Besluit van 26 oktober 2010, houdende vaststelling van de griffierechten en de bedragen,
bedoeld in de artikelen 21, tweede lid, respectievelijk 26 van de Wet griffierechten
burgerlijke zaken, alsmede het tarief en de vergoedingen, bedoeld in de artikelen
597 respectievelijk 838 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en tot intrekking
van het Besluit tarieven in burgerlijke zaken (Besluit griffierechten burgerlijke
zaken)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 30 juni 2010, nr. 5658605/10/6;
Gelet op de artikelen 21, tweede lid, en 26 van de Wet griffierechten burgerlijke zaken en 597, eerste lid, en 838, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;
De Raad van State gehoord (advies van 14 juli 2010, nr. W03.10.0271/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 20 oktober
2010, nr. 5672492/10/6;
Hebben goed gevonden en verstaan: