Onverminderd de voorschriften in bestaande wettelijke regelingen voorkomende, wordt
steeds door den havenmeester, de loodsen en hulploodsen en door de politie, ieder
voor zooveel betreft het gebied, waarvoor hij is aangesteld, een scherp toezicht uitgeoefend
op de bewegingen van alle vaartuigen van wat aard of grootte ook, in de havens en
baaien en in de territoriale wateren rond Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
De eigenaar van een zeil-, motor- of visschersvaartuig, dat in een van de openbare
lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba te huis behoort, is verplicht te zorgen,
dat het vaartuig voorzien zij van een letter en een nummer, onderscheidenlijk aangevende
het openbaar lichaam, waar het vaartuig te huis behoort (te weten: B. voor Bonaire;
S. voor Saba; E. voor Sint Eustatius) en het nummer, waaronder het vaartuig, op aangifte
door of vanwege den eigenaar, door of namens de betrokken gezaghebber is ingeschreven.
Letter en nummer worden aan stuur- en bakboord op den boeg van het vaartuig gevoerd,
en, indien het vaartuig zeilen heeft , tevens aan weerszijden van het grootzeil; letter
en nummer moeten elk ten minste 3 d.m. hoog zijn en in witte kleur op donkeren ondergrond
of in zwarte kleur op lichten ondergrond, en aan weerszijden van het grootzeil in
zwarte kleur aangebracht zijn.
Onverminderd de voorschriften inzake nationaliteit van zeeschepen zoals die gelden
in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba is de eigenaar van een vaartuig
als bedoeld in artikel 2, indien het een naam voert, verplicht te zorgen, dat deze aan weerszijden van den
boeg en op den achtersteven met duidelijk waarneembare letters aangebracht zij.
Het is verboden als schipper met een vaartuig als bedoeld in artikel 2, van een der openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba te vertrekken, of
als Schipper op te treden op een zoodanig zich op zee bevindend vaartuig, tenzij ten
aanzien van dat vaartuig voldaan zij aan de bepalingen van artikelen 2 en 3.
Het is verboden als Schipper van een der openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
of Saba te vertrekken met een – of als Schipper op te treden op een zich op zee bevindend
– op een van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba te huis behoorend
zeilvaartuig, ten aanzien waarvan de monstering niet verplichtend is, of motor- of
visschersvaartuig, tenzij aan boord daarvan aanwezig zij een schriftelijke geteekende
vrij van zegel en kosteloos afgegeven vergunning vermeldende:
-
a. het registernummer en – indien het vaartuig er een voert – den naam van het vaartuig:
-
b. den naam van den eigenaar en dien van den Schipper;
-
c. de sterkte en namen van de leden der bemanning;
-
d. de havens of baaien van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba, welke
mogen worden aangedaan;
-
e. en, voor wat visschersvaartuigen aangaat, de omschrijving waar gevischt mag worden.
De in het eerste lid bedoelde vergunning wordt door of namens de betrokken gezaghebber
afgegeven en is voor niet langer dan zes maanden geldig. Een door den betrokken ambtenaar
onderteekend afschrift van de vergunning blijft berusten ten bureele waar zij is afgegeven.
Het is aan vreemdelingen verboden zonder schriftelijke vergunning van de betrokken
autoriteit, in het 2de lid genoemd, zich aan boord te bevinden van de vaartuigen in
het 1ste lid bedoeld.
De vergunning kan, zonder opgaaf van reden, door de betrokken autoriteiten worden
geweigerd en/of ingetrokken.
Indien de in het voorgaand artikel bedoelde termijn verstrijkt terwijl het vaartuig zich op zee bevindt, blijft de schriftelijke
vergunning van kracht tot aan het eerstvolgende binnenvaren na dien in een der havens
of baaien van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba.
Indien het vaartuig niet binnengevaren is ter plaatse waar de vergunning werd afgegeven,
gelijk mede indien de in het voorgaand artikel bedoelde termijn verstrijkt, terwijl het vaartuig zich bevindt in een der havens
of baaien van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba, doch niet ter
plaatse, waar de vergunning werd afgegeven, zal de op zoodanige plaats tot het afgeven
van dergelijke vergunning bevoegde ambtenaar op de vergunning een aanteekening stellen,
houdende een voorloopige verlenging daarvan voor ten hoogste één maand, welke daarna
nog voor ten hoogste twee keeren op gelijke wijze kan worden herhaald.
De schipper van een vaartuig als bedoeld in artikel 6 is, verplicht de in dat artikel vermelde vergunning aan boord te hebben.
Nadat door een daartoe bevoegd persoon is geconstateerd niet-nakoming van een der
bepalingen van de artikelen 2 of 3, of – voor zoover de eigenaar tevens schipper is – van de artikelen 6, 8, of 15a, vijfde lid, is de ambtenaar, door wien de in artikel 6 bedoelde vergunning is afgegeven, bevoegd
die schriftelijk onder opgave van redenen in te trekken, met bepaling dat gedurende
een daarbij te bepalen termijn van ten hoogte drie maanden van af den dag van het
constateeren der niet-nakoming geen nieuwe vergunning aan den betrokken eigenaar zal
worden afgegeven.
Het is verboden aan de vaartuigen of op de plaatsen bedoeld in de artikelen 2 of 3, andere dan in die artikelen bedoelde letters, nummers of namen aan te brengen of
te hebben.
Tijdens het verrichten van herstellingen of schilderwerk aan het vaartuig, is het
bepaalde bij de artikelen 2 en 3 niet van toepassing.
-
1 Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze wet bepaalde zijn belast
de politieambtenaren, alsmede andere, daartoe bij besluit van Onze Minister van Verkeer
en Waterstaat aangewezen ambtenaren. Een zodanige aanwijzing wordt bekendgemaakt in
de Staatscourant.
-
3 Zo nodig, wordt de toegang tot een vaartuig als bedoeld in het tweede lid, onderdeel
d, verschaft met behulp van de sterke arm.
-
1 Overtreding van het bij deze wet bepaalde wordt, voor zover het Wetboek van Strafrecht BES daarin niet voorziet, gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete
van ten hoogste de tweede categorie.
-
1 Met de opsporing van de in deze wet strafbaar gestelde feiten zijn, naast de in artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering BES bedoelde ambtenaren, belast de daartoe bij besluit van Onze Minister van Justitie
in overeenstemming met Onze Minister aangewezen ambtenaren.
Bij overtreding binnen de territoriale wateren van de artikelen 2, 3, 4, 6 of 8, dan wel indien niet wordt voldaan aan een vordering krachtens artikel 15a, vijfde lid, zijn de in artikel 17, eerste lid, genoemde opsporingsambtenaren bevoegd het vaartuig naar de haven of baai van de
openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba van waar is uitgevaren, of anders
naar de dichtstbijzijnde haven of baai op te brengen.
In deze wet wordt verstaan:
Onder «Schipper» elk gezagvoerder van een vaartuig, of die dezen ver vangt;
Onder «eigenaar» ook de beheerder, en voorts ieder die krachtens zakelijk recht, bezit
daaronder begrepen, beschikking over het vaartuig heeft.
Bij regeling van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat kunnen nadere voorschriften
worden gegeven ter uitvoering van artikel 2.
Deze wet wordt aangehaald als: Vaartuigenwet 1930 BES.