Besluit kostenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw

Geraadpleegd op 30-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2013 en zichtdatum 01-01-2013.
Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2014

Besluit van 22 augustus 2011, houdende regels met betrekking tot verevening van kosten verbonden aan het overschrijden van de vastgestelde hoeveelheid CO2-emissies voor de glastuinbouw (Besluit kostenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 20 januari 2011, nr. BJZ2011034896, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

Gelet op de artikelen 15.52 en 15.53, eerste, tweede en derde lid, van de Wet milieubeheer en artikel 2.22, derde lid, onderdeel e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 24 februari 2011, nr. W14.11.0015/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 15 augustus 2011, nr. IENM/BSK-2011/107484, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 2

Artikel 15.52 van de wet is van toepassing op inrichtingen als bedoeld in artikel 15.51, eerste lid, van de wet, die in het kalenderjaar, waarop de vergoeding, bedoeld in artikel 3 betrekking heeft, 305 ton CO2 of meer emitteren.

Artikel 3

De hoogte van de door een inrichting als bedoeld in artikel 2 verschuldigde vergoeding is de uitkomst van de formule:

Bijlage 249346.png

waarin voorstelt:

V: de door de inrichting verschuldigde vergoeding;

Et: de door de inrichtingen, bedoeld in artikel 15.51 van de wet, in het kalenderjaar gezamenlijk geëmitteerde hoeveelheid CO2 uitgedrukt in tonnen;

Er: de door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie vastgestelde hoeveelheid emissies, bedoeld in artikel 15.51 van de wet, uitgedrukt in tonnen;

P: het bedrag in euro per ton geëmitteerde CO2;

Eb: de door de inrichting in het kalenderjaar geëmitteerde hoeveelheid CO2 uitgedrukt in tonnen;

Ebt: de door de inrichtingen, bedoeld in artikel 2, in het kalenderjaar gezamenlijk geëmitteerde hoeveelheid CO2 uitgedrukt in tonnen.

Artikel 4

  • 1 Ter uitvoering van titel 15.13 van de wet wordt medewerking gevorderd van het bestuur van het Productschap Tuinbouw.

  • 2 De medewerking, bedoeld in het eerste lid, bestaat uit het verrichten van de noodzakelijke werkzaamheden en het bij verordening stellen van nadere regels, inzake:

    • a. het vaststellen van de door een inrichting als bedoeld in artikel 15.51 van de wet in een kalenderjaar geëmitteerde hoeveelheid CO2;

    • b. het vaststellen van de door de inrichtingen, bedoeld in artikel 15.51 van de wet, gezamenlijk in een kalenderjaar geëmitteerde hoeveelheid CO2;

    • c. de gegevens die een inrichting als bedoeld in artikel 15.51 van wet verstrekt in het kader van de uitvoering van titel 15.13 van de wet;

    • d. het vaststellen van het bedrag per ton als bedoeld in artikel 3 en het vaststellen van de door een inrichting verschuldigde vergoeding.

  • 3 Bij de verordening, bedoeld in het tweede lid, kan de bevoegdheid tot het vaststellen van nadere voorschriften omtrent bij die verordening aangewezen onderwerpen worden gedelegeerd aan een ander orgaan van het Productschap Tuinbouw.

Artikel 5

Besluiten ter uitvoering van de krachtens artikel 4 vastgestelde verordening, die:

  • a. nadere regels inhouden ter uitvoering van die verordening, of

  • b. betrekking hebben op de hoogte van het bedrag per ton geëmitteerde CO2, bedoeld in artikel 3,

behoeven de goedkeuring van Onze Minister.

Artikel 6

Overtreding door een inrichting van de krachtens artikel 4 vastgestelde verordening is een feit waarvoor een tuchtrechtelijke maatregel als bedoeld in de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 kan worden opgelegd.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit kostenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 22 augustus 2011

Beatrix

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Uitgegeven de zevenentwintigste september 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten