Regeling vervoerbare drukapparatuur 2011

Geraadpleegd op 30-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 27-01-2017 en zichtdatum 27-01-2017.
Geldend van 30-06-2011 t/m heden

Regeling ter implementatie van richtlijn 2010/35/EU betreffende vervoerbare drukapparatuur (Regeling vervoerbare drukapparatuur 2011)

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op richtlijn nr. 2010/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2010 betreffende vervoerbare drukapparatuur en houdende intrekking van richtlijnen 76/767/EEG, 84/525/EEG, 84/526/EEG, 84/527/EEG en 1999/36/EG van de Raad (PbEU 2010, L 165), artikel 10a van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en artikel 2 van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen;

Besluit:

§ 1. Algemeen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2

Deze regeling is niet van toepassing op vervoerbare drukapparatuur als bedoeld in artikel 1, derde en vierde lid, van richtlijn 2010/35/EU.

Artikel 3

  • 1 Het is verboden vervoerbare drukapparatuur in de handel te brengen, op de markt aan te bieden, ter beschikking te stellen of te gebruiken indien deze niet voldoet aan de in deze regeling gestelde voorschriften.

  • 2 Het is verboden om de pi-markering aan te brengen in strijd met artikel 14, eerste en tweede lid, van richtlijn 2010/35/EU.

  • 3 Het is verboden om merktekens, tekens of opschriften op vervoerbare drukapparatuur aan te brengen in strijd met artikel 14, vijfde lid, van richtlijn 2010/35/EU.

§ 2. Verplichtingen marktdeelnemers

Artikel 5

  • 1 De fabrikant die een gemachtigde aanstelt, voldoet aan en zorgt dat wordt voldaan aan artikel 5 van richtlijn 2010/35/EU.

  • 2 De gemachtigde, bedoeld in het eerste lid, voldoet aan de artikelen 5, tweede en vierde lid, en 11 van richtlijn 2010/35/EU.

Artikel 6

De importeur voldoet aan de artikelen 6 en 11 van richtlijn 2010/35/EU en in de gevallen, bedoeld in artikel 10 van richtlijn 2010/35/EU, aan artikel 4 van die richtlijn.

Artikel 7

De distributeur voldoet aan de artikelen 7 en 11 van richtlijn 2010/35/EU en in de gevallen, bedoeld in artikel 10 van richtlijn 2010/35/EU, aan artikel 4 van die richtlijn.

Artikel 8

  • 1 De eigenaar voldoet aan de artikelen 8, eerste tot en met derde lid, en 11 van richtlijn 2010/35/EU.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op particulieren die vervoerbare drukapparatuur voor persoonlijke of huishoudelijke doeleinden of voor hun vrijetijds- of sportactiviteiten willen gebruiken of reeds gebruiken.

§ 3. Conformiteit en de beoordeling daarvan

Artikel 10

  • 1 Vervoerbare drukapparatuur als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel a en als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, van richtlijn 2010/35/EU, voldoet aan artikel 12, eerste lid, respectievelijk tweede lid, van die richtlijn.

  • 2 Met de certificaten en verslagen als bedoeld in artikel 12, derde lid, van richtlijn 2010/35/EU die door een hier te lande gevestigde aangemelde instantie zijn afgegeven, worden gelijkgesteld de certificaten en verslagen die zijn afgegeven door een in een andere lidstaat van de Europese Unie gevestigde aangemelde instantie.

  • 3 Voor afneembare onderdelen van navulbare vervoerbare drukapparatuur kan een afzonderlijke conformiteitsbeoordeling worden uitgevoerd.

Artikel 11

De hernieuwde conformiteitsbeoordeling van vervoerbare drukapparatuur als bedoeld in artikel 13 van richtlijn 2010/35/EU wordt uitgevoerd, respectievelijk de pi-markering wordt aangebracht, overeenkomstig bijlage III van die richtlijn.

§ 4. Aangemelde instanties en markttoezicht

Artikel 12

  • 1 De Minister verleent voor het verrichten van activiteiten als bedoeld in artikel 21, tweede lid, onderdeel a, van richtlijn 2010/35/EU uitsluitend een erkenning aan een instantie die voldoet aan artikel 13.

  • 2 De instantie die met toepassing van het eerste lid wenst te worden erkend en aangemeld, dient bij de Minister een aanvraag in die voldoet aan artikel 21, tweede lid, van richtlijn 2010/35/EU.

  • 3 De Minister meldt de op grond van het eerste lid erkende instantie aan bij de Europese Commissie en de andere lidstaten overeenkomstig artikel 22, eerste tot en met derde lid en zesde lid van richtlijn 2010/35/EU en verricht de taken als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van die richtlijn.

  • 4 Bij de uitoefening van zijn taken als aanmeldende autoriteit voldoet de Minister aan de artikelen 24 en 26, derde lid, tweede volzin, van richtlijn 2010/35/EU.

Artikel 13

De aangemelde instantie voldoet of zorgt dat wordt voldaan aan de artikelen 20, 22, vierde lid, 26, eerste en tweede lid, en 27 van richtlijn 2010/35/EU.

Artikel 14

Indien er sprake is van markttoezicht handelen de in artikel 34 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen bedoelde ambtenaren en de marktdeelnemers overeenkomstig de artikelen 30, 31, tweede lid, 32 en 33 van richtlijn 2010/35/EU.

§ 5. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 16

  • 1 Certificaten van de EEG-modelgoedkeuringen en EG-ontwerponderzoek als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van richtlijn 2010/35/EU, worden gelijkgesteld met de goedkeuringscertificaten waarnaar in de bijlagen bij richtlijn 2008/68/EG wordt verwezen en zijn onderworpen aan de bepalingen in die bijlagen inzake de in de tijd beperkte erkenning van goedkeuringen.

  • 2 Kranen en toebehoren als bedoeld in artikel 40, tweede lid, van richtlijn 2010/35/EU mogen nog worden gebruikt.

Artikel 17

  • 1 Een aanvraag als bedoeld in artikel 12, tweede lid, kan tot en met 31 december 2011 worden ingediend zonder overlegging van een bewijs van accreditatie als bedoeld in artikel 21, tweede lid, onderdeel d, van richtlijn 2010/35/EU.

  • 2 In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, kan de erkenning als bedoeld in artikel 12, eerste lid, slechts worden verleend uiterlijk tot en met 31 december 2011.

  • 3 Deze regeling is tot en met 30 juni 2013 niet van toepassing op drukrecipiënten, hun kranen en ander toebehoren die worden gebruikt voor het vervoer van de in artikel 42, vierde lid, van richtlijn 2010/35/EU genoemde VN nummers.

Artikel 18

Een wijziging van richtlijn 2010/35/EU gaat voor de toepassing van deze regeling gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Artikel 20

Deze regeling treedt in werking met ingang van 30 juni 2011. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 29 juni 2011, treedt zij in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus