Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 1. Begripsbepalingen
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a.
minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
-
b.
onderwijsinstelling: bekostigde onderwijsinstelling waarop de Regeling jaarverslaggeving onderwijs van
toepassing is.
Artikel 2. Reikwijdte
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
2 Deze regeling houdt tevens beleidsregels in met betrekking tot de wijze waarop de
minister gebruik maakt van zijn bevoegdheid als bedoeld in de artikelen 123, tweede lid, en 135, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs, de artikelen 120, tweede lid, en 129, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra en 85a, tweede lid, en de artikelen 89, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs.
Hoofdstuk 2. Voorschriften voor zowel onderwijsinstellingen als andere subsidieontvangers
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 3. Reikwijdte hoofdstuk 2
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Dit hoofdstuk is van toepassing op zowel onderwijsinstellingen als andere subsidieontvangers.
Artikel 4. Vereisten subsidieaanvraag
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 5. Begrotingsvoorwaarde
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
2 In geval van het niet vervullen van de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, worden de verleende subsidiebedragen verlaagd tot het bedrag van de subsidie dat
na de vaststelling of goedkeuring van de begroting van het Ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap ter beschikking staat, een en ander naar rato van het aantal
subsidieaanvragers aan wie subsidie is verleend en van de hoogte van de verleende
subsidiebedragen.
Artikel 6. Kosten terugvordering
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Bij terugvordering van ten onrechte betaalde subsidiebedragen of voorschotten kan
de minister de subsidieontvanger verplichten de met de terugvordering verband houdende
kosten te voldoen. Tevens kan de minister in dat geval de verschuldigde wettelijke
rente vorderen.
Artikel 6a. Vergoedingsplicht
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
2 Bij de vaststelling van de hoogte van de vergoeding worden activa gewaardeerd op hun
actuele waarde. De waardebepaling van een onroerende zaak geschiedt door drie deskundigen.
De minister en de subsidieontvanger wijzen elk een deskundige aan, die in onderling
overleg een derde deskundige aanwijzen.
Artikel 8. Administratieplicht bij subsidies van € 125.000 of meer
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 9. Meldingsplicht
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 10. Intellectuele eigendom
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
De subsidieontvanger werkt mee aan het tot stand komen van een overeenkomst indien
dit naar het oordeel van de minister noodzakelijk is om te komen tot het overdragen
aan de minister van rechten met betrekking tot intellectuele eigendom, ter zake van
de gesubsidieerde activiteiten.
Artikel 11. Betaling
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Indien de subsidie minder dan € 25.000 bedraagt en direct wordt vastgesteld, vindt
de betaling van het subsidiebedrag in één keer plaats.
Hoofdstuk 3. Voorschriften uitsluitend voor onderwijsinstellingen
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 12. Reikwijdte hoofdstuk 3
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op onderwijsinstellingen.
Artikel 13. Verantwoording door onderwijsinstellingen
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
1 Indien subsidie wordt verstrekt die op grond van de toepasselijke ministeriële regeling
of beschikking ook kan worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging
wordt verstrekt, geschiedt de verantwoording in de jaarverslaggeving, bedoeld in de
Regeling jaarverslaggeving onderwijs. De verklaring van de accountant bij de jaarrekening bevat in dat geval tevens een
oordeel over de rechtmatige besteding van de subsidie.
-
2 Indien subsidie wordt verstrekt voor:
-
a. activiteiten waarbij het eventueel niet aangewende deel van de subsidie, mits de activiteiten
volledig zijn uitgevoerd, op grond van de toepasselijke ministeriële regeling of beschikking
kan worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt, of
-
b. activiteiten waarbij de subsidie uitsluitend mag worden aangewend voor die activiteiten,
geschiedt de verantwoording in de jaarverslaggeving, bedoeld in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, met model G, behorende bij de richtlijn RJ 660, alinea 212, zoals vastgesteld door
de Raad voor de Jaarverslaggeving, met dien verstande dat daarbij tevens de te verrekenen
bedragen worden vermeld. De verwerking van niet-bestede middelen geschiedt in dat
geval in de jaarrekening van het laatste jaar van besteding. De verklaring van de
accountant bij de jaarrekening bevat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding
van de subsidie.
Hoofdstuk 4. Voorschriften uitsluitend voor andere subsidieontvangers dan onderwijsinstellingen
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
§ 1. Verlening
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 14. Reikwijdte hoofdstuk 4
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op andere subsidieontvangers dan onderwijsinstellingen.
Artikel 15. Termijn beschikking tot subsidieverlening
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
1 Een beschikking tot subsidieverlening wordt gegeven binnen 13 weken na ontvangst van
de aanvraag of, indien sprake is van een subsidieplafond en de verlening plaatsvindt
in volgorde van rangschikking of evenredige verdeling, binnen 13 weken na afloop van
de periode waarin aanvragen kunnen worden ingediend.
-
4 Indien de verlening mede afhankelijk is van het oordeel van een internationale beoordelingscommissie
of van internationale peer reviews, bedraagt de termijn, genoemd in het eerste lid,
40 weken.
§ 2. Verantwoording en vaststelling
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 16. Termijn aanvraag tot subsidievaststelling bij subsidies van € 25.000 of
meer
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Indien de subsidie € 25.000 of meer bedraagt, vindt een aanvraag tot subsidievaststelling
plaats binnen 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten waarvoor de subsidie
is verleend dan wel na afloop van het boekjaar, of binnen een bij ministeriële regeling
of bij beschikking op te nemen termijn.
Artikel 17. Termijn subsidievaststelling
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Een beschikking tot subsidievaststelling wordt gegeven:
-
a. indien de subsidie minder dan € 25.000 bedraagt en direct wordt vastgesteld: binnen
13 weken na ontvangst van de aanvraag van de subsidie,
-
b. indien de subsidie minder dan € 25.000 bedraagt en niet direct wordt vastgesteld:
binnen 22 weken na de in de ministeriële regeling of de beschikking opgenomen datum
waarop de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt, moeten zijn verricht,
en
-
c. indien de subsidie € 25.000 of meer bedraagt: binnen 22 weken na ontvangst van de
aanvraag tot vaststelling.
Artikel 18. Desgevraagd verantwoorden
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Indien de subsidie minder dan € 25.000 bedraagt, toont de subsidieontvanger op verzoek
van de minister aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt, zijn verricht
en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de subsidie zijn verbonden. Bij ministeriële
regeling of bij beschikking wordt aangegeven op welke wijze dit wordt aangetoond.
Artikel 19. Verantwoording bij subsidies van € 25.000 of meer
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
1 Indien de subsidie € 25.000 of meer bedraagt, toont de subsidieontvanger aan de hand
van een activiteitenverslag aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt,
zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
-
4 Het verslag bevat, voor zover van toepassing, een analyse van verschillen tussen de
voorgenomen activiteiten en beoogde resultaten, vermeld in het activiteitenplan, en
de feitelijke realisatie.
Artikel 20. Werkelijkekostenverklaring bij subsidies van € 25.000 of meer
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
-
1 Indien de subsidie € 25.000 of meer bedraagt, kan bij ministeriële regeling of bij
beschikking worden bepaald dat de subsidieontvanger op basis van een verklaring inzake
werkelijke kosten en opbrengsten aantoont dat de activiteiten zijn verricht. In dat
geval is artikel 19 niet van toepassing en, indien de subsidie minder dan € 125.000 bedraagt, is artikel 8 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 21. Verantwoording bij subsidies van € 125.000 of meer
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Indien de subsidie € 125.000 of meer bedraagt, legt de subsidieontvanger, onverminderd
artikel 19, rekening en verantwoording af aan de hand van een financieel verslag. Artikel 4:76 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 22. Accountantsverklaring bij subsidies van € 125.000 of meer
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
§ 3. Bevoorschotting
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 23. Bevoorschotting
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Hoofdstuk 5. Overgangs- en slotbepalingen
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 23a. Overgangsrecht
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Artikel 24. Inwerkingtreding
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 25. Citeertitel
[Regeling vervallen per 01-04-2016]
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling OCW-subsidies.