Beschrijving
Deze richtlijn ziet op het besturen van een voertuig onder invloed van een stof, zoals
bedoeld in art. 8, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994. Het betreft daarbij niet noodzakelijkerwijs alcohol. Deze richtlijn kan derhalve
betrekking hebben op bestuurders onder invloed van alcohol, waarbij om enige reden,
een op incorrecte wijze of in het geheel geen alcoholgehalte van adem, bloed of urine
is vastgesteld. Het kan ook handelen om bestuurders onder invloed van andere middelen
of een combinatie van middelen.
In eerste instantie wordt de ernst van het delict bepaald door het voertuig waarmee
het delict werd begaan. Tevens dient in aanmerking genomen te worden of het besturen
van het voertuig ernstig gevaar op kon leveren, geleverd heeft, of zelfs tot ongeval
heeft geleid. Indien verdachte in kennelijke staat van dronkenschap verkeerde of een
daarmee gelijk te stellen toestand dient dit als verzwarend te worden beoordeeld.
Tenslotte kan de mate van niet in staat zijn, zoals beoordeeld door het NFI, tot strafverzwaring
leiden.
Aard van de richtlijn
Verkeer
Basisdelicten
-
− Besturen motorvoertuig op twee of meer wielen onder invloed van alcohol, zoals bedoeld
in art. 8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand
-
− Besturen motorvoertuig op twee of meer wielen onder invloed van een stof (niet zijnde
alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand
waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet
in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen,
dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht.
-
− Besturen bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel of een gehandicaptenvoertuig
met motor onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand
-
− Besturen bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig
met motor onder invloed van een stof (niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art.8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan
niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen,
dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht.
-
− Besturen fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor onder invloed van alcohol, zoals
bedoeld in art. 8, lid 1WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand
-
− Besturen fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor onder invloed van een stof (niet
zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan
niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen,
dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht.
Wettekst
Toelichting: de volgende nieuwe basisdelicten zijn aan de richtlijn toegevoegd.
Basisdelict besturen motorvoertuig op twee of meer wielen onder invloed van alcohol,
zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap
of daarmee gelijk te stellen toestand 5.21.01
Beschrijving
Dit basisdelict heeft betrekking op het rijden onder invloed van alcohol, zoals bedoeld
in art. 8, lid 1, van de Wegenverkeerswet 1994. Het voertuig dat wordt bestuurd is daarbij maatgevend voor de basis van de sanctie.
Dit basisdelict heeft betrekking op het besturen van een motorvoertuig op twee of
meer wielen.
Toepasselijk kader
Commuun en verkeer
Basispunten
34 punten
Strafbeschikking
In principe landelijk
Basisfactoren
Soort voertuig
–
|
Er is sprake van een (bestel)auto of motor
|
0 pt
|
–
|
Er is sprake van een vrachtwagen/trekker, al dan niet met aanhanger/oplegger, of een
autobus
|
4 pt
|
Rijgedrag (auto)
–
|
Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag
|
0 pt
|
–
|
Er was sprake van roekeloos of zeer onvoorzichtig verkeersgedrag.
|
4 pt
|
–
|
Verdachte is (mede)schuldig aan een verkeersongeval met voor derden meer dan geringe
materiële schade en/of letsel van enige betekenis. (Er wordt geen aparte strafvervolging
ex art.6 WVW94 ingesteld).
|
4 pt
+dagvaarden
|
Mate van niet in staat zijn
–
|
Niet in staat het voertuig naar behoren te besturen.
|
0 pt
|
–
|
In ernstige mate niet in staat het voertuig naar behoren te besturen.
|
8 pt
|
–
|
Kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand
|
16 pt
|
Recidive bij rijden onder invloed (auto)
–
|
Geen recidive
|
0 pt
|
–
|
1 maal
|
4 pt
|
–
|
Meermalen
|
4 pt
|
|
|
+dagvaarden
|
Delictspecifieke factoren
Geen
Wettelijke factoren
Geen
Recidiveregeling
Geen
Draagkracht
Geen
Speciale regelingen
Bijzonderheden
Geen
Basisdelict besturen motorvoertuig op twee of meer wielen onder invloed van een stof
(niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs
moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie met het gebruik van
een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen
in staat moet worden geacht. 5.21.04
Beschrijving
Dit basisdelict heeft betrekking op het rijden onder invloed van een stof (niet zijnde
alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1, van de Wegenverkeerswet 1994. Het voertuig dat wordt bestuurd is daarbij maatgevend voor de basis van de sanctie.
Dit basisdelict heeft betrekking op het besturen van een motorvoertuig op twee of
meer wielen.
Toepasselijk kader
Commuun en verkeer
Basispunten
34 punten
Strafbeschikking
Indien van toepassing: afhankelijk van beleid van het parket
Basisfactoren
Soort voertuig
–
|
Er is sprake van een (bestel)auto of motor
|
0 pt
|
–
|
Er is sprake van een vrachtwagen/trekker, al dan niet met aanhanger/oplegger, of een
autobus
|
4 pt
|
Rijgedrag (auto)
–
|
Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag
|
0 pt
|
–
|
Er was sprake van roekeloos of zeer onvoorzichtig verkeersgedrag.
|
4 pt
|
–
|
Verdachte is (mede)schuldig aan een verkeersongeval met voor derden meer dan geringe
materiële schade en/of letsel van enige betekenis. (Er wordt geen aparte strafvervolging
ex art.6 WVW94 ingesteld).
|
4 pt
|
|
+dagvaarden
|
|
Mate van niet in staat zijn (auto).
Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen,
|
|
en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was
|
= 0 punten
|
Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat
de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig beïnvloed was
|
= 8 punten.
|
Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen.
|
|
en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was.
|
= 8 pt
|
Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen
|
|
en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig beïnvloed was
|
= 16 pt
|
Recidive bij rijden onder invloed (auto)
Geen recidive
|
0 pt
|
–
|
1 maal
|
4 pt
|
–
|
Meermalen
|
4 pt
|
|
|
+dagvaarden
|
Delictspecifieke factoren
Geen
Wettelijke factoren
Geen
Recidiveregeling
Geen
Draagkracht
Geen
Speciale regelingen
Bijzonderheden
Geen
Toelichting: omdat er een afwijkende versie is gemaakt van de basisfactor rijgedrag
voor de bromfietsers (zie hieronder bij 3.01.57) is achter onderstaande versie het
voertuig opgenomen.
Rijgedrag (auto) 3.01.56
Beschrijving
In de richtlijn voor het rijden onder invloed, zoals bedoeld in art. 8 lid 1 en 2 WVW94, dient de beoordeling mede te worden verricht op basis van de gevaarzetting. De kans
op ongevallen hangt nauw samen met de hoogte van het AAG/BAG. Naarmate het alcoholgehalte
hoger is, is ook de gevaarzetting groter en komt een hogere straf in aanmerking. Deze
relatie tussen hoeveelheid genuttige alcohol en gevaarzetting is in beginsel verdisconteerd
in het schalensysteem.
Is er naast het alcoholgebruik in concreto echter sprake geweest van roekeloos of
zeer onvoorzichtig rijgedrag of vond er (mede) door toedoen van verdachte een ongeval
plaats met voor derden meer dan geringe materiële schade en/of letsel van enige betekenis
dan dient – indien daarvoor geen aparte vervolging wordt ingesteld – dat als strafverzwarende
omstandigheid te worden aangemerkt en zijn de straffen uit een hogere schaal toepasselijk.
Het begrip ‘meer dan geringe materiële schade’ doelt op schade die omvangrijker is
dan een enkele deuk en/of kras. Met ‘letsel van enige betekenis’ wordt gedoeld op
ernstiger letsel dan oppervlakkige schaafwonden, ontvellingen en snijwondjes, haematomen
en lichte kneuzingen.
Zowel het roekeloos of onvoorzichtig rijden als het medeschuldig zijn aan een verkeersongeval
verhogen het aantal strafpunten met 4. De medeschuld aan een verkeersongeval levert
daarnaast een indicatie op om te dagvaarden. Doen beide factoren zich cumulatief voor
dan dient derhalve voor laatsgenoemde gekozen te worden.
Soort factor
Basisfactor
Antwoordmogelijkheden
–
|
Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag
|
0 pt
|
–
|
Er was sprake van roekeloos of zeer onvoorzichtig verkeersgedrag.
|
4 pt
|
–
|
Verdachte is (mede)schuldig aan een verkeersongeval met voor derden meer dan geringe
materiële schade en/of letsel van enige betekenis. (Er wordt geen aparte strafvervolging
ex art.6 WVW94 ingesteld).
|
4 pt
|
|
|
+ dagvaarden
|
Uitgangspunt indien onbekend
Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag
Bijzonderheden
Geen
Zie basisdelicten
-
− besturen motorvoertuig op twee of meer wielen onder invloed van alcohol, zoals bedoeld
in art. 8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand
-
− besturen motorvoertuig op twee of meer wielen onder invloed van een stof (niet zijnde
alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan
niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen,
dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht
-
− besturen van een motorvoertuig op twee of meer wielen met een AAG(-equivalent) van
235 µg/l of meer
-
− weigeren ademanalyse, bloedproef of urineproef dan wel achteraf weigeren bloedonderzoek
(motorvoertuig op twee of meer wielen)
-
− als beginnende bestuurder of bestuurder zonder rijbewijs besturen van een motorvoertuig
op twee of meer wielen met een AAG(-equivalent) van 95 µg/l of meer
Toelichting: De mate van niet in staat zijn (auto) is een geheel nieuwe basisfactor
Mate van niet in staat zijn (auto). 3.01.53
Beschrijving
In de richtlijn voor het rijden onder invloed, zoals bedoeld in art. 8 lid 1 WVW94, dient bij gemotoriseerde verkeersdeelnemers de beoordeling mede te worden verricht
op basis van de mate van niet in staat zijn het voertuig naar behoren te besturen.
Deze wordt hier beoordeeld aan de hand van de conclusie van het NFI na onderzoek van
bij de verdachte afgenomen bloed of urine. Wordt een eerste vermoeden van niet in
staat zijn bevestigd door bepaalde gedragingen van de verkeersdeelnemer, zoals bijvoorbeeld
waggelende gang, onhandige motoriek, moeizame articulatie, dan versterkt dat de conclusie
van ‘niet in staat zijn’.
Soort factor
Basisfactor
Antwoordmogelijkheden
–
|
Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen, en de NFI conclusie
dat de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was
|
0 pt
|
–
|
Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat
de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig beïnvloed was
|
8 pt
|
–
|
Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat
de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was
|
8 pt
|
–
|
Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat
de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig beïnvloed was
|
16 pt
|
Uitgangspunt indien onbekend
Uitgaan van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en NFI conclusie dat de rijvaardigheid
mogelijk nadelig is beïnvloed
Bijzonderheden
Geen
Zie basisdelicten
-
− Besturen motorvoertuig op twee of meer wielen onder invloed van een stof (niet zijnde
alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan
niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen,
dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht.
Toelichting: omdat er een afwijkende versie is gemaakt van de basisfactor recidive
voor de bromfietsers (zie hieronder bij 3.01.60) is achter onderstaande versie het
voertuig opgenomen.
Recidive bij rijden onder invloed (auto) 3.01.59
Beschrijving
De invloed van recidive op het aantal strafpunten wijkt bij handelen in strijd met
artikel 8 WVW af van dat bij andere Polaris delicten. De strafverhogende werking bij de 8 WVW-delicten
is gebaseerd op de systematiek van vroegere richtlijnen en het schalentarief van artikel 8,
lid2, van de Wegenverkeerswet, volgens hetwelk elke schaal hoger vier extra strafpunten
betekent. Is er sprake van recidive, dan wordt het aantal strafpunten eveneens met
vier verhoogd.
Recidive dient bepaald te worden door te tellen hoe vaak in de 5 jaar voorafgaand
aan de datum waarop het nieuwe feit is gepleegd een soortgelijk delict heeft geleid
tot een onherroepelijke veroordeling danwel strafbeschikking of tot een betaalde transactie.
Het begrip ‘soortgelijk’ heeft zowel betrekking op de aard van het delict als de omvang
er van. Beleidssepots dienen bij de recidivebepaling buiten beschouwing gelaten te
worden.
Aan first offenders en eenmalige recidivisten kan, indien het aantal sanctiepunten
dat toelaat, een transactie worden aangeboden of een strafbeschikking worden uitgevaardigd.
Meermalen recidive is altijd een indicatie voor dagvaarden, ongeacht het aantal sanctiepunten.Bij
ernstige vormen van recidive kan natuurlijk worden afgeweken van de door de Polaris-richtlijnen
aangegeven straf.
Soort factor
Basisfactor
Antwoordmogelijkheden
–
|
Geen recidive
|
0 pt
|
–
|
1 maal
|
4 pt
|
–
|
Meermalen
|
4 pt
|
|
|
+ dagvaarden
|
Uitgangspunt indien onbekend
Geen recidive
Bijzonderheden
Geen
Zie basisdelicten
-
− besturen motorvoertuig op twee of meer wielen onder invloed van alcohol, zoals bedoeld
in art. 8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand
-
− besturen motorvoertuig op twee of meer wielen onder invloed van een stof (niet zijnde
alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan
niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen,
dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht
-
− besturen van een motorvoertuig op twee of meer wielen met een AAG(-equivalent) van
235 µg/l of meer
-
− weigeren ademanalyse, bloedproef of urineproef dan wel achteraf weigeren bloedonderzoek
(motorvoertuig op twee of meer wielen)
-
− als beginnende bestuurder of bestuurder zonder rijbewijs besturen van een motorvoertuig
op twee of meer wielen met een AAG(-equivalent) van 95 µg/l of meer
Basisdelict besturen fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor onder invloed van
alcohol, zoals bedoeld in art. 8, lid 1WVW94, al dan niet in kennelijke staat van
dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand 5.21.03
Beschrijving
Dit basisdelict heeft betrekking op het rijden onder invloed van alcohol, zoals bedoeld
in art. 8, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994. Het voertuig dat wordt bestuurd is daarbij maatgevend voor de basis van de sanctie.
Dit basisdelict heeft betrekking op het besturen van een fiets of een gehandicaptenvoertuig
zonder motor.
Toepasselijk kader
Commuun en verkeer
Basispunten
5 punten
Strafbeschikking
In principe landelijk
Basisfactoren
Rijgedrag (fiets)
–
|
Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag
|
0 pt
|
–
|
Er was sprake van roekeloos of zeer onvoorzichtig verkeersgedrag.
|
4 pt
|
–
|
Verdachte is (mede)schuldig aan een verkeersongeval met voor derden meer dan geringe
materiële schade en/of letsel van enige betekenis. (Er wordt geen aparte strafvervolging
ex art.6 WVW94 ingesteld).
|
4 pt + dagvaarden
|
Recidive bij rijden onder invloed (fiets)
Geen recidive
|
0 pt
|
–
|
1 maal
|
4 pt
|
–
|
Meermalen
|
4 pt + dagvaarden
|
Delictspecifieke factoren
Geen
Wettelijke factoren
Geen
Recidiveregeling
Geen
Draagkracht
Geen
Speciale regelingen
Geen
Bijzonderheden
Geen
Basisdelict besturen fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor onder invloed van
een stof (niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1WVW94, waarvan hij weet
of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie
met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet
tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht. 5.21.06
Beschrijving
Dit basisdelict heeft betrekking op het rijden onder invloed van een stof (niet zijnde
alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994. Het voertuig dat daarbij wordt bestuurd is maatgevend voor de basis van de sanctie.
Dit basisdelict heeft betrekking op het besturen van een fiets of een gehandicaptenvoertuig
zonder motor.
Toepasselijk kader
Commuun en verkeer
Basispunten
5 punten
Strafbeschikking
Indien van toepassing: afhankelijk van beleid van het parket
Basisfactoren
Rijgedrag (fiets)
–
|
Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag
|
0 pt
|
–
|
Er was sprake van roekeloos of zeer onvoorzichtig verkeersgedrag.
|
4 pt
|
–
|
Verdachte is (mede)schuldig aan een verkeersongeval met voor derden meer dan geringe
materiële schade en/of letsel van enige betekenis. (Er wordt geen aparte strafvervolging
ex art.6 WVW94 ingesteld).
|
4 pt
|
|
|
+dagvaarden
|
Mate van niet in staat zijn (fiets).
–
|
Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat
de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was.
|
0 pt
|
–
|
Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat
de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig beïnvloed was.
|
4 pt
|
–
|
Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat
de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was.
|
4 pt
|
–
|
Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat
de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig beïnvloed was.
|
8 pt
|
Recidive bij rijden onder invloed (fiets)
–
|
Geen recidive
|
0 pt
|
–
|
1 maal
|
4 pt
|
–
|
Meermalen
|
4 pt
|
|
|
+dagvaarden
|
Delictspecifieke factoren
Geen
Wettelijke factoren
Geen
Recidiveregeling
Geen
Draagkracht
Geen
Speciale regelingen
Geen
Bijzonderheden
Geen
Toelichting: omdat er een afwijkende versie is gemaakt van de basisfactor rijgedrag
voor de bromfietsers (zie hieronder bij 3.01.57) is achter onderstaande versie het
voertuig opgenomen.
Rijgedrag (fiets) 3.01.58
Beschrijving
In de richtlijn voor het rijden onder invloed, zoals bedoeld in art. 8 lid 1 en 2 WVW94, dient de beoordeling mede te worden verricht op basis van de gevaarzetting. De kans
op ongevallen hangt nauw samen met de hoogte van het AAG/BAG. Naarmate het alcoholgehalte
hoger is, is ook de gevaarzetting groter en komt een hogere straf in aanmerking. Deze
relatie tussen hoeveelheid genuttige alcohol en gevaarzetting is in beginsel verdisconteerd
in het schalensysteem.
Is er naast het alcoholgebruik in concreto echter sprake geweest van roekeloos of
zeer onvoorzichtig rijgedrag of vond er (mede) door toedoen van verdachte een ongeval
plaats met voor derden meer dan geringe materiële schade en/of letsel van enige betekenis
dan dient – indien daarvoor geen aparte vervolging wordt ingesteld – dat als strafverzwarende
omstandigheid te worden aangemerkt en zijn de straffen uit een hogere schaal toepasselijk.
Het begrip ‘meer dan geringe materiële schade’ doelt op schade die omvangrijker is
dan een enkele deuk en/of kras. Met ‘letsel van enige betekenis’ wordt gedoeld op
ernstiger letsel dan oppervlakkige schaafwonden, ontvellingen en snijwondjes, haematomen
en lichte kneuzingen.
Zowel het roekeloos of onvoorzichtig rijden als het medeschuldig zijn aan een verkeersongeval
verhogen het aantal strafpunten met 4. De medeschuld aan een verkeersongeval levert
daarnaast een indicatie op om te dagvaarden. Doen beide factoren zich cumulatief voor
dan dient derhalve voor laatsgenoemde gekozen te worden.
Soort factor
Basisfactor
Antwoordmogelijkheden
–
|
Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag
|
0 pt
|
–
|
Er was sprake van roekeloos of zeer onvoorzichtig verkeersgedrag.
|
4 pt
|
–
|
Verdachte is (mede)schuldig aan een verkeersongeval met voor derden meer dan geringe
materiële schade en/of letsel van enige betekenis. (Er wordt geen aparte strafvervolging
ex art.6 WVW94 ingesteld).
|
4 pt + dagvaarden
|
Uitgangspunt indien onbekend
Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag
Bijzonderheden
Geen
Zie basisdelicten
-
− besturen fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor onder invloed van alcohol, zoals
bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand
-
− besturen fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor onder invloed van een stof (niet
zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan
niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen,
dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht
-
− besturen van fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor met een AAG(-equivalent)
van 235 µg/l of meer
-
− weigeren ademanalyse, bloedproef of urineproef dan wel achteraf weigeren bloedonderzoek
(fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor)
Toelichting: Nieuwe basisfactor Mate van niet in staat zijn (fiets)
Mate van niet in staat zijn (fiets). 3.01.55
Beschrijving
In de richtlijn voor het rijden onder invloed, zoals bedoeld in art. 8 lid 1 WVW94, dient bij verkeersdeelnemers de beoordeling mede te worden verricht op basis van
de mate van niet in staat zijn het voertuig naar behoren te besturen. Deze wordt hier
beoordeeld aan de hand van de conclusie van het NFI na onderzoek van bij de verdachte
afgenomen bloed of urine. Wordt een eerste vermoeden van niet in staat zijn bevestigd
door bepaalde gedragingen van de verkeersdeelnemer, zoals bijvoorbeeld waggelende
gang, onhandige motoriek, moeizame articulatie, dan versterkt dat de conclusie van
"niet in staat zijn".
Soort factor
Basisfactor
Antwoordmogelijkheden
–
|
Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat
de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was
|
0 pt
|
–
|
Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat
de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig beïnvloed was
|
4 pt
|
–
|
Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen. en de NFI conclusie dat
de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was.
|
4 pt
|
–
|
Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat
de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig beïnvloed was
|
8 pt
|
Uitgangspunt indien onbekend
Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat
de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was
Bijzonderheden
Geen
Zie basisdelicten
-
− besturen fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor onder invloed van een stof (niet
zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan
niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen,
dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht.
Toelichting: omdat er een afwijkende versie is gemaakt van de basisfactor recidive
voor de bromfietsers (zie hieronder bij 3.01.60) is achter onderstaande versie het
voertuig opgenomen.
Recidive bij rijden onder invloed (fiets) 3.01.61
Beschrijving
De invloed van recidive op het aantal strafpunten wijkt bij handelen in strijd met
artikel 8 WVW af van dat bij andere Polaris delicten. De strafverhogende werking bij de 8 WVW-delicten
is gebaseerd op de systematiek van vroegere richtlijnen en het schalentarief van artikel 8,
lid 2, van de Wegenverkeerswet, volgens hetwelk elke schaal hoger vier extra strafpunten
betekent. Is er sprake van recidive, dan wordt het aantal strafpunten eveneens met
vier verhoogd.
Recidive dient bepaald te worden door te tellen hoe vaak in de 5 jaar voorafgaand
aan de datum waarop het nieuwe feit is gepleegd een soortgelijk delict heeft geleid
tot een onherroepelijke veroordeling danwel strafbeschikking of tot een betaalde transactie.
Het begrip ‘soortgelijk’ heeft zowel betrekking op de aard van het delict als de omvang
er van. Beleidssepots dienen bij de recidivebepaling buiten beschouwing gelaten te
worden.
Aan first offenders en eenmalige recidivisten kan, indien het aantal sanctiepunten
dat toelaat, een transactie worden aangeboden of een strafbeschikking worden uitgevaardigd.
Meermalen recidive is altijd een indicatie voor dagvaarden, ongeacht het aantal sanctiepunten.Bij
ernstige vormen van recidive kan natuurlijk worden afgeweken van de door de Polaris-richtlijnen
aangegeven straf.
Soort factor
Basisfactor
Antwoordmogelijkheden
–
|
Geen recidive
|
0 pt
|
–
|
1 maal
|
4 pt
|
–
|
Meermalen
|
4 pt + dagvaarden
|
Uitgangspunt indien onbekend
Geen recidive
Bijzonderheden
Geen
Zie basisdelicten
-
− besturen fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor onder invloed van alcohol, zoals
bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand
-
− besturen fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor onder invloed van een stof (niet
zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan
niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen,
dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht
-
− besturen van fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor met een AAG(-equivalent)
van 235 µg/l of meer
-
− weigeren ademanalyse, bloedproef of urineproef dan wel achteraf weigeren bloedonderzoek
(fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor)
Toelichting: Aan de richtlijn zijn twee basisdelicten met betrekking tot bromfietsers
toegevoegd.
Basisdelict besturen bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets c.q. brommobiel of
gehandicaptenvoertuig met motor onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art. 8,
lid 1 WVW 94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te
stellen toestand 5.21.02
Beschrijving
Dit basisdelict heeft betrekking op het rijden onder invloed van alcohol, zoals bedoeld
in art. 8, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994. Het voertuig dat wordt bestuurd is daarbij maatgevend voor de basis van de sanctie.
Dit basisdelict heeft betrekking op het besturen van een bromfiets, waaronder begrepen
een snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig met motor.
Toepasselijk kader
Commuun en verkeer
Basispunten
17 punten
Strafbeschikking
In principe landelijk
Basisfactoren
Rijgedrag (bromfiets)
Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag
|
0 pt
|
–
|
Er was sprake van roekeloos of zeer onvoorzichtig verkeersgedrag.
|
3 pt
|
–
|
Verdachte is (mede)schuldig aan een verkeersongeval met voor derden meer dan geringe
materiële schade en/of letsel van enige betekenis. (Er wordt geen aparte strafvervolging
ex art.6 WVW94 ingesteld).
|
3 pt
|
|
|
+dagvaarden
|
Is er sprake van kennelijke staat van dronkenschap of een daaraan gelijk te stellen
toestand
–
|
Er is geen sprake van kennelijke staat van dronkenschap of een daarmee gelijk te stellen
toestand
|
0 pt
|
–
|
Er is sprake van kennelijke staat van dronkenschap of een daarmee gelijk te stellen
toestand
|
3 pt
|
Recidive bij rijden onder invloed (bromfiets)
Geen recidive
|
0 pt
|
–
|
1 maal
|
3 pt
|
–
|
Meermalen
|
3 pt
|
|
|
+dagvaarden
|
Delictspecifieke factoren
Geen
Wettelijke factoren
Geen
Recidiveregeling
Geen
Draagkracht
Geen
Speciale regelingen
Bijzonderheden
Geen
Basisdelict besturen bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets c.q. brommobiel of
gehandicaptenvoertuig met motor onder invloed van een stof (niet zijnde alcohol),
zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten,
dat het gebruik daarvan – al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere
stof – de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in
staat moet worden geacht. 5.21.05
Beschrijving
Dit basisdelict heeft betrekking op het rijden onder invloed van een stof(niet zijnde
alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994. Het voertuig dat wordt bestuurd is daarbij maatgevend voor de basis van de sanctie.
Dit basisdelict heeft betrekking op het besturen van een bromfiets, waaronder begrepen
een snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig met motor.
Toepasselijk kader
Commuun en verkeer
Basispunten
17 punten
Strafbeschikking
Indien van toepassing: afhankelijk van beleid van het parket
Basisfactoren
Rijgedrag (bromfiets)
–
|
Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag
|
0 pt
|
–
|
Er was sprake van roekeloos of zeer onvoorzichtig verkeersgedrag.
|
3 pt
|
–
|
Verdachte is (mede)schuldig aan een verkeersongeval met voor derden meer dan geringe
materiële schade en/of letsel van enige betekenis. (Er wordt geen aparte strafvervolging
ex art.6 WVW94 ingesteld).
|
3 pt
|
|
|
+dagvaarden
|
Mate van niet in staat zijn (bromfiets)
Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen, en de NFI conclusie
dat de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was
|
0 pt
|
|
|
Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat
de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig beïnvloed was.
|
3 pt
|
|
|
Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat
de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was.
|
3 pt
|
|
|
Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat
de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig is beïnvloed.
|
6 pt
|
Recidive bij rijden onder invloed (bromfiets)
Geen recidive
|
0 pt
|
–
|
1 maal
|
3 pt
|
–
|
Meermalen
|
3 pt
|
|
|
+dagvaarden
|
Delictspecifieke factoren
Geen
Wettelijke factoren
Geen
Recidiveregeling
Geen
Draagkracht
Geen
Speciale regelingen
Bijzonderheden
Geen
Toelichting: Aan deze richtlijn zijn afwijkende basisfactoren voor de bromfietser
bij 8.1 (en 8.2) WVW toegevoegd.
Rijgedrag (bromfiets) 3.01.57
Beschrijving
In de richtlijn voor het rijden onder invloed, zoals bedoeld in art. 8 lid 1 en 2 WVW94, dient de beoordeling mede te worden verricht op basis van de gevaarzetting. De kans
op ongevallen hangt nauw samen met de hoogte van het AAG/BAG. Naarmate het alcoholgehalte
hoger is, is ook de gevaarzetting groter en komt een hogere straf in aanmerking. Deze
relatie tussen hoeveelheid genuttigde alcohol en gevaarzetting is in beginsel verdisconteerd
in het schalensysteem.
Is er naast het alcoholgebruik in concreto echter sprake geweest van roekeloos of
zeer onvoorzichtig rijgedrag of vond er (mede) door toedoen van verdachte een ongeval
plaats met voor derden meer dan geringe materiële schade en/of letsel van enige betekenis
dan dient – indien daarvoor geen aparte vervolging wordt ingesteld – dat als strafverzwarende
omstandigheid te worden aangemerkt en zijn de straffen uit een hogere schaal toepasselijk.
Het begrip ‘meer dan geringe materiële schade’ doelt op schade die omvangrijker is
dan een enkele deuk en/of kras. Met ‘letsel van enige betekenis’ wordt gedoeld op
ernstiger letsel dan oppervlakkige schaafwonden, ontvellingen en snijwondjes, haematomen
en lichte kneuzingen.
Zowel het roekeloos of onvoorzichtig rijden als het medeschuldig zijn aan een verkeersongeval
verhogen het aantal strafpunten met 3. De medeschuld aan een verkeersongeval levert
daarnaast een indicatie op om te dagvaarden op. Doen beide factoren zich cumulatief
voor dan dient derhalve voor laatstgenoemde gekozen te worden.
Soort factor
Basisfactor
Antwoordmogelijkheden
–
|
Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag
|
0 pt
|
–
|
Er was sprake van roekeloos of zeer onvoorzichtig verkeersgedrag.
|
3 pt
|
–
|
Verdachte is (mede)schuldig aan een verkeersongeval met voor derden meer dan geringe
materiële schade en/of letsel van enige betekenis. (Er wordt geen aparte strafvervolging
ex art.6 WVW94 ingesteld).
|
3 pt
|
|
|
+dagvaarden
|
Uitgangspunt indien onbekend
Er is geen sprake van strafverzwarend rijgedrag
Bijzonderheden
Geen
Zie basisdelicten
-
− besturen bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig
met motor onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art.8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand
-
− besturen van een bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig
met motor onder invloed van een stof(niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art.8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan
niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen,
dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht.
-
− besturen van een bromfiets (waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel) of
een gehandicaptenvoertuig met motor met een AAG(-equivalent) van 235 µg/l of meer
-
− als beginnende bestuurder of bestuurder zonder rijbewijs besturen van een bromfiets
(waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel) met een AAG(-equivalent) van
95 µg/l of meer
-
− weigeren ademanalyse, bloedproef of urineproef dan wel achteraf weigeren bloedonderzoek
(bromfiets, snorfiets, brommobiel of gehandicaptenvoertuig met motor)
Is er sprake van kennelijke staat van dronkenschap of een daaraan gelijk te stellen
toestand 3.01.41
Beschrijving
De strafmaat voor het niet in staat zijn naar behoren een bromfiets, waaronder begrepen
een snorfiets c.q. brommobiel of gemotoriseerd gehandicaptenvoertuig te besturen komen
overeen met die van de bij de richtlijn 8 lid 2 WVW94 behorende schaal V. Is er echter
sprake van kennelijke dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand, dan dienen
de straffen van schaal VI als uitgangspunt genomen te worden.
Soort factor
Basisfactor
Antwoordmogelijkheden
–
|
Er is geen sprake van kennelijke staat van dronkenschap of een daarmee gelijk te stellen
toestand
|
0 pt
|
–
|
Er is sprake van kennelijke staat van dronkenschap of een daarmee gelijk te stellen
toestand
|
3 pt
|
Uitgangspunt indien onbekend
Er is geen sprake van kennelijke staat van dronkenschap of een daarmee gelijk te stellen
toestand
Bijzonderheden
Geen
Zie basisdelicten
-
− besturen bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig
met motor onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art.8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand
Recidive bij rijden onder invloed (bromfiets) 3.01.60
Beschrijving
De invloed van recidive op het aantal strafpunten wijkt bij handelen in strijd met
artikel 8 WVW af van dat bij andere Polaris delicten. De strafverhogende werking bij de 8 WVW-delicten
is gebaseerd op de systematiek van vroegere richtlijnen en het schalentarief van artikel 8,
lid2, van de Wegenverkeerswet, volgens hetwelk elke schaal hoger vier extra strafpunten
betekent. Is er sprake van recidive, dan wordt het aantal strafpunten eveneens met
vier verhoogd.
Recidive dient bepaald te worden door te tellen hoe vaak in de 5 jaar voorafgaand
aan de datum waarop het nieuwe feit is gepleegd een soortgelijk delict heeft geleid
tot een onherroepelijke veroordeling danwel strafbeschikking of tot een betaalde transactie.
Het begrip ‘soortgelijk’ heeft zowel betrekking op de aard van het delict als de omvang
er van. Beleidssepots dienen bij de recidivebepaling buiten beschouwing gelaten te
worden.
Aan first offenders en eenmalige recidivisten kan, indien het aantal sanctiepunten
dat toelaat, een transactie worden aangeboden of een strafbeschikking worden uitgevaardigd.
Meermalen recidive is altijd een indicatie voor dagvaarden, ongeacht het aantal sanctiepunten.
Bij ernstige vormen van recidive kan natuurlijk worden afgeweken van de door de Polaris-richtlijnen
aangegeven straf.
Soort factor
Basisfactor
Antwoordmogelijkheden
–
|
Geen recidive
|
0 pt
|
–
|
1 maal
|
3 pt
|
–
|
Meermalen
|
3 pt
|
|
|
+dagvaarden
|
Uitgangspunt indien onbekend
Geen recidive
Bijzonderheden
Geen
Zie basisdelicten
-
− Besturen bromfiets, waaronder begrepen snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig
met motor onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art.8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand
-
– Besturen van een bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig
met motor onder invloed van een stof (niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan
niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen,
dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht.
-
− Besturen van een bromfiets (waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel) of
een gehandicaptenvoertuig met motor met een AAG(-equivalent) van 235 µg/l of meer
-
− Als beginnende bestuurder of bestuurder zonder rijbewijs besturen van een bromfiets
(waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel) met een AAG(-equivalent) van
95 µg/l of meer
-
− Weigeren ademanalyse, bloedproef of urineproef dan wel achteraf weigeren bloedonderzoek
(bromfiets, snorfiets, brommobiel of gehandicaptenvoertuig met motor)
Toelichting: Aan de richtlijn is een nieuwe basisfactor: Mate van niet in staat zijn
bromfiets toegevoegd.
Mate van niet in staat zijn (bromfiets) 3.01.54
Beschrijving
In de richtlijn voor het rijden onder invloed, zoals bedoeld in art. 8 lid 1 WVW94, dient bij gemotoriseerde verkeersdeelnemers de beoordeling mede te worden verricht
op basis van de mate van niet in staat zijn het voertuig naar behoren te besturen.
Deze wordt hier beoordeeld aan de hand van de conclusie van het NFI na onderzoek van
bij de verdachte afgenomen bloed of urine. Wordt een eerste vermoeden van niet in
staat zijn bevestigd door bepaalde gedragingen van de verkeersdeelnemer, zoals bijvoorbeeld
waggelende gang, onhandige motoriek, moeizame articulatie, dan versterkt dat de conclusie
van ‘niet in staat zijn’.
Soort factor
Basisfactor
Antwoordmogelijkheden
Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat
de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was
|
0 pt
|
Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat
de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig beïnvloed was
|
3 pt
|
Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen
|
|
en de NFI conclusie dat de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was
|
3 pt
|
Er is sprake van meervoudig gebruik van drugs of medicijnen en de NFI conclusie dat
de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig beïnvloed was
|
6 pt
|
Uitgangspunt indien onbekend
Er is sprake van enkelvoudig gebruik van drugs of medicijnen en NFI conclusie dat
de rijvaardigheid mogelijk nadelig beïnvloed was
Bijzonderheden
Geen
Zie basisdelicten
-
– Besturen bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets, c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig
met motor onder invloed van een stof (niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art. 8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan
niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen,
dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht.
Toelichting: De bestaande OBM-regeling rijden onder invloed bromfietsers is vervangen
door de onderstaande regeling.
OBM regeling rijden onder invloed bromfietsen 4.01.02
Beschrijving
Binnen de verkeersrichtlijnen is de ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen
van motorrijtuigen één van de mogelijke onderdelen van de eis ter terechtzitting of
de strafbeschikking. Onderstaande regeling is van toepassing in geval van delicten
die relatie hebben met ‘rijden onder invloed’ met een bromfiets, snorfiets of een
gehandicaptenvoertuig met motor. In dat geval dient – afhankelijk van de ernst van
het delict – naast een geldboete ook een onvoorwaardelijke ontzegging te worden geëist
of in een strafbeschikking opgelegd. De hoogte van elk van deze sancties kan worden
afgelezen uit onderstaande tabel, die gerelateerd is aan het bij artikel 8, tweede lid, van de WVW 1994 behorende schalentarief. Voor het besturen onder invloed van andere motorrijtuigen
dan de hiergenoemde en voor het delict ‘verlaten plaats ongeval’ bestaan aparte ontzeggingsregelingen.
Uitwerking
Indien deze OBM regeling van toepassing is, gelden in afwijking van andere Polaris-regels,
de onderstaande sancties als uitgangspunt voor de strafmaat. Indien de sanctie uitsluitend
een geldbedrag betreft, dient (indien niet op andere gronden dagvaarden is geïndiceerd)
een transactie te worden aangeboden of een strafbeschikking inhoudende een geldboete
te worden uitgevaardigd.
Schaal I:
|
5 strafpunten
|
€ 140
|
Schaal II:
|
8 strafpunten
|
€ 230, indien sprake van meermalen recidive € 230 en 4 mnd OBM ov
|
Schaal III:
|
11 strafpunten
|
€ 310, indien sprake van meermalen recidive € 310 en 4 mnd OBM ov
|
Schaal IV:
|
14 strafpunten
|
€ 400 en 4 mnd OBM ov
|
Schaal V:
|
17 strafpunten
|
€ 490 en 5 mnd OBM ov
|
Schaal VI:
|
20 strafpunten
|
€ 550 en 6 mnd OBM ov
|
Schaal VII
|
23 strafpunten
|
€ 650 en 7 mnd OBM ov
|
Schaal VIII
|
26 strafpunten
|
€ 750 en 8 mnd OBM ov
|
Extra schaal:
|
29 strafpunten
|
€ 800 en 9 mnd OBM ov
|
Extra schaal:
|
32 strafpunten
|
€ 900 en 10 mnd OBM
|
Gebruikte afkortingen:
OBM: ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen – ov: onvoorwaardelijk(e veroordeling) – mnd: maanden.
De regels van het afnemend strafnut zijn niet van toepassing op de OBM. Als OBM geïndiceerd
is, zal het aantal strafpunten dat de duur van die OBM aangeeft meteen het aantal
sanctiepunten voor de OBM zijn.
Factoren
Geen
Zie basisdelicten
-
− besturen bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig
met motor onder invloed van alcohol, zoals bedoeld in art 8, lid 1 WVW94, al dan niet in kennelijke staat van dronkenschap of daarmee gelijk te stellen toestand
-
− besturen van een bromfiets, waaronder begrepen een snorfiets c.q. brommobiel of gehandicaptenvoertuig
met motor onder invloed van een stof (niet zijnde alcohol), zoals bedoeld in art.8, lid 1 WVW94, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan – al dan
niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kan verminderen,
dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht
-
− besturen van een bromfiets (waaronder begrepen een snorfiets en een brommobiel) of
een gehandicaptenvoertuig met motor met een AAG(-equivalent) van 235 µg/l of meer
-
− weigeren ademanalyse, bloedproef of urineproef dan wel achteraf weigeren bloedonderzoek
(bromfiets, snorfiets of gehandicaptenvoertuig met motor)