Sanctieregeling Libië 2011

[Regeling vervallen per 05-03-2016.]
Geraadpleegd op 03-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2013 en zichtdatum 21-11-2024.
Geldend van 21-12-2011 t/m 01-05-2013

Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 14 maart 2011, nr. DJZ/BR/0241-11, houdende beperkende maatregelen jegens Libië (Sanctieregeling Libië 2011)

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

Gelet op Verordening (EU) nr. 204/2011 van de Raad van de Europese Unie van 2 maart 2011 (Pb L58);

Gelet op Besluit 2011/137/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 28 februari 2011 (Pb L58);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 05-03-2016]

  • 1 Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 2, eerste en tweede lid, 3, eerste lid, 4, 5 en 13 van Verordening (EU) nr. 204/2011 van de Raad van de Europese Unie van 2 maart 2011 (Pb L58).

  • 2 Een verbod als bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing in gevallen waarin artikel 2, derde of vierde lid, artikel 3, tweede tot en met zesde lid, artikel 6 bis, artikel 7, artikel 8, artikel 8 bis, artikel 8 ter, artikel 9 of artikel 10 van Verordening (EU) nr. 204/2011 van toepassing is.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 05-03-2016]

  • 1 De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2, derde en vierde lid, van Verordening (EU) nr. 204/2011, is de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

  • 2 De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3, derde lid, van Verordening (EU) nr. 204/2011 is de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie wat betreft het verlenen van technische bijstand en de Minister van Financiën wat betreft het verlenen van financiering en financiële bijstand.

  • 4 De bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 7, eerste en tweede lid, 8, 8 bis, 8 ter, 10 en 10 bis van Verordening (EU) nr. 204/2011 is de Minister van Financiën wat betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van tegoeden en de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie wat betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van economische middelen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 05-03-2016]

  • 2.a Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor:

    • a. niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend voor humanitaire of beschermende doeleinden bestemd is, indien vooraf toestemming is verleend voor de desbetreffende transactie door het Comité, bedoeld in paragraaf 24 van Resolutie 1970 (2011) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties;

    • b. wapens en verwante materialen die uitsluitend bedoeld zijn voor bijstand aan de Libische autoriteiten bij beveiliging of ontwapening onder de voorwaarde dat het Comité, bedoeld in het tweede lid, vooraf op de hoogte is gesteld en niet binnen vijf dagen na die kennisgeving negatief heeft besloten;

    • c. handvuurwapens, lichte wapens en verwante materialen die tijdelijk naar Libië worden uitgevoerd uitsluitend voor gebruik door personeel van de Verenigde Naties, vertegenwoordigers van de media en humanitaire medewerkers en ontwikkelingswerkers en hun personeel onder de voorwaarde dat het Comité, bedoeld in het tweede lid, vooraf op de hoogte is gesteld en niet binnen vijf dagen na die kennisgeving negatief heeft besloten.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 05-03-2016]

Deze regeling wordt aangehaald als: Sanctieregeling Libië 2011.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 05-03-2016]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal