Stcrt. 2011, 780, datum inwerkingtreding 20-01-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
1 Het lichaam verstrekt aan de persoon die werknemer wordt, zo mogelijk vóór de aanvang
van zijn betrekking, een geschrift waaruit zijn hoedanigheid van werknemer blijkt.
2 Het lichaam verstrekt aan het bestuur de gegevens omtrent de dienstverhouding van
de persoon die werknemer wordt, alsmede van de persoon van wie de hoedanigheid van
werknemer eindigt.
3 Het bestuur verstrekt aan het lichaam voor elke dienstverhouding waarin de hoedanigheid
van werknemer wordt verkregen een geschrift waaruit dit blijkt, de intreebevestiging.
4 Het bestuur verstrekt aan het lichaam voor iedere beëindiging van de hoedanigheid
van werknemer een geschrift waaruit dit blijkt, de uittreebevestiging.
5 Het bestuur kan ook ambtshalve een intree- of uittreebevestiging verstrekken.
6 Het bestuur verstrekt aan de werknemer een afschrift van de intree- en uittreebevestiging.
7 Van geschriften of andere informatiedragers, waarvan de kennisneming voor het bestuur
van belang kan zijn voor de toepassing van deze paragraaf, wordt aan het bestuur op
een daartoe strekkend verzoek een kopie toegezonden.
8 Bij ministeriële regeling, kunnen regels worden gegeven inzake de uitvoering van dit
artikel.