Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten
voor de Nederlandse identiteitskaart
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is op korte termijn te voorzien
in een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze: