/50/EG van de Raad van
25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van
derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan (PbEU L 155), in verband
met de openbare orde en enkele andere onderwerpen (Besluit modern migratiebeleid)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 15 april 2010, nr. 5649364/10/6;
Gelet op de artikelen 2a, tweede lid, 2b, derde lid, 2h, 3, tweede lid, 8, onder f, 12, tweede lid, 14, derde en vierde lid, 16, tweede lid, 16a, tweede lid, 17, tweede lid, onder g, 18, tweede lid, 21, tweede lid, 22, derde lid, 23, 24, eerste lid, 28, tweede lid, 48, vierde lid, 52, eerste lid, 54, eerste en tweede lid, 56, 66, 68, derde lid, en 107, zevende lid, van de Vreemdelingenwet 2000, artikel 3, eerste lid, onder c, van de Wet arbeid vreemdelingen, 18, eerste lid, van de Wet Politiegegevens, 8, eerste lid, van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, 2.2, eerste lid, onder c, van de Wet Studiefinanciering 2000, 2.2, eerste lid, onder c, van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten, 3, derde lid, van de Wet inburgering, en 3 van de Wet op de jeugdzorg;
De Raad van State gehoord (advies van 18 juni 2010, no. W03.10.0135/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 6 juli 2010, nr. 5660242/10/6;
Hebben goedgevonden en verstaan: