U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-04-2016.]Geraadpleegd op 20-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 12-03-2015 en zichtdatum 03-10-2024. Geldend van 01-09-2010 t/m 31-03-2016
Richtlijn voor strafvordering mensenhandel in de zin van seksuele uitbuiting (art. 273f sr)
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Mensenhandel in de zin van seksuele uitbuiting heeft de afgelopen jaren grote publieke en politieke belangstelling genoten. Dit heeft ertoe geleid dat mensenhandel prioriteit kreeg in de opsporing en vervolging. Met de toename van het aantal onderzoeken en veroordelingen werd het zicht op de mensonterende omstandigheden die bij mensenhandel in de zin van seksuele uitbuiting aan de orde zijn geleidelijk aan duidelijk. Mensenhandel in de zin van seksuele uitbuiting maakt een grove inbreuk op de menselijke waardigheid en integriteit van slachtoffers. In de strafeisen bleek weinig uniformiteit te bestaan. Deze strafeisrichtlijn geeft uitdrukking aan de ernst van het misdrijf door de relevante strafverzwarende omstandigheden te benoemen en waar mogelijk te kwantificeren. Daarnaast beoogt de richtlijn eenheid te brengen in de relevante uitgangspunten voor de te eisen straffen om de werkbaarheid te vergroten en de rechtszekerheid te dienen.
Sinds de wetswijziging van art. 273f Sr d.d. 1 juli 2009 bedraagt het strafmaximum voor enkelvoudige mensenhandel 8 jaar (daarvoor 6 jaar). Alle gekwalificeerde vormen van mensenhandel kennen nu een strafmaximum van ten minste twaalf jaar. Dit betekent een ruimere mogelijkheid tot voorlopige hechtenis op basis van de 12-jaarsgrond en de mogelijkheid om tegen strafbare voorbereiding van het misdrijf op te treden op grond van art. 46 Sr. De wijziging bracht met zich mee dat de voor deze richtlijn relevante uitspraken inzake seksuele uitbuiting van de periode vóór 1 juli 2009 niet langer als uitgangspunt kunnen dienen voor strafeisen vanaf 1 juli 2009.1Dit in combinatie met het algeheel ontbreken van een eenduidige lijn terzake strafmaten in mensenhandelzaken vergrootte de behoefte aan een handzame doch flexibele strafeisrichtlijn.
De richtlijn is van toepassing op gevallen van mensenhandel inhoudende seksuele uitbuiting. De richtlijn behelst niet de andere gedragingen strafbaar gesteld in art. 273f Sr (arbeidsuitbuiting, orgaanhandel).
Genoten voordeel kan worden ontnomen in een afzonderlijke ontnemingsprocedure en heeft sec geen invloed op de te stellen strafeis.
De systematiek van de strafeisrichtlijn is erin gelegen dat de stappen 1 tot en met 3 worden doorlopen om te komen tot een strafeis (zie onder).
Stap 1 is het uitgangspunt
Bij stap 2 is de pleegperiode van belang. Het betreft de pleegperiode ten aanzien van 1 slachtoffer. De drie uiteengezette pleegperiodes geven aan dat de plaats van de pleegperiode binnen de categorie (bijvoorbeeld: middenin categorie 2, pleegperiode van 9 maanden) de plaats van de strafeis binnen de categorie bepaalt (respectievelijk: eveneens middenin categorie 2, strafeis van 30 maanden).
Stap 3 ziet op alle overige strafverzwarende omstandigheden. In de linker kolom wordt de strafverzwaring aangeduid. De rechter kolom geeft een opsomming (in willekeurige volgorde) van andere strafverzwarende omstandigheden. De omstandigheden in de rechter kolom geven geen waardering van de strafverzwaring. Bijzondere omstandigheden kunnen hier worden meegewogen.
Zoals beschreven in stap 1 gaat de richtlijn uit van seksuele uitbuiting gepleegd ten aanzien van één slachtoffer. In de situatie van meerdere slachtoffers zal al naar gelang de omstandigheden tot verhoging van de strafeis kunnen worden gekomen.
1. Seksuele uitbuiting, startpunt:
– slachtoffer niet jonger dan 18 jaar;
– geen recidive;
– pleegperiode van 1 dag;
– gebruik van middelen (dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die ander heeft);
– niet in vereniging gepleegd.
2. Strafeis afhankelijk van pleegperiode:
Pleegperiode per slachtoffer
Strafeis
1 dag–6 maanden
12 maanden–24 maanden
6 maanden–12 maanden
24 maanden–36 maanden
>12 maanden
36 maanden–48 maanden
3. Relevante strafverzwarende omstandigheden (niet-limitatief):
1. 50% strafverzwaring
2. Andere strafverzwarende omstandigheden
Slachtoffer jonger dan 16 jaar
Zwaar lichamelijk letsel (lid 4 → max. 15 jaar), dood (lid 5 → max. 18 jaar)
In vereniging/georganiseerd verband gepleegd
Mate van geweld
Recidive op art. 273f Sr
Zonder condoom
Gedwongen abortus
16/17-jarig slachtoffer
Werk (veel uren/ lange werkdagen)
Bijzondere kwetsbaarheid (verstandelijk / lichamelijk gehandicapt)
Bijzondere seksuele diensten (groep, anaal, bestialiteit)
Algemene recidive
Hierna volgt een rekenvoorbeeld voor het formuleren van een strafeis mensenhandel in de zin van seksuele uitbuiting.
Stap 1: voldaan
Stap 2: pleegperiode van 3 maanden categorie)
→
strafeis 18 maanden (midden eerste
Stap 3: in vereniging gepleegd
strafeis 27 maanden (50% verzwaard ten opzichte van 18 maanden)
recidive op art. 273f Sr
strafeis 36 maanden (nogmaals 50% verzwaard ten opzichte van 18 maanden)
zonder condoom
36 maanden plus strafverzwaring zelf te bepalen op basis van de omstandigheden van het geval
4. Overige opmerkingen
a) Volgens de Memorie van Toelichting is instemming van het slachtoffer met de beoogde of bestaande uitbuiting niet relevant, indien één van de in art 273f Sr genoemde dwangmiddelen is gebruikt (Kamerstukken II 2003/04, 29 291, nr. 3, p.19). Bij het bepalen van een strafeis dient er dan ook vanuit te worden gegaan dat een vrijwillig begin met werkzaamheden in de prostitutie door het slachtoffer, geen strafverminderende omstandigheid oplevert.
b) In afwijking van bovenstaande bedraagt de strafeisrichtlijn voor overtreding van artikel 273f lid 1 sub 3 Sr bij één meerderjarig slachtoffer zonder strafverzwarende omstandigheden zes maanden gevangenisstraf.
De beleidsregels in deze richtlijn voor strafvordering hebben gelding vanaf de dag van inwerkingtreding.
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Richtlijn voor strafvordering mensenhandel in de zin van seksuele uitbuiting (art. 273f sr)", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.