Verordening PT heffing eetbare paddenstoelen en uitgangsmateriaal van groenten 2009

Geraadpleegd op 02-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2017 en zichtdatum 30-11-2024.
Geldend van 11-09-2011 t/m heden

Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 11 november 2008 houdende de vaststelling van een heffing over de teelt van eetbare paddenstoelen en op uitgangsmateriaal van groenten, voor het jaar 2009 (Verordening PT heffing eetbare paddenstoelen en uitgangsmateriaal van groenen 2009)

Het bestuur van het Productschap Tuinbouw;

gelet op de artikelen 93, derde lid en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en

gelet op de artikelen 12 tot en met 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw;

gehoord de Commissie voor groenten en fruit, d.d. 28 oktober 2008:

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

  • 3 In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    a. paddenstoelen:

    geteelde champignons en andere geteelde paddenstoelen;

    b. ondernemer:

    de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarin de teelt van paddenstoelen of uitgangsmateriaal van groenten wordt uitgeoefend;

    c. bewerken:

    alle handelingen (zoals bijvoorbeeld: schonen, schillen, schrappen, snijden, mengen, wassen, centrifugeren etc.) waardoor van paddenstoelen gebruiksklare producten worden gemaakt;

    d.verduurzamen:

    alle handelingen met betrekking tot paddenstoelen waardoor deze al dan niet voorlopig, langer houdbaar worden;

    e. productwaarde:

    de verkoopsom van de door de ondernemer gedurende een kalenderjaar in Nederland geteelde paddenstoelen en uitgangsmateriaal van groenten, ongeacht de bestemming daarvan;

     

    voor zover de ondernemer de door hem geteelde paddenstoelen verduurzaamt of bewerkt, wordt voor het bepalen van de verkoopsom de theoretische kostprijs gehanteerd;

     

    onder theoretisch kostprijs wordt verstaan de kosten die rechtstreeks betrekking hebben op de teelt, de oogst, alsmede het vervoer van paddenstoelen naar de fabriek;

    f. uitgangsmateriaal:

    opkweekmateriaal voor groentenplanten zowel onder glas als in de volle grond, alsmede groentenzaden, m.u.v. aardbeienplanten.

§ 2. Heffingsplicht

Artikel 2

  • 1 De ondernemer is jaarlijks een heffing aan het productschap verschuldigd ten behoeve van aangelegenheden als milieuprojecten, kwaliteitscontrole, onderzoek en afzetbevordering, alsmede de algemene kosten van het productschap.

  • 2 De heffing als bedoeld in het eerste lid, wordt opgelegd en berekend bij wege van een aanslag, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde.

§ 3. Grondslag en hoogte

Artikel 3

  • 1 De heffing die de ondernemer is verschuldigd, wordt opgelegd naar de grondslag van de productwaarde over de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 maart 2009.

  • 2 De heffing als bedoeld in het eerste lid, wordt uitgedrukt in een percentage van de productwaarde en bedraagt voor:

    a.

    champignons:

    0,070%

    b.

    overige paddenstoelen:

    0,040%

    c.

    uitgangsmateriaal:

    0,080%

§ 4. Oplegging en inning

Artikel 4

  • 1 De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats na afloop van het jaar waarover de heffing verschuldigd is en geschiedt door toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige van een heffingsnota.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, kan aan de heffingsplichtige een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing.

Artikel 5

Indien uit de ter beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens of een raming als bedoeld in artikel 4, niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd.

Artikel 6

  • 1 De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld.

  • 2 Deze gegevens mogen slechts worden gebruikt voor de vervulling van de taak van het productschap.

Zoetermeer, 11 november 2008

A. Bruggeman

vice-voorzitter

C. Kuijvenhoven

secretaris