Besluit van 28 december 2010 tot wijziging van het Rechtspositiebesluit commissarissen
van de Koning, het Rechtspositiebesluit burgemeesters, het Rechtspositiebesluit gedeputeerden,
het Rechtspositiebesluit wethouders, het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden,
het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, het Waterschapsbesluit en het Rechtspositiebesluit
Rijksvertegenwoordiger BES in verband met het van toepassing worden van de Algemene
pensioenwet politieke ambtsdragers op commissarissen van de Koning, burgemeesters
en voorzitters van waterschapsbesturen, de gevolgen van de Fiscale vereenvoudigingswet
en enkele andere wijzigingen (Besluit wijziging van de rechtspositiebesluiten decentrale
politieke ambtsdragers 2010)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van
11 november 2010, 2010-0000708842, CZW/WVOB;
Gelet op de artikelen 44, eerste, tweede en achtste lid, 66, eerste, tweede en zevende lid, 73, 95, vierde lid, en 96, derde lid, van de Gemeentewet, de artikelen 43, eerste, tweede en negende lid, 65, eerste, tweede en achtste lid, 72, 93, vierde lid, en 94, derde lid, van de Provinciewet en de artikelen 32a, eerste lid, 44, eerste en achtste lid, 48, zevende lid, 49, eerste lid, van de Waterschapswet en artikel 193, eerste, tweede en achtste lid, van de Wet openbare lichamen Bonaire,
Sint Eustatius en Saba;
De Raad van State gehoord (advies van 3 december 2010, nr. W04.10.0516/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
van 23 december 2010, nr. 2010-0000770789;
Hebben goedgevonden en verstaan: