Wijzigingsbesluit Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001, enz.

Geraadpleegd op 31-10-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2013.
Geldend van 24-02-2011 t/m heden

Besluit van 23 december 2010 tot wijziging van enige fiscale uitvoeringsbesluiten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 19 november 2010, nr. DB 2010/244 M;

Gelet op de artikelen 2.5, 3.11, 5.20, 7.6, 9.2 en 10.8 van de Wet inkomstenbelasting 2001, de artikelen 31a, 33 en 34 van de Wet op de loonbelasting 1964, de artikelen 15, tiende lid, en 29 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, artikel 21, achtste en negende lid, van de Successiewet 1956, de artikelen 37, eerste lid, 38 en 53 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 46 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, de artikelen 11, eerste lid, en 12, vijfde lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968, de artikelen 1:4, eerste lid, en 3:1 van de Algemene douanewet, de artikelen 14a, eerste en tweede lid en 15, eerste lid, van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992, artikel 72, eerste lid, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994, de artikelen 2a, eerste, derde en vijfde lid, 56, derde lid, 65, eerste lid, 70, eerste lid, 71, eerste lid, 71f, derde lid, 71g, eerste lid, 80, eerste lid, 89, eerste lid, en 91, derde lid, van de Wet op de accijns, de artikelen 3, derde lid, 32, eerste lid, en 33, eerste lid, van de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten en de artikelen 88a en 88b van de Wet belastingen op milieugrondslag;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 10 december 2010, nr. W06.10.0534/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 20 december 2010, DB/2010/299 M;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel V

Met betrekking tot immateriële activa die na 31 december 2007, maar voor 1 januari 2010 tot de bedrijfsmiddelen van de belastingplichtige zijn gaan behoren en waarvoor aan hem een S&O-verklaring is afgegeven als bedoeld in de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, blijven de artikelen 7a en 16a van het Besluit fiscale eenheid 2003 zoals deze luidden op 31 december 2009 van toepassing.

Artikel VI

[Red: Wijzigt het Besluit winstbepaling en reserves verzekeraars 2001.]

Artikel IX

Voor de toepassing van artikel 7, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 wordt:

  • a. een ondernemer die was genoemd in bijlage B, onderdeel a, zoals dat onderdeel luidde op 31 december 2005;

  • b. een ondernemer aan wie schriftelijk te kennen is gegeven dat het voornemen bestaat om te bevorderen dat de ondernemer zal worden opgenomen in bijlage B, onderdeel a, zoals dat onderdeel luidde op 31 december 2005;

  • c. een ondernemer die erkend is op grond van bijlage B, onderdeel c, zoals dat onderdeel luidde op 31 december 2010;

aangemerkt als een instelling die door de inspecteur is erkend als een instelling van sociale of culturele aard. Hierbij blijven de voorwaarden en beperkingen van kracht die met betrekking tot het verlenen van de vrijstelling zijn gesteld.

Artikel XI

[Red: Wijzigt het Uitvoeringsbesluit belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992.]

Artikel XIV

[Red: Wijzigt het Uitvoeringsbesluit verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten.]

Artikel XVI

[Red: Wijzigt het Uitvoeringsbesluit Algemene wet inzake rijksbelastingen 1964.]

Artikel XVII

[Red: Wijzigt het Uitvoeringsbesluit Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen.]

Artikel XIX

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2011, met dien verstande dat:

    • a. artikel I, onderdeel C, terugwerkt tot en met 1 januari 2002;

    • b. artikel VI terugwerkt tot en met 1 januari 2002 en voor het eerst toepassing vindt met betrekking tot jaren die aanvangen op of na 1 januari 2002;

    • c. artikel XVIII terugwerkt tot en met 1 januari 2010 en:

      • 1°. met betrekking tot de Wet inkomstenbelasting 2001, met uitzondering van artikel XVIII, onderdeel D, en artikel XVIII, onderdeel J, voor het eerst toepassing vindt voor belastingjaren die aanvangen op of na 1 januari 2010;

      • 2°. met betrekking tot de Successiewet 1956 voor het eerst toepassing vindt voor belastbare feiten die zich hebben voorgedaan op of na 1 januari 2010.

    • d. artikel XVII terugwerkt tot en met 1 mei 2010;

    • e. de artikelen I, onderdeel G, II, onderdeel E, en XVI terugwerken tot en met 10 oktober 2010;

    • f. artikel III voor het eerst toepassing vindt met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2012.

  • 2 In afwijking van het eerste lid treden de artikelen IV en V in werking met ingang van de dag die is gelegen acht weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het besluit is geplaatst en werken die artikelen terug tot en met 1 januari 2010.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 23 december 2010

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

F. H. H. Weekers

Uitgegeven de dertigste december 2010

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten