9. Lijfrentevrijstelling
[Regeling vervallen per 12-01-2013]
Voor de erfbelasting geldt een vrijstelling voor de verkrijging van aanspraken ingevolge
een pensioenregeling, een lijfrente of een periodieke uitkering bij overlijden (artikel 32, eerste lid, onder 5°, van de Successiewet). De begrippen zijn omschreven in het derde lid (de pensioenregeling), vierde lid
(de lijfrenteregeling) respectievelijk het vijfde lid (de periodieke uitkeringen bij
overlijden) van artikel 32 van de Successiewet.
De lijfrentevrijstelling geldt als aan de cumulatieve voorwaarden van artikel 32, vierde lid, van de Successiewet, is voldaan. Bepalend is het lijfrentecontract zoals dat luidde op het moment van
de premieaftrek voor de inkomstenbelasting. De lijfrentevrijstelling is in 1995 ingevoerd
naar aanleiding van de Brede Herwaardering.
Doorgaans zal een lijfrentecontract dat is afgesloten vóór 1992, niet voldoen aan
de regels die gelden onder de Brede Herwaardering. Alleen als het contract op het
moment van de premiestorting wel voldeed aan de regels van de Brede Herwaardering,
kan de lijfrentevrijstelling van toepassing zijn.
Vanaf 2001 geldt een andere definitie voor het begrip lijfrente. Hierdoor kan een
lijfrente worden verkregen die op het moment van premiestorting wel voldeed aan de
tot 2001 geldende wettelijke definitie, maar niet voldoet aan de huidige definitie.
Met de aanpassing van de wettekst van de lijfrenteregeling is geen inhoudelijke wijziging
beoogd. De vrijstelling kan dus nog steeds gelden voor vóór 2001 afgesloten lijfrentecontracten
die op het moment van premiestorting voldeden aan de tot 2001 geldende wettelijke
definitie van artikel 32, vijfde lid, van de Successiewet.
Voor de lijfrentevrijstelling wordt uitgegaan van de voorwaarden van de lijfrenteverzekering
op het moment van de premiestorting. Als de voorwaarden nadien (al dan niet na het
overlijden van de erflater) worden gewijzigd heeft dat geen gevolgen voor de toepassing
van de vrijstelling. Als een niet-kwalificerende zogenoemde pré-Brede Herwaardering-lijfrente
na het overlijden alsnog wordt aangepast aan de regelgeving van de Brede Herwaardering,
geldt de lijfrentevrijstelling dus niet.