Hoofdstuk V. De akten en hun vorm, de minuten, grossen, afschriften en repertoria
-
1 De notaris mag geen akte verlijden waarin hijzelf, zijn echtgenoot of een bloed- of
aanverwant tot en met de derde graad hetzij in persoon of door een vertegenwoordiger,
als partij optreedt. Evenmin mag de notaris een akte verlijden waarin hijzelf, zijn
echtgenoot of een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad als vertegenwoordiger
optreedt voor een partij bij die akte. Hetzelfde geldt met betrekking tot een akte
waarbij een rechtspersoon als partij of vertegenwoordiger optreedt:
-
a. waarvan de notaris weet of had behoren te weten dat de in dit lid bedoelde personen
daarin alleen of gezamenlijk de meerderheid van de aandelen houden; of
-
b. waarin de notaris of zijn echtgenoot de functie van bestuurder of commissaris vervult.
-
2 Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor akten waarbij openbare verkopingen,
openbare verhuringen of openbare aanbestedingen worden geconstateerd en de in dat
lid bedoelde personen als koper, huurder of aannemer zijn vermeld, noch voor akten
waarin een proces-verbaal van het verhandelde in een vergadering wordt opgenomen en
daarin deze personen als deelnemer worden vermeld.
-
3 In geval van overtreding van een bepaling van het eerste lid, eerste en tweede volzin,
mist de akte authenticiteit en voldoet zij niet aan de voorschriften waarin de vorm
van een notariële akte wordt geëist.
-
1 De notariële akte mag geen beschikkingen of bepalingen inhouden ten voordele van de
notaris te wiens overstaan zij is verleden, van de getuigen, van de echtgenoot van
de notaris, van de echtgenoten van de getuigen en van de bloed- of aanverwanten van
de notaris of de getuigen in de rechte linie zonder onderscheid van graden en in de
zijlinie tot en met de derde graad. Hetgeen hiermee in strijd is, wordt voor niet
geschreven gehouden; voor het overige blijft de akte geldig.
-
2 Dit verbod is mede van toepassing op de akte, verleden ten overstaan van een waarnemer,
ten aanzien van de notaris wiens ambt hij waarneemt, diens echtgenoot en bloed- of
aanverwanten als bedoeld in het eerste lid.
-
2 De tegenwoordigheid van twee getuigen is vereist voor de akte die een uiterste wilsbeschikking
inhoudt, de akte van teruggaaf van een uiterste wil en van herroeping van een uiterste
wilsbeschikking, de akte houdende giften die ter zake van het huwelijk van het geheel
of een gedeelte van een nalatenschap worden gedaan, de akten van openbare verkoop,
verhuur, verpachting of aanbesteding en de akte die door een of meer van de verschijnende
personen niet wordt ondertekend.
-
3 In andere gevallen is de tegenwoordigheid van twee getuigen slechts vereist, indien
de notaris dit verlangt. De vermelding van getuigen in een akte welke zonder getuigen
kan worden verleden, geldt als bewijs dat de notaris hun aanwezigheid heeft verlangd.
-
4 De getuigen moeten de notaris bekend zijn, of hun identiteit en bevoegdheid aan hem,
door een of meer van de verschijnende personen verklaard zijn, en daarvan moet in
de akte melding gemaakt worden. Zij moeten meerderjarig en ingezetenen van de openbare
lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba zijn, hun handtekening kunnen plaatsen en
de taal verstaan, waarin de akte verleden wordt.
-
1 Onverminderd de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek BES mogen de echtgenoot of bloed- of aanverwanten hetzij van de notaris, hetzij van de
partijen, tot en met de derde graad in beide linies, niet als getuigen optreden.
-
3 In afwijking van het eerste en tweede lid mag de echtgenoot of bloed- of aanverwant
van een koper, huurder, pachter, aannemer of borg bij onderscheidenlijk een openbare
verkoop, verhuur, verpachting of aanbesteding, alsmede van een lid van een vergadering
waarin van het verhandelde door een notaris proces-verbaal wordt opgemaakt, daarbij
als getuige optreden.
-
4 In geval van overtreding van dit artikel of van artikel 28 mist de akte authenticiteit en voldoet zij niet aan de voorschriften waarin de vorm
van een notariële akte wordt geëist, een en ander behoudens het geval van verzuim
van de in artikel 28, derde of vierde lid, voorgeschreven vermeldingen.
-
1 De verschijnende personen moeten de notaris bekend zijn of worden bekend gemaakt door
twee getuigen, die aan alle vereisten voldoen om bij notariële akten als zodanig op
te treden, met dien verstande dat bloed- of aanverwantschap met de bekend gemaakte
personen geen reden van uitsluiting oplevert.
-
1 De akte vermeldt in ieder geval de naam, de voornamen en de standplaats van de notaris
die de akte verlijdt en, in geval van waarneming, behalve de vorengenoemde gegevens
van de waarnemer, met uitzondering van de standplaats, ook die van de notaris tot
wiens protocol de akte behoort.
-
2 De akte vermeldt bovendien:
-
1°. naam, voornamen, geboortedatum en -plaats, woonplaats met adres en burgerlijke staat
van de natuurlijke personen die blijkens de akte daarbij als partij optreden;
-
2°. rechtsvorm, naam en woonplaats met adres van de rechtspersonen die blijkens de akte
daarbij als partij optreden;
-
3°. dezelfde gegevens, met uitzondering van de burgerlijke staat, ten aanzien van natuurlijke
personen en rechtspersonen die blijkens de akte de voormelde partijen vertegenwoordigen,
alsmede de grond van hun bevoegdheid, met dien verstande dat voor natuurlijke personen
die een kantoor houden of werkzaam zijn op een kantoor ten aanzien van aangelegenheden
die dit kantoor betreffen in plaats van de woonplaats met adres ook het kantooradres
vermeld kan worden;
-
4°. naam, voornamen, geboortedatum en -plaats van iedere getuige, indien de akte in tegenwoordigheid
van getuigen wordt verleden, alsmede van de getuigen, bedoeld in het vorige artikel;
-
5°. de plaats, het jaar, de maand en de dag, waarop de akte is verleden.
Indien opgave van één of meer van deze gegevens niet mogelijk is, worden de redenen
daarvan vermeld.
-
3 Indien de vermelding van het tijdstip van de ondertekening van de akte door de notaris,
in verband met de inschrijving in de openbare registers of om andere reden van belang
kan zijn, wordt ook dit tijdstip vermeld.
-
4 Indien de akte de plaats, het jaar, de maand of de dag niet vermeld, mist zij authenticiteit
en voldoet zij niet aan de voorschriften waarin de vorm van een notariële akte wordt
geëist.
-
1 De notariële akte moet leesbaar, in onafgebroken samenhang, zonder afkortingen, witte
vakken, gapingen of tussenruimten worden geschreven of op andere wijze duurzaam op
het materiaal gesteld; de noodzakelijk opengebleven onbeschreven vakken in de akte
moeten vóór de ondertekening door een of meer duidelijke inktstrepen voor verdere
beschrijving onbruikbaar gemaakt worden; alle getallen ter bepaling van de hoeveelheid
of de hoegrootheid der zaken, welke in de akte worden vermeld, alsmede de dagtekening,
moeten in schrijfletters worden uitgedrukt, maar kunnen daarvoor of daarna in cijfers
worden gesteld.
-
2 Het is echter geoorloofd om in volmachten, welke in originali worden uitgegeven, de
naam van de gevolmachtigde oningevuld te laten en om in die welke in minuut worden
verleden de voornamen van de gevolmachtigde alleen door de eerste letters van die
voornamen aan te duiden.
-
3 Hoeveelheden en hoegrootheden kunnen in de akte in cijfers worden uitgedrukt, mits
dit in tabelvorm geschiedt ter verwerking in een algebraïsche som, welke som in schrijfletters
moet worden herhaald.
-
4 Dagtekeningen, met uitzondering van de dagtekening van de akte zelf, kunnen in cijfers
worden vermeld, mits de naam van de maand in schrijfletters wordt uitgedrukt.
-
5 Algemeen gebruikelijke afkortingen van academische en andere titels, aanduidingen
van voornamen van gevolmachtigden alleen door de eerste letters van die voornamen,
en kortere aanduidingen die in de akte volledig worden gedefinierd, zijn toegestaan.
-
1 De akte wordt verleden in de taal, welke partijen verkiezen, mits de notaris en de
getuigen, indien deze vereist zijn, deze verstaan en geen wettelijke regeling zich
tegen de verkozen taal verzet.
-
2 Wanneer de verschijnende personen geen de notaris bekende taal verstaan, geeft een
beëdigde vertaler, of onder bijzondere omstandigheden een door de notaris aan te wijzen
vertaler, de verklaring van de verschijnende personen aan de notaris te kennen en
vertolkt de akte daarna op een voor hen verstaanbare wijze. Van het te kennen geven
van deze verklaring en vertolking wordt in de akte melding gemaakt.
-
3 De door de notaris aangewezen andere vertaler, bedoeld in het tweede lid, moet vooraf
tegenover de notaris, naar de wijze van zijn godsdienstige gezindheid, de eed afleggen
of de belofte doen zijn taak naar geweten te zullen vervullen.
-
5 Bij een akte die in tegenwoordigheid van getuigen moet worden verleden, is steeds
volledige voorlezing vereist, met uitzondering van een akte van openbare verkoop,
verhuur, verpachting en aanbesteding.
-
6 De zakelijke opgave, bedoeld in het derde lid, en, indien geen volledige voorlezing
heeft plaatsgehad, de eenparige verklaring van de verschijnende personen, alsmede
de volledige of beperkte voorlezing en ondertekening, worden uitdrukkelijk in het
slot van de akte vermeld.
-
9 Indien echter een of meer van de verschijnende personen alleen bij een bijzonder gedeelte
van de akte belang hebben, of alleen bij zulk een gedeelte gehandeld hebben, is het
voldoende dat dit gedeelte aan hem of hen wordt voorgelezen en door hem of hen wordt
ondertekend en dat die voorlezing en ondertekening bij dit gedeelte van de akte uitdrukkelijk
wordt vermeld.
-
10 Voorts wordt de akte ondertekend door de getuigen en de vertalers, bedoeld in artikel 33, tweede lid, in tegenwoordigheid van wie de akte wordt verleden.
-
11 Ten slotte wordt de akte door de notaris ondertekend. Onmiddellijk voordat de notaris
de akte ondertekent, neemt hij het uur en de minuut van zijn ondertekening in de akte
op in de gevallen waarin dit is vereist, door een verschijnende persoon wordt verlangd
of door de notaris raadzaam wordt geacht.
-
12 In geval van overtreding van het vierde, vijfde, achtste, negende, tiende of elfde
lid mist de akte authenciteit en voldoet zij niet aan de voorschriften waarin de vorm
van een notariële akte wordt geëist.
Wanneer bij het verlijden van een akte van boedelbeschrijving, openbare verkoop, verhuur,
verpachting of aanbesteding of bij een andere akte die niet wordt opgemaakt tot bewijs
van de verklaringen van de verschijnende personen, maar alleen tot bewijs van handelingen
of feiten die ten overstaan van de notaris tijdens het verlijden van de akte plaats
hebben, een of meer van de verschijnende personen weigeren te tekenen of zich vóór
de sluiting van de akte hebben verwijderd zonder ondertekening, heeft de akte niettemin
kracht van authentiek geschrift. Indien deze omstandigheid zich voordoet en de reden
van de weigering om te tekenen wordt opgegeven, moet daarvan uitdrukkelijk in de akte
melding worden gemaakt.
-
1 De volmachten waaraan de verschijnende personen hun bevoegdheid ontlenen, worden aan
de minuten gehecht. Indien de verschijnende personen krachtens mondelinge volmacht
handelen, wordt dat in de akte vermeld.
Van de aanhechting in artikel 36 voorgeschreven, worden vrijgesteld:
-
1. volmachten, in minuut berustende onder de notaris die de akte verlijdt, waarbij de
gevolmachtigde verschijnt;
-
2. volmachten, welke reeds zijn gehecht aan akten die in minuut onder dezelfde notaris
berusten, mits dit in de akte wordt vermeld.
-
1 Alle veranderingen en bijvoegingen worden in de marge van de akte geschreven, maar
zijn alleen geldig voor zover die elk afzonderlijk door de verschijnende personen,
welke de akte hebben getekend, door de notaris en door de getuigen, indien de akte
in tegenwoordigheid van getuigen wordt verleden, ondertekend of geparafeerd zijn.
-
2 Veranderingen of bijvoegingen kunnen ook achteraan, maar vóór het slot van de akte
worden geplaatst, mits de bladzijde en de regel worden aangeduid, waartoe deze behoren,
op straffe van nietigheid van elke op andere wijze of zonder deze aanduiding gedane
verandering of bijvoeging.
-
3 Het aantal veranderde of bijgevoegde woorden, letters, cijfers en leestekens wordt
bij de verandering of bijvoeging met aanduiding van de regel waarin zij voorkomen,
vermeld.
Het is niet geoorloofd om in een akte of in de veranderingen en bijvoegingen welke
in de marge of vóór het slot daarvan zijn gesteld, enige overschrijving, tussenvoeging
of bijvoeging van woorden, letters, cijfers en leestekens te doen, of die op de een
of andere wijze te schrappen of te doen verdwijnen of andere in de plaats daarvan
te stellen, op straffe van nietigheid van hetgeen over of in de plaats is geschreven
en van de tussen- of bijgevoegde woorden, letters, cijfers en leestekens.
-
1 Indien de doorhaling van woorden, letters, cijfers en leestekens in een akte nodig
is, geschiedt dit op zodanige wijze, dat het doorgehaalde leesbaar blijft.
-
3 Iedere vermelding wordt afzonderlijk, evenals de veranderingen en bijvoegingen ondertekend
of geparafeerd, ofwel wordt het aantal doorgehaalde woorden, letters, cijfers en leestekens
vóór het slot vermeld, mits de bladzijde en de regel worden aangeduid, waarin die
voorkomen.
De notaris is verplicht bij de vermelding krachtens artikel 89, tweede lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek BES van de titel van overdracht in de akte van levering steeds ook de geldelijke tegenprestatie
te vermelden, ook al is deze voor de overdracht zonder belang. Zo met het oog op de
inschrijving een uittreksel wordt afgegeven, is de notaris verplicht deze vermelding
ook daarin op te nemen.
In alle akten van overdracht en van scheiding van onroerende goederen en teboekgestelde
schepen en luchtvaartuigen moeten de titels van aankomst en de dagtekening, het register,
het deel en het nummer van de laatste overschrijving in de openbare registers worden
vermeld. Van de onbekendheid van partijen met een of meer van deze gegevens wordt
in de akte melding gemaakt.
-
2 Van deze verplichting zijn uitgezonderd akten van huwelijksaangifte en huwelijkstoestemming,
van bekendheid, van volmacht of machtiging, van verklaring van het in leven zijn van
personen en van het hun toebehoren van goederen, van kwijting, van aanbod van betaling,
van protest, van erfrecht, van verbetering of aanvulling als bedoeld in de artikelen 23, 42 en 43 van de Wet openbare registers BES, van verklaring van waardeloosheid van inschrijving in de openbare registers en van
vermindering van bedragen waarvoor hypotheek is gevestigd, van verandering van een
in een ingeschreven stuk gekozen woonplaats, van doorhaling of vermindering van verbanden
en aantekeningen op de grootboeken der nationale schuld, benevens andere akten, waarvan
de uitgifte in originali bij wettelijke regeling is toegelaten.
-
3 Het is geoorloofd van deze in originali uit te geven akten, met uitzondering van de
vol-machten waarin de naam van de gevolmachtigde oningevuld is gebleven, twee of meer
gelijkluidende op hetzelfde ogenblik te verlijden en te doen tekenen, in welk geval
in elke akte het aantal gelijkluidende akten wordt vermeld, terwijl alle slechts voor
één en één voor alle in rechte zullen gelden.
-
3 De in de vorige leden bedoelde verklaringen worden voor wat betreft de uitwendige
bewijskracht en de bewijskracht van de daarin gerelateerde verrichtingen en waarnemingen
van de notaris als een authentieke akte aangemerkt, tenzij krachtens een der in de
vorige leden vermelde bepalingen authenticiteit ontbreekt.
De notaris is gehouden om in geval van overlijden of afwezigverklaring van de testateur
binnen veertien dagen na kennisneming daarvan, de hem bekende belanghebbenden te berichten
dat uiterste wilsbeschikkingen van de overledene of afwezige onder zijn minuten berusten.
Hetzelfde is van toepassing op akten waarbij een uiterste wil is herroepen, en op
akten van huwelijkse voorwaarden, voor zover deze betrekking hebben op schenkingen
ter zake des doods.
-
3 De notaris mag ook afschriften en uittreksels maken van alle akten en stukken, welke
daartoe aan hem vertoond, en, na met het afschrift of uittreksel vergeleken te zijn,
teruggegeven worden.
-
4 Behoudens de bij de wettelijke regelingen daaromtrent bepaalde uitzonderingen, moeten
de uittreksels gelijkluidend zijn met de overgenomen gedeelten en moeten altijd het
hoofd en slot van de akte alsmede de vermelding van de handelende personen, hun betrekkingen
en hoedanigheden, in het uittreksel voorkomen. Aan het slot worden gesteld de woorden:
«Uitgegeven voor woordelijk gelijkluidend uittreksel».
De notaris mag, met uitzondering van een aan hem in bewaring gegeven olografische
of onderhandse uiterste wil, geen minuten uit handen geven, anders dan in de gevallen
bij wettelijke regelingen voorzien of krachtens rechterlijk bevel, met inachtneming
van de bepalingen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering BES en het Wetboek van Strafvordering BES voorgeschreven.
-
1 Uitgezonderd in de bij wettelijke regelingen voorziene gevallen of anders dan krachtens
rechterlijk bevel mag de notaris geen grossen, afschriften of uittreksels, noch inzage
of mededeling van de inhoud van de akte geven aan anderen dan onmiddellijk belanghebbende
personen, hun erfgenamen of rechtverkrijgenden.
-
2 Onze Minister kan onder door hem te stellen voorwaarden aan anderen dan de in het
eerste lid bedoelde personen verlof verlenen, inzage te nemen, of afschriften of uittreksels
te vorderen van akten, ouder dan zeventig jaar.
-
3 Uittreksels of gedeelten van akten mogen niet als grosse worden uitgegeven, met uitzondering
echter van akten van verdeling van een gemeenschap en van processen-verbaal van openbare
verkoop, verhuur, verpachting en aanbesteding, waarvan het geoorloofd is voor iedere
afzonderlijke toedeling, koop, huur, pacht of aanneming, of voor alle door een en
dezelfde persoon of personen gezamenlijk gedane kopen, huren, pachten of aannemingen
een uittreksel als grosse uit te geven, voor zover die personen het proces-verbaal
mede-ondertekend of bij verhindering verklaard hebben door daarin genoemde beletselen
niet te hebben kunnen tekenen; de voorwaarden van verkoop, verhuur, verpachting of
aanbesteding moeten echter voor zover zij de betrokken kopen, huren, pachten of aannemingen
aangaan, in hun geheel in dit uittreksel worden opgenomen.
-
1 Iedere notaris moet een zegel hebben, bevattende het Koninklijk wapen en in het randschrift
de eerste letters van de voornamen, de naam, het ambt en de standplaats van de notaris.
-
2 Na verloop van zes maanden na de benoeming van een notaris moeten alle door hem uit
te geven akten, grossen, afschriften en uittreksels een afdruk van dat zegel dragen
en moeten alle aanhechtingen van stukken daarmee geschieden. Het zegel wordt tevens
gebezigd voor de verzegeling, bedoeld in artikel 658 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering BES.
-
1 De notaris is verplicht om, hetzij zelf, hetzij door een schriftelijk gemachtigde,
uiterlijk op de laatste werkdag van februari van ieder jaar ter griffie van het Gerecht
in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba over te brengen een door hem
voor echt verklaard dubbel van het repertorium van de akten, welke hij gedurende het
afgelopen jaar heeft verleden.
-
3 Van deze overbrenging moet blijken uit een akte van bewaarneming, door de griffier
opgemaakt en door de notaris of zijn gemachtigde mede-ondertekend; deze akte wordt
door de griffier ingeschreven in een afzonderlijk register, gekanttekend door de rechter
in eerste aanleg.
-
1 De notaris is verplicht binnen de eerste tien dagen van iedere maand bij de Direkteur
der Belastingen in te leveren, desgewenst tegen ontvangstbewijs, in dubbel opgemaakte
lijsten waarop naar volgorde van verlijden de in artikel 1, eerste lid, van de Wet
op het testamentenregister BES genoemde akten die in de voorafgaande kalendermaand
door hem zijn verleden of aan hem ter hand zijn gesteld, zijn ingeschreven.
-
3 Indien in de afgelopen kalendermaand geen akten als bedoeld in het eerste lid, door
een notaris zijn verleden of aan hem zijn ter hand gesteld, moet hij daaromtrent binnen
de termijn, bedoeld in het eerste lid, bij de Direkteur der Belastingen een schriftelijke
verklaring inleveren.
-
3 Tussen de personen, benoemd ingevolge het eerste of tweede lid, mag niet bestaan de
verhouding van echtgenoten, bloed- of aanverwantschap tot en met de derde graad, een
samenwerkingsverband tot het uitoefenen van het notarisambt of het beroep van kandidaat-notaris
of de verhouding van werkgever tot werknemer.
-
4 Het lid, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, of een lid als bedoeld in het tweede
lid, kan door het Hof van Justitie worden ontslagen:
-
a. wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens een misdrijf
is veroordeeld;
-
b. wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld,
in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft gekregen of
wegens schulden is gegijzeld;
-
c. wegens wangedrag of onzedelijkheid of bij gebleken voortdurende achteloosheid in de
uitoefening van zijn functie;
-
d. wegens overtreding van artikel 78, eerste lid.
-
5 Het lid, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, of een lid als bedoeld in het tweede
lid, wordt door het Hof van Justitie ontslagen:
-
a. indien hij door ziekten of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen;
-
b. bij ongeschiktheid voor zijn functie, anders dan door ziekten of gebreken;
-
c. indien hij geen notaris of kandidaat-notaris meer is.
-
6 Bij een ontslag op grond van het vierde of vijfde lid, onderdeel a of b, wordt het
betrokken lid gehoord, althans daartoe behoorlijk opgeroepen.
-
2 De Voorzitter van de Kamer van Toezicht kan kennelijk niet-ontvankelijke en kennelijk
ongegronde klachten alsmede klachten die naar zijn oordeel van onvoldoende gewicht
zijn, bij met redenen omklede beschikking afwijzen. Hij brengt klachten die niet in
der minne worden opgelost of niet door hem worden afgewezen, ter kennis van de Kamer
van Toezicht. Hiervan wordt, evenals van de afwijzing van een klacht door de Voorzitter
van de Kamer van Toezicht, bij aangetekende brief met bevestiging van ontvangst kennis
gegeven aan de klager en aan de betrokken notaris of kandidaat-notaris. In geval van
afwijzing van een klacht wordt in de brief de termijn waarbinnen en de wijze waarop
verzet kan worden gedaan, vermeld.
-
5 Indien de Kamer van Toezicht van oordeel is dat de klacht kennelijk niet-ontvankelijk,
kennelijk ongegrond of van onvoldoende gewicht is, verklaart zij het verzet ongegrond
en blijft de beslissing van de Voorzitter van de Kamer van Toezicht in stand. De beslissing
van de Kamer van Toezicht wordt met redenen omkleed.
-
6 Indien de Kamer van Toezicht van oordeel is dat de klacht niet kennelijk niet-ontvankelijk,
niet kennelijk ongegrond en niet van onvoldoende gewicht is, verklaart zij het verzet
gegrond en vervalt de beslissing van de Voorzitter van de Kamer van Toezicht.
-
8 Tegen een beslissing van de Kamer van Toezicht als bedoeld in het vijfde of zesde
lid, staat geen rechtsmiddel open. In de schriftelijke kennisgeving, bedoeld in het
zevende lid, wordt zulks vermeld.
Een lid van de Kamer van Toezicht of een plaatsvervangend lid dat voor de behandeling
van een zaak in de Kamer van Toezicht zitting heeft, kan zich verschonen en kan worden
gewraakt, indien er ten aanzien van hem feiten of omstandigheden bestaan, waardoor
in het algemeen de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. De bepalingen
met betrekking tot verschoning en wraking, bedoeld in Titel IV van het Zevende Boek van het Wetboek van Strafvordering BES zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in plaats van de verdachte
en het Openbaar Ministerie de notaris of kandidaat-notaris en de klager een voordracht
tot wraking kunnen doen en dat de raadpleging door de Kamer van Toezicht in plaats
van na de conclusies of het requisitoir van het Openbaar Ministerie geschiedt na de
conclusies van de notaris of kandidaat-notaris of de klager.
-
1 De notaris die zijn ambtsplichten verwaarloost, zich schuldig maakt aan enig handelen
of nalaten in strijd met de zorg die hij behoort te betrachten ten opzichte van degene
ten behoeve van wie hij optreedt, of aan enig handelen of nalaten dat een behoorlijk
notaris niet betaamt, kan door de Kamer van Toezicht ambtshalve of naar aanleiding
van een klacht in een met redenen omklede beslissing aan de navolgende maatregelen
worden onderworpen:
-
a. waarschuwing;
-
b. berisping;
-
c. oplegging van een geldboete van ten hoogste USD 5600;
-
d. schorsing in de uitoefening van zijn ambt voor ten hoogste één jaar;
-
e. voordracht tot ontzetting uit zijn ambt, gericht aan het Hof van Justitie.
De maatregelen, genoemd in de onderdelen c en d, kunnen gecombineerd worden opgelegd.
-
2 De kandidaat-notaris die zich schuldig maakt aan enig handelen of nalaten in strijd
met de zorg die hij behoort te betrachten ten opzichte van degene ten behoeve van
wie hij optreedt, of aan enig handelen of nalaten dat een behoorlijk kandidaat-notaris
niet betaamt, kan door de Kamer van Toezicht ambtshalve of naar aanleiding van een
klacht in een met redenen omklede beslissing aan de navolgende maatregelen worden
onderworpen:
-
3 De Kamer van Toezicht kan bepalen dat een maatregel, genoemd in het eerste lid, onderdeel
c of d, of het tweede lid, onderdeel c, slechts ten uitvoer zal worden gelegd, geheel
of gedeeltelijk, indien de notaris onderscheidenlijk de kandidaat-notaris zich gedurende
een bij het opleggen van de maatregel bepaalde proeftijd, die ten hoogste twee jaar
kan duren, heeft schuldig gemaakt aan een handelen of nalaten als bedoeld in het eerste
of tweede lid, of niet in overeenstemming heeft gehandeld met bij het opleggen van
de maatregel gestelde, gedurende die proeftijd geldende bijzondere voorwaarden. De
bijzondere voorwaarden mogen de godsdienstige of staatkundige vrijheid niet beperken.
-
4 Bij het toepassen van een maatregel, genoemd in het eerste lid, onderdeel b, c of
d, of in het tweede lid, onderdeel c, kan de Kamer van Toezicht besluiten tot op een
door haar te bepalen wijze van openbaarmaking van de maatregel, al dan niet met de
gronden waarop deze maatregel berust. De openbaarmaking vindt plaats nadat de beslissing
in kracht van gewijsde is gegaan.
-
1 De Kamer van Toezicht neemt geen beslissing dan na de notaris of kandidaat-notaris
en, indien een klacht is ingediend, de klager te hebben gehoord, althans daartoe behoorlijk
te hebben opgeroepen.
-
4 De notaris of kandidaat-notaris en, indien een klacht is ingediend, de klager kunnen
zich bij het verhoor doen bijstaan door een advokaat, notaris of kandidaat-notaris.
-
6 Van de beslissing van de Kamer van Toezicht, die met redenen dient te zijn omkleed,
wordt bij aangetekende brief met bevestiging van ontvangst, kennisgegeven aan de notaris
of kandidaat-notaris en, indien naar aanleiding van een klacht is beslist, aan de
klager.
-
1 De Kamer van Toezicht is bevoegd de notaris, tegen wie ernstig vermoeden is gerezen,
dat hij een van de in artikel 57 bedoelde handelingen of verzuimen heeft gepleegd, voor een termijn van ten hoogste
zes maanden ongevraagd verlof te verlenen. Zij kan deze termijn éénmaal voor ten hoogste
zes maanden of totdat op een door haar gedane voordracht tot ontzetting zal zijn beslist,
verlengen. De Kamer van Toezicht kan deze termijnen te allen tijde verkorten. Voordat
de Kamer van Toezicht de notaris ongevraagd verlof verleent, hoort zij hem dan wel
roept zij hem daartoe behoorlijk op.
-
1 De Kamer van Toezicht is bevoegd getuigen en deskundigen te horen. De getuigen en
deskundigen zijn verplicht te verschijnen en getuigenis af te leggen. De oproeping
geschiedt op de wijze, door de Voorzitter van de Kamer van Toezicht bepaald. Oproeping
door middel van dagvaarding geschiedt bij deurwaardersexploit.
-
3 De getuige moet, naar de wijze van zijn godsdienstige gezindheid, de eed afleggen
of de belofte doen de waarheid en niets dan de waarheid te zullen zeggen. De deskundige
moet, naar de wijze van zijn godsdienstige gezindheid, de eed afleggen of de belofte
doen zijn taak naar geweten te zullen vervullen.
-
1 Binnen veertien dagen na de datum van ontvangst van de in artikel 58, zesde lid, bedoelde aangetekende brief kunnen de betrokken notaris of kandidaat-notaris en
de klager bij verzoekschrift van de beslissing van de Kamer van Toezicht, behoudens
voor zover deze een voordracht tot ontzetting uit het ambt inhoudt, in hoger beroep
komen bij het Hof van Justitie. De griffier van het Hof geeft van het instellen van
het beroep onverwijld kennis aan de Kamer van Toezicht, aan de notaris of kandidaat-notaris,
indien het beroep door de klager is ingesteld, en aan de klager indien het beroep
door de notaris of kandidaat-notaris is ingesteld.
-
6 Het Hof van Justitie geeft een met redenen omklede beslissing. De griffier geeft van
de beslissing onverwijld kennis aan de notaris of kandidaat-notaris en de Kamer van
Toezicht, alsmede aan de klager, indien de Kamer van Toezicht naar aanleiding van
een klacht heeft beslist.
-
3 Indien er geen grond bestaat voor ontzetting uit het ambt, kan het Hof van Justitie
de notaris een maatregel als bedoeld in artikel 57, eerste lid, onderdelen a tot en met d, opleggen.
Artikel 57, derde tot en met vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
-
1 Bij het vonnis waarbij een notaris tot een gevangenisstraf wordt veroordeeld, kan,
op requisitoir van het Openbaar Ministerie, zijn ontzetting uit het notarisambt worden
uitgesproken.
-
2 De notaris die in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft
verkregen of wegens schulden is gegijzeld, is van rechtswege in de uitoefening van
zijn ambt geschorst en kan op vordering van het Openbaar Ministerie na verhoor of
behoorlijke oproeping door het Hof van Justitie uit zijn ambt worden ontzet.
De Kamer van Toezicht is te allen tijde bevoegd de minuten van voor een notaris verleden
akten, met uitzondering van de minuten van de uiterste willen die nog niet met de
dood zijn bekrachtigd, en de registers en repertoria van een notaris te onderzoeken.
Iedere ambtenaar die bij de uitoefening van zijn taak het vermoeden krijgt dat deze
wet wordt overtreden, geeft daarvan terstond kennis aan de Kamer van Toezicht.
Hoofdstuk VII. Het bewaren en overbrengen van minuten, registers en repertoria
De notaris moet zijn minuten, registers en repertoria zorgvuldig in een regelmatige
orde en op voegzame wijze bewaren.
De notaris voor wie ingevolge artikel 17, eerste lid, onderdelen a tot en met d, een waarnemer is aangewezen, alsmede degenen die het archief of de praktijkboekhouding
onder zich hebben, verlenen aan de waarnemer vrije toegang tot het archief van de
notaris en verschaffen op verzoek van de waarnemer, gedaan in opdracht van belanghebbenden,
de voor de uitoefening van diens werkzaamheden vereiste inlichtingen.
-
1 De waarnemer neemt binnen twee weken na de dag waarop de waarneming ingaat, over de
minuten, registers en repertoria en de daartoe behorende dossiers en verdere bescheiden,
welke volgens het gebruik met het protocol behoren te worden overgedragen, van de
notaris of van degene die deze onder zich heeft. Hij verricht voorts ten aanzien daarvan
al datgene waartoe deze laatste bevoegd en verplicht was.
-
3 De vervangen notaris of degene die de minuten, registers of repertoria onder zich
heeft, wordt door de waarnemer ten minste drie dagen te voren bij aangetekende brief
opgeroepen om bij het onderzoek tegenwoordig te zijn.
-
4 Blijkt dat een of meer van de minuten, registers of repertoria niet voorhanden zijn,
dan maakt de waarnemer daarvan een verklaring in triplo op, die door alle tegenwoordig
zijnde personen wordt ondertekend en door de waarnemer in het repertorium wordt geboekt.
-
5 Eén van de exemplaren wordt neergelegd in het archief van de Kamer van Toezicht, één
ter hand gesteld aan de vervangen notaris of aan hem die zijn archief tijdens de overneming
onder zich heeft, en één wordt door de waarnemer behouden.
-
7 Blijkt bij de overneming, dat geen minuten, registers of repertoria ontbreken, dan
wordt daarvan insgelijks een verklaring in triplo opgemaakt en daarmee op dezelfde
wijze gehandeld.
-
1 Binnen acht dagen na het verstrijken van een waarneming draagt de waarnemer de door
hem overgenomen minuten, registers of repertoria en de door hem verleden akten over
aan de notaris wiens kantoor hij heeft waargenomen, diens opvolger, of aan degene
die ingevolge artikel 72 met de bewaring daarvan is belast.
-
1 Bij vervulling van een opengevallen standplaats draagt de waarnemer aan de nieuwbenoemde
notaris binnen twee weken na diens eedsaflegging de door hem overgenomen minuten,
registers en repertoria alsmede de in artikel 68 bedoelde door hem overgenomen dossiers en verdere bescheiden over. De waarnemer draagt
tevens de door hem tijdens de waarneming verleden akten en vervaardigde dossiers en
verdere bescheiden als bedoeld in artikel 68, over.
-
2 Indien de nieuwbenoemde notaris wordt benoemd met ingang van de datum waarop het aan
de aftredend notaris verleende ontslag ingaat, geschiedt de overdracht aan de nieuwbenoemde
notaris door de aftredend notaris binnen twee weken na bedoelde datum. De nieuwbenoemde
notaris verricht ten aanzien van de door hem overgenomen minuten, registers en repertoria
al datgene waartoe de afgetreden notaris bevoegd of verplicht zou zijn geweest.
-
3 De nieuwbenoemde notaris draagt binnen drie maanden na een overdracht als bedoeld
in het eerste of tweede lid, de minuten, registers en repertoria die op de eerste
januari van het jaar waarin de overdracht plaatsvindt, ouder zijn dan dertig jaar,
over aan de bewaarder van de bewaarplaats, bedoeld in artikel 73, tweede lid.
-
5 Na vervulling van de opengevallen standplaats verschaffen degenen die de praktijkboekhouding
onder zich hebben, de bewaarder van het protocol op diens verzoek, gedaan in opdracht
van belanghebbenden, de voor de uitoefening van diens werkzaamheden vereiste inlichtingen.
Zij zijn van die gehoudenheid bevrijd voor zover zij de praktijkboekhouding aan de
bewaarder van het protocol hebben afgegeven.
-
2 Indien de waarneming is opgedragen aan een waarnemer die niet tevens notaris is, wijst
de President van het Hof van Justitie een notaris aan, die met de bewaring van de
minuten, registers en repertoria wordt belast.
-
5
Artikel 71, derde lid, is op de notaris, bedoeld in het eerste dan wel tweede lid, van overeenkomstige
toepassing, met dien verstande dat de termijn van drie maanden begint te lopen vanaf
de datum van aanwijzing.
-
1 In elk van de openbare lichamen wordt in het gebouw waarin het Gerecht in eerste aanleg
zitting houdt, of in een ander daartoe door Onze Minister aangewezen gebouw, een algemene
bewaarplaats van minuten, registers en repertoria ingericht, die onder toezicht van
de Kamer van Toezicht staat.
-
2 Door de Kamer van Toezicht wordt voor elke bewaarplaats een notaris aangewezen aan
wie de bewaring van de zich aldaar bevindende stukken zal zijn opgedragen en die bevoegd
en verplicht is om ten aanzien daarvan al datgene te verrichten, waartoe de notarissen
ten aanzien van hun minuten, registers en repertoria bevoegd en verplicht zijn, zonder
dat enig stuk buiten de bewaarplaats zal mogen worden gebracht, anders dan in de gevallen
in artikel 47 vermeld.
-
3 Bij afwezigheid, schorsing, ontzetting, ontslag of overlijden van de aangewezen notaris
vervangt zijn waarnemer hem tijdelijk onder gelijke gehoudenheid.
-
1 De notaris mag na machtiging van de Kamer van Toezicht alle onder hem berustende minuten,
registers en repertoria, die ouder zijn dan dertig jaar, aan de bewaarder van de algemene
bewaarplaats, bedoeld in artikel 73, overdragen.