Mediaregeling BES

Geraadpleegd op 22-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 08-03-2011 en zichtdatum 08-03-2011.
Geldend van 08-03-2011 t/m heden

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 februari 2011, nr. WJZ/277917 (8296), houdende vaststelling van een mediaregeling voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Mediaregeling BES)

Artikel 1

  • 1 Een aanvraag om toestemming voor het verzorgen van een omroepdienst in het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba wordt ingediend bij het Commissariaat.

  • 2 De aanvraag vermeldt voor welk openbaar lichaam of openbare lichamen de toestemming aangevraagd wordt en of deze voor radio-omroep of televisieomroep bedoeld is, en de aanvraag gaat in ieder geval vergezeld van:

    • a. een opgave van naam, feitelijke vestigingsplaats en adres- en contactgegevens, waaronder e-mailadres of internetadres;

    • b. voor zover de aanvrager een rechtspersoon betreft, een kopie van de oprichtingsakte of laatstelijk gewijzigde statuten van die rechtspersoon, een overzicht van de organisatorische en juridische structuur van de aanvrager en een overzicht van zijn bestuurders en aandeelhouders; en

    • c. de machtiging, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Mediawet BES.

  • 3 Het Commissariaat beslist op een aanvraag binnen dertien weken na ontvangst ervan.

Artikel 2

  • 1 Het Commissariaat wijst jaarlijks op schriftelijke aanvraag van de Minister-president, Minister van Algemene Zaken, een aantal uren zendtijd op de omroepdiensten toe ten behoeve van overheidsvoorlichting. Een aanvraag wordt ingediend bij het Commissariaat vóór 1 oktober van het jaar voorafgaande aan het kalenderjaar waarvoor de zendtijd wordt aangevraagd.

  • 2 Het Commissariaat wijst niet meer dan 0,4 uren per week zendtijd per televisieomroepdienst en niet meer dan 0,8 uren per week zendtijd per radio-omroepdienst toe ten behoeve van overheidsvoorlichting.

  • 3 Het Commissariaat beslist op een aanvraag binnen dertien weken na ontvangst ervan. De beslissing vermeldt op welke omroepdiensten en welke dagen en tijdstippen de zendtijd beschikbaar wordt gesteld.

  • 4 De beslissing wordt tevens gezonden aan de omroepinstelling die een omroepdienst verzorgt waarop uren zendtijd zijn toegewezen ten behoeve van overheidsvoorlichting.

  • 5 In afwijking van het eerste lid wordt een aanvraag als bedoeld in dat lid waarbij zendtijd wordt aangevraagd met betrekking tot het kalenderjaar 2011 uiterlijk voor 1 juli 2011 ingediend.

Artikel 3

De redelijke vergoeding, bedoeld in artikel 10, derde lid, van de Mediawet BES, bedraagt USD 30 per uur zendtijd voor een televisieomroepdienst en USD 7.50 per uur zendtijd voor een radio-omroepdienst.

Artikel 4

  • 1 Het Commissariaat wijst jaarlijks op schriftelijke aanvraag van een politieke partij als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Mediawet BES een aantal uren zendtijd op de omroepdiensten toe. Een aanvraag wordt ingediend bij het Commissariaat vóór 1 oktober van het jaar voorafgaande aan het kalenderjaar waarvoor de zendtijd wordt aangevraagd.

  • 2 Het Commissariaat wijst niet meer dan 0,3 uren per week zendtijd per televisieomroepdienst en niet meer dan 0,5 uren per week zendtijd per radio-omroepdienst toe aan een politieke partij als bedoeld in het eerste lid.

  • 3 In de periode waarin op grond van artikel 11, tweede lid, van de Mediawet BES uren zendtijd toegewezen zijn aan politieke partijen, worden geen uren toegewezen op grond van artikel 11, eerste lid, van de Mediawet BES.

  • 5 In afwijking van het eerste lid wordt een aanvraag als bedoeld in dat lid waarbij zendtijd wordt aangevraagd met betrekking tot het kalenderjaar 2011 uiterlijk voor 1 juli 2011 ingediend.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart