Besluit van 28 april 2011, houdende bepalingen inzake de staatsexamens vwo, havo en
mavo BES (Staatsexamenbesluit VO BES)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van
21 september 2010, nr. WJZ/236430 (3845), directie Wetgeving en Juridische Zaken,
gedaan mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
Gelet op de artikelen 72, 74, 75, 116 en 206, derde lid, van de Wet voortgezet onderwijs BES en artikel 7.4.13, derde en vijfde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 oktober 2010,
No. W05.10.0460);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van
21 april 2011, nr. WJZ/256921 (3845), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht
mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
Hebben goedgevonden en verstaan: