De ontwikkelingen in de techniek op het gebied van de bedrijfsvoering hebben ertoe
geleid dat in- en verkopen geheel of nagenoeg geheel vastgelegd kunnen worden op het
niveau van artikelen of relatief kleine artikelgroepen. Als de inkoop-, voorraad-
en verkoopadministratie daarnaast inzicht verschaft, of door het verrichten van één
of enkele handelingen inzicht kan verschaffen, in de mate van incourantheid dan is
die uitkomst bepalend voor de te hanteren afwaarderingspercentages per artikel(groep).
Als de detaillist niet op bovengenoemde wijze kan vaststellen welke afwaarderingspercentages
van toepassing zijn, kan hij terugvallen op het volgende stelsel met inachtneming
van de daarbij genoemde beperkingen.
Het stelsel houdt in, dat de detaillist de hierna genoemde groepen van handelsgoederen
waardeert op de aanschafprijs, verminderd met bij elke groep vermelde afwaarderingspercentages
wegens veronderstelde geringere verkoopbaarheid in verband met de tijd die de goederen
op de balansdatum reeds in voorraad zijn.
Afd
|
Omschrijving
|
Afwaarderingspercentage maximaal
|
|
|
0–3 mnd
|
3–6 mnd
|
6–9 mnd
|
9–12 mnd
|
12–18 mnd
|
18–24 mnd
|
meer dan 2 jr
|
A
|
Kledingstoffen
|
10
|
30
|
50
|
60
|
70
|
80
|
80
|
B
|
Damesmodeartikelen
|
10
|
30
|
50
|
60
|
70
|
80
|
80
|
C
|
Onder- en nachtkleding
|
0
|
15
|
20
|
30
|
40
|
60
|
80
|
D
|
Kousen en sokken
|
0
|
15
|
20
|
30
|
40
|
60
|
80
|
E
|
Corsetterie
|
0
|
15
|
20
|
30
|
40
|
60
|
80
|
F
|
Babyartikelen
|
0
|
15
|
20
|
30
|
40
|
60
|
80
|
G
|
Strand- en badkleding
|
10
|
30
|
50
|
60
|
70
|
80
|
80
|
H
|
Huishoudgoederen
|
0
|
15
|
20
|
25
|
30
|
50
|
70
|
I
|
Damesschoenen
|
10
|
20
|
30
|
40
|
50
|
60
|
80
|
J
|
Bedr.kleding en schorten
|
0
|
15
|
20
|
25
|
30
|
50
|
70
|
K
|
Damesbovenkleding
|
10
|
30
|
50
|
60
|
70
|
80
|
80
|
L
|
Msj.- en kleuterbovenkl.
|
10
|
30
|
50
|
60
|
70
|
80
|
80
|
M
|
Bonneterie
|
10
|
30
|
50
|
60
|
70
|
80
|
80
|
N
|
Hr.- en jgs.-bovenkleding
|
10
|
25
|
35
|
45
|
55
|
65
|
80
|
O
|
Hr.- en jgs.-modeartikelen
|
10
|
25
|
35
|
45
|
55
|
65
|
80
|
P
|
Dekens en matrassen
|
0
|
15
|
20
|
25
|
30
|
50
|
70
|
Q
|
Herenschoenen
|
10
|
20
|
25
|
30
|
40
|
55
|
75
|
R
|
Gordijn- en bekledingsst.
|
0
|
15
|
20
|
25
|
30
|
50
|
70
|
S
|
Tapijten en vloerbedekking
|
0
|
15
|
20
|
25
|
30
|
50
|
70
|
T
|
Meubelen
|
0
|
15
|
20
|
25
|
30
|
50
|
70
|
U
|
Handbreigarens en handw.
|
0
|
15
|
20
|
25
|
30
|
50
|
70
|
W
|
Kleinvakartikelen
|
0
|
15
|
20
|
25
|
30
|
50
|
70
|
Y
|
Niet textiel
|
0
|
25
|
35
|
45
|
55
|
65
|
80
|
Met deze wijze van voorraadwaardering kan worden akkoord gegaan, als de volgende beperkingen
worden aangebracht:
-
1. de aftrek van 10% voor goederen die 3 maanden of korter in voorraad zijn en behoren
tot de groepen A, B, G, I, K, L, M, N, O of Q is slechts toegestaan, indien de balansdatum
ligt tussen 30 december en 1 februari of tussen 29 juni en 1 augustus;
-
2. de tijd tussen de bestelling door en de levering aan de detaillist telt niet mee bij
de bepaling van het aantal maanden of jaren dat een goed op de balansdatum reeds in
voorraad is;
-
3. het is niet toegestaan het stelsel toe te passen op een deel van de goederen die tot
één van de vermelde artikelgroepen behoren en voor een ander deel een ander stelsel
toe te passen.
De omschrijving van het stelsel brengt met zich, dat het alleen kan worden toegepast
op goederen waarvan de aanschafprijs en het tijdstip van levering bekend zijn. De aanschafprijs van goederen waarvan de verkoopprijs is bepaald door
de aanschafprijs met een zeker brutowinstpercentage te verhogen kan uiteraard worden
vastgesteld door uit de verkoopprijs met behulp van dit percentage de aanschafprijs
te berekenen. Van goederen waarvan de verkoopprijs op andere wijze is tot stand gekomen,
bijv. oudere goederen, zal de aanschafprijs niet aldus kunnen worden vastgesteld.
Wanneer een detaillist als bedoeld in de tweede alinea van deze paragraaf het tot
dusver door hem toegepaste stelsel van voorraadwaardering vervangt door de hiervoor
omschreven gedragslijn en deze stelselwijziging niet louter op fiscale gronden berust,
kan worden aangenomen dat goed koopmansgebruik haar rechtvaardigt.
De in dit besluit getroffen regeling geldt in beginsel voor onbepaalde tijd. Wanneer
zich feiten of omstandigheden voordoen of hebben voorgedaan welke naar mijn mening
een herziening of beëindiging van de regeling nodig maken, zal dat bij besluit bekend
worden gemaakt.
Voor de voorraad die niet onder de in dit besluit opgenomen regeling is te scharen
gelden de algemene waarderingsregels volgens goed koopmansgebruik. De belastingplichtige
kan de voorraad individueel (af)waarderen als daar aanleiding toe is. De individuele
afwaardering moet wel aannemelijk worden gemaakt.