Verordening bestemmingsheffing subsidieverstrekking Bedrijfschap Horeca en Catering 2011

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2012.]
Geraadpleegd op 11-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2011 en zichtdatum 01-01-2011.
Geldend van 01-01-2011 t/m heden

Verordening van het Bedrijfschap Horeca en Catering, houdende regels ter zake van de aan de onder het Bedrijfschap Horeca en Catering ressorterende ondernemers op te leggen bestemmingsheffing voor het jaar 2011 ten behoeve van het verstrekken van project- en budgetsubsidies door het bedrijfschap (Verordening bestemmingsheffing subsidieverstrekking Bedrijfschap Horeca en Catering 2011)

Het bestuur van het bedrijfschap Horeca en Catering;

Overwegende dat het wenselijk is ter financiering van de door het bedrijfschap te verstrekken project- en budgetsubsidies een bestemmingsheffing op te leggen;

Gelet op de artikelen 93, 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op de artikelen 2, 4 en 7 van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering;

Gelet op de Subsidieverordening Bedrijfschap Horeca en Catering;

Besluit vast te stellen de navolgende verordening:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

heffingsplichtige

:

een natuurlijke persoon of rechtspersoon of een niet-rechtspersoonlijkheid bezittende vennootschap, die één of meer ondernemingen drijft of heeft gedreven gedurende enige periode in 2011;

basisheffing subsidies

:

de heffing, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering;

loonsomheffing subsidies

:

de op de loonsom gebaseerde heffing, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering;

loonsom

:

het voor de premieheffing ingevolge de Werkloosheidswet als loon der werknemers aan te merken bedrag voor aftrek van de franchise, van alle werknemers in alle door de heffingsplichtige gedreven ondernemingen. Met loonsom wordt gelijkgesteld de vergoeding, exclusief btw, die wordt uitgekeerd aan uitzendbureaus, payrollingbedrijven of overeenkomstige bedrijven, ten behoeve van het beschikbaar stellen van personeel, dat onder directe gezagsverhouding van de heffingsplichtige arbeid verricht in de door de heffingsplichtige gedreven ondernemingen;

bestemmingsheffing

:

het totaal van de basisheffing subsidies en de loonsomheffing subsidies;

voorlopige bestemmingsheffing

:

het totaal van de basisheffing subsidies en de voorlopig – op basis van een schatting van de loonsom – vastgestelde loonsomheffing subsidies;

CAO-Recreatie

:

collectieve arbeidsovereenkomst tussen de Vereniging van Recreatieondernemers Nederland en FNV Horecabond, CNV Vakmensen en Abvakabo FNV

Stichting Sociaal Fonds Recreatie

:

de stichting ingesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst inzake Sociaal Fonds Recreatie tussen de Vereniging van Recreatieondernemers Nederland en FNV Horecabond, CNV BedrijvenBond en Abvakabo FNV

secretaris

:

de secretaris van het bedrijfschap

§ 2. De bestemmingsheffing

Artikel 2

  • 1

    • a. De heffingsplichtige is voor het jaar 2011 per onderneming een basisheffing subsidies van € 23,- aan het bedrijfschap verschuldigd.

    • b. Aan de heffingsplichtige wordt een aftrek toegekend op de basisheffing subsidies ter hoogte van deze basisheffing, voor iedere onderneming die in 2011 is aangevangen.

  • 2 De heffingsplichtige is in aanvulling op het eerste lid over het jaar 2011 een loonsomheffing subsidies volgens een tariefschaal verschuldigd. Deze tariefschaal luidt als volgt:

    Loonsom (in €)

     

    Loonsomheffing subsidies (in €)

    van

    tot en met

     

    0

    20.000

    0

    20.001

    40.000

    145,00

    40.001

    80.000

    310,00

    80.001

    160.000

    480,00

    160.001

    320.000

    680,00

    320.001

    640.000

    1020,00

    640.001

    1.280.000

    1530,00

    Meer dan

    1.280.000

    2195,00

  • 3 Voor wat betreft de hoogte van de loonsom als bedoeld in het tweede lid blijft buiten beschouwing de loonsom ten aanzien van ondernemingen waarvan de heffingsplichtige valt onder de werkingssfeer van de CAO-Recreatie en over het jaar 2011 verplicht bijdraagt aan de Stichting Sociaal Fonds Recreatie.

  • 4 Aan de heffingsplichtige wordt een aftrek van 30% toegekend op de heffing, indien hij over het jaar 2010 contributie heeft betaald als lid van:

    • Koninklijk Horeca Nederland,

    • de Vereniging van Recreatie-Ondernemers Nederland RECRON,

    • het Nederlands Horeca Gilde of

      een andere ondernemersorganisatie die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die:

      • a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfschap een taak heeft te vervullen,

      • b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitcriteria, genoemd in de Verordening representativiteit organisaties van de Sociaal-Economische Raad,

      • c. tot de werkingssfeer van het bedrijfschap behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet-onbetekenend is,

      • d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en

      • e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.

  • 5 De bestemmingsheffing kan worden voorafgegaan door een voorlopige bestemmingsheffing.

§ 3. Vaststelling en oplegging van de bestemmingsheffing

Artikel 3

  • 1 De heffingsplichtige verstrekt op verzoek daartoe binnen vier weken de loonsom.

  • 2 Een verzoek daartoe kan achterwege blijven indien de loonsom reeds via het Pensioenfonds Horeca en Catering aan het bedrijfschap bekend is.

Artikel 4

  • 1 De bestemmingsheffing wordt vastgesteld na ontvangst van de opgave van de loonsom zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, dan wel op grond van gegevens als bedoeld in artikel 3, tweede lid.

  • 2 Na ontvangst van de opgave dan wel op grond van gegevens als bedoeld in artikel 3, tweede lid, kan een voorlopige bestemmingsheffing worden vastgesteld.

  • 3 Indien geen, een onvolledige of een kennelijk onjuiste opgave is gedaan wordt de bestemmingsheffing en de voorlopige bestemmingsheffing vastgesteld op basis van een schatting.

Artikel 5

  • 1 Gegevens met betrekking tot de bestemmingsheffing zullen – voor zover bij of krachtens de wet niet anders is bepaald – zonder toestemming van de belanghebbende:

    • a. slechts worden gebruikt ter vervulling van de taak van het bedrijfschap;

    • b. niet onder vermelding van de persoon of onderneming waarop de bestemmingsheffing betrekking heeft worden bekendgemaakt aan anderen dan de voorzitter, de secretaris of andere personen van het secretariaat van het bedrijfschap, de manager of andere personen van de afdeling Registratie en Heffing van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel en het Hoofdbedrijfschap Ambachten en de met financiële controle op het bedrijfschap belaste accountant en diens personeel, voor zover het kennis nemen van die gegevens voor die controle noodzakelijk is.

  • 2 Bekendmaking van gegevens met betrekking tot de bestemmingsheffing blijkt ook zonder vermelding of aanduiding van de persoon of onderneming waarop zij betrekking hebben achterwege in de gevallen waarin uit de aard der gegevens of uit één of meer andere omstandigheden zou kunnen blijken op welke persoon of onderneming die gegevens betrekking hebben.

§ 4. De betaling van de bestemmingsheffing

Artikel 6

  • 1 De heffingsplichtige voldoet de bestemmingsheffing en de voorlopige bestemmingsheffing binnen zes weken na dagtekening.

  • 2 De heffingsplichtige voldoet het verschil tussen de bestemmingsheffing en de voorlopige bestemmingsheffing binnen zes weken na dagtekening.

  • 3 Ingeval de heffingsplichtige ten aanzien van het bepaalde in het eerste of tweede lid in gebreke blijft, wordt de heffingsplichtige schriftelijk gemaand om alsnog te betalen.

  • 4 Bij niet tijdige betaling van de bestemmingsheffing:

    • a. kunnen administratiekosten in rekening worden gebracht, welke minimaal € 6,- en maximaal € 14,- van het openstaande bedrag bedragen;

    • b. kan rente worden gevorderd over het verschuldigde bedrag van de dag af dat het verschuldigde bedrag betaald had moeten zijn;

    • c. kan vergoeding worden gevorderd van alle invorderingskosten.

    De rente wordt berekend naar het percentage bedoeld in artikel 6:119 jo 6:120 Burgerlijk Wetboek, dat geldt op de datum waarop de rente wordt ingevorderd. De invorderingskosten worden vastgesteld volgens de staffel incassokosten kantonrechters.

§ 5. Vermindering van de bestemmingsheffing

Artikel 7

  • 1 De heffingsplichtige kan aanspraak maken op restitutie van het teveel betaalde, ingeval de bestemmingsheffing wordt vastgesteld op een lager bedrag dan het bedrag van de voorlopige bestemmingsheffing.

  • 2 Het bestuur van het bedrijfschap kan, indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, de bestemmingsheffing in algemene zin verminderen.

§ 6. Mandaatsbepalingen

Artikel 8

  • 2 De bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, mogen door de secretaris worden ondergemandateerd.

  • 3 De bevoegdheid tot het nemen van besluiten op bezwaarschriften tegen in ondermandaat genomen besluiten wordt gemandateerd aan de secretaris.

Zoetermeer, 6 oktober 2010

P.J. Biesheuvel

voorzitter

W. Spaink

secretaris