-
Minister: de Minister van Arbeid en Sociale Zaken;
-
bank: de Sociale Verzekeringsbank;
-
werkgever: iedere natuurlijke of rechtspersoon, die hier te lande een of meer werknemers arbeid
doet verrichten, alsmede de natuurlijke of rechtspersoon die, hier te lande gevestigd,
een of meer werknemers, die eveneens hier te lande gevestigd zijn, arbeid doet verrichten
in het buitenland;
-
werknemer: een ieder die voor een werkgever in dienstverband of persoonlijk in aangenomen werk
arbeid verricht, behalve:
voor wat degene betreft, die persoonlijk in aangenomen werk arbeid verricht: indien
hij zelf door de bank als werkgever is aangemerkt;
ouders en inwonende kinderen van de werkgever tenzij van een normaal dienstverband
tegen het gebruikelijke loon sprake is;
huispersoneel en thuiswerkers, met uitzondering van hen, die arbeiden met bij landsbesluit,
houdende algemene maatregelen als gevaarlijk aangewezen stoffen;
de kapitein en schepelingen op Nederlands-Antilliaanse zeeschepen;
degene, die in dienst is van een publiekrechtelijk lichaam en aan de voor hem geldende
rechtspositieregelingen aanspraak op tegemoetkoming bij ongeval kan ontlenen. Indien
de in aangenomen werk arbeidende persoon, die niet zelf door de bank als werkgever
is aangemerkt, zich bij het verrichten van zijn arbeid door anderen laat bijstaan,
worden ook die anderen beschouwd als werknemer van de werkgever, van wie het werk
is aangenomen. Bij landsbesluit houdende algemene maatregelen kunnen personen, die
ingevolge het voorgaande niet de hoedanigheid van werknemer hebben, als werknemer
worden aangemerkt, eventueel onder nader te stellen voorwaarden;
-
Behandelende geneeskundige: de geneeskundige die op aanwijzing of met goedvinden van de bank de werknemer onderzoekt
of behandelt;
-
Controlerende geneeskundige: de geneeskundige die als zodanig door de bank is aangewezen;
-
Ongeval: een ongeval dat de werknemer in verband met zijn dienstbetrekking is overkomen, alsook
de bij landsbesluit houdende algemene maatregelen aan te wijzen ziekten en lichamelijke
letsels, in betrekkelijk korte tijd ontstaan, mits voldaan is aan de daarbij gestelde
voorwaarden;
-
Arbeidsongeschiktheid: de toestand waarin de werknemer verkeert, die als gevolg van een ongeval gedurende
een etmaal of langer niet in staat is om zijn normale arbeid te verrichten of deze
arbeid zo lang niet mag verrichten hetzij om een medisch noodzakelijk onderzoek mogelijk
te maken hetzij om te voorkomen dat zijn genezing wordt belemmerd;
-
Loon: elke uitkering in welke vorm ook welke de werknemer als vergoeding voor zijn arbeid
ten laste van zijn werkgever geniet, alsook ontvangsten van derden, welke van invloed
zijn op de voorwaarden der arbeidsovereenkomst, behalve:
vergoeding voor het verrichten van overwerk in de zin van de Arbeidsregeling 1952
(P.B. 1958, no. 24);
-
de toeslag op het loon ingevolge artikel 58 van de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering
(P.B. 1960, no. 83) en artikel 52 van de Landsverordening Algemene Weduwen- en wezenverzekering
(PB. 1965, no. 194): de sociale verzekeringspremies welke ten laste van de werkgever komen;
vergoeding boven het normale loon voor het tijdelijk verrichten van andere dan de
normale arbeid, waartoe hij ingevolge arbeidsovereenkomst met zijn werkgever verplicht
is;
vergoeding welke bij uitzondering wordt gegeven voor het verrichten van een boven
het normale liggende arbeidsprestatie;
-
dagloon van de werknemer voor wie een 6-daagse werkweek geldt: bij een uurloon: de geldswaarde van het loon per uur, vermenigvuldigd met het aantal
werkuren per week van de betrokken werknemer, het verkregen produkt gedeeld door 6;
bij een weekloon: de geldswaarde van het loon per week gedeeld door 6;
bij een maandloon: de geldswaarde van het loon per maand vermenigvuldigd met 3 en
gedeeld door 78;
-
dagloon van de werknemer voor wie een 5-daagse werkweek geldt: bij een uurloon: de geldswaarde van het loon per uur, vermenigvuldigd met het aantal
werkuren per week van de betrokken werknemer, het verkregen produkt gedeeld door 5;
bij een weekloon: de geldswaarde van het loon per week gedeeld door 5;
bij een maandloon: de geldswaarde van het loon per maand vermenigvuldigd met 3 en
gedeeld door 65;
-
kinderen: minderjarige wettige en natuurlijke kinderen;
minderjarige onwettige kinderen ten aanzien van wie de mannelijke werknemer of gewezen
werknemer bij rechterlijk vonnis is veroordeeld tot het voorzien in het levensonderhoud
danwel bij authentieke akte de onderhoudsplicht heeft erkend, of die met hem in een
gezinsverband samenwonen;
minderjarige aangehuwde en pleegkinderen behorende tot het gezinsverband van de werknemer
of gewezen werknemer; en
kinderen, genoemd in de hieraan voorafgaande gedachtenstrepen, die meerderjarig zijn
geworden en wier tijd geheel of grotendeels in beslag wordt genomen door of in verband
met het volgen van onderwijs of van een beroepsopleiding voorzover zij de leeftijd
van 25 jaar niet hebben bereikt;
-
pleegkinderen: de kinderen die door de werknemer of gewezen werknemer worden onderhouden en opgevoed
als waren zij eigen kinderen.