Besluit van 21 september 2010, houdende regels met betrekking tot de opvolging onder
algemene titel in de rechten en verplichtingen van het land de Nederlandse Antillen
naar burgerlijk recht (Rijksbesluit rechtsopvolging burgerlijke rechten en verplichtingen
Nederlandse Antillen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
van 13 juli 2010, nr. 2010-0000483371, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving,
gedaan in overeenstemming met de regering van de Nederlandse Antillen en de bestuurscolleges
van de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten;
Overwegende dat het met het oog op de opheffing van het land de Nederlandse Antillen
wenselijk is om regels te stellen betreffende de overgang onder algemene titel van
alle op het land de Nederlandse Antillen rustende rechten en verplichtingen naar burgerlijk
recht op de nieuwe landen Curaçao, Sint Maarten en, met betrekking tot de openbare
lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, de Staat der Nederlanden;
Gelet op artikel 38, tweede lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden;
De Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 12 augustus 2010, nr. W04.10.0348/I/K);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
van 14 september 2010, nr. 2010-0000597264, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving,
uitgebracht in overeenstemming met de regering van de Nederlandse Antillen en de bestuurscolleges
van de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten;
De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;
Hebben goedgevonden en verstaan: