Regeling kleding, bewapening en overige uitrusting politie BES

Geraadpleegd op 11-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 10-10-2010.
Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Regeling kleding, bewapening en overige uitrusting politie BES

Hoofdstuk 1. : Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Hoofdstuk 2. : Algemene bepalingen

§ 1. : De vervaardiging van kleding en overige uitrustingsstukken

Artikel 2

De in deze regeling omschreven kleding en overige uitrustingsstukken worden vervaardigd of zijn uitgevoerd overeenkomstig de door Onze Minister, naar de voorschriften van deze regeling vastgestelde modellen met de daarbij vast te stellen afmetingen en, waar nodig, met aanduiding van de kleuren.

§ 3. : Beheer kleding- en wapendepot

Artikel 4

  • 1 De door de korpsbeheerder politie aangewezen ambtenaar van politie is belast met het beheer over het kleding- en wapendepot.

  • 2 De beheerder draagt zorg voor de inkoop en distributie van kleding, wapens en overige uitrustingsstukken aan de daarvoor in aanmerking komende ambtenaar van politie.

  • 3 De beheerder draagt er tevens zorg voor dat het uniform overeenkomt met de in deze beschikking aangegeven modellen.

§ 4. : Het dragen van het uniform

Artikel 5

  • 1 De in deze regeling voorgeschreven uniform en overige van dienstwege verstrekte uitrustingsstukken worden uitsluitend gedragen binnen het werkgebied alwaar de ambtenaar van politie te werk is gesteld, voor zover zulks verband houdt met de dienstuitvoering of zulks uit representatieve overwegingen verlangd wordt.

  • 2 Van deze beperking kan door de korpsbeheerder politie worden afgeweken.

§ 5. : Het stellen van regels en voorschriften

Artikel 7

Door de korpsbeheerder politie regels gegeven met betrekking tot het aantal uniformen dat aan de desbetreffende ambtenaar van politie bij de indiensttreding en vervolgens per kalenderjaar wordt verstrekt.

Artikel 8

Door Onze Minister kunnen regels en technische voorschriften worden vastgesteld met betrekking tot de aanschaf, de modellen en het dragen van dienstkleding ten behoeve van de ambtenaar van politie, bedoeld in artikel 3, onder b, van de Rijkswet.

Artikel 9

De korpsbeheerder politie kan aan de door hem aangewezen ambtenaar van politie toestemming verlenen om andere dan in deze regeling genoemde uniformen al dan niet tijdelijk te dragen.

§ 6. : Verantwoordelijkheid voor uniform en wapens en kledingsinspectie

Artikel 11

  • 1 Het uniform en de wapens zijn eigendom van de staat.

  • 2 De ambtenaar van politie is verantwoordelijk voor de aan hem verstrekte uniformen en wapens.

  • 3 De korpschef draagt er voor zorg dat de aan de ambtenaar van politie verstrekte uniformen, wapens en overige uitrustingstukken minstens eenmaal per kalenderjaar aan een grondige inspectie worden onderworpen.

Artikel 12

  • 1 De beheerder draagt er voor zorg dat de onder zijn beheer staande kleding, wapens en uitrustingsstukken niet in handen komen van onbevoegden.

  • 2 Gelijke verplichting berust bij de ambtenaar van politie ten aanzien van de hem van dienstwege verstrekte uniformen, wapens en uitrustingsstukken.

  • 3 Verkoop of schenking van de van dienstwege verstrekte kleding, wapens en andere uitrustingsstukken is niet toegestaan.

§ 7. : Inlevering van uniformen en uitrustingsstukken

Artikel 13

De aan de ambtenaar van politie verstrekte uniformen, wapens en overige uitrustingsstukken worden door de ambtenaar van politie ingeleverd of door of namens de beheerder ingenomen, bij:

  • 1. vervanging van een of meerdere kledingstukken, wapens of uitrustingstukken;

  • 2. het overlijden van de ambtenaar van politie;

  • 3. ontslag van de ambtenaar van politie.

Hoofdstuk 3. : Kleding en overige uitrustingsstukken

§ 1. Het tenue van de ambtenaar van politie

Artikel 14

Voor de ambtenaar van politie gelden, en voor wat betreft de ambtenaar van politie, bedoeld in artikel 3, onder a, van de Rijskwet met inachtneming van de in artikel 28 van het Besluit bewapening en overige uitrusting politie BES genoemde onderscheidingstekens van de hoofdrangen, de volgende tenues:

  • 1. het dagelijkse tenue;

  • 2. het ‘ceremonieel tenue’;

  • 3. het sporttenue.

§ 1.1. Het dagelijkse tenue

Artikel 15

  • 1 Het dagelijkse tenue wordt door alle ambtenaren van politie gedragen bij de normale dienstuitvoering, uitgezonderd wanneer en voor zolang zij worden opgedragen diensten in burgerkleding te verrichten.

  • 2 Het dagelijks tenue bestaat uit een combinatie van een hemd met lange mouwen met das of een hemd met korte mouwen zonder das.

§ 1.1.1. De Pet

Artikel 16

  • 1 De platte pet heeft een opstaande rand.

  • 2 De kap van de pet is van donkerblauwe gabardinestof (style 521, kleur 610), samengesteld uit 50% dacronpolyester en 45% wol en heeft een ronde bol, waarin een verende ring van roestvrij materiaal is aangebracht.

  • 3 Aan de voorzijde van de pet is een rondgebogen naar beneden hellende klep van leer of kunststof aangebracht, terwijl de rand omboord is met zwart verlakt leer of plastic.

  • 4 De bovenzijde van de petklep is voor de ambtenaar van politie in de hoofdrang van hoofdagent en lager zwart verlakt.

  • 5 Voor de ambtenaar van politie in de hoofdrang van inspecteur en hoger bekleed is bovenzijde van de petklep bekleed met zwarte stof, waarop, langs de linker- en de rechterzijde van het omboordsel, een goudkleurig borduursel uitbeeldende een tak van eikenbladeren en eikels is aangebracht.

  • 6 Voor de inspecteurs is de bovenzijde van de klep voorzien van een 10 mm brede goudkleurige gallon.

  • 7 Voor de hoofdinspecteurs is de klep voorzien van een enkele goudkleurige geborduurde smalle tak van eikenbladeren.

  • 8 Voor de commissarissen is de klep voorzien van een enkele goudkleurige geborduurde brede tak van eikenbladeren.

  • 9 Voor de hoofdcommissaris is de klep voorzien van een dubbele goudkleurige geborduurde tak van eikenbladeren.

  • 10 Voor de hoofdcommissaris is de bovenzijde van de petklep bovendien voorzien van een tweede borduursel uitbeeldende een tak van eikenbladeren en eikels aan weerszijden van de voet van de opstaande rand van de pet.

  • 11 De pet is voorzien van een goudkleurige gegalonneerde stormband met schuifpassanten, welke is bevestigd aan weerszijden van de pet met twee kleine goudkleurige embleemknopen.

  • 12 De stormband kan voorzien zijn van een verzilverde of wit metalen gesp.

  • 13 Voor de ambtenaar van politie in de hoofdrang van inspecteur en hoger is deze stormband goudkleurig gegalonneerd en aan weerszijden van de opstaande rand met twee kleine goudkleurige embleemknopen bevestigd.

  • 14 Voor de ambtenaar van politie in de hoofdrang van hoofdagent en lager is deze stormband zilverkleurig gegalonneerd.

  • 15 Om de boven- en onderzijde van de opstaande rand van de petbeen is er een 4 mm brede, blauw-gegalonneerde bies aangebracht.

  • 16 Voor de ambtenaar van politie in de rangen van hoofdcommissaris en commissaris zijn deze biezen goudkleurig gegalonneerd.

  • 17 Aan de voorzijde van de pet, onmiddellijk boven de stormband, is een embleem bevestigd, bestaande uit een wit metalen achtpuntige ster met stralen, staande op een van haar punten, waarop in verguld metaal het wapen van de Nederlandse Antillen is aangebracht.

  • 18 De petten zijn uitgevoerd met een verstelbare binnenrand en in de volgende maten beschikbaar:

    • a. small: 61/2; 6 5/8; 6 3/4; 6 7/8;

    • b. medium: 7; 7 1/8; 7 ¼;

    • c. large: 7 3/8; 7 1/2; 7 5/8;

    • d. extra large: 7 3/4; 7 7/8; 8.

  • 19 Onze Minister kan voor de ambtenaar van politie van het vrouwelijke geslacht, bij beschikking, een damespet voorschrijven, onder vermelding van het model, de kleur en de stof waarvan de pet moet worden vervaardigd.

§ 1.1.2. : Het overhemd

Artikel 17

  • 1 Het overhemd is vervaardigd van effen blauw/witte niet doorzichtige stof (broadcloth style C 7190 kleur 001) samengesteld uit 65% polyester en 35% katoen, voorzien van:

    • a. een stijve of halfstijve boord met niet afgeronde benedenwaarts gerichte punten;

    • b. twee borstzakken met stolpplooi en driepuntige klep, gesloten met een kleine goudkleurige embleemknoop;

    • c. enkele aan de schoudernaden bevestigde en met knopen gesloten schouderpassanten, met knopen van wit of blauw materiaal;

    • d. korte mouwen met doorlopende platliggende open kraag of lange mouwen met enkele manchetten en knoopsluiting, alsmede een gesloten, verstevigde boord met niet afgeronde benedenwaarts gerichte punten;

  • 2 Boven de linker borstzak van het hemd bevindt zich het korpsembleem, zoals weergegeven in bijlage A.

  • 3 Op de linkermouw van het hemd met korte en lange mouwen is er een geborduurd mouwembleem aangebracht.

§ 1.1.4. : De broek

Artikel 19

  • 1 De lange broek is vervaardigd van donkerblauwe stof (style 538 kleur 1845), samengesteld uit 55% dacronpolyester en 45% wol met rond gesneden pijpen zonder omslag en voorzien van een brede halfstijve boord met zeven vaste passanten voor doorlating van een broekriem van 1,75 inch breedte en met op de buitennaad een platte 25 mm brede blauw/zwarte bies, twee ingenaaide zijzakken en twee ingenaaide achterzakken zonder klep waarvan een met knoopsluiting.

  • 2 Aan de voorzijde is de broek voorzien van twee plooien links en rechts.

  • 3 [vervallen]

§ 1.1.5. : De rok

Artikel 20

  • 1 De rok van ambtenaar van politie van het vrouwelijke geslacht is vervaardigd van dezelfde donkerblauwe stof als de broeken met eveneens een opgestikte band en voorzien van passanten.

  • 2 Langs de zijnaad is de rok voorzien van een platte 25 mm brede blauw/zwarte bies.

  • 3 De voorzijde is voorzien van twee schuin ingezette zakken en aan de achterzijde in het midden bevindt zich aan de bovenzijde een 18 cm lange, afgeschermde ritssluiting.

  • 4 Ter hoogte hiervan bevindt zich in de band van de rok een opening die gesloten wordt met twee in elkaars verlengde staande knopen elk bevestigd aan een van de elkaar overlappende uitlopers van de band, waarvan slechts een knoop, van een passende kleur uiterlijk zichtbaar is.

  • 5 In het midden van de achterzijde is vanaf de achterzijde van de rok een 24 cm lange verticale stolpplooi waarvan slechts de bovenzijde is afgedicht.

§ 1.1.6. : Das en dasklem

Artikel 21

  • 1 Voor de ambtenaar van politie van het mannelijke geslacht is de das een lange effen blauwzwarte das van het clip- of zelfbindermodel.

  • 2 Voor de ambtenaar van politie van het vrouwelijke geslacht, een korte effen blauwzwarte das van het clipmodel.

  • 3 De dasklem is smal en vervaardigd van goudkleurig metaal en in het midden voorzien van een miniatuur korpsembleem, waarvan de grootste middellijn 21 mm bedraagt, vervaardigd van verguld metaal.

§ 1.1.7. : Schoeisels

Artikel 22

  • 1 De schoenen bestaan uit hoge of lage zwarte rijgschoenen zonder versierselen te dragen in combinatie met effen zwarte sokken.

  • 2 De vrouwen hebben de mogelijkheid onder de rok zwarte stewardessschoenen te dragen.

§ 1.1.9. : De korte jas

Artikel 25

  • 1 Door de korpsbeheerder politie kan voor bepaalde politietaken of ambtenaren van politie worden vastgelegd, dat in de door hem aan te wijzen bijzondere gevallen, de korte jas zal of mag worden gedragen.

  • 2 De korte jas reikt tot aan de heup en is vervaardigd van blauwe stof, van dezelfde samenstelling en kleur als die van de broek, uitgevoerd met:

    • a. liggende kraag en revers;

    • b. sluiting met vijf grote knopen;

    • c. twee opgezette borstzakken met stolpplooi en een driepuntige klep, gesloten met een kleine knoop;

    • d. aan de schoudernaad bevestigde schouderpassanten van hetzelfde materiaal als van de korte jas;

    • e. lange mouwen, met aan de onderzijde daarvan twee kleine knopen.

  • 4 De korte jas kan ook worden gedragen door de ambtenaar van politie die lid is van de politieharmonie of -drumband.

§ 1.1.13. : Naamplaat

Artikel 29

  • 1 De naamplaat is goudkleurig en vervaardigd van hard metaal.

  • 2 De naamplaat is ongeveer 15 centimetermeter breed en ongeveer 4 centimeter hoog.

  • 3 Aan de voorzijde van de naamplaat zijn – in zwarte letters – de voorletters en de achternaam van de ambtenaar van politie aangebracht.

§ 1.1.15. : Het tenue van aanhoudings- en ondersteuningsambtenaren

Artikel 31

Het tenue van de ambtenaren als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Besluit beheer politiekorps BES waarover het politiekorps beschikt, dan wel kan beschikken, bestaat uit:

  • a. een donker blauwe (riotmodel) basisbroek;

  • b. donkerblauwe poloshirt, met of zonder AT embleem;

  • c. donkerblauwe jas met insigne “AT - Politie”;

  • d. donkerblauw/groene overall pak;

  • e. camouflage set, bestaande uit een broek, een jas en een t-shirt;

  • f. kaki broek;

  • g. zwarte kousen;

  • h. zwarte hoge schoenen.

§ 1.2. Het ‘ceremonieel tenue’

Artikel 32

Het ‘ceremonieel tenue’ wordt gedragen in de door of namens de korpsbeheerder politie te bepalen of toe te laten gevallen.

Artikel 33

Het ‘ceremonieel tenue’ is voor de ambtenaar van politie, belast met de uitvoering van de politietaak in de hoofdrang van hoofdagent en lager, gelijk aan het dagelijkse uniform met dien verstande dat in plaats van het hemd met korte mouwen, het hemd met lange mouwen wordt gedragen.

Artikel 34

  • 1 Het ‘ceremonieel tenue’ is voor de ambtenaar van politie, belast met de uitvoering van de politietaak in de hoofdrang van inspecteur en hoger, gelijk aan het dagelijkse uniform met als extra de jas.

  • 2 De jas is van het zogenoemde servicedressmodel, enigszins getailleerd en vervaardigd van donkerblauwe stof style 538, kleur 1845 samengesteld uit 55% dacronpolyester en 45% wol, en uitgevoerd met:

    • a. liggende kraag en revers, waarop in de beide revershoeken is aangebracht een miniatuur korpsembleem, waarvan de grootste middellijn 27 mm bedraagt en welke uitgevoerd is in goudkleurig metaal en blauw en wit email;

    • b. sluiting met vier grote knopen;

    • c. twee opgezette borstzakken, met stolpplooi en driepuntige klep, gesloten met een kleine knoop;

    • d. twee ingezette zijzakken met driepuntige klep, gesloten met een kleine knoop;

    • e. twee zijplooien over de lengte van de zijkanten van de rug;

    • f. een split van ongeveer 20 cm. in de linker- en rechteruiteinden van de zijrugnaden, respectievelijk naar links overslaand en rechtsoverslaand;

    • g. lange mouwen met drie kleine goudkleurige knopen aan de onderzijde daarvan.

  • 3 Ter hoogte van de rechterschouder wordt een goudkleurige gedeeltelijk gevlochten armkoord met aan de uiteinden twee goudkleurige metalen koordhouders.

§ 1.3. : Het Sporttenue

Artikel 35

Het sporttenue wordt gedragen bij de van dienstwege voorgeschreven sportbeoefening of tijdens de door of namens het bevoegd gezag te bepalen gebeurtenissen.

Artikel 36

Het sporttenue bestaat uit een sportbroek, T-shirt, trainingspak, judopak, zwembroek, sportsokken en sportschoenen voor binnen en buiten.

§ 1.5. Het dragen van eretekenen

Artikel 38

Door de korpsbeheerder politie kunnen regels worden gesteld omtrent het dragen van de aan de ambtenaar van politie verleende onderscheidings- en eretekens.

Artikel 39

Van het bepaalde in artikel 38 kan worden afgeweken in de gevallen waartoe door de korpsbeheerder politie vooraf toestemming is verleend.

Hoofdstuk 4. : Bewapening en munitie

Hoofdstuk 5. : Aanvullende bepalingen

§ 1. Draagwijze kleding

Artikel 58

  • 1 De ambtenaar van politie is verplicht steeds kleding van zijn passende afmetingen te dragen;

  • 2 Aan de oorspronkelijke structuur van de kleding worden zonder toestemming van Onze Minister geen wijzigingen aangebracht;

  • 3 De tot een der tenues behorende kledingstukken dienen zich steeds in goede staat te bevinden;

  • 4 Kledingstukken die hetzij afwijken van de bij de krachtens deze regeling vastgestelde omschrijvingen, hetzij naar het oordeel van de door de korpschef niet voldoen aan redelijk te stellen eisen, worden geacht zich niet in goede staat te bevinden.

Artikel 60

Het ‘ceremonieel tenue’ wordt in het openbaar of in gezelschap steeds geheel gesloten gedragen.

Artikel 61

  • 1 De pet wordt recht op het hoofd gedragen, zodanig dat het embleem zich midden boven het voorhoofd bevindt.

  • 2 De stormband wordt onder de ronding van de kin gedragen:

    • a. indien bij buitendienst de wind dat noodzakelijk maakt;

    • b. indien bevolen.

Artikel 62

De das wordt met de knoop tegen de boordsluiting gedragen, de punt van het brede einde even boven de koppel- of broekriemsluiting, het smalle einde onzichtbaar, het geheel glad hangend en onmiddellijk boven de vierde knoop van boven met de dasklem aan het overhemd bevestigd.

Artikel 63

  • 1 De broek met broekriem wordt zodanig gedragen, dat de bovenrand even boven de heupen glad om het lichaam sluit.

  • 2 De koppelriem wordt over de broekriem gedragen zodanig dat de bovenrand van de koppelriem evenwijdig loopt met de bovenzijde van de boord van de broek.

Artikel 64

  • 1 De ambtenaar van politie draagt, onder diensttijd, geen andere dan de bij of krachtens deze regeling genoemde kleding, wapens en uitrustingsstukken.

  • 2 Het zichtbaar dragen van vorenbedoelde kleding tezamen met andere kleding is verboden.

Artikel 65

Het dragen overdag van een zonnebril van onopvallend model en formaat, zonder versierselen, is toegestaan, evenzo het dragen van een overeenkomstige stofbril door berijders van motorrijwielen.

§ 3. Bezit Kleding

Artikel 69

  • 1 Van de kledingsstukken en overige uitrustingsstukken bedoeld in de artikelen 14 tot en met 35 moet de ambtenaar van politie, voor zover deze tot de voor hem voorgeschreven uniformen behoren, ten minste het voor hem door de korpsbeheerder politie, bij beschikking bepaalde aantal in zijn bezit hebben.

  • 2 Ten aanzien van de ambtenaar van politie die niet voortdurend belast is met het verrichten van diensten in uniform, kan door de korpsbeheerder politie van het in het eerste lid bedoelde aantal worden afgeweken.

  • 3 Het voorgeschreven verplichte aantal kledingstukken en overige uitrustingstukken dienen steeds in goede staat te verkeren.

  • 4 Waar nodig kan vervanging of aanvulling door of namens de korpsbeheerder politie worden bevolen.

Artikel 70

  • 1 De korpsbeheerder politie kan – al dan niet op voordracht van de beheerder – nadere voorschriften met betrekking tot de draagwijze van kleding, bewapening en uitrustingsstukken geven.

  • 2 [vervallen]

  • 3 Door de zorg van de korpsbeheerder politie worden registers bijgehouden waarin aantekening wordt gehouden van alle bij de politie berustende wapens, onder vermelding van het soort, model, kaliber en serienummer.

Artikel 71

  • 1 Door Onze Minister kunnen andere dan de hierboven genoemde uitrustingsstukken worden vastgesteld.

  • 2 Door Onze Minister wordt bepaald, aan welke ambtenaren uitrustingsstukken worden verstrekt en op welke wijze en wanneer deze (mogen) worden gedragen en/of gebruikt.

Artikel 73

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling kleding, bewapening en overige uitrusting politie BES.

Bijlage B. , bedoeld in de artikelen 24, 39a en 51 van de Regeling kleding, bewapening en overige uitrusting politie

Vuurwapens (artikel 51)

MERK

MODEL

TYPE MUNITIE

DRAAGMIDDEL

Pistool Walther

P5

Kaliber 9 mm Parabellum (9x19)

Holster Pistool Walther P5 en reserve patroonhouder tas

of

heupholster Sicklinger / Safariland

Pistool Walther

P5 Compact

Kaliber 9 mm Parabellum (9x19)

Holster Pistool Walther P5 Compact en reserve patroonhoudertas

Pistool Walther

P88

Kaliber 9 mm Parabellum (9x19)

Holster Pistool Walther P88 en reserve patroonhoudertas

of

heupholster Sicklinger / Safariland

Pistool Glock

17

Kaliber 9 mm Parabellum (9x19)

Holster Pistool Glock 17 en reserve patroonhoudertas

of

heupholster Safariland

Pistoolmitrailleurs Heckler & Koch

MP5

Kaliber 9 mm Parabellum (9x19)

draagriem

Pistool Walther

PPK

Kaliber 9mm kort (380 ACP) oftewel (9x17)

Holster Pistool Walther PPK en reserve patroonhoudertas

Revolver korte loop (snup nose) Smith & Wesson

10-7

Kaliber .38 w special

Holster revolver korte loop Smith & Wesson

Revolver Lange loop Smith & Wesson

10-5

Kaliber 38 w Special

Holster revolver lange loop Smith & Wesson

Revolver Lange loop Smith & Wesson

17-2

Kaliber 22 LR (Long Rifle)

Holster revolver lange loop Smith & Wesson voor model 17-2

Jachtgeweer (shotgun) ITACA

37-Featherlight

Kaliber 12GA (2 ¾)

 

Jachtgeweer (shotgun) ITACA

 

Kaliber 16GA (2 ¾)

 

Karabijn Plainfield Machine

M1

Kaliber 30 (7.62)

Reserve patroonhoudertas voor reservehouder karabijn Plainfield Machine model M1

Karabijn Plainfield Machine

M2

Kaliber 30 (7.62)

Reserve patroonhoudertas voor reservehouder karabijn Plainfield Machine model M2

Karabijn Plainfield Machine

M3

Kaliber 30

 

Geweer Winchester

72

Kaliber .22 kort

 

Sniper Rifle Remington

700

Kaliber .308 WIN (Winchester)

 

Federal Gas Riot Gun

?

Kaliber 1.5

 

Additionele Munitie voor Pistool

 

9 mm luger volmantel (kogelpunt) Full Metal Jacket (FMJ) van het merk American Eagle of Winchester voor pistool

 

Additionele Munitie voor revolver

 

Scherpe patroon kaliber .38 special silvertip hollow point van het merk Winchester

 

Additionele Munitie voor revolver

 

Scherpe patroon caliber .38 special loden kogelpunt

 

Additionele munitie voor Jachtgeweer

 

Jachtpatroon Kaliber 16 gauge (GA) 2 ¾ inches, 2 shot

 

Additionele munitie voor Jachtgeweer

 

Jachtpatroon caliber 16 gauge (GA) 2 ¾ inches, 4 shot van het merk Winchester en Remington

 

Additionele munitie voor Pistool

 

Scherpe Patroon Kaliber . 30 volmantel van het merk Winchester

 

Additionele munitie voor Sniper Rifle

 

Scherpe patroon kaliber .308 WIN core point or power -point van het merk Dynamit Nobel en Winchester

 

Overige uitrusting (artikelen 24, 39a en 53)

Uitrusting

MERK

MODEL

Koppel

Uncle Mike’s

Sidekick

Handboeien

Lips DL

 

Wapenstok kort

   

Wapenstok midden

   

Wapenstok lang

   

CS-traangasgranaten

 

TW 702-15 CS

Traangas kogels

Barricade-Penetrating Liquid CS