Rijkswet van 7 september 2010 tot wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der
Nederlanden in verband met de wijziging van de staatkundige hoedanigheid van de eilandgebieden
van de Nederlandse Antillen (Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing
van de Nederlandse Antillen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat Curaçao en Sint Maarten de hoedanigheid
van land in het Koninkrijk verkrijgen, dat Bonaire, Sint Eustatius en Saba toetreden
tot het staatsbestel van Nederland, dat in verband daarmee besloten is om de Nederlandse
Antillen op te heffen als land en dat daarom wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk
der Nederlanden noodzakelijk is;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, artikel 55 van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze: