Besluit buitegewoon opsporingsambtenaar openbaar vervoersbedrijven 2010

[Regeling vervallen per 01-02-2011.]
Geraadpleegd op 14-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-09-2013 en zichtdatum 11-11-2024.
Geldend van 01-12-2010 t/m 31-01-2011

Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 24 november 2010 nr. 5676481/Justis/10, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de openbaar vervoersbedrijven

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-02-2011]

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-02-2011]

De personen, werkzaam in het domein IV Openbaar Vervoer bij het openbaar vervoersbedrijf, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-02-2011]

  • 2 De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 3 De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het in het eerste lid genoemd domein.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-02-2011]

Maximaal het aantal personen in de bijlage bij dit besluit aangegeven medewerkers, in dienstbetrekking werkzaam bij de in de bijlage bij dit besluit genoemde openbaar vervoersbedrijven in het domein Openbaar Vervoer, is aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-02-2011]

  • 1 Als toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon osporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het Arrondissementsparket, waarin de vestigingsplaats is gelegen van het openbaar vervoersbedrijf waarbij de desbetreffende buitengewoon opsporingsambtenaar werkzaam is.

  • 2 Als direct toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van het regionaal politiekorps waarin de vestigingsplaats is gelegen van het openbaar vervoersbedrijf waarbij de desbetreffende buitengewoon opsporingsambtenaar werkzaam is.

  • 3 In afwijking van het bepaalde in het eerste en het tweede lid kan, indien door openbaar vervoersbedrijven een samenwerkingsovereenkomst als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder b, is gesloten, in de bijlage bij dit besluit één hoofdofficier van justitie als toezichthouder en één korpschef als direct toezichthouder worden aangewezen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-02-2011]

De buitengewoon opsporingsambtenaar kan de in artikel 8, eerste en derde lid, van de Politiewet 1993 omschreven bevoegdheden uitoefenen en daarbij gebruikmaken van handboeien.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-02-2011]

  • 1 De directeur van een openbaar vervoersbedrijf brengt jaarlijks, voor 1 april verslag uit over:

    • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam in de artikel 2 genoemd domein;

    • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

    • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor het examen zijn geslaagd;

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-02-2011]

De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het besluit van 1 november 2005, nr. 5383512/505/CBK, worden geacht mede te zijn afgegeven op basis van het onderhavige besluit.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-02-2011]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 december 2010 en vervalt met ingang van 1 februari 2011.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-02-2011]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitegewoon opsporingsambtenaar openbaar vervoersbedrijven 2010.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 24 november 2010

De

Staatssecretaris

van Veiligheid en Justitie,
namens deze:

P.W.C. Collard,

teammanager Bevoegdheden, Toezicht en Registers.

Bijlage

[Regeling vervallen per 01-02-2011]

naam en vestigingsplaats openbaar vervoersbedrijf

max. aantal boa’s

Politiebevoegdheden en gewelsmiddel

toezichthouder

direct toezichthouder

GVB Exploitatie BV, Amsterdam

300

Artikel 8, 1e en 3e lid, van de Politiewet 1993

handboeien

Hovj Amsterdam

korpschef Amsterdam-Amstelland

Novio NV, Nijmegen

8

Artikel 8, 1e en 3e lid, van de Politiewet 1993

Hovj Arnhem

korpschef Gelderland-Zuid

HTM Personenvervoer, Den Haag

250

Artikel 8, 1e en 3e lid, van de Politiewet 1993

handboeien

Hovj Den Haag

korpschef Haaglanden

Arriva Personenvervoer Nederland

180

 

Hovj Groningen

Korpschef Friesland

Hermes Openbaar Vervoer BV, Weert

50

 

Hovj Arnhem

korpschef Gelderland-Zuid

RET NV, Rotterdam

300

Artikel 8, 1e en 3e lid, van de Politiewet 1993

handboeien

Hovj Rotterdam

korpschef Rotterdam-Rijnmond

GVU BV, Utrecht

30

Artikel 8, 1e en 3e lid, van de Politiewet 1993

Hovj Utrecht

korpschef Utrecht

Connexion openbaar vervoer NV, Hilversum

300

Artikel 8, 1e en 3e lid, van de Politiewet 1993

Hovj Utrecht

korpschef Utrecht

Stadsvervoer Nederland BV, Amersfoort

12

 

Hovj Utrecht

korpschef Utrecht

Syntus BV, Doetinchem

50

 

Hovj Zutphen

korpschef Noord- en Oost-Gelderland

Qbuzz

30

Artikel 8, 1e en 3e lid, van de Politiewet 1993

Hovj Groningen

korpschef Korps Landelijke Politiediensten

Bezwaar maken

[Regeling vervallen per 01-02-2011]

Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit bezwaar maken bij de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. U doet dit door schriftelijk een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen binnen zes weken na dagtekening van dit besluit. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar het volgende adres:

Dienst Justis

Team BTR

Postbus 20300

2500 EH Den Haag

U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde in laten dienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, voeg dan een machtiging bij uw bezwaarschrift.

Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:

  • uw naam en adres;

  • de dagtekening;

  • een kopie van het besluit;

  • de gronden van uw bezwaar;

  • uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.