Besluit van 18 april 2011, houdende regels omtrent de inzet van energie uit hernieuwbare
bronnen ten behoeve van bepaalde vormen van vervoer (Besluit hernieuwbare energie
vervoer)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
van 30 september 2010, nr. BJZ2010024777, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Gelet op richtlijn nr. 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik
van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (PbEU L 140) en op de artikelen 9.2.2.1, 9.2.2.6a en 12.31 van de Wet milieubeheer;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 27 oktober 2010,
nr. W08.10.0484/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van
13 april 2011, nr. BJZ2011041737, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken i.o;
Hebben goedgevonden en verstaan: