Artikel 1. Definities
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
-
activiteitenplan: het plan van de aanvrager tot uitvoering van een met elkaar samenhangend geheel van
filmactiviteiten niet zijnde een filmproductie;
-
afwerking: het voor bioscoopvertoning gereed maken van een filmproductie na voltooiing van de
werkkopie;
-
animatie: een filmproductie die een kunstmatige filmtechniek hanteert waarbij door het na elkaar
afspelen van verschillende stilstaande beelden de illusie van beweging ontstaat;
-
arthouse film: een speelfilm waarbij de nadruk op de artistieke potentie ligt en het eindresultaat
van een dusdanig bijzondere kwaliteit zal zijn dat de filmproductie nationaal en/of
internationaal goed ontvangen zal worden;
-
begroting: de gedetailleerde financiële onderbouwing van de kosten van een filmproductie of
filmactiviteit;
-
bestuur: het bestuur van het Fonds;
-
bioscoopuitbreng: de landelijke distributie van een filmproductie, die na de première minimaal drie
weken gelijktijdig in drie of meer bioscopen of filmtheaters met een dagelijkse vertoning
voor een betalend publiek in Nederland wordt uitgebracht;
-
categorie: een soort filmproductie;
-
coproductie: een filmproductie, waaraan twee of meer coproducenten risicodragend, op basis van
een door alle partijen goedgekeurd filmplan en/of scenario een inhoudelijke en financiële
bijdrage leveren;
-
documentaire: een non-fictie filmproductie geschikt voor bioscoopvertoning die een aspect van de
werkelijkheid belicht waarbij de eigen visie van de regisseur wordt vormgegeven met
creatieve gebruikmaking van filmische middelen in een persoonlijke stijl;
-
experimentele film: een filmproductie die naar het oordeel van het bestuur van het Fonds onderzoekend
en/of grensverleggend is dan wel projecten met een duidelijk aanwijsbaar filmische
component waarin het visueel verhalende en de inzet van nieuwe mediatoepassingen (E-cultuur)
samenkomen;
-
financieel & productioneel protocol: waarin specifieke financiële en productionele
-
protocol: vereisten die het Fonds aan filmproducties en filmactiviteiten stelt, zijn opgenomen;
-
filmactiviteit: activiteiten op het gebied van film, concreet in de tijd afgebakend, die niet als
filmproductie kunnen worden aangemerkt;
-
filmplan: het plan van de aanvrager tot uitvoering van een met elkaar samenhangend geheel van
activiteiten dat bestaat uit het financieren, voortbrengen en (doen) exploiteren van
een filmproductie;
-
filmproductie: een cinematografisch werk;
-
het Fonds: Stichting Nederlands Fonds voor de Film;
-
mainstream film: een speelfilm waarbij de nadruk ligt op de publiekspotentie, dat wil zeggen de grootte
van het publieksbereik in samenhang met de beoogde commerciële resultaten;
-
marktpartijen: partijen wier reguliere professionele activiteiten zijn gericht op het distribueren
en exploiteren van filmproducties, in de ruimste zin des woords, ofwel partijen die
risicodragende investeringen doen;
-
minoritaire coproductie: een in de Nederlandse bioscoop en/of filmtheaters uit te brengen (internationale)
filmproductie, waarvoor de Nederlandse producent in beperkte mate beslissingsbevoegd
en verantwoordelijk is en waarvoor deze ook minder dan vijftig procent van de financiering
van de filmproductie bijeen heeft gebracht;
-
ontwikkeling: alle werkzaamheden verbonden aan de ontwikkeling van een filmproductie tot aan de
productie ervan;
-
producent: de natuurlijke persoon die de productiemaatschappij rechtsgeldig vertegenwoordigt
en binnen de organisatie van de productiemaatschappij beleidsmatig, bedrijfsmatig
en inhoudelijk eindverantwoordelijk is;
-
productiekosten: de kosten gemoeid met de realisering van een filmproductie;
-
realisering: alle werkzaamheden na de fase van ontwikkeling die verbonden zijn aan het tot stand
brengen en voor vertoning gereed maken van een filmproductie die bestemd is voor bioscoopuitbreng
in Nederland;
-
regisseur: een natuurlijk persoon die de artistieke regie voert over de uitvoering van een filmproductie;
-
scenario: een beschrijving van opeenvolging van scènes en geschreven tekst met dialoog geschikt
om te verfilmen tot een filmproductie;
-
scenarist: de schrijver van een synopsis, treatment of scenario;
-
speelfilm: een filmproductie in het genre fictie met een vertoningduur van tenminste 60 minuten,
dieprimair bestemd is voor bioscoopuitbreng;
-
storyboard: een opeenvolging van op papier uitgewerkte shots van scènes uit een scenario bestaande
uit tekeningen aangevuld met uitgeschreven informatie zoals de personages, het perspectief
en een korte beschrijving en de duur van elk shot;
-
synopsis: een korte omschrijving van het verhaal en de belangrijkste personages van het te
schrijven scenario;
-
treatment: een per scène of cluster van scènes, geconcentreerd geschreven weergave van het te
schrijven scenario, zonder dialogen;
-
uitvoeringsovereenkomst: de overeenkomst tussen het Fonds en de subsidieontvanger ter uitvoering van het besluit
tot verlening van een subsidie.