Richtlijn voor strafvordering tarieflijst waterzaken binnenvaart

SVVW 27/1

Een varend schip voeren of sturen onder invloed van een stof.

SVVW 26

Opzettelijk wederrechtelijk aan ander toebehorend schip gebruiken op scheepvaartweg, in vereniging (toeslag 30%)

SVVW 27/2/b

Een varend schip voeren of sturen onder invloed van alcohol.

Alcoholgehalte bloed > 0,5‰.

SVVW 28/1

Op eerste vordering van een opsporingsambtenaar weigeren medewerking te verlenen aan een ademtest.

SVVW 28a/7

Na bevel van OvJ, HOvJ, etc. weigeren zich te onderwerpen aan bloedonderzoek.

BPR 1.04

Als schipper niet alle voorzorgmaatregelen nemen die geboden zijn.

BPR 1.06

Afmetingen etc. schip/samenstel niet verenigbaar met karakteristiek/afmetingen van de vaarweg en de kunstwerken.

BPR 1.07/2

Te geringe stabiliteit door onjuiste belading.

BPR 1.07/3

Geen controle stabiliteit (stabiliteitsberekening!) bij het genoemde containervervoer.

BPR 1.09/2

Geen (bekwame) tweede persoon in stuurhut snel schip.

BPR 1.09/3

Geen uitkijk of luisterpost aanwezig.

BPR 1.10/1/b

Niet aan boord aanwezig: ADN(R) bescheiden.

Zie richtlijn WVGS t.a.v. vervoer over water.

BPR 1.10/1/c

Niet aan boord aanwezig: Klein vaarbewijs c.q. vaarbevoegdheidsbewijs.

BPR 1.10/1/e

Niet aan boord aanwezig: Handboek marifonie.

BPR 1.10/1/g

Niet aan boord aanwezig: Marifoon bedieningscertificaat.

BPR 1.10/1/i

Niet aan boord aanwezig: Certificaat navigatielantaarns.

BPR 1.13

Verplichtingen ter bescherming van verkeerstekens.

BPR 1.15/1

Verbod te water doen geraken van voorwerpen of stoffen.

BPR 1.19

Als schipper geen gevolg gegeven aan een verkeersaanwijzing.

BPR 1.21

Bijzonder transport zonder vergunning.

BPR Hfdst. 3

Optische tekens van grote schepen. Bedrag per onjuist of niet gevoerd teken. (dagteken of licht/lichtcombinatie).

Uitz: Ontbrekende seinvoering bij vervoer van gevaarlijke stoffen. Zie richtlijn WVGS t.a.v. vervoer over water.

BPR 4.01/1/A

Als schipper met groot motorschip geen geluidsseinen geven of kunnen geven.

BPR 4.05

Marifoon niet in overeenstemming met de regels, of niet aanwezig.

BPR Hfdst. 6

Niet houden aan vaarregels. Met aanvaring, lichte schade geen letsel.

BPR 6.20

Hinderlijke waterbeweging, geen schade.

BPR 6.26 – 6.28b

Doorvaren van bruggen, stuwen en sluizen in strijd met verkeersteken dat gebod of verbod inhoudt.

BPR 6.29 – 6.33

Als schipper bij slecht zicht, niet houden aan de vaarregels. Geen aanvaring. (Uitz: transactie 6.30 lid 2 stuurboordswal houden)

BPR 6.29 – 6.33

Als schipper schip niet stil gelegd bij slecht zicht c.q. varen zonder radar bij slecht zicht.

BPR 7.01 – 7.07

Ligplaats nemen in strijd met de voorschriften.

BPR 7.08

Geen bewaking of toezicht.

Uitz: Bewaking ADN(R). Bedrag zie richtlijn WVGS t.a.v. vervoer over water.

BPR 8.03/c

Met snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart zonder deugdelijke stuurinrichting.

BPR 8.03/c jo. 8.04

Als eigenaar of houder niet zorgdragen dat een snelle motorboot deelneemt aan de scheepvaart met een deugdelijke stuurinrichting.

BPR 8.05/3

De motor van een stilliggende snelle motorboot onnodig lang of zonder redelijk doel in werking houden.

BPR 9.03

In strijd met de voorschriften op genoemde vaarwegen ligplaats nemen.

Uitz: Verbod ontgassen. Bedrag zie richtlijn WVGS t.a.v. vervoer over water.

BPR 9.04/6

Op klein schip geen radarreflector voeren bij slecht zicht op de vaarwegen van bijlage 15 onder b.

BPR 9.07

Als schipper groot schip niet of niet juist voldoen aan meld-, uitluister- en communicatieplicht.

BPR 9.08

Varend brandstof afleveren zonder toestemming van de bevoegde autoriteit op de bedoelde vaarwegen.

BPR 11.01/2/3

Niet voldoende de ruimte laten, tekens tonen of geluidseinen geven. Met aanvaring, lichte schade, geen letsel.

RPR95 1.02/7

Schipper met een alcoholconcentratie in het bloed van 0,5‰ of meer (c.q. 220 µg/l).

RPR95 1.04

Als schipper niet alle voorzorgsmaatregelen nemen die door algemene plicht tot waakzaamheid worden gevorderd.

RPR95 1.06

Afmetingen etc. schip/samenstel niet verenigbaar met karakteristiek/afmetingen van de vaarweg en de kunstwerken.

RPR95 1.07/2

Niet genoeg vrij uitzicht.

RPR95 1.07/4

Geen controle stabiliteit (stabiliteitsberekening!) bij het genoemde containervervoer.

RPR95 1.09/3

In de stuurhut niet in staat alle inlichtingen en aanwijzingen te vernemen.

RPR95 1.09/5

Geen bekwame persoon in stuurhut snel schip die het roer bedient.

RPR95 1.10/1/a

Niet aan boord aanwezig: Certificaat van onderzoek.

RPR95 1.10/1/b

Niet aan boord aanwezig: Sportpatent c.q. vervangend document.

RPR95 1.10/1/c

Niet aan boord aanwezig: Vaartijdenboek m.i.v. verklaring bijlage K (23.08 ROSR).

RPR95 1.10/1/e

Niet aan boord aanwezig: Rijnvaartverklaring.

RPR95 1.10/1/g

Niet aan boord aanwezig: Verklaring inbouw/functioneren tachograaf.

RPR95 1.10/1/i

Niet aan boord aanwezig: Verklaring inbouw en functioneren radar-installatie/bochtaanwijzer.

RPR95 1.10/1/l

Niet aan boord aanwezig: Vergunning gebruik frequentieruimte.

RPR95 1.10/1/n

Niet aan boord aanwezig: Behoorlijk bijgehouden olie-afgifteboek.

RPR95 1.10/1/p

Niet aan boord aanwezig: Verklaring installaties voor vloeibaar gemaakte gassen.

RPR95 1.10/1/r

Niet aan boord aanwezig: Keuringsbewijs brandblusapparaten.

RPR95 1.10/1/t

Niet aan boord aanwezig: ADNR bescheiden, nr. 8.1.2.1/2/3.

Nb. Zie richtlijn WVGS t.a.v. vervoer over water.

RPR95 1.11

Geen reglement aan boord.

RPR95 1.13

Verplichtingen ter bescherming van verkeerstekens.

RPR95 1.15/1

Verbod te water doen geraken van voorwerpen of vloeistoffen.

RPR95 1.19

Als schipper geen gevolg geven aan een verkeersaanwijzing.

RPR95 1.20

Geen medewerking verlenen aan bevoegde autoriteit.

RPR95 1.23

Evenement houden zonder toestemming.

RPR95 Hfdst. 3

Optische tekens van ‘grote’ schepen. Bedrag per onjuist of niet gevoerd teken (dagteken of licht/lichtcombinatie).

Uitz: Ontbrekende seinvoering cf. ADNR. Bedrag zie richtlijn WVGS t.a.v. vervoer over water.

RPR95 4.01/1/a

Als schipper met motorschip geen geluidsseinen geven of kunnen geven.

RPR95 4.05

Marifoon niet in overeenstemming met de regels, of niet aanwezig.

RPR95 Hfdst. 6

Niet houden aan vaarregels. Geen aanvaring.

RPR95 6.17/2

Varen binnen afstand van 50 m bij schip met gevaarlijke stoffen dat 2 of 3 kegels voert.

RPR95 6.20

Hinderlijke waterbeweging, waarbij schade is ontstaan aan derde(n).

RPR95 6.24 – 6.29

Doorvaren van bruggen, stuwen en sluizen in strijd met vaarregels of verkeersteken dat gebod of verbod inhoudt. Met aanvaring, lichte schade geen letsel.

RPR95 6.30 – 6.34

Als schipper bij slecht zicht, niet houden aan de vaarregels. Met aanvaring, lichte schade, geen letsel.

RPR95 6.32

Varen op radar. Geen radardiploma.

RPR95 7.07/1

Minimumafstand niet in acht nemen tot schip met gevaarlijke stoffen.

RPR95 8.01

Slepen van/door duwstel in strijd met verbod.

RPR95 8.05

Onjuiste koppelingen.

RPR95 8.08

Onjuiste tussenruimte bij samenstel van slepen.

RPR95 Hfst. 11

Overschrijden van de ten hoogste toegelaten afmetingen van schepen, duwstellen en andere samenstellen.

RPR95 14.01/2/a-14.12

Op de rede geen ligplaats nemen op gereserveerde ligplaats.

RPR95 15.03/1

Als schipper schip afgewerkte olie, bilge water, afgewerkt vet, slops, huisvuil etc. lozen of te water doen geraken.

RPR95 15.05/1

Geen olie-afgifteboekje aan boord.

RPR95 15.05/2

Niet afgeven van de in 15.03 lid 1 genoemde afvalstoffen.

N.B. Met uitzondering van huisvuil!

RPR95 15.09

Buitenkant schip (scheepshuid) oliën of met niet toegelaten middelen reinigen.

Art. 8, derde lid, BVW jo. 1.7.2 BVR/15.05, eerste lid, ROSR

Het vervoer van meer passagiers dan ten hoogste is toegelaten voor een passagiersschip, vanaf een overschrijding met 10% of meer van het ten hoogste toegelaten aantal personen

(NB overschrijdingen met minder dan de 10% worden in principe met een bestuurlijke boete afgedaan)

O.a. art. 22, negende lid, BVW jo. 5.5 BVR en 23.07, eerste lid, ROSR

Overschrijding van de rusttijd, bij een tekort van zes uren of meer

(NB tekorten van minder dan zes uren worden in principe met een bestuurlijke boete afgedaan)

Art. 22, negende lid, BVW jo. 5.12, eerste lid, BVR en 23.08, eerste lid, ROSR

Het niet – dan wel niet op de juiste wijze – bijhouden van het vaartijdenboek, over een periode van vier dagen of meer.

Art. 25, vierde lid, BVW jo. 13-17 BVB

Voor varen zonder in het bezit te zijn van een geldig vaarbewijs (zie art. 7.1 Binnenvaartregeling) wordt verwezen naar de ‘Tekstenbundel voor misdrijven, overtredingen en Muldergedragingen’.

– Klein vaarbewijs, zie W300b

– Groot vaarbewijs/groot Rijnpatent, zie W300a.

– Beperkt groot vaarbewijs, zie W300a

– Beperkt groot pleziervaartbewijs, zie W300a.

Art. 49, eerste lid, jo. betreffende verbodsbepaling BVW

In gevallen waarin sprake is van gevaar voor de openbare veiligheid (art. 49 BVW) wordt voor de strafvordering vooralsnog aansluiting gezocht bij het voor de bewuste gedraging in de ‘bestuurlijke boete catalogus’ van de IVW (bijlage 11.1 als bedoeld in art. 11.1 van de Binnenvaartregeling) opgenomen boetebedrag.

– De transactie of eis is in elk geval hoger dan de voor de betreffende gedraging (hoogst) op te leggen bestuurlijke boete. De transactie of eis bedraagt ten hoogste het equivalent van 2500 bijzondere trekkingsrechten op het IMF (ca. 2600/2700 euro).

NB opschaling naar het strafrecht vindt op de internationale rijn niet plaats over de band van art. 49 BVW