Op 1 januari 2007 is het Besluit instelling Kustwacht (verder te noemen BiK) van 17 november 2006, Stcr. Nr. 229 d.d. 23 november 2006,
in werking getreden. Omdat dit besluit geen duidelijke taakverdeling voor het OM bevat,
hetgeen in de praktijk als een gemis wordt ervaren, is besloten om de vervallen Aanwijzing
opsporing en vervolging van strafbare feiten op de Noordzee nieuw leven in te blazen.
De handhavingsactiviteiten worden uitgevoerd door de Kustwacht Nederland(verder te noemen de Kustwacht) en gecoördineerd door de Permanente Kontaktgroep Handhaving
Noordzee (verder te noemen PKHN). De binnen de kustwacht werkzame opsporingsambtenaren
– zowel algemene als buitengewone of bijzondere opsporingsambtenaren – worden Koa’s
genoemd.
Het werkgebied van de Kustwacht omvat (artikel 6 BiK):
-
a. de territoriale zee en de Exclusieve Economische Zone (EEZ);
-
b. de Waddenzee, het IJsselmeer inclusief de randmeren, en de Zuid-Hollandse en Zeeuwse
stromen, voor wat betreft opsporing en redding;
-
c. het vlucht infornatiegebied (Flight Information Region/FIR) Amsterdam, voor wat betreft
de aéronautische opsporing en redding.
Ter nakoming van internationale afspraken kan het werkgebied van de Kustwacht verder
uitgebreid worden.
De Kustwacht voert dienstverlenende, toezichthoudende en opsporingstaken uit. Het
Kustwachtcentrum (hierna KWC) is gevestigd in Den Helder. Bij de Kustwacht werken
een aantal diensten van verschillende ministeries samen. De instelling en besturing
van de Kustwacht is geregeld in het BiK. De Kustwacht wordt beleidsmatig aangestuurd door de PKHN ten aanzien van de algemene
handhaving, milieu, verkeer/veiligheid en visserij. Voorts heeft de PKHN tot taak
het ontwikkelen, vaststellen en evalueren van het maritieme handhavingsbeleid.
Het voorzitterschap PKHN is belegd bij het Openbaar Ministerie, in de persoon van
de officier van justitie Noordzeevan het Functioneel Parket (hierna de Noordzeeofficier van het FP). De voorzitter
PKHN heeft regelmatig een driehoeksoverleg met de directeur Kustwacht en de hoofdingenieur-directeur
van de Dienst Noordzee van het ministerie van Rijkswaterstaat, het zogenaamde Kustwachtdriemanschap
(hierna KW3). Het KW3 fungeert als dagelijks bestuur en beheert de activiteiten en
begroting van de Kustwacht Nederland. De voorzitter PKHN is tevens gedelegeerd opdrachtgever namens de Raad voor de Kustwacht
voor de gehele handhaving in kustwachtverband.
Het Besluit is de formele uitwerking van het Kabinetsbesluitover de omvorming van het oude samenwerkingsverband Kustwacht tot een Kustwacht Nederland
‘nieuwe stijl’. De omvorming werd door het Kabinet nodig geacht om de taken, bevoegdheden
van de Kustwacht helder te beleggen en belangenafwegingen omtrent de kustwachttaken
transparant en integraal plaats te laten vinden. Het Kabinet verwacht op deze wijze
belangrijke voorwaarden geschapen te hebben voor een effectief en efficiënt overheidsoptreden
door de Kustwacht.
Het Martitiem Informatie Knooppunt (MIK) bij het Kustwachtcentrum in Den Helder is in het kader van de realisering van het
Veiligheidsconcept Noordzee (VCN) ingericht. Het eindrapport VCN is op 26 januari
2010 door de Raad voor de Kustwacht vastgesteld.
Het VCN is gebaseerd op en heeft verbindingen met de navolgende anker- en uitgangspunten
in bestaand beleid, te weten: Strategie Nationale Veiligheid (Kabinet 2007), Nationaal
Intelligence Model (NIM) en Informatie Gestuurd Werken (Politie en KMAR), Nationaal
Dreigingsbeeld (NDB, Ned. Politie), positie Kustwacht Nederland ‘nieuwe stijl’ (Besluit Instelling Kustwacht / BiK), aansluiting bij bestaande initiatieven, departementale verantwoordelijkheid,
vermindering toezicht- en handhavingslast, effectieve inzet capaciteit en internationale
ontwikkelingen. Aan de hand van deze punten zijn de voorwaarden bepaald, waaraan de
werkmethoden binnen het MIK moeten voldoen.
De doelen van het MIK zijn:
-
– structureel de risico’s op het gebied van veiligheid voor de Noordzee in kaart brengen;
-
– informatie leveren voor de uitvoering van activiteiten uit het Handhavingsplan Noordzee;
-
– informatie over de veiligheid op de Noordzee analyseren en veredelen;
-
– aansluiten bij reeds bestaande initiatieven in zowel binnen- als buitenland.
Het gezag over het MIK, ten aanzien van strafrechtelijk optreden, is belegd bij de
Noordzeeofficier van justitie.