Bij premiesplitsing kan er van worden uitgegaan dat er voor de uitkering bij overlijden
geen onttrekking heeft plaatsgevonden aan het vermogen van de erflater als is voldaan
aan de hierna opgenomen voorwaarden. Hierbij geldt uiteraard steeds dat samenhangende
verzekeringen die niet als één verzekering op één polis worden afgesloten, maar als
meerdere afzonderlijke verzekeringen op meerdere polissen (eventueel met een verbindingsclausule)
in hun onderlinge verband worden bekeken.
Voorwaarde 1. Verschuldigdheid van de premie
Het gedeelte van de premie voor de uitkering bij overlijden was verschuldigd door
een ander dan de erflater. Niet voldoende is dat het vorenbedoelde gedeelte van de
premie door een ander betaald werd. Niet de betaling, maar de verschuldigdheid is
beslissend. Zie in dit verband ook de onderdelen 2.2 en 2.3.
Voorwaarde 2. Overeenkomst met verzekeraar
De splitsing van de premie is door de premieplichtigen overeengekomen met de verzekeraar.
De verschuldigdheid aan de verzekeraar van de premiegedeelten door de verschillende
premieplichtigen blijkt uit de polis of een bij de polis behorend clausuleblad én
een door alle premieplichtigen ondertekend en gedagtekend aanvraagformulier. Een premiesplitsing
die niet met de verzekeraar werd overeengekomen heeft in dit verband dus geen fiscale
betekenis.
Voorwaarde 3. Huwelijksgoederenregime/samenlevingscontract
Het gedeelte van de premie voor de uitkering bij overlijden mag op grond van het huwelijksgoederenregime
of het samenlevingscontract niet toch ten laste van het vermogen van de erflater zijn
gekomen. Zie in dit verband onderdeel 2.5 van dit besluit.
Voorwaarde 4. Overdracht, toescheiding en wijziging lopende polis
Voor de beoordeling of sprake is van een onttrekking aan het vermogen van de erflater,
is het tijdstip van overlijden beslissend. Bij de beoordeling zijn mede van belang
de uitgangspunten voor beoordelingstijdstip en overdracht, toescheiding en wijziging
van een lopende verzekering. Zie de onderdelen 2.6, 2.7 en 5 van dit besluit.
Voorwaarde 5. Wijze van premiesplitsing
De wijze van premiesplitsing is afhankelijk van het type verzekering. Per type verzekering
gelden de volgende uitgangspunten.
A. De overlijdensverzekering op twee levens
Het gedeelte van de premie voor de uitkering bij overlijden van de ene verzekerde
en het gedeelte voor de uitkering bij overlijden van de andere verzekerde zijn ten
minste gelijk aan de aandelen van die overlijdensgedeelten in de verschuldigde premie
naar verhouding van de zuiver actuariële premiebestanddelen voor de uitkeringen op
elk leven afzonderlijk.
B. De gemengde verzekering op één leven
Het gedeelte van de premie voor de uitkering bij overlijden is ten minste gelijk aan
het aandeel van het overlijdensgedeelte in de verschuldigde premie naar verhouding
van de zuiver actuariële premiebestanddelen voor de afzonderlijke uitkeringen bij
leven en overlijden.
C. De gemengde verzekering op twee levens
Het gedeelte van de premie voor de uitkering bij overlijden van de ene verzekerde
en het gedeelte voor de uitkering bij overlijden van de andere verzekerde zijn ten
minste gelijk aan de aandelen van die overlijdensgedeelten in de verschuldigde premie
naar verhouding van de zuiver actuariële premiebestanddelen voor de uitkeringen bij
leven en die bij overlijden op elk leven afzonderlijk.
D. Andere verzekeringen
De hiervóór genoemde voorwaarden 1 tot en met 4 gelden voor alle verzekeringen (zowel
euro- als beleggingsverzekeringen) waarbij premiesplitsing is overeengekomen. De wijze
waarop de premie gesplitst moet worden zal voor iedere specifieke verzekeringsvorm
aan de hand van de inhoud van de verzekeringsovereenkomst bepaald moeten worden. Uitgangspunt
is hierbij steeds dat de premiecomponenten naar evenredigheid worden toegerekend aan
de zuiver actuariële premiebestanddelen voor de verschillende uitkeringen.
Voorwaarde 6. Hoogte overlijdensuitkering
Voor de premiebestanddelen die betrekking hebben op de afzonderlijke uitkering(en)
bij overlijden, wordt steeds uitgegaan van de premie voor het volledige bedrag van
de uitkering. Een premie die slechts betrekking heeft op het zogenaamde risicokapitaal
is dus niet voldoende.
Voorwaarde 7. Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid
Als een premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid is overeengekomen, is de ‘verschuldigde
premie’ de premie inclusief de premieopslag voor de premievrijstelling.
Voorwaarde 8. Winstdeling
Bij een recht op winst- of overrentedeling of iets vergelijkbaars, wordt dit recht
afzonderlijk berekend voor de afzonderlijke delen van de overeenkomst. Er mag dus
geen sprake zijn van winstoverheveling vanuit het levendeel naar het overlijdensdeel.
Voorwaarde 9. Toepassing premiesplitsing na premieverhoging
Bij verhoging van de verzekerde kapitalen stelt de verzekeraar ook voor deze verhoging
de zuiver actuariële premies vast voor elk van de afzonderlijke delen van de overeenkomst.
Na deze premieverhoging mag de totale premie gesplitst worden in verhouding tot de
som van de actuariële premies voor de afzonderlijke delen. Er hoeft derhalve bij de
toerekening van de totale premie geen afzonderlijke berekening van de premiesplitsing
te worden bijgehouden voor elke verhoging van de premie.